de lange koude winter van '62-'63 polair dagboek pzc-oudjaar '75 C5-- De laatste strenge winter die tot op heden in ons land voorkwam ligt alweer dertien jaar achter ons. De scholen zijn tot in de hoogste klassen bevolkt met kinderen die geen weet hebben van wat maanden achtereen sneeuw en vorst betekenen. In een strenge winter komt lief en leed afwisse lend voor. In 1962-1963 kregen we van allebei ruimschoots onze portie. Niet alleen de lage landen, maar vrijwel het gehele noordelijk halfrond. Die winter was er eentje om niet gauw te vergeten, hij had zijn voorloper reeds in november om pas in maart te eindigen. De Middelburger J. C. Wedts de Swart haalt herinneringen op aan de barre, nu al legendarische winter, 1962-1963, puttend uit een serie natuurdagboeken - vol geschreven en geplakt - die hij sedert 1942 bijhoudt. (Foto's PZC-archief) Oktober en de eerste twee weken van' november 1962 brachten een opval lende vogeltrek te weeg. Het was alsof de dieren voorvoelden dat het niet best zou worden. De eerste sneeuw dwarrelde reeds vroeg: op 12 novem ber, een voorbode van wat nog komen moest. Het koude weer, met 's-nachts Uchte tot matige vorst, duurde tot de 26ste, nadat twee dagen eerder de Friezen de schaatsprlmeur hadden. Na een paar dagen, waarin de dool tenslotte domineerde, zette december met vriezend weer ln. Een krachtig ge bied van hoge luchtdruk nestelde zich boven Midden-Europa. Dat gaf op de 4e en 5e aanleiding tot buitengewoon markante tegenstellingen. Ten eerste tien graden vorst 's-nachts en zeven graden dool overdag, maar er kwamen bovendien ongelooflijk dichte mlst- banken voor. Als dikke, bolle wolken dreven ze heel langzaam voort. De be grenzing ervan was zeer scherp, pre cies zoals bij wolkenbanken ln de ho gere nlveau's. Sint Nlcolaas had met zijn dik berUpte baar dan ook veel weg van een 'IJshelllge'. De temperatuurs verschillen waren niet alleen bijzonder groot tussen de nacht en de dag, maar ook verticaal (boven de honderd meter wees het kwik boven nul aan) en hori zontaal. Op en langs de Zeeuwse stro men, gevuld als ze ln de voorwin ter zijn met relatief warm water, vroor het nauwelijks, een paar honderd meter landinwaarts 'bakte' het een steen dik. Een voorbeeld: het KNMI station bij de veerhaven te VUsslngen regi streerde op 1.50 meter hoogte slechts een enkele graad vorst, niettemin werd op 7 december op de Spulkom, beschut door de hoge boulevard en de daarop aanwezige bebouwing, volop geschaatst. Een duidelijker bewijs om de weerberichten met de nodige voor zichtigheid te hanteren, is er nauwe lijks. Die van 'de Bilt' zijn geïnspireerd op Vllsslngen en Zierlkzee. Vlak boven de aarde zijn de verschillen met name bJJ stil weer dikwijls erg groot. Ook bo ven de een meter vijftig, de hoogte waar het KNMI over spreekt. Ik heb ln Middelburg dikwijls geconstateerd dat zelfs boven deze hoogte de ijs bloemen op de ruiten kwamen terwijl de meteo-stations nog dooi opgaven. In de nawinter, het voorjaar en de zo mer ls het vrijwel altijd andersom, dan is het vlak langs de kust veel koeler dan landinwaarts. Zaterdag 8 december 1962 was een droeve dag. Prinses Wilhelmina werd bijgezet in de Nieuwe Kerk te Delft Het weer op deze dag was al even triest Kil en vochtig, 's-avonds gutste hethemelwatermetbakkenuitde inkt zwarte lucht Een diepe stormde- pressie veranderde het weerbeeld ra dicaal, maar het bleek slechts tijdelijk te zijn. winteroffensief De 11e december 1962 zal ln de ge schiedenis van dé meteorologie-altijd een historische datum blijven, want op die dag bereikte een koude luchtstro ming uit de poolstreken Noord- Scandinaviê. Deze vorstaanval bete kende achteraf beden, het definitieve startsein voor de lange, koude winter 1962-1963. Aanvankelijk deed de oceaan met z'n enorme warmtevoor- raad nog een paar tegenzetten. Zo ook op de 16e toen een nieuwe actieve sto ring vergezeld van heftige buien via dc Noordzee naar het oosten trok. 