ONAFHANKELIJKHEID VOOR BANTOESTANS: SCHERTSVLAG OP ONDEUGDELIJKE LADING ZATERDAGKRANT ZATERDAG 19 APRIL 1975 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT KENTERING OF CONFRONTATIE ZAMBEZI (door Reinier van der Loo) In een eerste artikel over het boe en waarom van de ontapannlngspolitiek van Zuidafrika's minister-pre sident John Vors ter heb ik geprobeerd aan te tonen waar de werkelijke uitdaging, waar de echte proef op de som voor zijn geloof waardigheid ligt: niet zozeei In Rhodesië en Namibië, als wel in zijn eigen land. Een tweede beschouwing toonde aan wat die uitda ging Is: niet het afschaffen van de kleine aparthrid, maar het radicaal herzien van de grote apartheid, de politiek van de gescheiden ontwikkeling. In dat ar tikel kwamen vooral de grote problemen aan de or de van de Bantoe die niet in zijn thuisland woont, maar rond Zuidafrika's grote steden, de Industrie complexen (altijd nog meer dan de helft van het totaal). Vandaag wil ik het hebben over de eigenlijke kern. de hoeksteen van Pretoria's apartheidspolitiek: het streven om zoveel mogelijk Bantoes In eigen gebie den (Bantoestans of Thuislanden) onder te brengen, met als uiteindelijke doel de onafhankelijkheid voor die gebieden en dus feitelijke en totale scheiding der rassen. Mijn Indruk na tal van Interview* met ThulitUnO- lelders en Informele gesprekken met blank en /wart in de hele republiek Is. dat die onafhankelijk hela een schertavlag op een ondeugdelijke lading is. dai die hele gescheiden ontwikkeling gedoemd te falen, dat du* t orster* 'detente* veeleer bedoeld moet zijn als een uitgestoken blanke hand naar de \frikanen huiten zijn land (met grote handel» voor delen en mogelijke verlossing uit het polilirke Isole ment) dan als ren werkelijke toenadering tot de Afrikaan binnen zijn eigen republiek. UMTATA, KING WILLIAMSTOWN Het ziet er zo aantrekkelijk uit: waar een multiraciale (veelrassige) samenleving niet haalbaar heet te zijn vanwege de enor me verschillen in ontwikkeling, traditie en economische kansen, is het beter ieder zijn eigen gebied en zijn eigen onafhankelijkheid te geven. De blanke in 'blank' land, de zwarte in 'zwart' land. De blanke federatie van Transvaal, Vrijstaat, Kaap en Natal is allang soeverein, de acht Bantoestant samen 13,6 procent van het totale landoppervlak moeten het straks worden. Als eerste de Transkei. De Transkei ligt als een prachtig groen stuk heuvelland ingeklemd tussen Natal in het noorden, de Indische Oceaan in het zuiden en het onafhankelijke, voorma lig Britse protectoraat Lesotho in het westen. Zo groot als Denemarken herbergt deze 'model-Bantoestan' bijna 1,8 miljoen leden van de Xhosa-stam fde overige 2,1 miljoen wonen erbuiten!), 85.000 Bantoes van andere stammen, 9500 blanken (wier aantal verondersteld wordt de komende jaren steeds verder te verminde ren) en 7700 kleurlingen. ■DB ■iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiainiiii tot het. optrekken van lemen hutjes met vloeren van gestolde koeie- poep. GEEN GROEI De industrialisering staat nog vol ledig in de kinderschoenen. Dat is begrijpelijk, maar minder leuk is, dat er nauwelijks groei in zit. Ik kreeg in Umtata bij toeval inzage in het door het ministerie van voorlich ting (in Pretoria) opgestelde bezoek schema voor onze eigen ex-premier Barend Biesheuvel, die met echtge note de republiek vorige maand .