ADOPTIE iS LAATSTE IDDEL Symfonieën, concerten en liederen KERK EN JEUGD ZIJN WIJ ER? EVA DEN HARTOG: 18 PROVINCIAL! ZBHUW8! COURANT ZATERDAG 19 APRIL It, Majoor Eva den Hartog heeft voor liet Leger des Heils ln Zaïre, India en Vietnam ge werkt en is sinds een jaar verantwoordelijk voor alle activiteiten van het internatio nale Leger des Ileils in lïangla Desj. De majoor, een aardige en zeer nuchtere vrouw, praat vol liefde en warmte over haar werk, nu ze een maand met verlof in Nederland Is, hoewel ze er voortdurend over moet vertellen. Vorige week zaterdag ontving ze uit handen van prins Claus een zilveren legpenning die haar was toegekend door Simavi, de vereniging voor directe medische hulp in de tropen. Mede naar aanleiding daarvan, maar ook omdat zij en haar werk toch al enige bekendheid genoten, wordt ze nu al- lerwege geïnterviewd en door de mensen herkend. De dikke ober in de stationsrestau ratie overhandigde een glaasje cassis en merkte op: „Hier ziet u alleen maar wei-door voede mensen hè?" En als iemand weet mee te praten over het verschil tussen de wei-doorvoede Europeanen, en westerlingen, en de mensen in de Derde Wereld, dan is het majoor Den Iiartog wel. (Van onze correspondent wZo murw en kapotgeslagen als de mensen in Bangla Desj zijn, door hon ger, ziekte en andere ellende, daar zijn geen woorden voor. Bangla Desj is drie keer zo groot als Nederland, maar er wonen wel ongeveer 80 miljoen mensen, waarvan de helft jonger dan vijftien jaar is. De meeste mensen worden niet ouder dan dertig. En van dit land, dat toch al zo dicht be volkt is, staat drie kwart drie a vier maanden van het jaar onder water". „Maar er zijn ook streken die geteisterd worden door droogte of zelfs de ene keer door watersnood, de andere keer door een periode van intense droogte. Wat wil je dan nog eten, als de eerste rijstoogst mislukt door de - watersnood en de tweede door de. moesson? Toch is Bangla Desj een zeer vruchtbaar land. De enige oplossing voor deze steeds terugkerende rampen is een uitgebreid systeem van dijken en bevloeiingswerken aan te leggen. Als er eenmaal min of meer voldoende te eten is, en echt, die mensen vra gen niet veel, dan is het misschien mogelijk uit de vicieuze cirkel te ko- r men" „Wa.nt hoe gaat dat: als een vrouw zwanger is en ze eet slecht, zo slecht dat ze een skeletje van een baby ter wereld brengt, dan ontwikkelt dat kind zich voor de geboorte al veel minder goed. Het lichaampje heeft weinig weerstand, de hersenen ont wikkelen zich niet zoals mogelijk zou zijn met verantwoord voedsel. Zo'n kind zal hij voorbaat al een achterstand hebben, zal minder goed zijn opgewassen tegen het le ven, geestelijk en lichamelijk, zal ook weer geen gezonde kinderen ter wereld brengen. Een onderdeel van de oplossing voor dit land is dan ook voorlopig zeer strikte family- planning. Dat willen de mensen zelf ook wel, maar ze weten alleen niet hoe." FAMILY-PLANNING „In India is de bevolking zelf niet zo gebrand op family-planning. Veel kin deren sterven jong, elk paar handen is meegenomen om op het land te werken en zo de kost te verdienen en als de ouders zelf te oud zijn om te werken, zorgen de kinderen voor hen. Op die manier betekenen de kinderen ook een soort voorziening voor de oude dag. Maai de miljoen in Bangla Desj die in erbar melijke omstandigheden leven, weten dat zo'n kind geen enkel- kans heeft. Ze huilen als ze weten dat er weer een op komst is, want dat is weer een maagje dat ze zo graag zouden vullen, terwijl er geen voed sel voorhanden is. Ze weten, dat zijzelf en de andere kinderen nog minder te eten zullen hebben en dat er een grote kans bestaat dat ook het nieuwe kind na een kort en verdrietig leven aan honger of cholera of pokken zal sterven". ..Daarom kan