'vijftig'
Jennifer Muller,
stranger' op het
Holland Festival
Festivaldansen
DICK BRUNA'S
FIGUURTJES
21
ROMAN VAN MARCELLUS EMANTS (1848-1923)
J.ISOAG 7 JUNI 1975
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
werken; was dat genoeg? „Het wa
ren niet eens twee maanden, want
in die tijd gaf de groep ook voor
stellingen, en werkte ze tegelijker
tijd nog aan twee andere produk-
ties".
„Het grote probleem was dat
noch Danstheater, noch ikzelf, ook
al heb ik wel meegewerkt aan grote
Broadway-shows, er een idee van
had hoeveel er bij zo'n avondvullen
de produktie te pas komt en hoe
lang dat wel duurt. Daar heeft ieder
een het erg moeilijk mee gehad:
Burt Alcantara, die de muziek
schreef in de tijd dat ik het ballet
maakte, ikzelf die de choreografie
deed, Bill Ka£z die voor de aankle
ding zorgde, de dansers, iedereen".
„Je komt onder een geweldige
druk te staan, je hebt geen tijd
meer om alles zorgvuldig te overwe
gen: ik moest altijd het eerste het
beste nemen wat er in me opkwam.
Dat is op zichzelf ook wel een
interessant proces, want dan zie je
eens wat er zoal spontaan bij je
opkomt. Maar het was wel chao
tisch om te proberen het in zo'n
korte tijd te maken, en ik ben echt
verbaasd dat het gelukt is".
Strangers blijft na de vijf voor
stellingen in het Holland Festival
zeker op het repertoire van Het
Nederlands Danstheater staan.
CONRAD VAN DE WEETERING
Het Holland Festival heeft dit jaar verschillende veelbelovende
dansprodukties in zijn programma opgenomen. Om te 'beginnen is
daar Het Nederlands Danstheater met een avondvullend ballet,
Strangers, van Jennifer Muller, waarin de leidraad gevormd wordt
door het opstaan van een echtpaar en hun fantasieën daarbij.
Het Nationale Ballet komt. met een drieluik op de Symfonie in C
van Stravinsky, te maken door Rudi van Dan trig, Toer van Schayk en
Hans van Manen, waarbij niet ieder-van hen een heel deel voor zijn
rekening neemt, maar het heie werk is onderverdeeld in veel korte
fragmenten, die onder de choreografen worden verdeeld. Verder
brengt Het Nationale Ballet dkn ook eindelijk de première van de
Madrigalen van Gesualdo, gemaakt voor Toer van Schayk.
Het Scapino Ballet doet deze keer ook aan het Holland Festival
mee, maar brengt alleen maar oud repertoire, behalve dan de nieuwe
Peer Gynt Suite van Eric Hampton.
Koert Stuyf zou meedoen, maar zit in sterke financiële nood
doordat zijn subsidie geweigerd werd, en moest zich terugtrekken. Op
zijn avond, 22 juni, zal zijn plaats in de Stadsschouwburg in
Amsterdam worden ingenomen door de groep van Lar Lubovitch,
Lar Lubovitch heeft een kleine Amerikaanse, moderne dansgroep en
zal twee verschillende programma's laten zien. Hij is hier bekend
doordat hij enkele jaren geleden een ballet. Clear Lake, voor Het
Nationale Ballet maakte.
Verder komen:-Ballet Independiente de Mexico, een jonge moderne
.dansgroep uit Mexico: Kama Dev. met Indiase dansen; Wajang Wong,
een groep uit de Balinese bergen die voor het eerst een Europese
tournee maakt en nog erg dicht staat bij de oorspronkelijke religieuze
bedoeling van zijn dansen.
Vermeldenswaard op dansgebied is verder nog de Opera Orfeo ed
Euridice van Gluck, waarbij Eurythmie uitgevoerd zal worden, wat
me nauwelijks een gunstige combinatie lijkt, maar wie weet, blijkt
het wel een geniale vondst. En de op Offenbach geïnspireerde Orpheus
in Carré, waarbij 48 leden van Het Nationale Ballet op zullen treden,
in de choreografie van een mij totaal onbekende Erich Walter.
met één impressie die ze mee naar
huis kunnen nemen en die ze dan
rustig kunnen verwerken".
„Het is wel zo dat, als je altijd
„short stories" hebt geschreven en
je gaat nu voor het eerst een „ro
man" opzetten, dat dan de vraag
opduikt: wat is de structuur? Er
moet een totaal andere structuur
komen; het zijn niet alleen maar
heel wat meer pasjes, maar je moet
een veel bredere opzet vinden, die
het mogelijk maakt een groot aantal
dansfragmenten tot een eenheid te
smeden".
