de lange
koude winter
van '62-'63
pzc-oud jaar '75
Pakijs en elfstedentocht Pooltocht
De gillende keukenmeiden smoorden
in de dikke sneeuwlaag. Er was weinig
vuurwerk, niemand waagde zich bui
ten. De natuur zorgde er zelf voor met
een bijtende wind en verdere daling
van temperatuur, zij het dat op nieuw
jaarsdag in het zuid-westen van ons
land de storm wat in kracht afnam. Op
rivieren, meren en de Zeeuwse en
Zuidhollandse stromen nam het drijf-
ijs sterk toe Op de 3e begon het plot-
seling te regenen bij matige vorst die
de wegen levensgevaarlijk glad maak
ten. Daarna viel een kortstondige dooi
in maar op 6 januari was de winter al
weer terug. Er begon een nieuwe
vorstperiode met matige en later zelfs
zeer strenge vorst, zodat op de 12e de
PZC meldde: „Zwaar drijfljs belaagt
de scheepvaart op de Westerschelde".
Op het Veerse Meer werd voor het
eerst in de geschiedenis geijszeild. Op
de 13e en 15e vielen dikke pakken
sneeuw die de gemiddelde sneeuwlaag
tot 15 cm deed aangroeien. De vroege
ochtend van 18 januari was buitenge
woon koud. Vlissingen registreerde in
de weerhut op 1.50 m hoogte -15,3;
Middelburg -15,6 (vlak boven de
sneeuw -18), De Bilt -16, Leeuwarden
16, Bolsward - 20,3 en Joure - 20,8 gra
den Celcius. Een absoluut Fries janua-
rirecord sedert 1894. In deze felle vorst,
startte de elfstedentocht die onmense
lijk zwaar zou worden. Er verschenen
10.000 tourrijders en 577 wedstrijdrij
ders aan de start in Leeuwarden die de
lange, lange tocht door het onderge
sneeuwde Friesland (de naam werd
veranderd in Vriesland) in het donker
aanvingen, doch slechts 129 man be
reikten uitgeput de finish. Tengere
reus Reinier Paping uit Drente werd
winnaar in 10 u. en 59 min. Na hem
kwamen op respectievelijk21 en 22 mi
nuten J. Uitham uitGroningen en Jeen
van den Berg uit Friesland aan.
Half bevroren en wit als Eskimo's.
Een verslaggever schreef: alleen de
doden en de wolven ontbraken, voor
1e rest was deze tocht een griezelige
ilauwdruk van Napoleons vlucht uit
Rusland!"
Het noodweer bereikt een dag later
ook het zuiden van ons land. Met van
rijd tot tijd stormachtige rukwinden,
acht tot tien graden vorst en felle
sneeuwjacht kreeg mens en dier het
uiterst zwaar te verduren. Opnieuw
'mistte' het van de driftsneeuw. Ook
op zee spookte het! Vlak voor de kust
werd windkracht tien gemeten. De
schepen die de havens binnenliepen
waren omgetoverd tot ijspaleizen, 's-
Avonds nam de storm plotseling in
alle hevigheid af. De zoveelste
dooiaanval was volkomen mislukt.
22 januari 1963. Balans na vier weken
'Ijstijd': alle Zeeuwse stromen onbe
vaarbaar, zelfs de drukke route
Wemeldinge-Willemstad. tengevolge
van zwaar opeengepakt drijfijs. De
Westerschelde zat eveneens propvol
ijs, maar hier was voor de zeevaart nog
wel doorkomen aan. Het kanaal
Gent-Temeuzen was als gevolg van
waterverontreiniging en verwarming
door de fabrieken nog vrijwel open
Het enigste vaarwater in geheel Neder-
land dat nog open was, voor mij een
teken aan de wand. Evenals een stukje
kanaal door Walcheren tussen de
PZEM-centrale bij Oost-Souburg en
de keersluisbrug te Vlissingen, dat op
de ijskaart van rijkswaterstaat blauw
is gekleurd wat betekent: goed be
vaarbaar. De rest was alles rood: on
bevaarbaar
Het vroor 's-morgens veertien graden,
dicht boven het sneeuwdek mat ik
18,2 graden vorst. Overdag was het
schitterend weer. zonnig en stil. Zo ook
op zondag de 26e, toen het kwik zelfs
even tot plus één behaaglijk uitrekte
Het zag langs de kust van Delfzijl tot
aan Cadzand zwart van de 'Ijskijkers'
Honderdduizenden - extra bussen en
treinen werden ingelegd - zagen na
prachtig 'strandweer' de zon in het ijs
wegzinken. Het relatief zachte weer
duurde echter maar een paar dagen,
toen begon, jawel, alweer een door
merg en been dringende koudegolf. De
enigsten die niet alleen vanwege de
kou in hun handen wreven waren de
kolenboeren, want aardgas werd toen
immers nog maar weinig gestookt.