ik me zo boos maken Om mensen die hier in het Westen zoveel kritiek hebben op de adoptie. Die roepen dat kinderen in hun eigen land op moeten groeien. Natuurlijk ben ik daar ook voor, maar er is geen enkele mogelijkheid. Ik zie geen enkele mogelijkheid voor een menswaardig bestaan, voorlopig. Adoptie is voor elk van die kinderen de kans van hun leven, de kans om te leven kun je wel zeggen. En denk niet dat die ouders het zo leuk vinden hun kind af te staan, die hebben het er erg moeilijk mee. Maar toch smeken ze om hun kind in gods naam te nemen, in het belang van het kind zelf'- Eva- den Hartog vertelt over het kamp waar ze werkt, over het kleuterschooltje dat ze in het eethuis hebben waar maxi maal 30 kinderen vertoeven voor ze naar Nederland gaan. „In het vluchtelingen kamp hebben we veel kinderen uit goede gezinnen, ik bedoel uit gezinnen waar de ouders werkten op een stukje land dat nu overstroomd is, of in de stad bij rijke mensen. Totdat er een grote opruimingsac tie werd gehouden in de krottenwijken van de armen; die mensen werden alle maal ondergebracht in kampen waar ze geen werk hebben, waar iedereen even arm is en niets heeft weg te geven zodat ze zelfs niet kunnen bedelen". ADOPTIE „Ik heb nu zeven kinderen voor adoptie .meegebracht en we willen voorlopig iedere maand een groep naar Nederland sturen. Momenteel is er bij de stichting voor interlandelijke adoptie (SIA, Nieuwe Schoolstraat 28 in Den Haag) een wacht lijst van 2000 gezinnen die een kind willen adopteren, maar de aanvragen blijven bin nenstromen. En ieder kind dat uit Bangla Desj wordt weggehaald is er een. Voor ieder kind ben ik weer blij. Hier in Nederland hoef je niet te kijken of een gezin arm of rijk is, want er is altijd wel genoeg te eten. En als er dam ook nog genoeg liefde is. dan heeft zo'n kind toch veel en veel meer kans op een gelukkig bestaan dan daarginds?" In het tehuis wordt Nederlands met de kinderen gesproken, op het kleuterschool tje Engels en de kinderen zelf spreken Bengali. De Nederlandse ouders van adop tiekinderen krijgen een lijstje met de meest voorkomende Bengaalse woorden, als ze een kindje krijgen dat al praat. In een tehuis zijn voornamelijk kinderen tot vijf jaar. Baby's moeten minimaal zes weken daar zijn en grotere kinderen zo'n twee maanden voor ze naar Nederland vertrekken. De kinderen die al groot ge noeg zijn om de verschillen op te merken, worden dan een beetje voorbereid op hun nieuwe bestaam, Eten van een lepeltje, niet in je blote billen rondlopen, schoentjes aan de voeten, blanke gezichten om je heen en de Nederlandse taal horen om die alvast een beetje te leren- Verder moet er natuurlijk aan allerlei formaliteiten wor den voldaan voor de kinderen weg kun nen". „Maar er zijn ook kinderen, drie in ons tehuis, die niet zullen worden geadopteerd. Omdat de mensen in Nederland nu een maal in een begrijpelijk egoïsme bijvoox-- beeld geen jongetje van 12 jaar willen adopteren dat zodanig verlamd is, dat bij alleen maar met krukken kan lopen. Aktar is dat, een verschrikkelijk aardig, pien ter kereltje, dat, omdat veel van de kinde ren een andere naam krijgen, zichzelf onlangs Edward is gaan noemen. In Bang la Desj heeft Aktar-Edward geen enkele kans. We kunnen hem-niet z'n hele leven bij ons houden en er zijn geen inrichtin gen voor dit soort kinderen. Zoals de zaken er nu voor staan, zal hij nooit voor zichzelf kunnen zorgen, dus zal hij moeten gaan bedelen. „Ik zou voor Aktar zo dolgraag willen dat mensen, eventueel rijke mensen, be reid zouden zijn hem naar Nederland te halen. Hier zou waarschijnlijk wel een tehuis voor lichamelijk gehandicapte kin deren zijn waar hij heen kan, misschien zou zelfs een operatie hem een stuk kun nen helpen. En als de mensen die hem hierheen