Hoe werd die opzet? .Dat zijn
twee uur uit een ochtend van twee
mensen, die dan 's avonds vertoond
worden. Het zijn geen toneelspelers,
het zijn gewone mensen die 's mor
gens wakker worden, opstaan, enz.
Zij vormen de grote lijn in het stuk,
de rest bestaat uit hun fantasieën;
fantasieën die te maken hebben met
het opmaken van bedden, het nemen
van een douche, enz.".
Is wat de dansers doen een com
mentaar op him handelen? „Ieder
van ons heeft zijn eigen .werkelijk
heid, de manier waarop we denken
over de wereld. Iedereen leeft met,
wat hij geleerd heeft, met wat hij
gezien heeft en met wa,t hij in
zichzelf ontwikkeld heeft".
.Dn soms. zoals ik gemerkt heb in
mijn eigen leven, remt dat me. Mijn
verleden remt me in het tegemoet-
treden van mensen, zoals ik dat zou
willen, in het tonen van mijn gevoe
lens zoals ze in me opkomen, en ik
denk dat dat het is wat Je remt in
je -relaties. Ik kan vanuit mijn we
reld niet doordringen in de wereld
van anderen- Het worden gescheiden
gebieden".
,De fantasieën van de dansers zijn
verbonden met deze twee mensen.
Zij vertegenwoordigen dat wat er in
him hoofden voorbij flitst. Er zijn
twee verschillende werelden; de ene
is die van de chimpansee, de ande
re is een zeer romantische wereld.
Dat zijn twee uitersten, al is het
uiteraard in de werkelijkheid- heel
wat gecompliceerder. Op een bepaal
de manier remt al dat gefantaseer
hun communicatie met elkaar".
Hoe loopt het eigenlijk af? „Nou,
het eind is zo... Ach. het lijkt me
eigenlijk beter als de mensen komen
kijken, dan zien ze vanzelf hoe het
afloopt!".
Je had twee maanden om eraan te
Iedereen kent ze. de kinderboekjes
ran Dick Bruna <do Nljn'.je-sene. De
appel. De vis. De school. De ma
troos. Circus. Dierenboek en nog
veel meer». Wie al zijn werk nog
eens b!J elkaar wil r.en, kan tot 21
juni terecht in galerie Inart in Am
sterdam. tegenover het Van Gogh-
museum. Daar wordt een overzochis-
:entoonstelling gehouden van alle
boekjes van Bruna. ook de vertaalde
<oa. In het Duits. Engels Frans.
Hebreeuws, Japans. Portugeev
Spaans. Zuldafrikaans en
Zweeds».
Miljoenen exemplaren van deze
boekjes hebben hun weg gevonden
naar kinderen. Ook worden tekenin
gen van Dlck Bruna gebruikt voor
affiches, briefkaarten en andere pro-
dukten (op kinderkleding».
De kinderpsycholoog prof. Dolf
Kohnstamm. zelf verliefd op het
werk van Bruna. was b'.J de opening
van de tentoonstelling: „Ik weet dat
het gek klinkt, maar ik zie verlan
gend uit naar nieuwe boekjes van
Bruna- Ik ben een beetje verslaafd
geraakt aan zijn heldere kleuren,
zijn grote zeggingskracht me* mini
male middelen, aan de zuiverheid en
volkomenheid van zijn werk. Kohn
stamm heeft een boekje geschreven
over. wat hij noemt, het Dick Bru
na-verschijnsel- „Het bijzondere van
het gewone'. „De Bruna-boekjes ho
ren zo vanzelfsprekend bij het we
reldje van het jonge kind. Wat van
zelfsprekend is valt niet meer op.
verwondert en omroert niet meer
Daarom mijn boekje, r.m het werk
van Bruna met nieuwe ogen te gaaf»
zien.
oogcontact
gaat Rood <«i grot
toe. Het rijn warm
er geel in zit Blau
drie op vier
boekjes voor kmc
jaar genoemd. Van oe V) Doenjw
die het moes*, genoemd werden, ble
ken er 16 van Bruna te zijn. Aan de
hand van platen uit 40 mee t ge
noemde boekjes werden aan kinde
ren vrager, gesteld- De Bruna-ülus-
traties bleken zij het beat In zich op
te nemen; zij bleken eenvoudiger
dan de andere plaatjes. Ook tin tek
sten bleken bet meest begrijpelijk te
zijn.
