'vijftig' Jennifer Muller, stranger' op het Holland Festival Festivaldansen DICK BRUNA'S FIGUURTJES 21 ROMAN VAN MARCELLUS EMANTS (1848-1923) J.ISOAG 7 JUNI 1975 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT werken; was dat genoeg? „Het wa ren niet eens twee maanden, want in die tijd gaf de groep ook voor stellingen, en werkte ze tegelijker tijd nog aan twee andere produk- ties". „Het grote probleem was dat noch Danstheater, noch ikzelf, ook al heb ik wel meegewerkt aan grote Broadway-shows, er een idee van had hoeveel er bij zo'n avondvullen de produktie te pas komt en hoe lang dat wel duurt. Daar heeft ieder een het erg moeilijk mee gehad: Burt Alcantara, die de muziek schreef in de tijd dat ik het ballet maakte, ikzelf die de choreografie deed, Bill Ka£z die voor de aankle ding zorgde, de dansers, iedereen". „Je komt onder een geweldige druk te staan, je hebt geen tijd meer om alles zorgvuldig te overwe gen: ik moest altijd het eerste het beste nemen wat er in me opkwam. Dat is op zichzelf ook wel een interessant proces, want dan zie je eens wat er zoal spontaan bij je opkomt. Maar het was wel chao tisch om te proberen het in zo'n korte tijd te maken, en ik ben echt verbaasd dat het gelukt is". Strangers blijft na de vijf voor stellingen in het Holland Festival zeker op het repertoire van Het Nederlands Danstheater staan. CONRAD VAN DE WEETERING Het Holland Festival heeft dit jaar verschillende veelbelovende dansprodukties in zijn programma opgenomen. Om te 'beginnen is daar Het Nederlands Danstheater met een avondvullend ballet, Strangers, van Jennifer Muller, waarin de leidraad gevormd wordt door het opstaan van een echtpaar en hun fantasieën daarbij. Het Nationale Ballet komt. met een drieluik op de Symfonie in C van Stravinsky, te maken door Rudi van Dan trig, Toer van Schayk en Hans van Manen, waarbij niet ieder-van hen een heel deel voor zijn rekening neemt, maar het heie werk is onderverdeeld in veel korte fragmenten, die onder de choreografen worden verdeeld. Verder brengt Het Nationale Ballet dkn ook eindelijk de première van de Madrigalen van Gesualdo, gemaakt voor Toer van Schayk. Het Scapino Ballet doet deze keer ook aan het Holland Festival mee, maar brengt alleen maar oud repertoire, behalve dan de nieuwe Peer Gynt Suite van Eric Hampton. Koert Stuyf zou meedoen, maar zit in sterke financiële nood doordat zijn subsidie geweigerd werd, en moest zich terugtrekken. Op zijn avond, 22 juni, zal zijn plaats in de Stadsschouwburg in Amsterdam worden ingenomen door de groep van Lar Lubovitch, Lar Lubovitch heeft een kleine Amerikaanse, moderne dansgroep en zal twee verschillende programma's laten zien. Hij is hier bekend doordat hij enkele jaren geleden een ballet. Clear Lake, voor Het Nationale Ballet maakte. Verder komen:-Ballet Independiente de Mexico, een jonge moderne .dansgroep uit Mexico: Kama Dev. met Indiase dansen; Wajang Wong, een groep uit de Balinese bergen die voor het eerst een Europese tournee maakt en nog erg dicht staat bij de oorspronkelijke religieuze bedoeling van zijn dansen. Vermeldenswaard op dansgebied is verder nog de Opera Orfeo ed Euridice van Gluck, waarbij Eurythmie uitgevoerd zal worden, wat me nauwelijks een gunstige combinatie lijkt, maar wie weet, blijkt het wel een geniale vondst. En de op Offenbach geïnspireerde Orpheus in Carré, waarbij 48 leden van Het Nationale Ballet op zullen treden, in de choreografie van een mij totaal onbekende Erich Walter. met één impressie die ze mee naar huis kunnen nemen en die ze dan rustig kunnen verwerken". „Het is wel zo dat, als je altijd „short stories" hebt geschreven en je gaat nu voor het