D7 r/
ER BESTAAT NOG
EEN ANDER
PORTUGAL
DAN LISSABON
De dagen van
Isabelita Peron
lijken geteld
In Suriname eindigde 1975 in verzoeningssfeer
r opinie en achtergrond
PoRTO - Bij de poort van de kazerne aan de Praca Republica in Porto word
je nog gegroet door een opgepoetste schildwacht. Witte koppel, glimmende
laarzen, geweer strak aan de voet. Dit is het Portugal buiten Lissabon, waar
de revolutionaire agitatie nog niet alle sporen van autoritaire verhoudingen
heeft uitgewist. Waar generaals nog de baas zijn over hun ondergeschikten,
waar de voortgang van het openbare leven nog niet is verdronken in oeverloze
ideologische discussies, waar je nog afspraken kunt maken zonder de typisch
Lissabonse zekerheid dat die altijd mislopen.
„Afspraak met de generaal om 11 uur", zeg ik. Na een wandeling door lange,
holle, hoge gangen van een militair bastion in oude stijl, met harnassen,
kroonluchters, collecties hellebaarden, borstbeelden van martiale maar
schalken, en gravures van historische veldslagen, zit ik - precies 11 uur -
tegenover generaal Pires Veloso, commandant van het noordelijke militaire
district.
Pires Veloso. de man die eens Spinola
voor schut zette; die nog onlangs zyn
hoogste baas. opperbevelhebber van
de landstrijdkrachten generaal Fa-
biao straal negeerde; de man ook die
eind november, toen in het hier omzijn
roodheid verachte Lissabon opstan
dige militairen het land aan de rand
van een burgeroorlog brachten, .zijn
tanks en vliegtuigen „onder stoom"
had staan om in de hoofdstad orde op
zaken te gaan stellen.
Pires Veloso - „liever militair dan poli
ticus", man van weinig woorden - ver
zucht: „Als ze me ooit vooreen functie
in de Revolutionaire Raad roepen, zal
ik komen. Maar liever niet". Achter
een massief eiekhouten bureau, on
der een wandvullend gobelin en om
ringd door oud-leren clubfauteuils,
zegt hij „het politieke gepraat in het
discussie-zieke Lissabon" nauwelijks
te waarderen.
Een dag na ons gesprek werd bekend
dat generaal Pires Veloso in Portugals
nog steeds hoogste gezagsorgaan, de
onlangs van extreem-links gezuiverde
Revolutionaire Raad, is benoemd.
„De echte revolutionairen vindt u hier,
buiten de hoofdstad", zegt hij. „Hier
zijn de mensen patriottisch, nationa
listisch, collegiaal; elke marxistische
ideologie is hen volkomen vreemd.
Hier zijn arbeiders, boeren en militai
ren nog bereid eensgezind hun schou
ders te zetten onder de moeilijke taak
dit land en dit volk uit het moeras van
de anarchie en de armoede te trek
ken".
„In Lissabon wordt de man in de straat
gemanipuleerd. Daar worden eeuwig
compromissen gesloten, zelden beslis
singen genomen, levert elke afwij
kende politieke mening onmiddellijk
een nieuwe politieke partij op, en
noemt iedereen zich links zonder het
vaak te zijn: angst voor ex treem-linkse
pressie. Daar tonen ze hun geveinsde
gevoelens alleen tijdens massa
meetings. waar ze zich luid-
schreeuwend achter de inmiddels be
roemd geworden, gescandeerde rode
leuzen verschuilen om achter hun zo
veelste illusie aan te jagen. Hierin liet
nijvere noorden zijn we nationalisten.
Portugezen onder Portugezen. Wars
van extremisme en niet zo praatziek.
Bereid om te werken, de enige activi
teit waaraan dit land werkelijk be
hoefte heeft. In zekere zin gediscipli
neerd".