Wat aan één kant toch ook wel een
voordeel was, want we waren lang niet
zo afhankelijk als thans het geval is.
als er nu maar één hoofdbuis springt,
komt letterlijk een hele streek in de
kou te staan, met alle nare gevolgen
van dien. De gemiddelde etmaal tem
peratuur te De Bilt bedroeg in januari
1963 -5,2 C. Op januari 1940 na (- 5,5 C)
de koudste januari-maand sedert 125
jaar. De hoogste temperatuur bedroeg
te De Bilt plus drie graden en dat was
sedert 1838 nog nooit vertoond. Met
man en macht werd gewerkt om de vo
gels die hier en daar in wakken en op
kaal geblazen plekken bouw- en gras
land zaten, te helpen. Zelfs vliegtuigen
kwamen er aan te pas om de hongerige
dieren vanuit de lucht van voedsel te
voorzien
1 februari 1963: Nederland herdachtde
ramp van 10 jaar geleden, de vlaggen
woeien halfstok in een straffe noord
ooster. ..Als 't winteren wil vriest het
met alle winden", hoor je oude mensen
wel eens zeggen en dat daar veel in zit
bleek deze winter. Zo ook op 3 februari
toen bij een matige westelijke wind het
voortdurend drie graden bleef vriezen.
De ergste Russische koude werd daar
door gelukkig teruggedrongen naar
het oosten. Nu en dan kwam pool
sneeuw voor. ijsnaaldjes bij onbe
wolkte lucht. Enkele kippen uit de
pers van de 5e: 'Winter wil niet wijken'.
'Europa nog steeds in sneeuw en ijs'.
'Uitgehongerde wolven in Italië en
Frankrijk, op zoek naar voedsel'. En
uit de PZC deze: 'Auto's rijden over het
Veerse Meer tussen Wolphaartsdijk en
Kortgene'. '1000 schaatsers volbrach
ten de tocht Sluis-Brugge-Sluis' 'Jaap
de Roo was klas apart in Schoondijke
tijdens schaatswedstrijd over 32 km'
Ook deze dag was erg koud. Een blik
op de thermometerschaal van Celsius
leerde mij dat het kwik tot tien graden
onder het vriespunt gekrompen was
Metde provinciale bootmaakte ik op 6
februari een 'pooltocht' mee van Vlis
singen naar Breskens en terug. De ijs
gang op de nevelige Westerschelde
was enorm Zo ver men kon zien één
witte, kruiende massa waar tientallen
schepen spookachtig opdoemden
Slechts hier en daar was er. zelfs mid
den op de rivier, een plek open water.
Een zwager van mij die meevoer en die
juist van het weerschip 'Cumulus', ge
legen tussen IJsland en Noorwegen,
kwam, vertelde dat hij op de Wester
schelde in een half uur varen meer ijs
had gezien als bij de poolcirkel in twee
maanden, want daar dreef nagenoeg
niets. Terug in Vlissingen hebben we
een bezoek gebracht aan het bad-
strand. We waren al wat gewoon ge
raakt maar wat daar lag was onvoor
stelbaar voor een Zeeuwse kust, het
had meer weg van wat Heemskerck en
Barentsz op Nova Zembla hebben
moeten zien: meters dikke ijsschotsen
lagen als door een reuzen hand door-
eengesmeten, boven en op elkaar Al
leen aan de paalhoofden, waar de ijs
massa's een flink eind boven uitsta
ken, kon je zien dat we ons niet ver van
de beschaving moesten bevinden. We
schoten de ene plaat na de andere. Het
was haast onvoorstelbaar dat hier
nog maar een goed halfjaartje geleden
duizenden badgasten zwommen in het
warme water, dat nu toe onder nul was
afgekoeld. En normaliter zou hier over
slechts drie maanden het seizoen al
weer geopend worden...