eerst een „ro man" opzetten, dat dan de vraag opduikt: wat is de structuur? Er moet een totaal andere structuur komen; het zijn niet alleen maar heel wat meer pasjes, maar je moet een veel bredere opzet vinden, die het mogelijk maakt een groot aantal dansfragmenten tot een eenheid te smeden". Hoe werd die opzet? .Dat zijn twee uur uit een ochtend van twee mensen, die dan 's avonds vertoond worden. Het zijn geen toneelspelers, het zijn gewone mensen die 's mor gens wakker worden, opstaan, enz. Zij vormen de grote lijn in het stuk, de rest bestaat uit hun fantasieën; fantasieën die te maken hebben met het opmaken van bedden, het nemen van een douche, enz.". Is wat de dansers doen een com mentaar op him handelen? „Ieder van ons heeft zijn eigen .werkelijk heid, de manier waarop we denken over de wereld. Iedereen leeft met, wat hij geleerd heeft, met wat hij gezien heeft en met wa,t hij in zichzelf ontwikkeld heeft". .Dn soms. zoals ik gemerkt heb in mijn eigen leven, remt dat me. Mijn verleden remt me in het tegemoet- treden van mensen, zoals ik dat zou willen, in het tonen van mijn gevoe lens zoals ze in me opkomen, en ik denk dat dat het is wat Je remt in je -relaties. Ik kan vanuit mijn we reld niet doordringen in de wereld van anderen- Het worden gescheiden gebieden". ,De fantasieën van de dansers zijn verbonden met deze twee mensen. Zij vertegenwoordigen dat wat er in him hoofden voorbij flitst. Er zijn twee verschillende werelden; de ene is die van de chimpansee, de ande re is een zeer romantische wereld. Dat zijn twee uitersten, al is het uiteraard in de werkelijkheid- heel wat gecompliceerder. Op een bepaal de manier remt al dat gefantaseer hun communicatie met elkaar". Hoe loopt het eigenlijk af? „Nou, het eind is zo... Ach. het lijkt me eigenlijk beter als de mensen komen kijken, dan zien ze vanzelf hoe het afloopt!". Je had twee maanden om eraan te Iedereen kent ze. de kinderboekjes ran Dick Bruna <do Nljn'.je-sene. De appel. De vis. De school. De ma troos. Circus. Dierenboek en nog veel meer». Wie al zijn werk nog eens b!J elkaar wil r.en, kan tot 21 juni terecht in galerie Inart in Am sterdam. tegenover het Van Gogh- museum. Daar wordt een overzochis- :entoonstelling gehouden van alle boekjes van Bruna. ook de vertaalde <oa. In het Duits. Engels Frans. Hebreeuws, Japans. Portugeev Spaans. Zuldafrikaans en Zweeds». Miljoenen exemplaren van deze boekjes hebben hun weg gevonden naar kinderen. Ook worden tekenin gen van Dlck Bruna gebruikt voor affiches, briefkaarten en andere pro- dukten (op kinderkleding». De kinderpsycholoog prof. Dolf Kohnstamm. zelf verliefd op het werk van Bruna. was b'.J de opening van de tentoonstelling: „Ik weet dat het gek klinkt, maar ik zie verlan gend uit naar nieuwe boekjes van Bruna- Ik ben een beetje verslaafd geraakt aan zijn heldere kleuren, zijn grote zeggingskracht me* mini male middelen, aan de zuiverheid en volkomenheid van zijn werk. Kohn stamm heeft een boekje geschreven over. wat hij noemt, het Dick Bru na-verschijnsel- „Het bijzondere van het gewone'. „De Bruna-boekjes ho ren zo vanzelfsprekend bij het we reldje van het jonge kind. Wat van zelfsprekend is valt niet meer op. verwondert en omroert niet meer Daarom mijn boekje, r.m het werk van Bruna met nieuwe ogen te gaaf» zien. oogcontact gaat Rood <«i grot toe. Het rijn warm er geel in zit Blau drie op vier boekjes voor kmc jaar genoemd. Van oe V) Doenjw die het moes*, genoemd werden, ble ken er 16 van Bruna te zijn. Aan de hand van platen uit 40 mee t ge noemde boekjes werden aan kinde ren vrager, gesteld- De Bruna-ülus- traties bleken zij het beat In zich op te nemen; zij