In 1974 hield Kohnstamm een
enquête onder de leden van de Bor-d
Plat
e!:ng
Wie met Dolf Kohnstamm de teke
ningen nog eens goed gaat bekijken,
komt tot ontdekkingen. Zo kijken
Bruna's personen de kijkers altijd
aan. Kofcmstamm noemt dit het al
lerbelangrijkste kenmerk van Bru
na's werk. .Zó consequent als dat in
deze boekjes gebeurt, heb ik het
nooit eerder gezien. Waar de perso
nen ook mee bezig zijn. of ze nu
met een ander staan te praten of
naar iets aan het kijken zijn dat
naast hen is afgebeeld, nóóit zijn zij
met hun gezicht op dat andere ge
richt. maar altijd op de kijker".
Kohnstamm vergelijkt dit in zijn
boek met de omslagen van tijd
schriften waarop een fotomodel je
aankijkt. „Op de tijdschriftenmarkt
weet men dat een omslag waarop
een gezicht, groot afgebeeld, de
voorbijlopende klant rechtstreeks
aankijkt, beter verkocht wordt",
ook bij de televisie weet. men dat
aankijken de aandacht van de kij
kers vasthoudt. Vandaar volgens
Kohnstamm, dat nieuwslezers appa
ratuur gekregen hebben waardoor ze
niet meer van een papier hoeven te
lezen. Oogcontact is belangrijk.
Bruna voorziet zijn tekeningen
van zwarte contouren, die nooit met
een viltstift, maar steeds met een
penseeltje worden getrokken. Wie
goed kijkt, ziet dat de lijnen nooit
strak zijn, maar een beetje rafelig,
Strakke lijnen vindt hij levenloos.
„Het heeft te maken met de totaal
verschillende gevoelens en gedachten
die kunnen worden opgeroepen door
drukwerk en door met de hand
geschreven brieven".
Behalve de vormen van hoofden
en lichamen, en het verrassende uit
drukkingsvermogen daarvan, zijn na
tuurlijk de kleuren bij Bruna van
groot belang. Aanvankelijk gebruikte
hij alleen zwart, wit, rood. groen,
blauw en geel. Alleen in „Kerstmis
komen, vanwege de sfeer, zachte
kleuren voor, en voor zijn Dieren
boeken kon hij er niet onderuit om
ook bruin en grijs te gebruiken. Hij
blijft liefhebber van felle basiskleu-
ren. Dick Bruna: „Blauw is een
kleur die wijkt. Het is een koele
kleur en een kleur die van je af
Gelderland. Van de 125 beantwoord
sters met een of meer kinderen
onder de zes Jaar bleken er 31 géën
boekjes van Dick Bruna in hul» te
hebben; drie op de vier gezinnen
had een of meer Bruna-boekjes to
huis.
Dick Bruna (geboren :n 1927.
woont in Utrecht) neem* de tijd
voor de kinderboeken ..Voor zo'n
boekje maak ik de eerste opze' dan
ga ik van bijna alle tekeningen d»
andere mogelijkheden r.? om te zien
of er nle*. een betere b.j :s Voor
een boekje -van twaalf tekeningen
maak ik er wel honderd Ook zit Cr.
eindeloos teksten te schrijven. Als ik;
iets opschrijf, hoor ik een kind luis
teren. Hier op m'n atelier lees ik
alles hardop en denk dan dat er een
kind zit te luisteren".
De tentoonstelling Galerie Inart ls
dagelijks van 9 tot 17 uur geopend,
zaterdag van 9 tot 13 uur en zondag
gesloten. Kinderen zijn van harte
welkom. Het boek over Dlck Bruna.
van Dolf Kohnstamm. „Het bijzon
dere van het gewone", ts uitgegsren
bij Merels BV.
HANNEKE ACKER
rondrollende produktie Stran-
-i tm Jennifer Mullef bij Het
uisünds Danstheater, dat maan-
aptrod in Amsterdam in première
jt, biedt zoveel interessante aspec-
tdjl ik het niet nalaten kon met
Bifff Muller te gaan praten. Dat
jbsnie na een generale repetitie
i dt stadsschouwburg in Amster-
Ifc
U ten veer gespannen zit ze m
ia repetitie, klaar om ieder ogen-
op het toneel te springen en in
i pijpen. Het kost haar zichtbaar
jö dat met veel vaker te doen,
s weet dat er ook opgescho-
x scei worden.
dat is dan het vrouwtje dat
g: Jk ben zo Victoriaans opge-
ni to ik rrte helemaal niet meer
met natuurlijke gebaren kon uiten;
daarom ben ik balletten gaan ma
ken. Misschien kom ik nog wel eens
zover dat dat niet meer nodig is, en
ik me zomaar vrijmoedig kan bewe
gen".
