ADOPTIE
iS
LAATSTE
IDDEL
Symfonieën, concerten en liederen
KERK EN JEUGD
ZIJN WIJ ER?
EVA DEN HARTOG:
18
PROVINCIAL! ZBHUW8! COURANT
ZATERDAG 19 APRIL It,
Majoor Eva den Hartog heeft voor liet Leger des Heils ln Zaïre, India en Vietnam ge
werkt en is sinds een jaar verantwoordelijk voor alle activiteiten van het internatio
nale Leger des Ileils in lïangla Desj. De majoor, een aardige en zeer nuchtere vrouw,
praat vol liefde en warmte over haar werk, nu ze een maand met verlof in Nederland
Is, hoewel ze er voortdurend over moet vertellen. Vorige week zaterdag ontving ze uit
handen van prins Claus een zilveren legpenning die haar was toegekend door Simavi,
de vereniging voor directe medische hulp in de tropen. Mede naar aanleiding daarvan,
maar ook omdat zij en haar werk toch al enige bekendheid genoten, wordt ze nu al-
lerwege geïnterviewd en door de mensen herkend. De dikke ober in de stationsrestau
ratie overhandigde een glaasje cassis en merkte op: „Hier ziet u alleen maar wei-door
voede mensen hè?" En als iemand weet mee te praten over het verschil tussen de
wei-doorvoede Europeanen, en westerlingen, en de mensen in de Derde Wereld, dan is
het majoor Den Iiartog wel.
(Van onze correspondent
wZo murw en kapotgeslagen als de mensen in Bangla Desj zijn, door hon
ger, ziekte en andere ellende, daar zijn geen woorden voor. Bangla Desj is
drie keer zo groot als Nederland, maar er wonen wel ongeveer 80 miljoen
mensen, waarvan de helft jonger dan vijftien jaar is. De meeste mensen
worden niet ouder dan dertig. En van dit land, dat toch al zo dicht be
volkt is, staat drie kwart drie a vier maanden van het jaar onder water".
„Maar er zijn ook streken die geteisterd worden door droogte of zelfs de
ene keer door watersnood, de andere keer door een periode van intense
droogte. Wat wil je dan nog eten, als de eerste rijstoogst mislukt door de
- watersnood en de tweede door de. moesson? Toch is Bangla Desj een zeer
vruchtbaar land. De enige oplossing voor deze steeds terugkerende rampen
is een uitgebreid systeem van dijken en bevloeiingswerken aan te leggen.
Als er eenmaal min of meer voldoende te eten is, en echt, die mensen vra
gen niet veel, dan is het misschien mogelijk uit de vicieuze cirkel te ko-
r men"
„Wa.nt hoe gaat dat: als een vrouw
zwanger is en ze eet slecht, zo slecht
dat ze een skeletje van een baby ter
wereld brengt, dan ontwikkelt dat
kind zich voor de geboorte al veel
minder goed. Het lichaampje heeft
weinig weerstand, de hersenen ont
wikkelen zich niet zoals mogelijk
zou zijn met verantwoord voedsel.
Zo'n kind zal hij voorbaat al een
achterstand hebben, zal minder
goed zijn opgewassen tegen het le
ven, geestelijk en lichamelijk, zal
ook weer geen gezonde kinderen ter
wereld brengen. Een onderdeel van
de oplossing voor dit land is dan
ook voorlopig zeer strikte family-
planning. Dat willen de mensen zelf
ook wel, maar ze weten alleen niet
hoe."
FAMILY-PLANNING
„In India is de bevolking zelf niet zo
gebrand op family-planning. Veel kin
deren sterven jong, elk paar handen
is meegenomen om op het land te
werken en zo de kost te verdienen
en als de ouders zelf te oud zijn om te
werken, zorgen de kinderen voor hen. Op
die manier betekenen de kinderen ook een
soort voorziening voor de oude dag. Maai
de miljoen in Bangla Desj die in erbar
melijke omstandigheden leven, weten dat
zo'n kind geen enkel- kans heeft. Ze huilen
als ze weten dat er weer een op komst is,
want dat is weer een maagje dat ze zo
graag zouden vullen, terwijl er geen voed
sel voorhanden is. Ze weten, dat zijzelf en
de andere kinderen nog minder te eten
zullen hebben en dat er een grote kans
bestaat dat ook het nieuwe kind na een
kort en verdrietig leven aan honger of
cholera of pokken zal sterven".