bleken eenvoudiger dan de andere plaatjes. Ook tin tek sten bleken bet meest begrijpelijk te zijn. In 1974 hield Kohnstamm een enquête onder de leden van de Bor-d Plat e!:ng Wie met Dolf Kohnstamm de teke ningen nog eens goed gaat bekijken, komt tot ontdekkingen. Zo kijken Bruna's personen de kijkers altijd aan. Kofcmstamm noemt dit het al lerbelangrijkste kenmerk van Bru na's werk. .Zó consequent als dat in deze boekjes gebeurt, heb ik het nooit eerder gezien. Waar de perso nen ook mee bezig zijn. of ze nu met een ander staan te praten of naar iets aan het kijken zijn dat naast hen is afgebeeld, nóóit zijn zij met hun gezicht op dat andere ge richt. maar altijd op de kijker". Kohnstamm vergelijkt dit in zijn boek met de omslagen van tijd schriften waarop een fotomodel je aankijkt. „Op de tijdschriftenmarkt weet men dat een omslag waarop een gezicht, groot afgebeeld, de voorbijlopende klant rechtstreeks aankijkt, beter verkocht wordt", ook bij de televisie weet. men dat aankijken de aandacht van de kij kers vasthoudt. Vandaar volgens Kohnstamm, dat nieuwslezers appa ratuur gekregen hebben waardoor ze niet meer van een papier hoeven te lezen. Oogcontact is belangrijk. Bruna voorziet zijn tekeningen van zwarte contouren, die nooit met een viltstift, maar steeds met een penseeltje worden getrokken. Wie goed kijkt, ziet dat de lijnen nooit strak zijn, maar een beetje rafelig, Strakke lijnen vindt hij levenloos. „Het heeft te maken met de totaal verschillende gevoelens en gedachten die kunnen worden opgeroepen door drukwerk en door met de hand geschreven brieven". Behalve de vormen van hoofden en lichamen, en het verrassende uit drukkingsvermogen daarvan, zijn na tuurlijk de kleuren bij Bruna van groot belang. Aanvankelijk gebruikte hij alleen zwart, wit, rood. groen, blauw en geel. Alleen in „Kerstmis komen, vanwege de sfeer, zachte kleuren voor, en voor zijn Dieren boeken kon hij er niet onderuit om ook bruin en grijs te gebruiken. Hij blijft liefhebber van felle basiskleu- ren. Dick Bruna: „Blauw is een kleur die wijkt. Het is een koele kleur en een kleur die van je af Gelderland. Van de 125 beantwoord sters met een of meer kinderen onder de zes Jaar bleken er 31 géën boekjes van Dick Bruna in hul» te hebben; drie op de vier gezinnen had een of meer Bruna-boekjes to huis. Dick Bruna (geboren :n 1927. woont in Utrecht) neem* de tijd voor de kinderboeken ..Voor zo'n boekje maak ik de eerste opze' dan ga ik van bijna alle tekeningen d» andere mogelijkheden r.? om te zien of er nle*. een betere b.j :s Voor een boekje -van twaalf tekeningen maak ik er wel honderd Ook zit Cr. eindeloos teksten te schrijven. Als ik; iets opschrijf, hoor ik een kind luis teren. Hier op m'n atelier lees ik alles hardop en denk dan dat er een kind zit te luisteren". De tentoonstelling Galerie Inart ls dagelijks van 9 tot 17 uur geopend, zaterdag van 9 tot 13 uur en zondag gesloten. Kinderen zijn van harte welkom. Het boek over Dlck Bruna. van Dolf Kohnstamm. „Het bijzon dere van het gewone", ts uitgegsren bij Merels BV. HANNEKE ACKER rondrollende produktie Stran- -i tm Jennifer Mullef bij Het uisünds Danstheater, dat maan- aptrod in Amsterdam in première jt, biedt zoveel interessante aspec- tdjl ik het niet nalaten kon met Bifff Muller te gaan praten. Dat jbsnie na een generale repetitie i dt stadsschouwburg in Amster- Ifc U ten veer gespannen zit ze m ia repetitie, klaar om ieder ogen- op het toneel te springen en in i pijpen. Het kost haar zichtbaar jö dat met veel vaker te doen, s weet dat er ook opgescho- x scei worden. dat is dan het vrouwtje dat g: Jk ben zo Victoriaans opge- ni to ik rrte helemaal niet