haalden dan alleen maar de zon dagen hem in huis zouden willen nemen. Hij zou het gevoel hebben ergens bij te horen, zou een vak kunnen leren en zich zelf later kunnen bedruipen" VEERTIG MILJOEN.... „Soms vraag ik me wel eens, bijna wanhopig, af hoe het mogelijk is dat God, die naar mijn innigste overtuiging een God van liefde is, dit allemaal kan laten gebeu ren. Bijna 40 miljoen kinderenin Bang la Desj in deze omstandigheden. En in alle Aziatische landen samen zullen dit jaar, 1975, 40 miljoen kinderen alleen al van de honger sterven. Denk eens in: kinderen- Kinderen die in dat korte leven niets anders zien dan stervende en lijdende mensen. Niets anders kennen dan honger en ziekte en tranen. Kinderen". „Maar dan denk ik weer: God kan alleen door ons dingen doen. En zolang er men sen zijn die zich financieel of met daden inzetten om het lijden te verlichten, zolang bestaat er liefde voor de medemens, liefde voor het leven. Je moet ook ontroerd blijven door het lijd6n, het moet niet zo worden dat je het niet meer ziet. Ik heb echt het gevoel te worden gesteund door een hogere macht die me de kracht geeft om dit te blijven doen, dat is voor mij het bewijs van het bestaan van de God van liefde". ..En als ik dan denk aan de kritiek op het Leger des Heils, en zelf héb ik ook heus mijn kritiek, dan denk ik toch weer: zolang het Leger een zinspreuk heeft als „soup, soap, salvation" (soep, zeep, zalig heid), zeer bewust in die volgorde, heb ik er wel vertrouwen in. Er zijn mensen die denken dat ik in Bangla, Desj rondwandel met in de ene hand de Bijbel en in de andere een tamboerijn Maar wat moet je met woorden, waarom zou je het geloof gaan brengen aan mensen met een ramme lende maag? Eerst komt de directe -hulp, dan de ontwikkelingshulp en dan het pra ten over God". OOK OP ZONDAG „I'k zit weinig in de kerk. Als-mensen vragen waarom, dan zeg ik: ook op zon dag hebben mensen honger, ook op zondag sterven ze. Trouwens al onze projecten zijn er, noodgedwongen ook, voorlopig vooral op gericht de materiële lioou te lenigen. Het blijft een druppel op een gloeiende plaat, maar we hebben bijvoor beeld huizenbouwprojecten- De mensen die meebouwen dan leren ze meteen wat worden betaald in voedsel, ze krijgen onderricht in hetere landbouw of vis vangstmethoden, we vertellen ze wat ze .moeten eten, als er tenminste voedsel voorradig is, we geven medische hulp en medische voorlichting, we hebben de drij vende polikliniek, waarmee we naar de mensen varen die over land niet te herei ken zijn. En bovenal: we behandelen ze als mensen. En als je ziet hoezeer ze dat al opfleurt, dat ze in him'heestachtig slechte omstandigheden nou eens niet als heest, maar als mens worden behandeld". „We zouden al dit werk natuurlijk nooit kunnen doen zonder de financiële steun en de bemoedigende reacties die we vooral uit Nederland krijgen. En in Amerika heeft men eens een vastendag gehouden. Het geld dat op die manier in ieder gezin wordt uitgespaard, krijgen wij dan: nou dat brengt wat in het laatje hoor. De mensen klagen er trouwens vaak over dat soms maar een deel van het geld, of de goederen, op de juiste plaats terechtkomt. Maar corruptie vind je overal. Hoewel ik het niet wil goedpraten, het is hier wel héél begrijpelijk. En verder kan je het van deze positieve kant bekijken: iedere cent die we krijgen, iedere deken, ieder onsje meel, ieder zakje zaad dat aankomt, is meegenomen". Het heeft er alle schijn van, clat The Academy of St-Martin-in-the Fields bezig is aan een Vïvaldi- project: enkele jaren geleden zag het befaamde Engelse kameror kest kans met een voor dc plaat overspeeld werk als de Vier Jaargetijden een nieuwe standaard voor de uitvoering te stellen, daarna verscheen een zeer pakkende, verbeeldingsvo