-deed". Zo'n bezoeker krijgt dan bui ten Umtata de Hillbrow Weverij te zien, waar een paar honderd Xhosa- meisjes en -vrouwen (schitterende) tapijten en wandkleedjes knopen en weven. Een typisch werkverschaf fend luxe-industnetje. maar wél het „toonbeeld voor industrialisering" voor buitenlandse gasten. Wat die gasten niet weten, en wat Biesheuvel ook niet te horen krijgt- is dat Hillbrow al jarenlang het pronkstuk is. Toen ik meer dan drie jaar geleden Umtata voor het eerst bezocht, was dezelfde weverij ook al een verplicht nummer. Dan denk je. ten onrechte naar nu blijkt, over een paar jaar laten ze me wel een assemblagebedrijf zien of een me- taalwarenfabriek. Niets daarvan: geen enkele groei. En wat Biesheuvel en al die ande re Europese gasten, die na terug komst dan steevast zeggen dat het Allemaal wel meevalt met die apartheid" en dat „Zij alles met eigen ogen zelf hebben gezien", ook niet vreten, is dat ze doorgaans wor den „ingepakt". (Vanaf hun aankomst op Jan Smuts Luchthaven bij Johan nesburg tot hun vertrek bruin, een camera vol idyllische kiekjes en verpletterd door de blanke gastvrij heid, gastvrij zijn is niet moeilijk als je veel geld hebt). „Ingepakt" in toeristische reisplannen: het Paul Kruger Wildpark voorop. En de en keling die Soweto bezoekt, ziet die zwarte mierenhoop buiten Johannes burg in een ..blanke" touringcar, met uitstapjes bij een kleuterschooltje en de uitkijktoren. Echte ellende krijgt hij niet te horen. Daarvoor moet je als volkomen zelfstandige onderzoeker echt zelf de zwarte lei ders opzoeken niet de gedweeë meelopers moet je zelf de bin nenlanden in en met de verschoppe lingen van het „systeem" gaan pra ten. En die zelfde f amiliebezoekers hoor je na terugkomst zeggen: ..Zwarte dienstmeisjes en zwarte werknemers hoor je nooit klagen". Dat wil niet zeggen dat ze niets te klagen hebben, maar dat ze of niet beter weten, doordat ze dom gehou den worden, of het wel weten, maar wel uitkijken om hun mond open te doen. Beter zeggen wat je blanke ..master" graag hoort. Dat is geen „oude Bantoe-traditie", zoals meestal wordt beweerd, maar een jarenlang ingekerfd angstsyndroom. Zeg maar dat je het niet naar je zm hebt. Dan vlieg je d'r uit. Voor jou staan er tien anderen om een baantje te trappelen. Opgekropt ongenoegen explodeert pas als de Bantoe er massaal ge noeg van krijgt. Zoals in de mijnen. Natuurlijk is het waar dat de slacht partijen daar (gevonden lijken zijn doorgaans verschrikkelijk toegeta keld) meestal zijn terug te voeren op stamtwisten (dikwijls Xhosa te gen Sotho). Maar dat is slechts de halve waarheid. De andere is, dat deze agressiviteit een uitlaatklep is voor de frustraties die minderwaar dige werkomstandigheden en ongelij ke betaling opleveren, voor het feit dat de „loon-kloof" ondanks salaris verbeteringen alleen maar groter wordt doordat het blanke inko men harder groeit voor het feit dat er geen communicatie is tussen de werknemer en het management in de mijnen, waar geüniformeerde oppassers nu niet direct het vertrou wen inboezemen dat een zwarte met problemen zoekt om te kunnen pra ten. Die mijnen brengen me terug naar de problemen van de Transkei- Het grootste euvel voor het bijna onaf hankelijke land is, dat zijn besté werkkrachten in de goudmijnen zit ten, ver buiten het Thuisland. LAND VAN VROUWEN Guzana: „Dit hier is een land voor vrouwen. En die hebben hun handen al meer dan vol aan de vele kinde ren. het huishouden, de akker. De Xhosa-man op het- platteland is niet gewend en doorgaans ook nauwe lijks bereid iets anders te doen dan praten, drinken en kinderen ma ken. De werkwilligen zijn geëmi greerd. Onafhankelijkheid op zo'n basis, onafhankelijkheid op papier, stelt niets voor. De enige die het idee van harte steunt, is Matanzi- ma". Het zit er zelfs niet in dat een onafhankelijk