meer met natuurlijke gebaren kon uiten; daarom ben ik balletten gaan ma ken. Misschien kom ik nog wel eens zover dat dat niet meer nodig is, en ik me zomaar vrijmoedig kan bewe gen". De eerste woorden die ze na de repetitie tegen me zegt: „Het is als het maken van een Broadway-show in zes weken; het is onmoge lijk". Waarom maak je dan een avond vullende produktie? .De dans is een van de weinige theatervormen die nog steeds in kleine stukjes aan het publiek wordt gepresenteerd. Als je naar de schouwburg gaat. moet je drie of vier verschillende dingen op één avond slikken, en ik wil liever dat mensen geconfronteerd worden [)e opmerkelijke hausse in fin-de-siècle romans (herdrukken allerwegen van raak destijds nooit herdrukte boeken) raaakt dat we ons, meestal verbaasd en ffat geamuseerd, verdiepen moeten in han del en wandel van onze grootouders en over grootouders, de papieren dan, de romange stalten. "Vijftig*, van Marcellus Emants, in 1899 ver schenen en nooit herdrukt, thans weer door Van Oorschot op de markt gebracht, is zo'n heek. In de eerste plaats vraagt de lezer van au zich af: waarom werd het niet herdrukt hi zijn tijd het sprak blijkbaar publiek noch kritiek aan. Als het ons nu wel aan spreekt (en dat doet het op enkele wat erg raaie bladzijden na) komt dat dan enkel door het charmante patina van de tijd? Want in de tweede plaats, wat we nü inte ressant vinden, de merkwaardige sociale rarhoudingen, de beschaafde kromme rede- "eruigen, die waren toen natuurlijk gemeen goed, en totaal niet belangwekkend. Zo dacht en deed men. En ja, als dat afvalt, hüjft er niet veel over dan een middelmatig hoek over een liefde, waarin letterlijk niets gebeurt, behalve dat er erg veel in getheore tiseerd wordt. net Bat en krachtig, geeft wel aan waarom W - e hoofdfiguur. Henri Ravens, is 49 jaar Tij.|-™(*lert tegen het einde van boek en jaar zijn ra, V' Hij is een van die stereotiepe boekenfigu- v„.2* öe laat negentiende-eeuwse letteren. Een rt-l.rai stand' (vraag niet welke) die totaal niets R en die. naar uit een opmerking van zijn halfbroer op te maken valt, ook nooit iets heeft uitgevoerd. Maar aan zijn 'stand' en opvoeding ontleent hij een gewicht en een prestige waaraan blijkbaar niet te tomen valt. Werken doet hij niet, en waar z'n geld vandaan komt wordt niet eens vermeld, het is er gewoon. Z'n halfbroer is tenmin ste nog arts,- wel min of meer uit liefdadigheid, maar.toch. Ravens heeft, zoals bij zo'n man van stand past, een grote hekel aan Holland en het kleinburgerlijke leven daar. Hij woont dan ook in het buitenland. Zijn vrouw is een paar jaar geleden aan een ongeneeslijke ziekte gestorven, en nu heeft hij, met vakantie in Wiesbaden, een nog jonge (30) Holland se weduwe ontmoet op wie hij verliefd geworden is. Zij heet Irma den Exter. heeft een dochtertje van een jaar of zes. is redelijk aantrekkelijk (heel mooie ogen vooral), wat kunstzinnig en... van dezelfde 'stand'. En dat laatste is het. wat de grote complicaties met zich meebrengt waarom eigenlijk dit hele boek draait. Gesuggereerd wordt namelijk dat de sensuele en frivole aanleg die Irma nu eenmaal heeft, eenvoudig niet bij haar stand past; Het zou niet mogen dat een dame uit haar sociale klasse en met haar opvoeding, wat loszinnig van aard is en dat is toch wel om te gillen, want het is echt serieus bedoeld. Dat maakt het boek hier en daar zo leuk. Hoe Emants er zelf over dacht kun je wel tussen de regels lezen en uit de woorden van Irma opmaken, maar niettemin: toch heeft hij ook wel in Henri Ravens geloofd, hem echt gemaakt. En Ravens is een paskwil, een overjarige puber, een zot, hij poseert zo graag voor 'un homme