gespeelde opname van de twaai' concerten voor één of meer vio len opus 3, '1' Estro Armonico', ni ligt er opnieuw een Vivaldi-albnxr op de markt. Ditmaal ontfermde de formatie van Neville. Marriner zich over opus 4, een reeks van twaalf vioolconcerten onder de verzameltitel 'La Stravanganza' Het verschil met opus 3 is op één punt evident.: de twaalf voor één solist geschreven concerten zijn als geheel minder complex, minder briljant van or kestrale opzet dan de voorgaande serie, die was gedacht met twee tot vier violen in de solopartijen. Met opus 3 heeft 'La Stravangan za' gemeen, dat de solopartijen van een hoge moeilijkheidsgraad zijn. En dat het gaat om licht verteerbare werken. Voor de Ar- go-opname deelden Carmel Kai- ne en Alan Loveday de vioolsoli broederlijk, elk neemt zes concer ten voor zijn rekening. Opnieuw pakkende, verbeeldingsvolle uit voeringen, waarbij men in Love- -lays aanpak iets meer virtuosi teit en hij Kaine iets meer ex pressie (langzame delen) ont moet. Dat The Academy voortref- 'elijk partij geeft spreekt vanzelf, vaarbij eens te meer het gevari- .-erde continuo-gebruik afwisse- end of gecombineerd orgel, klave cimbel, theorbe (basluit) en fagot opvalt. La Stravanganza door The Academy: een nieuwe bijdrage in een successerietje, ook door de fraai doorbekende opname. Argo ZRG 800-1, stereo). fluitconcerten uit barok en pre- klassieke periode vast. Concerten voor strijkers en fluit van Tarfci- ni, Boccherini en Mercadante. Met name dat laatste concert legt een relatie naar het klassieke concert, al kan men zich een vuriger Russisch rondo voorstel len, dan hier wordt gepresen- nieuwe, in een schappelijk mid den-prijsgebied gelanceerde serie heruitgaven. De eerste twintig re centelijk verschenen schijven be vatten werken, die men voor een deel ook al in een andere serie kon tegenkomen, de Privilege reeks namelijk. Er worden zo is de indruk uit de eerste serie VAN EN VOOR DE DRAAITAFEL I MUSICI Er is nog' een ander vermaard kamerorkest met een ander ver maarde solist te beluisteren in eveneens diverterende muziek: voor Philips legden Se- verino Gazzeloni en I Musici drie teerd. Gazzeloni speelt de con certjes met allure en met smaak, beheerst de techniek moeiteloos en produceert een prachtige toon, I Musici begeleidt subtiel, minder spits, maar wel vloeien der dan The Academy doorgaans doet. Een goede opname rondt een plaat af, aantrekkelijk voor wie wat lichtgewicht muziekjes in de kast wil hebben, (Philips 6500 611, stereo). 'Resonance' noemde DGG een platen vooral bekende klassie ke en romantische, symfonische werken en concerten in onderge bracht, maar ook wie verder wil zoeken kan er iets van zijn ga ding in aantreffen, Van beide elementen een 'voor beeldplaat'. Medio de jaren zestig verschenen de Schumann-symfo- nieen door de Berliner Philhar- moniker onder leiding van Rafael Kuhelik. Toen inderdaad uitvoe ringen die veel weerklank kregen. En die ook nu nog te noteren zijn. Kubeliks aanpak van Schu mann is er een van een gulden middenweg: bij hem treft een 'natuurlijker', vloeiender musice ren dan bij twee anderen, die in de Schumann-symfonieën op een andere manier indrukwekkend zijn: de scherp omlijnde, uit steen gehouwen vertolkingen van Klemperer en de gedreven uitvoe ringen van Ge org Sol hi. Wij be luisterden de derde symfonie van Kubelik, de 'Rheinisohe', gekop peld met de ouverture Manfred en nog goed klinkend op Reso nance 2535 118 stereo. Voor de liefhebbers in deze serie ook een aantrekkelijke Schubert- plaat: Dietrich Fischer-Dieskau zingt begeleid door Jörg Demus veertien liederen van Schubert op teksten van Goethe (Resonance 2535 104). Boeiende uitvoerin gen. Op zichzelf beschouwd, maar ook in relatie tot de Schubert- liederen, die de