De eerste woorden die ze na de
repetitie tegen me zegt: „Het is als
het maken van een Broadway-show
in zes weken; het is onmoge
lijk".
Waarom maak je dan een avond
vullende produktie? .De dans is een
van de weinige theatervormen die
nog steeds in kleine stukjes aan het
publiek wordt gepresenteerd. Als je
naar de schouwburg gaat. moet je
drie of vier verschillende dingen op
één avond slikken, en ik wil liever
dat mensen geconfronteerd worden
[)e opmerkelijke hausse in fin-de-siècle
romans (herdrukken allerwegen van
raak destijds nooit herdrukte boeken)
raaakt dat we ons, meestal verbaasd en
ffat geamuseerd, verdiepen moeten in han
del en wandel van onze grootouders en over
grootouders, de papieren dan, de romange
stalten.
"Vijftig*, van Marcellus Emants, in 1899 ver
schenen en nooit herdrukt, thans weer door
Van Oorschot op de markt gebracht, is zo'n
heek. In de eerste plaats vraagt de lezer van
au zich af: waarom werd het niet herdrukt
hi zijn tijd het sprak blijkbaar publiek
noch kritiek aan. Als het ons nu wel aan
spreekt (en dat doet het op enkele wat erg
raaie bladzijden na) komt dat dan enkel
door het charmante patina van de tijd?
Want in de tweede plaats, wat we nü inte
ressant vinden, de merkwaardige sociale
rarhoudingen, de beschaafde kromme rede-
"eruigen, die waren toen natuurlijk gemeen
goed, en totaal niet belangwekkend. Zo
dacht en deed men. En ja, als dat afvalt,
hüjft er niet veel over dan een middelmatig
hoek over een liefde, waarin letterlijk niets
gebeurt, behalve dat er erg veel in getheore
tiseerd wordt.
net Bat en krachtig, geeft wel aan waarom
W - e hoofdfiguur. Henri Ravens, is 49 jaar
Tij.|-™(*lert tegen het einde van boek en jaar zijn
ra, V' Hij is een van die stereotiepe boekenfigu-
v„.2* öe laat negentiende-eeuwse letteren. Een
rt-l.rai stand' (vraag niet welke) die totaal niets
R en die. naar uit een opmerking van zijn
halfbroer op te maken valt, ook nooit iets heeft
uitgevoerd. Maar aan zijn 'stand' en opvoeding
ontleent hij een gewicht en een prestige waaraan
blijkbaar niet te tomen valt. Werken doet hij niet,
en waar z'n geld vandaan komt wordt niet eens
vermeld, het is er gewoon. Z'n halfbroer is tenmin
ste nog arts,- wel min of meer uit liefdadigheid,
maar.toch.
Ravens heeft, zoals bij zo'n man van stand past,
een grote hekel aan Holland en het kleinburgerlijke
leven daar. Hij woont dan ook in het buitenland.
Zijn vrouw is een paar jaar geleden aan een
ongeneeslijke ziekte gestorven, en nu heeft hij, met
vakantie in Wiesbaden, een nog jonge (30) Holland
se weduwe ontmoet op wie hij verliefd geworden
is. Zij heet Irma den Exter. heeft een dochtertje
van een jaar of zes. is redelijk aantrekkelijk (heel
mooie ogen vooral), wat kunstzinnig en... van
dezelfde 'stand'.
En dat laatste is het. wat de grote complicaties
met zich meebrengt waarom eigenlijk dit hele
boek draait. Gesuggereerd wordt namelijk dat de
sensuele en frivole aanleg die Irma nu eenmaal
heeft, eenvoudig niet bij haar stand past; Het zou
niet mogen dat een dame uit haar sociale klasse en
met haar opvoeding, wat loszinnig van aard is en
dat is toch wel om te gillen, want het is echt
serieus bedoeld. Dat maakt het boek hier en daar
zo leuk. Hoe Emants er zelf over dacht kun je wel
tussen de regels lezen en uit de woorden van Irma
opmaken, maar niettemin: toch heeft hij ook wel in
Henri Ravens geloofd, hem echt gemaakt.