qui sait' maar hij weet haast niks. Hij is dus al bijna vijftig, er. dat was. in 1900, "oud. Nu, 75 jaar later ben je als je vijftig bent 'niet meer zo jong' maar toch zeker niet oud. en je voelt je in elk geval nog jong, ook al vertelt de spiegel je wel eens iets lelijks. Nu voelde Ravens zich eigenlijk ook nog jong, zoals uit zijn overpeinzingen blijkt, maar dat mocht niet, dat kon niet, hij had zijn tijd gehad, ook al zag hij er nog jeugdig en goed uit. Wanneer hij zijn leeftijdge noten zwaarwichtig en zwaarlijvig en ouwelijk rede neren zag op de sociëteit, voelde hij rich nog een knaap van twintig. (Typisch is dat Emants toen hij deze roman schreef, zelf waarschijnlijk net vijftig was). Ravens had, zonder nu echt een Lebemann te rijn geweest, altijd veel van vrouwen gehouden, nogal eens een vriendin gehad, maar na de dood van zijn vrouw (het huwelijk was kinderloos gebleven) was Irma rijn eerste liefde. En zijn laatste, dacht hij zo, want nu sprak de tijdgeest mee: mocht een man van vijftig nog op de wederliefde van een vrouw rekenen? Was voor hem niet alles voorgoed voor bij? Moest hij zijn elan, zijn jongensachtig vuur, niet in de kiem smoren om zich bezadigd voor te bereiden op zijn trieste oude dag? Het boek begint in de trein, als hij Irma vanuit Wiesbaden naar Den Haag vergezelt, een heel offer (rij spreekt het woord ook uit), het buiten land voor haar te verlaten en terug naar dat vreselijke Holland, het erge Den Haag. Zij zou er ook niet wonen als ze niet aan het vruchtgebruik van haar mans erfenis gebonden was. daar komt ze tenminste eerlijk voor uit. Ze kennen elkaar nog geen week, hij zegt nog steeds u en jij door elkaar tegen haar en verder dan een zoen af en toe zijn ze nog niet. Toch is er telkens iets in Irma dat hem. nu al. sterk hindert ze lokt en stoot af tegelijkertijd. Tijdens een after-dinner gesprek met zijn halfbroer, die ook in Den Haag woont, komt Henri het een en ander omtrent Irma den Exter te weten. Het rijn goeddeels geruchten, maar ze zijn niet zo fraai. Ze zou, tijdens en na haar ongelukkige, door haar ouders gearrangeerde huwelijk, diverse minnaars hebben gehad, en niet willen hertrouwen. Wel hield ze zo keurig mogelijk "net decor van haar stand op, ze was voorzichtig. Het gesprek tussen de broers is schitterend weerge geven. Hoewel Henri aanvankelijk erg boos is op z'n halfbroer, voelt hij dat hij gelijk heeft en dat veel van wat hem in Irma ergerde, terug te voeren is op deze situaties. Hij laat z'n afspraak met haar verlopen om te omberen met zijn schoonzuster. Pas de volgende dag maakt hij zijn opwachting bij Irma, die een hele avond vergeefs gewacht -heeft. Dan volgt een wonderlijke, toch wel interessante uiteenrafeling van de toestand. Hij wordt binnengelaten in een achterkamer en moet vrij lang wachten. De kamer wordt uitvoerig beschreven, hij is half artistiek, half kitscherig en flink slordig. Op de vleugel ligt een fraai gebonden exemplaar van het novellenbundeltje dat Irma ooit schreef. Wanneer zij eindelijk verschijnt is zij. begrijpelijk, niet erg toeschietelijk. Weldra is het hoge woord er uit: ze begrijpt dat er over haar geroddeld is, en het kan haar niets schelen, ze is niet van plan rich te verdedigen. Haar woorden zijn duidelijk, zij is in zekere zin een vrouw uit één stuk, maar hij wil haar niet begrijpen. Hij, de vijftiger, gedraagt rich dan erger dan een puber, hij gaat haar op een voetstuk stellen. Ontzettend, zoals hij zit te dazen over de verhevenheden van de liefde. Irma is zo nuchter als wat: „Waf verlang je nog meer? Wou je weten, of je mijn eerste liefde bent? Nu... neen: dat ben je niet en dat heb ik je ook nooit