zanger later op nam met Gerald Moore en die van een nog sterker ingehouden dramatische kracht en spanning zijn. Een van de laatste handelingen van de gereformeerde synode van Haarlem lBUMsjj. geweest dat zij een schrijven heeft gericht aan alle kerkeraden die onder haar gezag waarin deze synode haar zorg uitspreekt 'over de geestelijke toekomst van dc jcub onze kerken'. Dit schrijven is naar aanleiding van de behandeling van het rapport deputaten voor kerk en jeugd, dat op deze synode in behandeling is geweest. De \jr vraagt aan de kerkeraden op hun vergadering de vraag aan de orde te stellen 'Hot i. komt. dat zoveel jongeren zo snel van de kerk dreigen te vervreemden'. Stilzwijg^ openlijk wordt door hen de band met de kerk verbroken. Dit schrijven van de synod?w de kerkeraden staat afgedrukt in 'Kerkinformatie' van maart van dit jaar. We lezen uit dat men in de Geref. Kerken met dezelfde vragen zit wat betreft de jongeren, alsi, in andere kerken liet geval is. Zij zijn niet zo volgzaam meer. deze jongeren, als werd verondersteld. Wie dit nog niet wist, heeft blijkbaar met gesloten ogen gelop^ Bij studentenprotesten, bezettingen en wal. er nog meer is geweest, zijn de confessionele universiteiten, de Vrije Uni versiteit te Amsterdam en de Rooms-Katho- lieke hogescholen te Nijmegen en Tilburg, waarlijk niet achtergebleven. We kregen wel eens de indruk dat. esn bepaald verzet daair minstens zo fel werd uitgevochten als dat aan de staats-hogescholen het geval was. En wat de middelbare scholen be treft. daar zit men ook steeds meer met de vraag hoe aan het christelijke en rooms- katholieke. wat de naam van deze scholen siert, inhoud moet worden gegeven, zodat het. meer is dan wat franje dat er bij hangt. Nu is het besluit van de generale synode der Geref. Kerken om aan de kerkeraden te schrijven, een gevolg van de bespreking van het rapport van haar deputaten 'Kerk en Jeugd', dat. op deze synode aan de orde is geweest. Dit was een nogal lijvig rapport, waaraan was toegevoegd een bij lage met allerlei cijfer-materiaal en tabel len, waaruit enige conclusies waren ge trokken. Het getal van hen die komen tot openbare belijdenis van hun geloof, neemt steeds meer af. Van de doopleden komen niet meer dan veertig procent daartoe. (Dit is, gezien andere kerken, nog een vrij hoog percentage). Deputaten constateren dat er gesproken kan worden van een 'versnelde uittocht van doopleden'. Dit komt omdat ze geruisloos verdwijnen bij verhuizing en die verhuizingen hebben er tegenwoordig meer plaats dan vroeger het geval was, of doordat zij zich welbewust onttrekken aan de gemeenschap Van him kerk, Deputaten menen te kunnen vaststel len dat dit laatste steeds meer voorkomt. Eén gedeelte van de jeugd (en in dezen een steeds groter wordend gedeelte) aan vaardt niet meer een eigen verantwoorde lijkheid in de kerk. Het gevolg is dat er ziéh ernstige verouderingsverschijnselen voordoen. In de Geref. Kerken mag dit dan nog niet zo direct zichtbaar zijn, in andere kerken is dit reeds wel het geval. Soms gaat het er op lijken dat kerk en jeugd niet meer bij elkaar behoren. De jeugd zoekt eigen wegen. Meer dan ooit staat de jeugd op een persoonlijke positiekeus. Zij wil zelf bepalen welke wegen zij in de toekomst zal bewandelen. Dit zal zij zich niet meer laten opdringen door wie of wat dan ook. In de brief aan de kerkeraden constateert de synode met een zekere spijtigheid dat er ouders zijn 'die in alle oprechtheid geprobeerd hebben het geloof aan hun kinderen over te dragen en die toch tot hun grote verdriet moeten erva ren, dat die kinderen andere wegen gaan en de band met de kerk stilzwijgend of openlijk verbreken." Hierbij wordt voorts vragenderwijs opgemerkt of veel jonge ren andere wegen zijn gegaan 'omdat