De Rotterdam-Amsterdam tegenstel
ling van Portugal. De werk- en de
praatstad. Toen tijdens de staat van
beleg in Lissabon na de 25e november
in feite het hele machtsapparaat naar
Porto werd verlegd en de Lissabonse
radio en televisie het zwijgen was op
gelegd om de „communistische
opinie-terreur" aan banden te leggen,
glorieerde de oude havenstad aan de
Douro. Men voelde zich Ineens hoofd
stad. Op de beeldbuis, juist ook in Lis
sabon, vërschèen te pas en te onpas de
aankondiging: „Programma uit de
studio's van het vrije Porto".
Generaal Veloso, vastberaden glim
lach, vriendelijk maar gedecideerd,
ziet in „autoriteit-zonder-
kadaverdiscipline" de enige basis voor
wat zijn volk nu na 50 jaar fascisme,
bijna 20 maanden woelige revolutie,
drie coups, zes voorlopige regeringen
en bijna voortdurende chaos in alle
sectoren van het openbare leven, moet
doen om eindelijk uit het Europese
vergeethoekje te raken.
Zijn eigen eenheden van het Regiao
Militar do Norte weerspiegelen in him
uiterlijk én in him vorige maand ge
demonstreerde bereidheid om de los
geslagen collega's in Lissabon des
noods gewapenderhand tot de orde te
roepen, precies wat hun op handen ge
dragen commandant voorstaat.
Ze zijn tevens een levend voorbeeld
van het verschil tussen het sterk gepo
litiseerde Lissabon en de rest van het
land.
De schitterende hoofdstad aan de
Taag, met zijn bijna Londense ver
keersdrukte, zijn Parijse charme, zijn
Amsterdamse rebelsheid en zijn eigen
historisch gegroeide centralisme als
machts- en handelscentrum van het
oude Portugese wereldrijk, kijkt met
typische hoofdsteedsheid op de rest
van Portugal neef als „platteland".
Het omgekeerde is even waar. De ar
beiders van Porto en Setubal, de stil-
ienten van het stokoude Coimbra en
de boeren in de straatarme Alentejo
tien Lissabon als een staat-ïn-de-
staat. Als één miljoen grote monden,
die door hun beheersing van vrijwel
alle belangrijke communicatie-media
de wereld willen doen geloven dat Lis
sabon Portugal is. En dat dat Portugal
links is. Erg links.
Even ten noorden van Lissabon, in het
boerse Rio Major, staat een wegwijzer
die deze mehing over het rode Lissa
bon beter dan wat ook weergeeft. Aan
de ene kant wijst' het" bord naar hét
stadje Santarem, aan de andere naar
Lissabon. Die naam is echter doorge
haald met een vette verfstreep. En in
de plaats daarvan staat er nu:
„Moscovo (Moskou)".
Het platteland: hier slechts links en
rechts (maar weinig links), een paar
politieke plakkaten en verfspuitleu-
.zen. In Lissabon is er geen vierkante
meter blinde muur meer onbedekt: de
dolste leuzen over solidariteit, anti
fascisme, Mao, en Portugals rode hori
zon van de leninistische toekomst.
Op het boerenland slechts zelden een
kreet van links. Hamers en sikkels met
daarachter: „is hetzelfde als haken
kruis". Hier vooral de socialistische
leuzen van Mario Soares. En de propa
ganda van de Volksdemocraten. En
van de christelijke CDS, die nog sterk
in het oude. voór-revolutionaire verle
den wortelt. Ondanks, of misschien
wel dank zij, de in die tijd juist ge
groeide achterlijkheid, analfabetisme
en sociale achterstand.
Hier worden pachtboertjes nog be
taald in natura; een kar vol mals, of
een paar vaten wijn. Wat de westerse
toerist graag omschrijft als „nog echt
rustiek".
En toch moeten de boeren hier weinig
van de landhervormingsplannen van
de regering, die leiden tot eigenmach
tige onteigeningen door Rode Akker-
pioniers. Die bepaalden zelf wel even
wat grootgrondbezit was, en joegen
elke boer die niet met links sympathi
seerde van zijn erf. Terwijl de „Re-
forma Agraria" juist bedoeld was voor
het straatarme zuiden, waar wel dege
lijk nog monstrueus grootgrondbezit
bestaat, zonder dat de op onroerend
goed-winst speculerende landheren
ook maar een escudo willen steken in
de bewerking van het land. Tiendui
zenden hectaren liggen daar rottend
en overwoekerd door onkruid op een
schandalige manier bij te dragen aan
Portugals groeiende voedselschaarste
en de daaruit voortvloeiende nood
zaak tot kostbare import. De boeren
zoons hier zijn allang als gastarbeiders
naar het buitenland vertrokken. Of
naar de hoofdstad, waar ze opnieuw
werkloos werden.