laten geloven" 'p. 62, en ..Jij. die zóveel eist. wat geef je?... Hè? Jij. die spreekt van het opgaan in een ander leven, waarom heb je me niet ten huwelijk gevraagd? Hè?Jelui. mannen, maakt onderscheid tussen vrouwen, die je lief kunt hebben zonder ze te trouwen en vrouwen, die je trouwt, misschien zonder ze lief te hebben. Is 't niet zo? Welnu.heb je er wel eens over nagedacht, dat wij. vrouwen, ook onderscheidingen maken? Weet je niet. dat een vrouw zich wel eens behelpt met veel kleine idealen, wanneer ze haar éne grote niet tegenkomt?" (p. 73 iit Het zijn niet mis te verstane woorden. Maar deze nuchtere, sensuele Irma-uit-een-stuk laat rich toch. en het blijft een raadsel waarom, overnalen tot het spelletje, ze laat zich op dat verheven voetstuk zetten en aanbidden. Ze hield het soms haast niet vol: ..Het ontging hem volkomen, dat Irma niets anders deed dan in de liefdescomeaie. onbewust door hem geknutseld, de rol spelen, die hij zelf haar opge drongen had. Ze vond die rol wel aardig, omdat ie zo ongewoon voor haar was: maar zij bleef'm toch voelen als een rol en hun gehele verhouding als een comedïe. Werd de begeerte haar dus te machtig, of sleepten zijn woorden haar ie veel mee. of verveel de haar het spel. dan viel zij er uit en zegevieras. haar natuur, die genot en genot alleen begeerde" (P. 102j Een keer valt ze verschrikkelijk uit haar rol, tijdens een groot feest bij wederzijdse vrienden. Werkelijk door toevai is rij er rijn tafeldame: ..Irma cf haast niets en dronk weinig van de tafelwijn: daarentegen, sloeg zij geen van de fijnere wijnen over en ledigde zij haar glas champagne zodra 't was gevuld. Allengs kregen haar bleke wangen en haar oren een mat rode tint. begonnen haar ogen scheller te lichten, haar wenkbrauwen trillend te rijzen en tcerd haar spreektoon hoger en luider. Van haar bijna voorname onaandoenlijkheid met de kalm ingetogen oogopslag, de sierlijk lenige bewegingen en de bedwongen, onhoorbare lach was ai gauw geen spoor meer over. De wendingen van hoofd en arm werden schichtig en ongrclieus. de rondzwervende blikken driester, haast uitdagend er. overmoedige schetterlachjes schaterden haar keel uil. tussen haar slap vaneenwijkende lippen door" (p. 112/3). Het wordt steeds erger, hij geneert rich verschrik - kelijk en weigert botweg met haar te dansen. („Een ogenblik later vroeg rij hem om een dans. .Jk dans niet; dat weet u". „Met mij ook niet?" ..Met u vooral niet!") Zij daagt hem steeds meer uit met haar danspart ners en als hij ziet hoe ze geleidelijk volkomen dronken wordtverlaat hij stilletjes het 'nuts. De dag na het feest wordt hem door de dienstbode gezegd dat mevrouw niet thuis is. hoewel hij juist één van haar danspartners naar binnen heeft rien gaan. Later op de dag gaat hij terug naar haar huis. re wordt er zeer hartelijk en ontspannen ontvangen. Irma heeft zelfs een redelijke verklaring, In een 3anva! van woede vermengd met liefdesdrift grijpt hij haar dan beet. praat een hele tijd hartstochte lijk op haar in. en voelt hoe ze zich overgeef:. Maar hij walgt opeens van haar. er. voegt haar verstikt een vreselijke vernedering toe: „Caricatuiir!" Het boek had daar mogelijk beter kunnen eindigen. Er volgt nog een saai hoofdstukje. Ker.ri gaat weer op reis. maakt een gedichtje af. filosofeert slapjes, nee. het voegt niet veel toe aan het geheel. Rest te vermelden dat deze uitgave van 'Vijftig' niet een echte herdruk is van het boek uit 1899: dat bevatte naast deze korte roman nog twee andere verhalen. 'Ontwaakt' en En toch'. Pierre H. Dubois zorgde voor de verantwoording.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1975 | | pagina 21