juist bij de ouders een blijmoedige geloofsinspi- ratie meer en meer ontbrak." De jeugd (men rekent die tegenwoordig wat ruimer dan vroeger het geval was) is compleet de naoorlogse jeugd. Ze is opge groeid onder andere verhoudingen dan dat bij de ouderen het geval is geweest. Dit heeft een stempel op hun leven gedrukt en dat kunnen we overal opmerken. De voor oorlogse verhoudingen worden gemakke lijk afgedaan met een schouder-ophalen. Vroeger werd ,de jeugd vrij autoritair geleid. Er werd kortaf gezegd: zo is het en zo moet het. Dat slikt de jeugd van tegenwoordig niet meer. In ieder geval wil zij weten waarom het zo moet en zij vraagt of het ook niet anders kan. Dit hebben we na de tweede wereldoorlog over heel de linie van de samenleving kunnen beleven. Deze jeugd heeft de kerk aangevoeld als nogal autoritair en hij de geestelijke gesteldheid die haar kenmerkte is het te begrijpen dat hier conflicten moesten komen. Zoals zij afwerend kwam te staan tegenover alle gezag dat alleen maar uitging van het eigen gezag als een vanzelfsprekende zaak (-de metro in Am sterdam is een voorbeeld), ook afwerend kwam te staan tegenover het gezag van de kerk. We herinneren ons een uitspraak van een jaar of vier geleden, van iemand die wat zijn werk betreft, het een en ander met de tegenwoordige studentenjeugd te maken had. Hij zei dan: Ze vragen eerder naar een actiegroep dan naar een kerk. Toegegeven zij dat die actiegroepen tegen woordig een belangrijke plaats innemen in onze samenleving. Hoeveel groeperingen maken daarvan geen gebruik om daarmee aan him eisen kracht bij te zetten, want anders wordt er naar ons toch niet geluis terd, Zo beleven we acties van vrachtwa genchauffeurs. van landbouwers, vaa sers, van wijnboeren en van wat rfe Te voorzien valt dat het voorlopig niet afgelopen zal zijn met deze actiegr» pen. Enige weken geleden stond in 'Hervcc Nederland' een gesprek met ds. Ringrif studentenpredikant, die waarschuwde rs generaliseren. Hij constateerde dat fe mensen veel meer dan vroeger vr^ Hoe reageer ik, waar sta ik, waar ba Zowel religieus als politiek voelen jongeren waarmee ds. Ringnalda te heeft, zich als in een slop. „We wetenl hoe we er uit moeten kotnen; alle ife;. me loopt dood." Het is een vrij beeld dat hij tekent van de jonge; waarmee hij dagelijks te maken fë Maar toch ziet hij het ook weer n!eü hopeloos, ook niet wat de godsdienst I treft; alleen ze henaderen het andere kant dan vroeger door de 's gedaan werd. Dat benaderen van een andere kant, ook wel tot uiting in het schrijven va geref, synode aan de kerkeraden, Dep. de. is nl. niet gerust op het function-: van de catechese in de gemeenten a stelt de vraag: „Is de catechese wel doende afgestemd op de vragen die te jongeren zelf leven?" „Welke plaats het Bijbel-onderricht? Welke ruimte- gegeven aan informatie over de gr»; nen van het belijden der kerk?" De li- raden van de Geref. Kerken zullen ziekt de hand van dit synodale schrijven,: de catechese'moeten bezighouden Dili zoveel zeggen dat zij zelf een c groep zullen moeten zijn. want dat ii beste wijze om er zich mee beg houden. En dit geldt waarlijk voor de kerkeraden aan wie de; brief in eerste instantie is gezonden, n voor alle kerkeraden die het catecha onderricht maar al te gemakkelijk aai predikant overlaten en het goed zoals hij het- doet en pas in komen wanneer het met de cetei ergens fout loopt. Ongeveer een jaar geleden vroegen m iemand die Amsterdam nogal goeds of hij wist hoeveel actiegroepen er k stad waren, Dat kon hij mij niet pre vertellen. Wel had hij de indruk ds:' aantal overdreven wordt voorgestel! halen nogal veel publiciteit en I denkt men allicht dat ze groter ei der in aantal zijn dan de werkelijib Aan dit antwoord werd toegevoegd: nog veel