ONAFHANKELIJKHEID VOOR
BANTOESTANS: SCHERTSVLAG
OP ONDEUGDELIJKE LADING
ZATERDAGKRANT
ZATERDAG 19 APRIL 1975
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
KENTERING
OF
CONFRONTATIE
ZAMBEZI
(door Reinier van der Loo)
In een eerste artikel over het boe en waarom van de
ontapannlngspolitiek van Zuidafrika's minister-pre
sident John Vors ter heb ik geprobeerd aan te tonen
waar de werkelijke uitdaging, waar de echte proef op
de som voor zijn geloof waardigheid ligt: niet zozeei
In Rhodesië en Namibië, als wel in zijn eigen land.
Een tweede beschouwing toonde aan wat die uitda
ging Is: niet het afschaffen van de kleine aparthrid,
maar het radicaal herzien van de grote apartheid, de
politiek van de gescheiden ontwikkeling. In dat ar
tikel kwamen vooral de grote problemen aan de or
de van de Bantoe die niet in zijn thuisland woont,
maar rond Zuidafrika's grote steden, de Industrie
complexen (altijd nog meer dan de helft van het
totaal).
Vandaag wil ik het hebben over de eigenlijke kern.
de hoeksteen van Pretoria's apartheidspolitiek: het
streven om zoveel mogelijk Bantoes In eigen gebie
den (Bantoestans of Thuislanden) onder te brengen,
met als uiteindelijke doel de onafhankelijkheid voor
die gebieden en dus feitelijke en totale scheiding
der rassen.
Mijn Indruk na tal van Interview* met ThulitUnO-
lelders en Informele gesprekken met blank en /wart
in de hele republiek Is. dat die onafhankelijk hela
een schertavlag op een ondeugdelijke lading is. dai
die hele gescheiden ontwikkeling gedoemd
te falen, dat du* t orster* 'detente* veeleer bedoeld
moet zijn als een uitgestoken blanke hand naar de
\frikanen huiten zijn land (met grote handel» voor
delen en mogelijke verlossing uit het polilirke Isole
ment) dan als ren werkelijke toenadering tot de
Afrikaan binnen zijn eigen republiek.
UMTATA, KING WILLIAMSTOWN Het ziet er zo aantrekkelijk uit: waar een
multiraciale (veelrassige) samenleving niet haalbaar heet te zijn vanwege de enor
me verschillen in ontwikkeling, traditie en economische kansen, is het beter ieder
zijn eigen gebied en zijn eigen onafhankelijkheid te geven. De blanke in 'blank'
land, de zwarte in 'zwart' land. De blanke federatie van Transvaal, Vrijstaat,
Kaap en Natal is allang soeverein, de acht Bantoestant samen 13,6 procent van
het totale landoppervlak moeten het straks worden. Als eerste de Transkei.
De Transkei ligt als een prachtig groen stuk heuvelland ingeklemd tussen Natal
in het noorden, de Indische Oceaan in het zuiden en het onafhankelijke, voorma
lig Britse protectoraat Lesotho in het westen. Zo groot als Denemarken herbergt
deze 'model-Bantoestan' bijna 1,8 miljoen leden van de Xhosa-stam fde overige
2,1 miljoen wonen erbuiten!), 85.000 Bantoes van andere stammen, 9500 blanken
(wier aantal verondersteld wordt de komende jaren steeds verder te verminde
ren) en 7700 kleurlingen.
■DB
■iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiainiiii
tot het. optrekken van lemen hutjes
met vloeren van gestolde koeie-
poep.
GEEN GROEI
De industrialisering staat nog vol
ledig in de kinderschoenen. Dat is
begrijpelijk, maar minder leuk is,
dat er nauwelijks groei in zit. Ik
kreeg in Umtata bij toeval inzage in
het door het ministerie van voorlich
ting (in Pretoria) opgestelde bezoek
schema voor onze eigen ex-premier
Barend Biesheuvel, die met echtge
note de republiek vorige maand
.-deed". Zo'n bezoeker krijgt dan bui
ten Umtata de Hillbrow Weverij te
zien, waar een paar honderd Xhosa-
meisjes en -vrouwen (schitterende)
tapijten en wandkleedjes knopen en
weven. Een typisch werkverschaf
fend luxe-industnetje. maar wél het
„toonbeeld voor industrialisering"
voor buitenlandse gasten.