..Daarom kan ik me zo boos maken Om
mensen die hier in het Westen zoveel
kritiek hebben op de adoptie. Die roepen
dat kinderen in hun eigen land op moeten
groeien. Natuurlijk ben ik daar ook voor,
maar er is geen enkele mogelijkheid. Ik
zie geen enkele mogelijkheid voor een
menswaardig bestaan, voorlopig. Adoptie
is voor elk van die kinderen de kans van
hun leven, de kans om te leven kun je wel
zeggen. En denk niet dat die ouders het zo
leuk vinden hun kind af te staan, die
hebben het er erg moeilijk mee. Maar
toch smeken ze om hun kind in gods
naam te nemen, in het belang van het
kind zelf'-
Eva- den Hartog vertelt over het kamp
waar ze werkt, over het kleuterschooltje
dat ze in het eethuis hebben waar maxi
maal 30 kinderen vertoeven voor ze naar
Nederland gaan. „In het vluchtelingen
kamp hebben we veel kinderen uit goede
gezinnen, ik bedoel uit gezinnen waar de
ouders werkten op een stukje land dat nu
overstroomd is, of in de stad bij rijke
mensen. Totdat er een grote opruimingsac
tie werd gehouden in de krottenwijken
van de armen; die mensen werden alle
maal ondergebracht in kampen waar ze
geen werk hebben, waar iedereen even
arm is en niets heeft weg te geven zodat
ze zelfs niet kunnen bedelen".
ADOPTIE
„Ik heb nu zeven kinderen voor adoptie
.meegebracht en we willen voorlopig iedere
maand een groep naar Nederland sturen.
Momenteel is er bij de stichting voor
interlandelijke adoptie (SIA, Nieuwe
Schoolstraat 28 in Den Haag) een wacht
lijst van 2000 gezinnen die een kind willen
adopteren, maar de aanvragen blijven bin
nenstromen. En ieder kind dat uit Bangla
Desj wordt weggehaald is er een. Voor
ieder kind ben ik weer blij. Hier in
Nederland hoef je niet te kijken of een
gezin arm of rijk is, want er is altijd wel
genoeg te eten. En als er dam ook nog
genoeg liefde is. dan heeft zo'n kind toch
veel en veel meer kans op een gelukkig
bestaan dan daarginds?"
In het tehuis wordt Nederlands met de
kinderen gesproken, op het kleuterschool
tje Engels en de kinderen zelf spreken
Bengali. De Nederlandse ouders van adop
tiekinderen krijgen een lijstje met de
meest voorkomende Bengaalse woorden,
als ze een kindje krijgen dat al praat. In
een tehuis zijn voornamelijk kinderen tot
vijf jaar. Baby's moeten minimaal zes
weken daar zijn en grotere kinderen zo'n
twee maanden voor ze naar Nederland
vertrekken. De kinderen die al groot ge
noeg zijn om de verschillen op te merken,
worden dan een beetje voorbereid op hun
nieuwe bestaam, Eten van een lepeltje, niet
in je blote billen rondlopen, schoentjes
aan de voeten, blanke gezichten om je
heen en de Nederlandse taal horen om die
alvast een beetje te leren- Verder moet er
natuurlijk aan allerlei formaliteiten wor
den voldaan voor de kinderen weg kun
nen".
„Maar er zijn ook kinderen, drie in ons
tehuis, die niet zullen worden geadopteerd.
Omdat de mensen in Nederland nu een
maal in een begrijpelijk egoïsme bijvoox--
beeld geen jongetje van 12 jaar willen
adopteren dat zodanig verlamd is, dat bij
alleen maar met krukken kan lopen. Aktar
is dat, een verschrikkelijk aardig, pien
ter kereltje, dat, omdat veel van de kinde
ren een andere naam krijgen, zichzelf
onlangs Edward is gaan noemen. In Bang
la Desj heeft Aktar-Edward geen enkele
kans. We kunnen hem-niet z'n hele leven
bij ons houden en er zijn geen inrichtin
gen voor dit soort kinderen. Zoals de
zaken er nu voor staan, zal hij nooit voor
zichzelf kunnen zorgen, dus zal hij moeten
gaan bedelen.
„Ik zou voor Aktar zo dolgraag willen
dat mensen, eventueel rijke mensen, be
reid zouden zijn hem naar Nederland te
halen. Hier zou waarschijnlijk wel een
tehuis voor lichamelijk gehandicapte kin
deren zijn waar hij heen kan, misschien
zou zelfs een operatie hem een stuk kun
nen helpen. En als de mensen die hem
hierheen haalden dan alleen maar de zon
dagen hem in huis zouden willen nemen.