meer verbaasd staan alm hoeveel verschillende godsdienstige h gieuze- groeperingen en sectarische gingen er hier- in Amsterdam zijn er van staan te kijken als u wist ka jongeren zich daarbij aansluiten, Opa van deze man, die in de hoofdstad land goed bekend is, nemen we dll a: aan. Door heel haar 700-jarige ge& nis heen is Amsterdam er om te geweest dat godsdienstige sekten peringen, die elders verdreven hier een onderdak vonden. Warns trouwens als vreemdeling in des komt, word je er wel iets van geva: Onlangs stond er in een va,n onzeteï lte dagbladen een nogal opvallende li tentie. „Heeft u een kind verloren? k Family heeft ons onze zoon afgente En dan werden opgeroepen c een actie tegen deze 'fanatieke fS3 religieuze groep' willen ondersteunen.! sterdam is natuurlijk een van de JÉ reinen van United Family en het Centraal Station deze stad iels komt haar apqstelen wel tegen. Wet: nieuwe sekte die ineens in ons lffii duikt. Hoevelen hebben we zo in dil van de jaren al niet meegemaakt. In het rapport van deputaten wore: z-egd dat ouderen zich dikwijk sï gemakkelijk afmaken van de der jongeren en ze daaa-mee in wess: ernstig neemt. Er ontstaat een ding als de werkelijke vrag< jongeren niet worden toegelaten. Di< vreemding kan zo diep zijn, rapport, dat ze gaat tot op de funic ten van het geloof. Dit is niet van nff gaande aard, zo wordt gewaarschuwd! het schrijven van de synode aan de raden kan het rapport over kerk en een verlenging krijgen op het plaal»- vlak en daar za-1 het moeten gehanteerd. .Jezus kwam en stond in hun midden en zeide: vrede zij u". (Joh- 20 26) Met deze woorden geeft de evangelist Johannes de Paasboodschap door. Eraan vooraf gaat de mededeling: „Thomas was niet met lien, toen Jezus daar kwam'. Met andere woorden: de Opgestane Heer is er, maar Thomas is er niet; hij is niet op de plaats waar hij de Heer kan vinden. Hoe vaak zeggen wij mensen niet: je merlct zo weinig van God; Is God er wel? Is de hemel niet leeg? Komen onze gebeden roei verder dan het plafond? We erva ren zo weinig van Hem! We merken zo weinig van Hem in de brute praktijk van het dagelijks leven! Be evangelist Johannes zegt: de Opgestane Heer is er! Maar zijn we er? Zijn wij op de plaats waar hij is? Net als Thomas trekken wij ons maar al te vaak terug in de bunker van on ze eigen ideeën, onze eigen problemen en vragen. We sluiten onszelf daarin op. We laten ons daar niet zo maar uitpraten. De discipe len proberen het ook. Ze slaan tegen de harde mu ren van Thomas' bunker té roepen: ivij hebben de He- re gezien. Maar hun ivoor- den dringen er niet door heen. Hoeveel mensen zit ten er zo niet in hun eigen bunlcertje. Ze zeggen: Ik ben helemaal alleen; nie mand begrijpt mij. God ook niet! De deur wordt stevig gesloten. Ik heb zo veel teleurstellende ervarin gen opgedaan met mensen; als zij beelddragers van Gos zijn, dan hoeft het voor mij niet meer! Met een klap gaat de deur dicht. Ik heb al zo ongelo felijk veel moeten verduren en nog heb ik veel te door slaan; ilc ben er zo moe van. laat mij maar met rust! Op het nachtslot gaat de deur van ons bttitl En toch: de Oor.? Heer is Hij, die <My den in de eenzaamheid, den in de vragen, in de schuld en mt de toanhoop van tö stond. Hij wil prese" midden in ons keet leen, Hij staat maat' vaak bij ons voor 5» deuren. Wanneer verf. de Heer aan Thomas'* neer hij uit zijn bfi te voorschijn komt neer hij met heel zim baarheid en ge»": naar buiten komt. neer hij zich hij ren gevoegd heelt zou het voortaan helemaal op z'n effL ben gedaan. Wat was hij het type derne mens. Maar op z'n eemh ■hij niets. Pas wa0\ zich bij de andere» gevoegd, dringt l boodschap ook door: vrede zij o. F.C.K.I&

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1975 | | pagina 18