De nevel was een voorbode van een
periode met kwakkelweer. tengevolge
waarvan het op straat een smeerboel
van jewelste werd. Inmiddels was op
de 11e februari de winter opgeklom
men naar de 13e plaats sedert het be
gin der waarnemingen in De Bilt Anno
1706. Mede als gevolg verdween eens
klaps het ijs uit de rivieren zo ook uit
de Westerschelde. Mogelijk speelde
ook andere factoren een rol hierbij. Op
12 februari begon de motregen over te
gaan in sneeuw. Een oude depressie
boven Midden-Europa vulde op en er
ontstond een uitgestrekt sneeuwge-
bied dat reikte van de Noordzee tot
aan Joegoslavië. Een andere dooiaan
val vanuit de oceaan, die gepaard ging
met een orkaan uit het zuidwesten
Azoren plus zestien graden) bakte alle
Europese meteorologen een poets, en
bezorgde niet het einde van de barre
winter, doch een versteviging van
sneeuwval en vorst. De dooigrens
kwam tussen Temeuzen en Brussel tot
staan, zodat op 16 februari koning win
ter voor de zoveelste keer victorie
kraaide. Toch werd al de eerste lente
bode gezien. Boven Sint Maartensdijk
vloog een kievit in noordoostelijke
richting. En op 22 februari kwamen op
de hoeve 'De Punt' in Zaamslag zeven
blauwe reigers bij de oude nesten te
rug. Het eerste bloeiende sneeuw
klokje werd tegen een zuidmuur te
Nisse gezien. Middelburg en Zierikzee
werden ontzet, de sleepboot 'Diana'
brak de 25 cm dikke ijsvloer tussen
Souburg en Middelburg en de eerste
kustvaarder bereikte Zierikzee na een
lange 'brekende' tocht van vletten en
een sleepboot', zo wist de PZC te mel
den.
's-Morgens vroeg en 's-nachts was het
nog erg koud (strenge vorst), maar
overdag deden de al sterke zonnestra
len de temperatuur tijdelijk tot even
boven het vriespunt oplopen, behalve
op zondag 24 februari toen zeer dichte
mist de natuur tot een sprookjeswe
reld omtoverde. De ruig bevroren bo
men staken 's-middags toen de zon
even doorbrak prachtig af tegen de
diep blauwe vrieslucht Fotografen
konden hun hart ophalen, menige
kerst- en nieuwjaarskaart stamt van
deze onvoorstelbaar mooie dag. Een
paar knipsels uit de dagbladen van 25
februari 1963. 'Op de Gouwzee en het
IJsselmeer werd er door 15.000 mensen
meegedaan aan een autotoertocht
over het ijs' 'Tienduizenden deden
aan schaatsen, ijszeilen of skieên' 'Op
het Veerse Meer werd gister druk ge
wandeld' Op deze dag maakte het
KNMI bekend dat de winter volgens
het systeem van Hellmann inmiddels
naar de 4e plaats was opgeklommen,
alleen 1787. 1942 en 1947 stonden nog
voor.
Op de Zeeuwse stromen nam het ijs
weer toe. De scheepvaart werd op
nieuw moeilijk. Een binnenschipper
vertelde mij dat tussen Terneuzen en
Hoedekenskerke de rivier voor 90
met Ijs bedekt was. Ondanks de voort-
durende kou kregen steeds meer vo
gels de lente in hun kop. Mr. Th Lebret
deelde mij mede dat te Westkapelle op
27 februari de eerste kemphaantjes
waren gezien Zelf hoorde ik te Mid
delburg op het Noordbolwerk voor het
eerst in 1963 een zanglijster zingen
(normaal eind december begin janua-
Maart bracht lente
De zon, die van 's-ochtends half acht
tot 's avonds kwart over zes haar ui
terste best deed om de dikke sneeuw
laag te doen smelten, kreeg meer en
meer succes. Iedere dag werd het
zwart van de aarde en het bruine-gele
gras beter zichtbaar. Overdag steeg
het kwik tot plus vier graden, docht
het zeer koude water en het ijs deed
vlak langs de kust de temperatuur niet
hoger komen dan maximaal slechts
twee graden boven nul, om er na zes
sen weer snel onder te dalen. Een
sterke westblokkade - de zevende
sinds 22 december - verhinderde als
nog een doorbraak van oceaandepres
sies om de winter de genadeklap te ge-
ven.' Dat gébéurde dan éindelijk op 5
maart nadat op 2 en 3 maart het hon
derdduizend koppige schaatslegioen
in het zonnetje was gezet want het was
zeer fraai weer vrijwel windstil, zeer
zonnige en 's middags een behaaglijke
temperatuur. Op het 'Hof Nieuwlands-
rust' te Nieuw en St. Joosland keerden
de blauwe reigers terug. Groepen kie
viten trokken over Zeeland in noord
oostelijke richting, alsmede veldleeu
werikken. Ik maakte een wandeling
over het Veerse Meer, Veere-
Kamperland vice versa, een onwezen
lijke tocht over het kilometers brede,
besneeuwde en bevroren zoutwater-
meer.