Transkei als zodanig zal worden geaccepteerd door de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid of door de Verenigde Naties. Die willen de Zuidafrikaanse negers als gelijkberechtigde Zuidafrikanen, niet als Transkeïers. Nu steunt Guzana's visie vooral op het falen van Matanzima's be stuur. Tekenend voor diens afhanke lijkheid van Pretoria is overigens ook de begin maart goedgekeurde nationale begroting voor de Trans kei- Van de in totaal 37.3 miljoen Rand (ongeveer f312 miljoen) komt slechts 15,8 miljoen Rand uit. eigen Transkei se opbrengsten, de rest is „ontwikkelingshulp" uit Pretoria. Met dat geld opereert in de Trans kei de Xhosa Development Corpora tion (XDC), die blanke investeringen daar omzet in industriële vestigin gen. De investeerder (ook de buiten lander) heeft daarbij de plicht de winst te herinvesteren in zijn be drijf, de zwarte werknemers op te laden tot ze in staat zijn het bedrijf te „runnen", en als het zover is de zaak over te dragen. De hulp van de blanke (het dient gezegd) is, hoewel uitgaand van de onjuiste veronderstelling dat ge scheiden ontwikkeling de juiste weg is, binnen die beperkte visie bepaald niet slecht. •."aar toch wordt ook hier weer het paard achter de wagen gespan nen: de beste, geschoolde werklieden zijn allang vertrokken uit de Trans kei. Dat betekent een natuurlijke vertraging in de groei naar echte zelfstandigheid. En die „emigranten" worden straks ook nog statenloze gastarbeiders, want ze blijven voor de wet Xhosa. dus straks Trankei- ers, dus buitenlanders in Zuid-Afrika. die van hun levensdagen niet van plan zijn ooit in „hun" Transkei te gaan wonen. Daar klemt het „sy steem" dus opnieuw: de Thuislanders hebben straks een eigen nationali teit, maar nauwelijks middelen van bestaan, en de emigranten hebben wel (beperkte) inkomsten maar geen rechten in het Zuidafrikaanse „buitenland". Een van de voornaam ste redenen waarom de „Grote Apartheid" fysiek spaak moet lo pen. Een tweede belangrijke Bantoe ontwikkelingsorganisatie is de BIC (Bantu Investment Corporation). Ze opereert in en bij alle acht Thuislan den. Met groot kapitaal, opgebracht door de blanke belastingbetaler (die het overigens weer deels verdient over de rug van de onderbetaalde Bantoe, dus vooral geen medelijden of al te grote bewondering voor de goedgeefsheid) probeert BIC de in dustrialisering te verplaatsen van buiten naar binnen de Thuislan den. Een zwarte ondernemer krijgt daar voordelig krediet, advies, grote hulp bij ae bouw van een fabriek, en stimulansen van BIC om een ..zwart" bedrijf van de grond te krijgen. Probleem nummer één: hoe moti veer je een Bant-oe tot werk in eigen achtergebleven gebied als er ver daarbuiten in de mijnen meer te verdienen is. Probleem nummer twee: hoe kom je van die afgrijselijke stamverschil len af die een oprechte ondernemer inderdaad ontmoedigen- Ik sprak in het thuisland van de Tswana-stam BophutaTswana) de zwarte onder nemer Habakuk Shikwane. In Ham- manskraal, bij het industriële ont wikkelingscentrum Babelegi ten noorden van Pretoria, bouwde Shi kwane een schitterende rotan-meu belfabriek op. Twee tot drie enorme vrachtwagenladingen per dag wor den er geproduceerd. Export over de hele republiek. Habakuk Shikwa ne is dan ook miljonair (als dona teur voor World Wildlife kent hii prins Bernhard) erf internationaal door BIC en Pretoria dan ook als paradepaardje gebruikt (waarbij vergeten wordt dat hij een geval van hooguit één op het miljoen is). Dan denk je dat premier Mangope van BophutaTswana in zijn sas is met zo'n ondernemende rasgenoot die veel