Wat die gasten niet weten, en wat
Biesheuvel ook niet te horen krijgt-
is dat Hillbrow al jarenlang het
pronkstuk is. Toen ik meer dan drie
jaar geleden Umtata voor het eerst
bezocht, was dezelfde weverij ook al
een verplicht nummer. Dan denk je.
ten onrechte naar nu blijkt, over
een paar jaar laten ze me wel een
assemblagebedrijf zien of een me-
taalwarenfabriek. Niets daarvan:
geen enkele groei.
En wat Biesheuvel en al die ande
re Europese gasten, die na terug
komst dan steevast zeggen dat het
Allemaal wel meevalt met die
apartheid" en dat „Zij alles met
eigen ogen zelf hebben gezien", ook
niet vreten, is dat ze doorgaans wor
den „ingepakt". (Vanaf hun aankomst
op Jan Smuts Luchthaven bij Johan
nesburg tot hun vertrek bruin,
een camera vol idyllische kiekjes en
verpletterd door de blanke gastvrij
heid, gastvrij zijn is niet moeilijk
als je veel geld hebt). „Ingepakt" in
toeristische reisplannen: het Paul
Kruger Wildpark voorop. En de en
keling die Soweto bezoekt, ziet die
zwarte mierenhoop buiten Johannes
burg in een ..blanke" touringcar, met
uitstapjes bij een kleuterschooltje
en de uitkijktoren. Echte ellende
krijgt hij niet te horen. Daarvoor
moet je als volkomen zelfstandige
onderzoeker echt zelf de zwarte lei
ders opzoeken niet de gedweeë
meelopers moet je zelf de bin
nenlanden in en met de verschoppe
lingen van het „systeem" gaan pra
ten.
En die zelfde f amiliebezoekers
hoor je na terugkomst zeggen:
..Zwarte dienstmeisjes en zwarte
werknemers hoor je nooit klagen".
Dat wil niet zeggen dat ze niets te
klagen hebben, maar dat ze of niet
beter weten, doordat ze dom gehou
den worden, of het wel weten, maar
wel uitkijken om hun mond open te
doen. Beter zeggen wat je blanke
..master" graag hoort. Dat is geen
„oude Bantoe-traditie", zoals meestal
wordt beweerd, maar een jarenlang
ingekerfd angstsyndroom. Zeg maar
dat je het niet naar je zm hebt. Dan
vlieg je d'r uit. Voor jou staan er
tien anderen om een baantje te
trappelen.
Opgekropt ongenoegen explodeert
pas als de Bantoe er massaal ge
noeg van krijgt. Zoals in de mijnen.
Natuurlijk is het waar dat de slacht
partijen daar (gevonden lijken zijn
doorgaans verschrikkelijk toegeta
keld) meestal zijn terug te voeren
op stamtwisten (dikwijls Xhosa te
gen Sotho). Maar dat is slechts de
halve waarheid. De andere is, dat
deze agressiviteit een uitlaatklep is
voor de frustraties die minderwaar
dige werkomstandigheden en ongelij
ke betaling opleveren, voor het feit
dat de „loon-kloof" ondanks salaris
verbeteringen alleen maar groter
wordt doordat het blanke inko
men harder groeit voor het feit
dat er geen communicatie is tussen
de werknemer en het management
in de mijnen, waar geüniformeerde
oppassers nu niet direct het vertrou
wen inboezemen dat een zwarte met
problemen zoekt om te kunnen pra
ten.
Die mijnen brengen me terug naar
de problemen van de Transkei- Het
grootste euvel voor het bijna onaf
hankelijke land is, dat zijn besté
werkkrachten in de goudmijnen zit
ten, ver buiten het Thuisland.
LAND VAN VROUWEN
Guzana: „Dit hier is een land voor
vrouwen. En die hebben hun handen
al meer dan vol aan de vele kinde
ren. het huishouden, de akker. De
Xhosa-man op het- platteland is niet
gewend en doorgaans ook nauwe
lijks bereid iets anders te doen
dan praten, drinken en kinderen ma
ken. De werkwilligen zijn geëmi
greerd. Onafhankelijkheid op zo'n
basis, onafhankelijkheid op papier,
stelt niets voor. De enige die het
idee van harte steunt, is Matanzi-
ma".