De regering in Lissabon begreep de
boerenopstand, die samenviel met de
woelige gebeurtenissen rond de 25e
november, en beloofde nauwer toe
zicht op de onteigeningsprocedures.
Lissabon kwam eindelijk tot het besef
dat er wel degelij k rekening moet wor
den gehouden met de noden, de poli
tieke opstelling én de grote betekenis
van de altijd achtergebleven 80 pro
cent Portugezen bulten de hoofdstad.
Generaal Pires Veloso is het proto
type van zo'n niet-Lissabonees (zij het
dat hij bepaald geen analfabeet is):
„Ik had hier nooit een journalist uit
Nederland verwacht; in onze eigen
(grotendeels Lissabonse) pers worden
wij doorgaans voor boerenpummels
uitgemaakt, voor rechtse reactionai
ren, omdat we niet extreem-links wil
len zijn".
Veloso liet een paar maal goed voelen
hoezeer hij genoeg had van het gewoel
aan de Taag. De laatste keer, toen hij
aan zijn (niet voltooide) opmars naar
Lissabon begon. Daarvóór onder an
dere toen hij onverbloemd een dienst
bevel van zijn hoogste superieur wei
gerde. Toen de inmiddels ontslagen
generaal Carlos Fabiao als chef van de
Portugese landstrijdkrachten naar
Porto kwam om daar uitgerekend het
enige extreem-linkse legeronderdeel
te inspecteren, weigerde Veloso glas
hard mee te gaan. „Fabiao was ziek.
Psychisch aangedaan door het geldio-
logiseer van een paar officieren ron
dom hem", vertelt hij.
En over die andere inmiddels gedui
kelde volksheld, COPCON-chef De
Carvalho: „Een aardige man", wat als
waardeoordeel van de ene militair
voor de andere net zoveel wil zeggen
als „een nietsnut".
Een zelfde „no,ordelijke" vastbeslo
tenheid demonstreerde hij tegenover
Spinola, toen de eerder dit jaar ver
jaagde ex-president een politieke ad
viseur naar Sao Tomé stuurde, waar
Veloso op dat moment militair gou
verneur was. De nogal linkse adviseur
moest Spinola's visie op koloniaal be
stuur komen overbrengen. „U kunt
rechtsomkeert maken en de president
de groeten doen", zei Veloso. Een paar
maanden later bereidde Veloso vak
kundig de geweldloze dekolonisatie
van het Afrikaanse eiland voor.
De generaal, net als het arme volk van
het „platteland" niet ambitieus, wel
eerlijk, verzucht: „Na al dat maanden
lange verzieken van de Portugese re
volutie ben ik een beetje moe. Het
liefst ging ik nu met vrouw en kinderen
wandelen. Heel ver".
Ik nodig hem uit voor de lunch: „Erg
bedankt, maar ik kan niet. Moet troe
pen inspecteren in het noordoosten.
Vermoeiende bezigheid". Nu hij ook
nog in de Revolutionaire Raad is ge
kozen, zal er van die wandeling voor
lopig helemaal niets terechtkomen.
Op de binnenplaats van de kazerne
staat zijn helikopter met wentelende
schroef klaar. Precies twaalf uur, zoals
met mij afgesproken. De eerste secuur
nagekomen afspraak in Lissabon
moet ik nog steeds meemaken.
Afspraken. Daar in de hoofdstad wil
deregering-Azevedo, gesterkt door de
dreun die „links" nu zit te verstou
wen, eindelijk gaan aanpakken: wer
ken, beter investeringsklimaat
scheppen, bezuinigen, paal en perk
stellen aan bet gepraat. Eén ding weet
Azevedo zeker: op de noordelijken
kan hij rekenen. Veloso en de zijnen
willen daarbij het liefst in de barak
ken blijven, om van daaruit geweld
loos de revolutie en de opbouw als
„waakhonden van de natie" te blijven
steunen.