Een zee van hel wit licht rondom met
daarboven koepelend een hard blauwe
lucht. Het ijle getingel van Veere's ca
rillon begeleidde me. Midden op deze
15.000 ha ijs- en sneeuwvlakte keek ik
om en zag Veere vanaf het ijs. een
uniek gezicht. Tussen haakjes wat
een ijspret-mogelijkheden biedt dit
Veerse Meer bij een volgende strenge
vorstperiode vooral nu er tal van ei
landen zijn bijgemaakt en de be
staande platen zijn ingeplant. Zij vor
men enerzijds een uitstekende be
schutting, anderzijds bevorderen ze de
vorming van ijs. Ook de ondiepe oe
vers langs Noord- en Zuid-Beveland en
Walcheren bieden met hun inhammen
prachtige mogelijkheden om te
schaatsen en te ijszeilen. Het opper
vlaktewater is bovendien minder zout
dan 13 jaar geleden het geval was zo
dat de stollingstemperatuur hoger
ligt Hetzelfde geldt in zekere zin ook
voor het Grevelingenbekken
De zon kreeg hulp van zachtere lucht
die met krachtige zuidelijke winden
werd aangevoerd, zodat op 5 maart
1963 het KNMI te De Bilt bekend
maakte 'dat de langdurige vorstpe
riode ten einde is' De winter was nog
één plaats opgeklommen maar had
1947 en 1787 niet meer ingehaald. De
koude-pool van Zeeland, zo bleek uit
de gemiddelde tempera tuurbereke-
ningen. had op Zuid-Beveland gelegen
in de buurt van Heinkenszand
Het vogelkoor barstte op die be maart
in alle toonaarden los en zong dat het
een lieve lust was. Hoog in de trillende
voorjaarshemel vloog een vrijwel on
afgebroken stoet ganzen, kieviten,
goudplevieren, eenden en wat niet al
in oostelijke richtingpver. Een dag om
de vlag uit te hangen, zelfs voor een
echte winterliefhebber.
Op 8 maart 1963 schreef ik in mijn na-
tuurdagboek: ..Voor het eerst sedert
tweede kerstdag lag er tegen het eind
van de middag geen sneeuw meer in de
tuin. Een record lange tijd is de border
bedolven geweest onder een deels op
gewaaide laag van 40 60 cm sneeuw
Wat er te voorschijn kwam is de tuin
zoals die er eind verleden jaar uitzag.
Vol bladeren en gedeeltelijk groene
planten. Niets is er bevroren, zelfs het
eenjarige gras staat er fris bij zodat ik,
zodra de grond bewerkbaar is. ter
stond kan gaan wieden Inderdaad: de
barre winter 1962-1963 is inderdaad
voorbij". Het duurde voor sommige
vogelsoorten meer dan tien jaar voor
zij deze ramp te boven waren
barre beelden
Vonge pagina, eenzaam avontuur'op de schotsen voor de kop van Schouwen: ski
lopers bij het VUssingse haventje van Meijer; Jong Zierikzee op de sneeuwolllant en
een rondje a la SJoukJe in Scherpenlsse.
Deze pagina: de (voormalige) VUssingse Spulkom als eigentijds BrueghelschilderlJ;
het wrak van de radiopiraat Uilenspiegel op het strand van Cadzand: auto's doen hun
baantje over de Zandkreek van Wolphaartsdijk naar Kortgene; een holle winterse
weg bij Berooskerke. het veerbootje van ZIJpe (met assistentie) tussen de schotsen;
een heuse autosllples op de Middelburgse vesten en het VUssingse badstrand kennc-
UJk wachtend op minder barre tijden
OfttWWS.
Lgboon.