werkgelegenheid oplevert. Vergeet het maar. Habakuk kan bin nenkort letterlijk zijn biezen pakken en z'n hele, fraaie bedrijf elders hervestigen. Waarom? Habakuk Shi kwane is geen Tswana maar een Hoofdstad: Umtata; minister-presi dent: Paramount Chief Kaizer D. Uatanzima; voornaamste bronnen Tan inkomsten: ontwikkelingsgeld van Pretoria, bosbouw, schamel ont- *ikkelde landbouw (met overigens pote groeikansen) en een met zeer red goede wil, zeer weinig succes en zeer matige vooruitzichten voor de naaste toekomst gestarte indus trialisering; grootste gevaar voor de aanstaande republiek: de volgend jaar „dreigende" onafhankelijkheid, xaarin het volkomen onzelfstandige land zich finaal dreigt te zullen ■verslikken. BALKANISATIE Dr.Knowledge Guzana. oppositie- leider in het Transkeise parlement, vertelt me m zijn gerieflijke huis. even buiten Umtata. waarom: ..Wat ■wij in Zuid-Afrika nodig hebben, is veeleer de logische opeenvolging van een aantal essentiële veranderingen. Stop eeret de kleine apartheid. Inte greer vervolgens zwart en blank in sport, kunst en civiele diensten. Laat dan de Bantoe betrokken raken bij lokaal bestuur, vervolgens bij „pro- vinaaal" bestuur hoewel daar voor eerst de fnuikende onverdraag zaamheid tussen onze zwarte volke ren onderling dient te verdwijnen. Dan kom je tenslotte vanzelf uit bij participatie in het landelijke over heidsapparaat". „Die stap-voor-stap-gelijkschakeling Is heel wat beter dan de onzinnige ,,'oalkanisatie" waar ze nu mee bezig zijn, de versnippering van de repu bliek in letterlijk honderden semi- autonome stukjes staat". Dat is een pleidooi voor een zwart meerderheidsbewind. Kan dat? „Misschien verbaast het u dit van een Bantoe te horen: ik ben tégen een meerderheidsbewind. Althans zo als het er nu voor staat. Ik begrijp donders goed dat de Bantoe nog lang niet in staat is dat hoog ontwikkel de en ingewikkelde politieke, econo mische en sociale raderwerk dat de blanke heeft opgebouwd, over te nemen". .Maar langs de weg van de gelei delijkheid kan het. In een verre toekomst. Geef voorlopig alleen de man een stem die die stem verant woordelijk kan gebruiken. Leg voor mijn part een ontwikkelings- en in komensdrempel aan voor het verle nen van stemrecht. Begint eerst maar eens met het wegnemen van die vrees voor wraak en overheer sing van de (blanke) minderheid door een (zwarte) meerderheid. C-eef ieder gelijke juridische kansen, zodat elke minderheid naar de rech ter kan lopen om zijn rechten op te eisen; wat nu niet kan. Maar verlaat dat vervloekte systeem, waarbij de kleur van je huid en niet je capaci teiten doorslaggevend zijn voor het krijgen van je menselijke rech- Functioneert de parlementaire de mocratie in de Transkei zodanig dat de onafhankelijkheid straks niet uit draait op politieke chaos, apathie bij oe bevolking, verpaupering van land ft inwoners, kortom op dat door ï»en gevreesde moment dat het Transkei-bewind met hangende poot jes en als bedelaar bij Pretoria moet aankloppen om hulp, zodat het land nooit en te nimmer van de yazal-status afkomt en de hele onaf hankelijkheid uitloopt op zoiets als Politieke zelfmoord? Guzana: „Ik deel uw pessimisme volledig. De kans op het werkelijk heid-worden van de boze droom die u schildert, is inderdaad groot. Onze democratie stelt nog weinig voor. Matanzima regeert met de bescher mende hand van Pretoria boven zich en een grotendeels slaafs gehoorza mend parlement onder zich. Van de 110 parlementariërs zijn er 65 niet gekozen, maar per traditie benoemd: chiefs (dorpshoofden)". „De Transkei National Indepen dence Party van Kaizer