WOENSDAG 7 JANUARI 1976
BuENOS AIRES - De dagen van de Argentijnse president
Isabella Peron lijken te zijn geteld. Van alle kanten wordt heftige
kritiek op haar geleverd; niet slechts door haar eigen Peronisti-
sche partij, maar nu ook door de militairen.
|37S HOGERE. Q\JERHE\D£.LllTCJflVEW
^ELQ MÜET UQLLEM.
De grond van deze kritiek ligt voor
namelijk in het feit dat „Isabelita" ge
durende de achttien maanden dat zij
aan het bewind is, er blijk van heeft
gegeven zowel fysiek als psychisch de
politieke en economische problemen
waarmee zij geconfronteerd wordt,
niet de baas te kunnen.
Terwijl zij en de haar omringende
ministers en adviseurs meer uit zijn op
eigen- dan op landsbelang, balanceert
Argentinië op de rand van een econo
misch bankroet, breekt er muiterij uit
onder luchtmachtmilitairen en bunde
len de verscheidene stadsguerrilla's
hun krachten in hun strijd tegen het
bewind van Peron.
Volgens officiële cijfers heeft de stads-
guerrilla in Argentinië vorig jaar aan
beide zijden 720 slachtoffers geëist.
Nog dagelijks worden nieuwe ontvoe
ringen gemeld. De corruptie is ronduit
alarmerend. De vroegere minister van
buitenlandse zaken en „spiritus rec
tor" achter president Isabelita Peron,
José Lopez Rega, bevindt zich in
Spanje en daarmee buiten de Argen
tijnse wet. Zijn vriend en opvolger Ro-
dolfo Roballos zit in de gevangenis. De
voormalig privé-secretaris van Lopez
Rega en broer van de lijfarts van pre
sident Peron. Demetrio Horacio Vaz
quez, is - naar men zegt met 20 miljoen
dollar - gevlucht.
Liefdadigheid
Tegen de wil van de regering in is een
parlementaire onderzoekcommissie
ingesteld. Deze heeft onder meer ver
duisteringen aan het licht gebracht bij
de charitatieve instelling „Kruistocht
der peronistische Solidariteit" Een
wissel van meer dan 800.000 dollar, die
president Isabelita Peron op deze
stichting heeft getrokken en welk be
drag zij wilde storten op de rekening
van de erven van ex-president Juan
Peron, was een van de meest in het oog
springende financiële malversaties.
Als gevolg van de resultaten vari deze
onderzoekcommissië is de peronisti
sche fractie in het parlement uiteen
gevallen, zodat de regering niet langer
de meerderheid heeft. De muntvoet is
binnen enkele maanden tot beneden
een kwart van de vroegere waarde ge
daald. Dit jaar zal de inflatie meer dan
300 procent bedragen.
Deze chaos heeft in het land geleid tot
een algemeen gevoel van ontevreden
heid. Met de missers van de laatste mi
litaire regeringen nog vers in het ge
heugen hebben de generaals ieder
plan voor een staatsgreep van de hand
gewezen. Dit weerhield een groot aan
tal van hen er echter niet van het af
treden van Isabelita Peron te eisen, die
dan volgens de grondwet door Se
naatsvoorzitter Italo Luder opgevolgd
zou moeten worden.
Onbekwaam
Een van de meest vooraanstaande
'figuren in militaire kringen, de ge
pensioneerde luitenant-generaal
Benjamin Rattenbach (in 1962,
tijdens de regering-Guido, minister
van oorlog), hield een opmerkens
waardige rede, waarin hij onder
meer zei: „Ik heb in mijn leven
12 presidenten meegemaakt. Bij op
standen of rebellie waren enige daar
van de situatie meester, terwijl weer
andere leiders volkomen faalden. Ik
ben bang. dat wanneer nu iets derge
lijks zou gebeuren, het huidige staats
hoofd niet tegen een dergelijke crisis
opgewassen zal blijken te zijn. In de
eerste plaats wegens haar geslacht,
ten tweede wegens de delicate toe
stand van haar zenuwgestel! en ten
derde wegens haar verminderd ver
mogen in moeilijke tijden het hoofd te
bieden aan de problemen waarvoor
haar ambt haar stelt. Het huidige kli
maat in het land eist, dat aan het hoofd
van de regering een sterke en hoogst
bekwame persoonlijkheid staat, die de
situatie bij ernstige verstoringen vol
ledig meester is en blijft".