Het zit er zelfs niet in dat een
onafhankelijk Transkei als zodanig
zal worden geaccepteerd door de
Organisatie voor Afrikaanse Eenheid
of door de Verenigde Naties. Die
willen de Zuidafrikaanse negers als
gelijkberechtigde Zuidafrikanen, niet
als Transkeïers.
Nu steunt Guzana's visie vooral
op het falen van Matanzima's be
stuur. Tekenend voor diens afhanke
lijkheid van Pretoria is overigens
ook de begin maart goedgekeurde
nationale begroting voor de Trans
kei- Van de in totaal 37.3 miljoen
Rand (ongeveer f312 miljoen) komt
slechts 15,8 miljoen Rand uit. eigen
Transkei se opbrengsten, de rest is
„ontwikkelingshulp" uit Pretoria.
Met dat geld opereert in de Trans
kei de Xhosa Development Corpora
tion (XDC), die blanke investeringen
daar omzet in industriële vestigin
gen. De investeerder (ook de buiten
lander) heeft daarbij de plicht de
winst te herinvesteren in zijn be
drijf, de zwarte werknemers op te
laden tot ze in staat zijn het bedrijf
te „runnen", en als het zover is de
zaak over te dragen.
De hulp van de blanke (het dient
gezegd) is, hoewel uitgaand van de
onjuiste veronderstelling dat ge
scheiden ontwikkeling de juiste weg
is, binnen die beperkte visie bepaald
niet slecht.
•."aar toch wordt ook hier weer
het paard achter de wagen gespan
nen: de beste, geschoolde werklieden
zijn allang vertrokken uit de Trans
kei. Dat betekent een natuurlijke
vertraging in de groei naar echte
zelfstandigheid. En die „emigranten"
worden straks ook nog statenloze
gastarbeiders, want ze blijven voor
de wet Xhosa. dus straks Trankei-
ers, dus buitenlanders in Zuid-Afrika.
die van hun levensdagen niet van
plan zijn ooit in „hun" Transkei te
gaan wonen. Daar klemt het „sy
steem" dus opnieuw: de Thuislanders
hebben straks een eigen nationali
teit, maar nauwelijks middelen van
bestaan, en de emigranten hebben
wel (beperkte) inkomsten maar
geen rechten in het Zuidafrikaanse
„buitenland". Een van de voornaam
ste redenen waarom de „Grote
Apartheid" fysiek spaak moet lo
pen.
Een tweede belangrijke Bantoe
ontwikkelingsorganisatie is de BIC
(Bantu Investment Corporation). Ze
opereert in en bij alle acht Thuislan
den. Met groot kapitaal, opgebracht
door de blanke belastingbetaler (die
het overigens weer deels verdient
over de rug van de onderbetaalde
Bantoe, dus vooral geen medelijden
of al te grote bewondering voor de
goedgeefsheid) probeert BIC de in
dustrialisering te verplaatsen van
buiten naar binnen de Thuislan
den.
Een zwarte ondernemer krijgt
daar voordelig krediet, advies, grote
hulp bij ae bouw van een fabriek,
en stimulansen van BIC om een
..zwart" bedrijf van de grond te
krijgen.
Probleem nummer één: hoe moti
veer je een Bant-oe tot werk in
eigen achtergebleven gebied als er
ver daarbuiten in de mijnen meer te
verdienen is.
Probleem nummer twee: hoe kom
je van die afgrijselijke stamverschil
len af die een oprechte ondernemer
inderdaad ontmoedigen- Ik sprak in
het thuisland van de Tswana-stam
BophutaTswana) de zwarte onder
nemer Habakuk Shikwane. In Ham-
manskraal, bij het industriële ont
wikkelingscentrum Babelegi ten
noorden van Pretoria, bouwde Shi
kwane een schitterende rotan-meu
belfabriek op. Twee tot drie enorme
vrachtwagenladingen per dag wor
den er geproduceerd. Export over
de hele republiek. Habakuk Shikwa
ne is dan ook miljonair (als dona
teur voor World Wildlife kent hii
prins Bernhard) erf internationaal
door BIC en Pretoria dan ook als
paradepaardje gebruikt (waarbij
vergeten wordt dat hij een geval
van hooguit één op het miljoen
is).
Dan denk je dat premier Mangope
van BophutaTswana in zijn sas is
met zo'n ondernemende rasgenoot
die veel werkgelegenheid oplevert.