En Ravens is een paskwil, een overjarige puber, een
zot, hij poseert zo graag voor 'un homme qui sait'
maar hij weet haast niks. Hij is dus al bijna vijftig,
er. dat was. in 1900, "oud. Nu, 75 jaar later ben je
als je vijftig bent 'niet meer zo jong' maar toch
zeker niet oud. en je voelt je in elk geval nog jong,
ook al vertelt de spiegel je wel eens iets lelijks. Nu
voelde Ravens zich eigenlijk ook nog jong, zoals uit
zijn overpeinzingen blijkt, maar dat mocht niet, dat
kon niet, hij had zijn tijd gehad, ook al zag hij er
nog jeugdig en goed uit. Wanneer hij zijn leeftijdge
noten zwaarwichtig en zwaarlijvig en ouwelijk rede
neren zag op de sociëteit, voelde hij rich nog een
knaap van twintig. (Typisch is dat Emants toen hij
deze roman schreef, zelf waarschijnlijk net vijftig
was).
Ravens had, zonder nu echt een Lebemann te rijn
geweest, altijd veel van vrouwen gehouden, nogal
eens een vriendin gehad, maar na de dood van zijn
vrouw (het huwelijk was kinderloos gebleven) was
Irma rijn eerste liefde. En zijn laatste, dacht hij zo,
want nu sprak de tijdgeest mee: mocht een man
van vijftig nog op de wederliefde van een vrouw
rekenen? Was voor hem niet alles voorgoed voor
bij? Moest hij zijn elan, zijn jongensachtig vuur,
niet in de kiem smoren om zich bezadigd voor te
bereiden op zijn trieste oude dag?
Het boek begint in de trein, als hij Irma vanuit
Wiesbaden naar Den Haag vergezelt, een heel
offer (rij spreekt het woord ook uit), het buiten
land voor haar te verlaten en terug naar dat
vreselijke Holland, het erge Den Haag. Zij zou er
ook niet wonen als ze niet aan het vruchtgebruik
van haar mans erfenis gebonden was. daar komt ze
tenminste eerlijk voor uit. Ze kennen elkaar nog
geen week, hij zegt nog steeds u en jij door elkaar
tegen haar en verder dan een zoen af en toe zijn ze
nog niet. Toch is er telkens iets in Irma dat hem.
nu al. sterk hindert ze lokt en stoot af
tegelijkertijd.
Tijdens een after-dinner gesprek met zijn halfbroer,
die ook in Den Haag woont, komt Henri het een en
ander omtrent Irma den Exter te weten. Het rijn
goeddeels geruchten, maar ze zijn niet zo fraai. Ze
zou, tijdens en na haar ongelukkige, door haar
ouders gearrangeerde huwelijk, diverse minnaars
hebben gehad, en niet willen hertrouwen. Wel hield
ze zo keurig mogelijk "net decor van haar stand op,
ze was voorzichtig.
Het gesprek tussen de broers is schitterend weerge
geven. Hoewel Henri aanvankelijk erg boos is op
z'n halfbroer, voelt hij dat hij gelijk heeft en dat
veel van wat hem in Irma ergerde, terug te voeren
is op deze situaties. Hij laat z'n afspraak met haar
verlopen om te omberen met zijn schoonzuster.
Pas de volgende dag maakt hij zijn opwachting bij
Irma, die een hele avond vergeefs gewacht -heeft.
Dan volgt een wonderlijke, toch wel interessante
uiteenrafeling van de toestand.
Hij wordt binnengelaten in een achterkamer en
moet vrij lang wachten. De kamer wordt uitvoerig
beschreven, hij is half artistiek, half kitscherig en
flink slordig. Op de vleugel ligt een fraai gebonden
exemplaar van het novellenbundeltje dat Irma ooit
schreef. Wanneer zij eindelijk verschijnt is zij.
begrijpelijk, niet erg toeschietelijk. Weldra is het
hoge woord er uit: ze begrijpt dat er over haar
geroddeld is, en het kan haar niets schelen, ze is
niet van plan rich te verdedigen. Haar woorden zijn
duidelijk, zij is in zekere zin een vrouw uit één
stuk, maar hij wil haar niet begrijpen. Hij, de
vijftiger, gedraagt rich dan erger dan een puber, hij
gaat haar op een voetstuk stellen. Ontzettend, zoals
hij zit te dazen over de verhevenheden van de
liefde. Irma is zo nuchter als wat:
„Waf verlang je nog meer? Wou je weten, of je
mijn eerste liefde bent? Nu... neen: dat ben je niet
en dat heb ik je ook nooit laten geloven" 'p. 62, en
..Jij. die zóveel eist. wat geef je?... Hè? Jij. die
spreekt van het opgaan in een ander leven, waarom
heb je me niet ten huwelijk gevraagd? Hè?Jelui.