In tegenstelling tot Rattenbach eisten
de leidende generaals in actieve dienst
niet openlijk het aftreden van Isabe
lita Peron. doch hebben zij zich wel
scherp van haar gedistantieerd. Het
beste voorbeeld hiervoor vormt wel de
toespraak die de directeur van de ho
gere krijgsschool, brigade-generaal
Rodolfo C. Mujica, hield voor een ge
hoor van nieuw benoemde officieren
van de generale staf: „Wanneer ons
land mocht worden getroffen door de
rampspoed dat de subversiviteit zich
op alle gebieden over de natie ver
spreidt, dan wacht de soldaat niet tot
de roep om hulp komt van hen die het
gevaar niet zien. U dient zich ervan
bewust te zijn, dat in onze republiek de
subversieveling, de diet degenen die
corrupt zijn of de verraders niet kun
nen leven naast de eerzamen".
Deze toespraak riep weliswaar eerder
op tot een grote „schoonmaak", maar
gaf toch een duidelijk, beeld, van de
stemming inhet officierskorps. De
enige hoge officier die onvoorwaarde
lijk achter president Isabelita Peron
bleef staan, was de commandant van
de luchtmacht. Hector Luis Fautario,
wiens vrouw een van haar beste vrien
dinnen is.
De groep van rechtsnétionalistische.
luchtmachtofficieren die op 18 de
cember de bases bij het hoofdstede
lijke Aeroparque en Morron alsmede
drie radiostations bezetten en het af
treden van Isabelita Peron eisten,
hielden hun collega Fautario en twee
andere brigade-generaals korte tijd
gevangen. Het zou echter voor de rege
ring onmiskenbaar een fors gezichts
verlies betekenen indien brigade
generaal Orlando Agosti tot de nieuwe
commandant van de luchtmacht zou
worden benoemd.
Al deze gebeurtenissen hebben de po
sitie van president Peron onhoudbaar
gemaakt Het lijkt daarom erg on
waarschijnlijk dat Isabel Peron zich
nog kan handhaven tot de algemene
verkiezingen die op 17 oktober zullen
worden gehouden.
1976-. KI(\)0ERE.LJ5LflCj B£2ÜIN\é»IMQ 9
.LAAC| 4
"DE LOCjlLfl.VflN OE2LE RE£ERH\)£» TREKT
Paramaribo - Het jaar 1975 is
in Suriname geëindigd overeen
komstig de verzoeningssfeer die
hier bestaat sedert het land op 25
november van dat jaar volkenrech
telijk zelfstandig werd. In het par
lement van de republiek Suriname
liet zelfs de waarnemend fractielei
der van de VHP lovende woorden
horen over de goede samenwerking
die er nu bestaat tussen de verschil
lende politieke partijen in het land.
Het was in 1975 een van de weinige
gelegenheden dat deze voorman
van de VHP de huisarts Mungra,
zich op een rustige toon tot de voor
zitter van het Surinaamse parle
ment richtte. In de woelige dagen
voor 25 november was Mungra één
van de felste tegenstanders van de
huidige regeringscoalitie.
Ondanks deze verzoenende tonen zal het in
1976 in Suriname minder rustig toegaan dan
de vergadering van de laatste dag van het
jaar 1975 van het Surinaamse parlement doet
vermoeden. De parlementsverkiezingen die
volgens een gemaakte afspraak tussen de
coalitie en de oppositie in 1976 moeten wor
den gehouden, zullen de etnische tegenstel
lingen in Suriname weer hoog doen oplaaien.