bezet 93 zetels, mijn Democratic Party nog maar 17. En het worden er steeds minder. Als een chief niet braaf ja en amen zegt, dreigt Matanzima hem eruit te gooien, wat tevens neerkomt op gezagsverlies in zijn dorp. En als er verkiezingen worden gehouden, komt de „gcaba"- de Xho sa van het platteland, die meestal lezen noch schrijven kan. naar het stemhokje, waar een overheidsdie naar hem wel even vertelt waar ie z'n kruisje moet zetten. Dat is dan steevast onder Matanzima's naam. Mijn voorstel om namen te vervan gen door symbolen om dit misbruik van analfabetisme onmogelijk te maken, krijgt in het parlement geen schijn van kans. Wat we hier nodig hebben, zijn twéé kamers: een La gerhuis voor gekozen leden, en een Senaat voor de chiefs". VERVANGEN „En wat die onafhankelijkheid be treft: zoals het er nu uitziet, vervan gen we straks een blanke onderdruk ker door een zwarte, en blanke uit buiting door zwarte. Een kleine, ont wikkelde zwarte minderheidskliek krijgt het hier straks voor het zeg gen. En kijk nou maar eens goed om je heen wat die groep er de laatste tien jaar van semi-onafhanke- lijkheid van gemaakt heeft: niets". Inderdaad, het land verpietert door de erosie (door ongebreideld hout kappen voor de „eeuwige" vuurtjes in elke Xhosa-hut). Inder daad. de landbouw levert de laatste jaren veel te weinig op door ondes kundig bodemgebruik. Vruchtbaar is de Transkei zeker wel. Maar wat heb je aan grote irrigatieprojecten als de man die op het land staat niet weet wat hij met het water moet doen. of als je de man laat .boeren" zonder hem te vertellen dat wisselend bodemgebruik (elk jaar een ander gewas) noodzakelijk is voor het op peil houden van de grondkwaliteit, en als er in de hele Transkei precies één landbouw school is (in Tsolo). Inderdaad, nergens in heel Zuid- Afrika vind je zulke barre toestan den in townships zwarte woonoor den buiten de steden) als juist hier. Ik zag Ngangalishwe buiten Umtata. Een absolute puinhoop. Matanzima's regering steekt hier nauwelijks een hand uit. Wat je, hoe dan ook, van de blanke overheid niet kunt zeggen, want Soweto, Umlazi, Mdantsane, al lemaal grote zwarte woonsteden in de republiek, zien er stukken beter uit. In Ngangalishwe echter is de Transkeise overheid niet in staat de bevolkingstoestrommg van buitenaf onder controle te houden. De „gca ba" komt hier uit de bergen naar toe, vindt geen werk en gaat prompt parasiteren op familieleden, die nau welijks zelf kunnen rondkomen. Niet zo gek dat je hier 90 procent alco holisten tegenkomt. Inderdaad, infrastructuur is even eens een stiefkind. Buiten de steden en een paar hoofdwegen vind je slechts blubbersporen; Matanzima lijkt meer geïnteresseerd in zijn machtspositie dan in het aanleggen van zoiets vitaals als een eigen ha ventje in Port St. Johns. Transkeis enige „opening" naar zee; en huizen bouw blijft nog jarenlang beperkt Sotho. Tegen zoiets optornen is vechten tegen de bierkaai. Ten zuiden van de Transkei ligt de Ciskei. Minder aaneengesloten en dus minder regeerbaar dan de Transkei, maar bestaand uit een aantal lappen land doorkliefd door „blank" bezit. Chief-minister Lennox Se'oe- Ik ontmoette hem in King Williams town. Hij ziet de beloofde onafhankelijkheid evenmin zit ten: „Ik ben voor een eigen gebied voor mijn volk. Een multiraciale samenleving zoals jullie die in Euro pa voor ons propageren is een mooie slogan. Maar onze kansen in een gemengde Zuidafrikaanse maat- schappij zijn niets waard- Wij kun nen niet tegen een blanke zakenman concurreren. We missen ervaring en kapitaal. Het systeem is wel zo lekker georganiseerd