Vergeet het maar. Habakuk kan bin
nenkort letterlijk zijn biezen pakken
en z'n hele, fraaie bedrijf elders
hervestigen. Waarom? Habakuk Shi
kwane is geen Tswana maar een
Hoofdstad: Umtata; minister-presi
dent: Paramount Chief Kaizer D.
Uatanzima; voornaamste bronnen
Tan inkomsten: ontwikkelingsgeld
van Pretoria, bosbouw, schamel ont-
*ikkelde landbouw (met overigens
pote groeikansen) en een met zeer
red goede wil, zeer weinig succes
en zeer matige vooruitzichten voor
de naaste toekomst gestarte indus
trialisering; grootste gevaar voor de
aanstaande republiek: de volgend
jaar „dreigende" onafhankelijkheid,
xaarin het volkomen onzelfstandige
land zich finaal dreigt te zullen
■verslikken.
BALKANISATIE
Dr.Knowledge Guzana. oppositie-
leider in het Transkeise parlement,
vertelt me m zijn gerieflijke huis.
even buiten Umtata. waarom: ..Wat
■wij in Zuid-Afrika nodig hebben, is
veeleer de logische opeenvolging van
een aantal essentiële veranderingen.
Stop eeret de kleine apartheid. Inte
greer vervolgens zwart en blank in
sport, kunst en civiele diensten. Laat
dan de Bantoe betrokken raken bij
lokaal bestuur, vervolgens bij „pro-
vinaaal" bestuur hoewel daar
voor eerst de fnuikende onverdraag
zaamheid tussen onze zwarte volke
ren onderling dient te verdwijnen.
Dan kom je tenslotte vanzelf uit bij
participatie in het landelijke over
heidsapparaat".
„Die stap-voor-stap-gelijkschakeling
Is heel wat beter dan de onzinnige
,,'oalkanisatie" waar ze nu mee bezig
zijn, de versnippering van de repu
bliek in letterlijk honderden semi-
autonome stukjes staat".
Dat is een pleidooi voor een
zwart meerderheidsbewind. Kan
dat?
„Misschien verbaast het u dit van
een Bantoe te horen: ik ben tégen
een meerderheidsbewind. Althans zo
als het er nu voor staat. Ik begrijp
donders goed dat de Bantoe nog lang
niet in staat is dat hoog ontwikkel
de en ingewikkelde politieke, econo
mische en sociale raderwerk dat de
blanke heeft opgebouwd, over te
nemen".
.Maar langs de weg van de gelei
delijkheid kan het. In een verre
toekomst. Geef voorlopig alleen de
man een stem die die stem verant
woordelijk kan gebruiken. Leg voor
mijn part een ontwikkelings- en in
komensdrempel aan voor het verle
nen van stemrecht. Begint eerst
maar eens met het wegnemen van
die vrees voor wraak en overheer
sing van de (blanke) minderheid
door een (zwarte) meerderheid.
C-eef ieder gelijke juridische kansen,
zodat elke minderheid naar de rech
ter kan lopen om zijn rechten op te
eisen; wat nu niet kan. Maar verlaat
dat vervloekte systeem, waarbij de
kleur van je huid en niet je capaci
teiten doorslaggevend zijn voor het
krijgen van je menselijke rech-
Functioneert de parlementaire de
mocratie in de Transkei zodanig dat
de onafhankelijkheid straks niet uit
draait op politieke chaos, apathie bij
oe bevolking, verpaupering van land
ft inwoners, kortom op dat door
ï»en gevreesde moment dat het
Transkei-bewind met hangende poot
jes en als bedelaar bij Pretoria
moet aankloppen om hulp, zodat het
land nooit en te nimmer van de
yazal-status afkomt en de hele onaf
hankelijkheid uitloopt op zoiets als
Politieke zelfmoord?
Guzana: „Ik deel uw pessimisme
volledig. De kans op het werkelijk
heid-worden van de boze droom die
u schildert, is inderdaad groot. Onze
democratie stelt nog weinig voor.
Matanzima regeert met de bescher
mende hand van Pretoria boven zich
en een grotendeels slaafs gehoorza
mend parlement onder zich. Van de
110 parlementariërs zijn er 65 niet
gekozen, maar per traditie benoemd:
chiefs (dorpshoofden)".