'De pi ratenzender Radio Uylenspiegel' zo stond in de PZC, strandde bij Cad- zand. De schipbreukelingen konden in Breskens weer wat op verhaal ko men". Er deed zich duinafslag voor bij de Schouwse westhoek en langs de West-Zeeuws-Vlaamse kust. Intussen drong de winterse kou steeds dieper Europa binnen. De vorstgrens was dank zij een piepkleine kem van slechts 1010 millibar boven Zweden, al opgerukt tot de lijn Moskou. War schau, Hamburg. De vorst zette zijn opmars dan ook onverdroten voort en overschreed op de 19e de Nederlandse grens. Een dag later bereikte de voor bode van de koudegolf Zeeland. In middels was een andere luchtdrukcel van 1030 m.b. boven de Britse eilanden gearriveerd. Deze was in tegenstelling tot de Scandinavische gevuld met zachte^ van oorsprong subtropische, lucht. De vorstgrens werd door deze sterke tegendruk dan ook - zij het tij delijk - teruggedreven tot over de grote rivieren, maar door voortdu rende luchtdrukstijgingen boven Zweden, hield de kou koppig stand. Twee natuurmachten vochten een boeiend duel precies boven Nederland uit Als twee gigantische, ten opzichte van elkaar tegengesteld draaiende molenstenen, gingen ze elkaar te Ujf. In Noord-Nederland vroor, en in het zuiden dooide het. Maar, en dat is ty pisch voor een echte winter, de lucht drukstijgingen boven Noord-Europa gingen in een hoog tempo door, zodat op 22 december Koning Winter op nieuw in de aanval ging en Zeeland letterlijk binnen stormde. In no-time kromp het kwik veertien graden ineen namelijk van plus zeven naar min ze ven. Terwtyl de thermometer daalde, steeg de barometer van 1015 m.b. naar de hoge waarde van 1042 m.b. Zondag-- ochtend 23 december was alles dik: onder het ijs. Het vroor bijna tien gra den. Het was dan ook voor duizenden schaatsliefhebbers een diepe teleur stelling dat op Walcheren de stevige ijsvloer in sloten, watergangen en ves ten in de loop van die zondag totaal in de vernieling werd getrokken door het krachtige gemaal 'Boreel' te Middel burg van het Waterschap Walcheren. Er ontstonden grote wakken, ijsschot- sen kwamen over en dwars op elkaar te liggen en vroren terstond vast, want het vroor ook midden op de dag dat het kraakte. De bemaling werd zoals vrijwel altijd het geval is, 's-avonds ge staakt. Niettemin kon de politie van de ca 3.000 meter vesten, drie dagen later slechts een paar honderd meter goedkeuren wegens slecht ijs. witte kerst Inmiddels was de luchtdruk in Noord-Nederland gestegen tot de re cordhoogte van 1052 millibar. De felle vorst hield onverminderd aan. Zo ook op 24 december toen de thermometer constant ver onder nul bleef. Voor de melkslijters, de banket en broodbe zorgers was het zonder meer een nachtmerrie, om de klanten te bedie nen. De wind huilde over het ver steende polderland, gierde door stra ten en stegen, de bomen kreunden De kerstklokken klonken hard en vreemd in de ijskoude lucht waar miljoenen sterren fel fonkelden. Het leek, nee het w£s een kerstavond als uit een verhaal van Charles Dickens... Op eerste kerstdag nam de wind sterk in kracht af als gevolg van het plotse ling uiteensplijten van het hogedruk- gebied. Eén kern bewoog zich naar Ier land een andere drukcel bleef achter boven OostEuropa. Daar tussen ont wikkelde zich boven Schotland een kleine storing die zuidoostwaarts de Noordzee optrok. En het was dit, op de weerkaart zo onschuldig uitziende de- pressletje, die een grote rol ging spelen enons enkele dagen achtereen sneeuwval bezorgde. Want nadat in de nacht van 25 op 26 december nog ne gen graden vorst was voorgekomen, liep de wind om naar het westen. In de loop van tweede kerstdag kromp de overigens zwakke wind nog meer en werd uit het koude-depot van België lucht aangevoerd zodat het vriezen bleef. Vanuit het noorden kwam een sneeuwfront aangezeild. Twee lucht stromingen werkten tegen elkaar in: een ideale toestand voor de vorming van neerslag. Rond het middaguur was de sneeuwzone tot Hoek van Hol land