dat een zwarte doorgaans ook niet aan kapitaal kan komen. En wat zie je hier in de Ciskei: een leerlingen-explosie. Want mijn volk begint nu in te zien dat ontwikkeling begint bij schoolgaan, dat je met een eigen parlement en een eigen regering mensen hebt waar je tegenaan kunt praten, dat ze hier wel onderling kunnen concurreren en posten kunnen bezet ten die tot nu toe slechts voor hun chiefs waren weggelegd. De hemel is de grens aan htm mogelijkhe den". Op Sebes bureau ligt, naast een miniatuur-model van een stoomma chine (begin van de vooruitgang), het wereldberoemde boek „Grenzen aan de Groei". Dat Lennox Sebe die grens nog lang niet ziet, bewijst het enthousiasme waarmee hij zich per soonlijk inzet om investeerders en industrieën naar zijn land te halen. En landbouwexperts. „Liefst uit uw Nederland. Zeg uw minister van landbouw maar dat we ze kunnen gebruiken: de mensen die weten hoe we het land moeten ge bruiken, hoe we ons vee moeten houden- Als ik een uitnodiging krijg om in Den Haag te komen praten, vertrek ik morgen". INVESTEREN Dat klinkt anders dan wat ze in Nederland zeggen, waar investerin gen in Zuid-Afrika als onjuist wor den beschouwd omdat ze de apart heid zouden bevorderen en de rijke alleen nog rijker zouden maken. Sebe: „Wat een onzin. Dat soort emotionaliteit is erg gemakkelijk. Honger is honger en armoe is ar moe. Maakt het dan wat int of je gaat helpen in Bangladesj of hier in de Ciskei? Elke investering schept hier werkgelegenheid. En werk is eten. Onafhankelijkheid, die kun je niet eten". En hij vraagt om getrainde krach ten, om leerkrachten. Vorig jaar nog telde de hele Ciskei één gediplo meerde zwarte elektromonteur. „Ge leerden hebben we niet nodig, maar geoefende technici en experts". En hij wil met het groeien van Ciskis eigen inbreng de hulp uit Pretoria laten verminderen. .Als ze daar alles blijven betalen, blijven we afhankelijke dank-je-wel-zeggers. Daarom: eerst een eigen bestaans recht opbouwen, en dan onafhanke lijkheid vragen. Niet andersom". Waarmee buurman Matanzima, die bovendien nog een oogje schijnt te hebben op de Ciskei als mogelijk lid van een federatie met zijn eigen Thuisland onder zijn leiding, het wel kan doen. Toen ik voor Radio Bantu werd geïnterviewd in King Williams- town, waarschuwde mijn vragen steller: laat in je antwoorden niet te duidelijk merken dat je sympathiek staat tegenover de ideeën van Len nox Sebe, anders krijg je straks in de Transkei van Kaizer de wind van voren. Sebe staat met zijn ideeën niet alleen. Behalve Matanzima denken vrijwel alle Thuislandleiders net zo over „onafhankelijkheid". En als straks in de Verenigde Naties de toelatingskwestie van de Transkei aan de orde komt, zal één gedachte blijven overheersen: dit is een „onecht kind", geheel uitgevon den, ontwikkeld én uitgevoerd door de blanke minderheid, als produkt van de Grote Apartheid. En hoe je het ook wendt of keert: het blijft gescheiden ontwikkeling met ongelij ke kansen. Het is niet de zwarte, maar de blanke die met deze poli tiek zijn eigen identiteit en zijn eigen welvaartsdomein wil veilig stel len. John Balthasar Vorster zal het erg moeilijk krijgen deze politiek, dit soort „onafhankelijkheid", als be wijs van zijn goede wil te verko pen. D. MATANZIMA, minister-president van Bantoestan Transkei. LENNOX SEBE. premier van Bantoestan Ciskei: „Geen grenzen aan de groe- langalïshwe bij Umtata in de Transkei: „Op weg naar onafhankelijkheid". Xhosa's in de Transkei. De behuizing zal nog jaren uit hutten bestaan.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1975 | | pagina 21