„De Transkei National Indepen
dence Party van Kaizer bezet 93
zetels, mijn Democratic Party nog
maar 17. En het worden er steeds
minder. Als een chief niet braaf ja
en amen zegt, dreigt Matanzima
hem eruit te gooien, wat tevens
neerkomt op gezagsverlies in zijn
dorp. En als er verkiezingen worden
gehouden, komt de „gcaba"- de Xho
sa van het platteland, die meestal
lezen noch schrijven kan. naar het
stemhokje, waar een overheidsdie
naar hem wel even vertelt waar ie
z'n kruisje moet zetten. Dat is dan
steevast onder Matanzima's naam.
Mijn voorstel om namen te vervan
gen door symbolen om dit misbruik
van analfabetisme onmogelijk te
maken, krijgt in het parlement geen
schijn van kans. Wat we hier nodig
hebben, zijn twéé kamers: een La
gerhuis voor gekozen leden, en een
Senaat voor de chiefs".
VERVANGEN
„En wat die onafhankelijkheid be
treft: zoals het er nu uitziet, vervan
gen we straks een blanke onderdruk
ker door een zwarte, en blanke uit
buiting door zwarte. Een kleine, ont
wikkelde zwarte minderheidskliek
krijgt het hier straks voor het zeg
gen. En kijk nou maar eens goed
om je heen wat die groep er de
laatste tien jaar van semi-onafhanke-
lijkheid van gemaakt heeft:
niets".
Inderdaad, het land verpietert
door de erosie (door ongebreideld
hout kappen voor de „eeuwige"
vuurtjes in elke Xhosa-hut). Inder
daad. de landbouw levert de laatste
jaren veel te weinig op door ondes
kundig bodemgebruik. Vruchtbaar is
de Transkei zeker wel. Maar wat
heb je aan grote irrigatieprojecten
als de man die op het land staat
niet weet wat hij met het water
moet doen. of als je de man laat
.boeren" zonder hem te vertellen
dat wisselend bodemgebruik (elk
jaar een ander gewas) noodzakelijk
is voor het op peil houden van de
grondkwaliteit, en als er in de hele
Transkei precies één landbouw
school is (in Tsolo).
Inderdaad, nergens in heel Zuid-
Afrika vind je zulke barre toestan
den in townships zwarte woonoor
den buiten de steden) als juist hier.
Ik zag Ngangalishwe buiten Umtata.
Een absolute puinhoop. Matanzima's
regering steekt hier nauwelijks een
hand uit. Wat je, hoe dan ook, van
de blanke overheid niet kunt zeggen,
want Soweto, Umlazi, Mdantsane, al
lemaal grote zwarte woonsteden in
de republiek, zien er stukken beter
uit.
In Ngangalishwe echter is de
Transkeise overheid niet in staat de
bevolkingstoestrommg van buitenaf
onder controle te houden. De „gca
ba" komt hier uit de bergen naar
toe, vindt geen werk en gaat prompt
parasiteren op familieleden, die nau
welijks zelf kunnen rondkomen. Niet
zo gek dat je hier 90 procent alco
holisten tegenkomt.
Inderdaad, infrastructuur is even
eens een stiefkind. Buiten de steden
en een paar hoofdwegen vind je
slechts blubbersporen; Matanzima
lijkt meer geïnteresseerd in zijn
machtspositie dan in het aanleggen
van zoiets vitaals als een eigen ha
ventje in Port St. Johns. Transkeis
enige „opening" naar zee; en huizen
bouw blijft nog jarenlang beperkt
Sotho. Tegen zoiets optornen is
vechten tegen de bierkaai.
Ten zuiden van de Transkei ligt de
Ciskei. Minder aaneengesloten en
dus minder regeerbaar dan de
Transkei, maar bestaand uit een
aantal lappen land doorkliefd door
„blank" bezit. Chief-minister Lennox
Se'oe- Ik ontmoette hem in King
Williams town. Hij ziet de beloofde
onafhankelijkheid evenmin zit
ten:
„Ik ben voor een eigen gebied
voor mijn volk. Een multiraciale
samenleving zoals jullie die in Euro
pa voor ons propageren is een
mooie slogan. Maar onze kansen in
een gemengde Zuidafrikaanse maat-
schappij zijn niets waard- Wij kun
nen niet tegen een blanke zakenman
concurreren. We missen ervaring en
kapitaal. Het systeem is wel zo
lekker georganiseerd dat een zwarte
doorgaans ook niet aan kapitaal kan
komen. En wat zie je hier in de
Ciskei: een leerlingen-explosie. Want
mijn volk begint nu in te zien dat
ontwikkeling begint bij schoolgaan,
dat je met een eigen parlement en
een eigen regering mensen hebt
waar je tegenaan kunt praten, dat
ze hier wel onderling kunnen
concurreren en posten kunnen bezet
ten die tot nu toe slechts voor hun
chiefs waren weggelegd. De hemel is
de grens aan htm mogelijkhe
den".