mannen, maakt onderscheid tussen vrouwen, die je
lief kunt hebben zonder ze te trouwen en vrouwen,
die je trouwt, misschien zonder ze lief te hebben. Is
't niet zo? Welnu.heb je er wel eens over
nagedacht, dat wij. vrouwen, ook onderscheidingen
maken? Weet je niet. dat een vrouw zich wel eens
behelpt met veel kleine idealen, wanneer ze haar
éne grote niet tegenkomt?" (p. 73 iit
Het zijn niet mis te verstane woorden. Maar deze
nuchtere, sensuele Irma-uit-een-stuk laat rich toch.
en het blijft een raadsel waarom, overnalen tot het
spelletje, ze laat zich op dat verheven voetstuk
zetten en aanbidden. Ze hield het soms haast niet
vol:
..Het ontging hem volkomen, dat Irma niets anders
deed dan in de liefdescomeaie. onbewust door hem
geknutseld, de rol spelen, die hij zelf haar opge
drongen had. Ze vond die rol wel aardig, omdat ie
zo ongewoon voor haar was: maar zij bleef'm toch
voelen als een rol en hun gehele verhouding als een
comedïe. Werd de begeerte haar dus te machtig, of
sleepten zijn woorden haar ie veel mee. of verveel
de haar het spel. dan viel zij er uit en zegevieras.
haar natuur, die genot en genot alleen begeerde"
(P. 102j
Een keer valt ze verschrikkelijk uit haar rol,
tijdens een groot feest bij wederzijdse vrienden.
Werkelijk door toevai is rij er rijn tafeldame:
..Irma cf haast niets en dronk weinig van de
tafelwijn: daarentegen, sloeg zij geen van de fijnere
wijnen over en ledigde zij haar glas champagne
zodra 't was gevuld. Allengs kregen haar bleke
wangen en haar oren een mat rode tint. begonnen
haar ogen scheller te lichten, haar wenkbrauwen
trillend te rijzen en tcerd haar spreektoon hoger en
luider. Van haar bijna voorname onaandoenlijkheid
met de kalm ingetogen oogopslag, de sierlijk lenige
bewegingen en de bedwongen, onhoorbare lach was
ai gauw geen spoor meer over. De wendingen van
hoofd en arm werden schichtig en ongrclieus. de
rondzwervende blikken driester, haast uitdagend er.
overmoedige schetterlachjes schaterden haar keel
uil. tussen haar slap vaneenwijkende lippen door"
(p. 112/3).
Het wordt steeds erger, hij geneert rich verschrik -
kelijk en weigert botweg met haar te dansen. („Een
ogenblik later vroeg rij hem om een dans. .Jk dans
niet; dat weet u". „Met mij ook niet?" ..Met u
vooral niet!")
Zij daagt hem steeds meer uit met haar danspart
ners en als hij ziet hoe ze geleidelijk volkomen
dronken wordtverlaat hij stilletjes het 'nuts.
De dag na het feest wordt hem door de dienstbode
gezegd dat mevrouw niet thuis is. hoewel hij juist
één van haar danspartners naar binnen heeft rien
gaan. Later op de dag gaat hij terug naar haar huis. re
wordt er zeer hartelijk en ontspannen ontvangen.
Irma heeft zelfs een redelijke verklaring, In een
3anva! van woede vermengd met liefdesdrift grijpt
hij haar dan beet. praat een hele tijd hartstochte
lijk op haar in. en voelt hoe ze zich overgeef:.
Maar hij walgt opeens van haar. er. voegt haar
verstikt een vreselijke vernedering toe: „Caricatuiir!"
Het boek had daar mogelijk beter kunnen eindigen.
Er volgt nog een saai hoofdstukje. Ker.ri gaat weer
op reis. maakt een gedichtje af. filosofeert slapjes,
nee. het voegt niet veel toe aan het geheel. Rest te
vermelden dat deze uitgave van 'Vijftig' niet een
echte herdruk is van het boek uit 1899: dat bevatte
naast deze korte roman nog twee andere verhalen.
'Ontwaakt' en En toch'. Pierre H. Dubois zorgde
voor de verantwoording.