gevorderd. In de middag begon het ln onze contreien te sneeuwen. Eerst een paar vlokjes spoedig dichter en dichter en om half vier zag ons ge west eruit alsop de meest romantische kerstkaart. De sfeer werd tot de volle honderd procent opgevoerd. De droom van vele mensen werd werke lijkheid: een witte kerst... En daar op tal van plaatsen de Ijsbanen waren opengegaan was het een dubbel feest. Ongelooflijk mooi en erg gezellig. Of je nu binnen zat of bulten liep, sleede of schaatste, de bruine sneeuwlucht, het eentonig geloei van de misthoorns in de verte, de zacht neerdwarrelende sneeuwvlokken, de feestelijke verlich ting van kaarsen voor de ramen en in de huiskamers, omdat alles te horen en te zien was een droom. De sneeuw viel drie dagen vrijwel on afgebroken. De wind bleef net aflandig genoeg om de aanvoer van vrieslucht te garanderen. Zeeland kreeg zo'n ty pische koude golf uit het zuiden en werd, zoals dat met een zuidelijke wind meer voorkomt in de winter, één van de koudste streken van ons land. Dit komt doordat de kustlijn van Frankrijk tot aan Brest naar het zuid westen loopt. Afgekoelde luchtmas- sa's boven uitgestrekte gebieden van Noord- en West-Frankrijk en uiteraard uit België, stromen dan via Zeeuwsch-Vlaanderen verder over Zeeland uit. (In de zomer krijgen we uit die hoek nogal eens een warmtegolf). Het kwik bleef bij min zes graden ste ken. Het was tijdens deze kerstvakan tie dan ook ideaal winterweer zoals men over het algemeen alleen in een wintersportoord aantreft: matige vorst! en voortdurend lichte neerslag in de vorm van korrel- en motsneeuw. Het is aan de baanvegers te danken dat er zó langen zó intens genoten kon worden, ze veegden de banen onop houdelijk. vogels op wintervlucht De reactie van de vogels op de streng heid van de wintervorst was zonder meer indrukwekkend. Waren in het najaar al zeer veel zangvogels en tij dens de mlstperiode rond sinterklaas veel kieviten en goudplevieren ge vlucht, nu kwam het waterwild mas saal op de wieken. Eenden, steltlopers en ganzen trokken over. In lange 'ket tingen', dicht opeengepakte troepen of in grote V-formaties vlogen ze pijlsnel, dikwijls luid roepend ln westelijke richting betere oorden tegemoet. Ook de doortocht van koperwieken en veld leeuweriken was groots. Geregeld streken er vogels neer, het bleken vreemde gasten te zijn uit verre lan den. Er werd overal hulp aan de dieren in nood verleend. grimmig afscheid De laatste twee dagen van het toch al koude jaar 1962 haalde de weergoden de touwtjes wel erg strak aan: depres sies uit het zuiden komend, drongen via de Golf van Biskaije naar de Britse eilanden en zorgden op 30 december voor een hevige sneeuwstorm en op oudejaarsdag voor zware driftsneeuw. Huizenhoge 'sneeuwhozen' tolden in razende vaart over de wegen, door de straten en rond gebouwen. Het stoof van alle daken zó hevig dat het leek alsof er wolken damp van opstegen. Hetmistte van de jachtsneeuw. Op het platteland stoof het onvoorstelbaar. "Het land rookt' zeiden de landbou wers. Het zicht werd dikwijls tot slechts een paar meter teruggebracht. De verschrikkelijke sneeuwjacht van de 31 december (er viel evenwel in tegenstelling met de dag ervoor geen vlokje) werd voortgestuwd door een stormachtige noordooster, waarbij het kwik midden op de dag naar min vier zakte. Het verkeer te land, te water en in de lucht werd volkomen ontwricht. Schouwen-Duiveland, toen nog een ei land, was nu en dan geheel van de bui tenwereld afgesneden. In geheel Ne derland raakten dorpen geïsoleerd. De stuifsneeuw werd op hopen van 2't me ter hoogte geblazen. Zeeland zag er op oudejaarsavond 1962 Siberisch uit. Het was bar en boos bulten. Met een grimmige grijns nam het jaar afscheid. Met een kleine variant op een bekend gezegde van Wim Kan besloot ik kort voor klokslag twaalf mijn natuurdag- boek: „het was met het (oude) jaartje wel!"

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1975 | | pagina 22