Op Sebes bureau ligt, naast een
miniatuur-model van een stoomma
chine (begin van de vooruitgang),
het wereldberoemde boek „Grenzen
aan de Groei". Dat Lennox Sebe die
grens nog lang niet ziet, bewijst het
enthousiasme waarmee hij zich per
soonlijk inzet om investeerders en
industrieën naar zijn land te halen.
En landbouwexperts.
„Liefst uit uw Nederland. Zeg uw
minister van landbouw maar dat we
ze kunnen gebruiken: de mensen die
weten hoe we het land moeten ge
bruiken, hoe we ons vee moeten
houden- Als ik een uitnodiging krijg
om in Den Haag te komen praten,
vertrek ik morgen".
INVESTEREN
Dat klinkt anders dan wat ze in
Nederland zeggen, waar investerin
gen in Zuid-Afrika als onjuist wor
den beschouwd omdat ze de apart
heid zouden bevorderen en de rijke
alleen nog rijker zouden maken.
Sebe: „Wat een onzin. Dat soort
emotionaliteit is erg gemakkelijk.
Honger is honger en armoe is ar
moe. Maakt het dan wat int of je
gaat helpen in Bangladesj of hier in
de Ciskei? Elke investering schept
hier werkgelegenheid. En werk is
eten. Onafhankelijkheid, die kun je
niet eten".
En hij vraagt om getrainde krach
ten, om leerkrachten. Vorig jaar nog
telde de hele Ciskei één gediplo
meerde zwarte elektromonteur. „Ge
leerden hebben we niet nodig, maar
geoefende technici en experts".
En hij wil met het groeien van
Ciskis eigen inbreng de hulp uit
Pretoria laten verminderen. .Als ze
daar alles blijven betalen, blijven we
afhankelijke dank-je-wel-zeggers.
Daarom: eerst een eigen bestaans
recht opbouwen, en dan onafhanke
lijkheid vragen. Niet andersom".
Waarmee buurman Matanzima, die
bovendien nog een oogje schijnt te
hebben op de Ciskei als mogelijk lid
van een federatie met zijn eigen
Thuisland onder zijn leiding, het wel
kan doen. Toen ik voor Radio Bantu
werd geïnterviewd in King Williams-
town, waarschuwde mijn vragen
steller: laat in je antwoorden niet te
duidelijk merken dat je sympathiek
staat tegenover de ideeën van Len
nox Sebe, anders krijg je straks in
de Transkei van Kaizer de wind van
voren.
Sebe staat met zijn ideeën niet
alleen. Behalve Matanzima denken
vrijwel alle Thuislandleiders net zo
over „onafhankelijkheid".
En als straks in de Verenigde
Naties de toelatingskwestie van de
Transkei aan de orde komt, zal één
gedachte blijven overheersen: dit is
een „onecht kind", geheel uitgevon
den, ontwikkeld én uitgevoerd door
de blanke minderheid, als produkt
van de Grote Apartheid. En hoe je
het ook wendt of keert: het blijft
gescheiden ontwikkeling met ongelij
ke kansen. Het is niet de zwarte,
maar de blanke die met deze poli
tiek zijn eigen identiteit en zijn
eigen welvaartsdomein wil veilig stel
len.
John Balthasar Vorster zal het
erg moeilijk krijgen deze politiek,
dit soort „onafhankelijkheid", als be
wijs van zijn goede wil te verko
pen.
D. MATANZIMA, minister-president van Bantoestan Transkei.
LENNOX SEBE. premier van Bantoestan Ciskei: „Geen grenzen aan de groe-
langalïshwe bij Umtata in de Transkei: „Op weg naar onafhankelijkheid".
Xhosa's in de Transkei. De behuizing zal nog jaren uit hutten bestaan.