Zowel in de regeringscoalitie als in de opposi
tie gaan er de laatste dagen stemmen op die
pleiten voor een samenwerking tussen de
twee grote etnische polen in Suriname, na
melijk de Nationale Partij Kombinatie en de
Vooruitstrevende Hervormingspartij
In dat geval zouden de kleinere partijen in
Suriname, die ook op etnische grondslag zijn
gestructureerd, in de oppositie gaan. Een
dergelijke samenwerking tussen de twee
grootste politieke partijen in Suriname heeft
vroeger ook al bestaan. Het was de toenma
lige minister-president Pengel die een einde
maakte aan deze samenwerking. Pengel
werkte liever samen met kleine partijen,
waardoor hij veel meer macht naar zich kon
toetrekken.
Na de val van Pengel volgde Lachmon het-
zelfde recept. Ook hij ging liever in zee met
een kleine partij, waarin Surinamers van een
andere etnische grondslag verenigd zijn
Hierdoor was Lachmon gedurende enkele ja
ren de machtigste man in Suriname.
De Nationale Partij Kombinatie bracht in
november 1973 hierin verandering. Sinds
dien wordt Suriname geregeerd door een par
tij waarin overwegend Surinamers van
creoolse afkomst zitting hebben, aangevuld
met Surinamers van Indonesische origine.
De verzoening die enkele maanden geleden
tot stand kwam heeft hieraan niets veran
derd. Degenen die een samenwerking voor
staan tussen de Nationale Partij Suriname
en de Vooruitstrevende Hervormingspartij
vormen een kleine minderheid in het poli
tieke leven van Suriname.
De voormannen van de Nationale Partij
Kombinatie willen de huidige samenwerking
liever nog enkele jaren bestendigen. On
danks de grote tegenstand die door de oppo
sitie op deze samenwerking werd uitgeoe
fend, kan men op enkele grote successen wij
zen. De volkenrechtelijke zelfstandigheid
van Suriname vormde de bekroning van deze
samenwerking. Men is ervan overtuigd dat
het nooit zover zou zijn gekomen als er een
andere regeringscombinatie in Suriname
aan de macht was. De huidige verzoening ziet
men meer als het accepteren van het onver
mijdelijke door de oppositie.
Tot de grote voorstanders van de samenwer
king met de VHP behoort het parlementslid
mevrouw Liesdek-Clarke, die van zich deed
spreken in de stormachtige voorbereidings
dagen "van de Surinaamse onafhankelijk
heid. Voormannen van de Nationale Partij
Kombinatie verklaarden echter dat dit par
lementslid haar politieke kansen voor de
toekomst verspeeld heeft door haar afvallige
houding in de afgelopen periode.
Het andere dissidente parlementslid Somo-
hardjo voert thans besprekingen met de Su
rinaamse minister van landbouw Soemita
voor een samenwerking bij de komende par
lementsverkiezingen. Soemita heeft veel van
zijn aanhang verloren daar hij in de afgelopen
periode weinig gedaan heeft om het bestaan
van zijn volgelingen te verbeteren. Ondanks
allerlei valse voorspiegelingen over een mas
sale emigratie naar Nederland, heeft Somo-
hardjo nog steeds veel volgelingen onder de
Surinamers van Indonesische afkomst, die
voor het merendeel tot de armste bewoners
van het land kunnen worden gerekend. In
dien Somohardjo erin slaagt samen met
Soemita de gelederen van de Surinamers van
Indonesische afkomst te sluiten, zal het voor
de Nationale Partij Kombinatie een moeilijk
te beantwoorden vraag worden in hoeverre
men met de KTPI van Soemita verder in zee
moet gaan.
Somohardjo heeft de huidige regeringscom
binatie in de afgelopen maanden in die mate
gedwarsboomd dat samenwerking met hem
in de toekomst haast uitgesloten is. Zoals de
verhoudingen nu liggen, zal het in de komen
den maanden vooral van de Surinamers van
Indonesische afkomst afhangen of de huidige
regeringscombinatie na de parlementsver
kiezingen van dit jaar nog een lang leven zal
hebben.