Hij zou het gevoel hebben ergens bij te
horen, zou een vak kunnen leren en zich
zelf later kunnen bedruipen"
VEERTIG MILJOEN....
„Soms vraag ik me wel eens, bijna
wanhopig, af hoe het mogelijk is dat God,
die naar mijn innigste overtuiging een God
van liefde is, dit allemaal kan laten gebeu
ren. Bijna 40 miljoen kinderenin Bang
la Desj in deze omstandigheden. En in alle
Aziatische landen samen zullen dit jaar,
1975, 40 miljoen kinderen alleen al van de
honger sterven. Denk eens in: kinderen-
Kinderen die in dat korte leven niets
anders zien dan stervende en lijdende
mensen. Niets anders kennen dan honger
en ziekte en tranen. Kinderen".
„Maar dan denk ik weer: God kan alleen
door ons dingen doen. En zolang er men
sen zijn die zich financieel of met daden
inzetten om het lijden te verlichten, zolang
bestaat er liefde voor de medemens, liefde
voor het leven. Je moet ook ontroerd
blijven door het lijd6n, het moet niet zo
worden dat je het niet meer ziet. Ik heb
echt het gevoel te worden gesteund door
een hogere macht die me de kracht geeft
om dit te blijven doen, dat is voor mij het
bewijs van het bestaan van de God van
liefde".
..En als ik dan denk aan de kritiek op
het Leger des Heils, en zelf héb ik ook
heus mijn kritiek, dan denk ik toch weer:
zolang het Leger een zinspreuk heeft als
„soup, soap, salvation" (soep, zeep, zalig
heid), zeer bewust in die volgorde, heb ik
er wel vertrouwen in. Er zijn mensen die
denken dat ik in Bangla, Desj rondwandel
met in de ene hand de Bijbel en in de
andere een tamboerijn Maar wat moet je
met woorden, waarom zou je het geloof
gaan brengen aan mensen met een ramme
lende maag? Eerst komt de directe -hulp,
dan de ontwikkelingshulp en dan het pra
ten over God".
OOK OP ZONDAG
„I'k zit weinig in de kerk. Als-mensen
vragen waarom, dan zeg ik: ook op zon
dag hebben mensen honger, ook op zondag
sterven ze. Trouwens al onze projecten
zijn er, noodgedwongen ook, voorlopig
vooral op gericht de materiële lioou te
lenigen. Het blijft een druppel op een
gloeiende plaat, maar we hebben bijvoor
beeld huizenbouwprojecten- De mensen die
meebouwen dan leren ze meteen wat
worden betaald in voedsel, ze krijgen
onderricht in hetere landbouw of vis
vangstmethoden, we vertellen ze wat ze
.moeten eten, als er tenminste voedsel
voorradig is, we geven medische hulp en
medische voorlichting, we hebben de drij
vende polikliniek, waarmee we naar de
mensen varen die over land niet te herei
ken zijn. En bovenal: we behandelen ze als
mensen. En als je ziet hoezeer ze dat al
opfleurt, dat ze in him'heestachtig slechte
omstandigheden nou eens niet als heest,
maar als mens worden behandeld".
„We zouden al dit werk natuurlijk nooit
kunnen doen zonder de financiële steun en
de bemoedigende reacties die we vooral
uit Nederland krijgen. En in Amerika
heeft men eens een vastendag gehouden.
Het geld dat op die manier in ieder gezin
wordt uitgespaard, krijgen wij dan: nou
dat brengt wat in het laatje hoor. De
mensen klagen er trouwens vaak over dat
soms maar een deel van het geld, of de
goederen, op de juiste plaats terechtkomt.
Maar corruptie vind je overal. Hoewel ik
het niet wil goedpraten, het is hier wel
héél begrijpelijk. En verder kan je het van
deze positieve kant bekijken: iedere cent
die we krijgen, iedere deken, ieder onsje
meel, ieder zakje zaad dat aankomt, is
meegenomen".
Het heeft er alle schijn van, clat
The Academy of St-Martin-in-the
Fields bezig is aan een Vïvaldi-
project: enkele jaren geleden zag
het befaamde Engelse kameror
kest kans met een voor dc
plaat overspeeld werk als de
Vier Jaargetijden een nieuwe
standaard voor de uitvoering te
stellen, daarna verscheen een
zeer pakkende, verbeeldingsvo
gespeelde opname van de twaai'
concerten voor één of meer vio
len opus 3, '1' Estro Armonico', ni
ligt er opnieuw een Vivaldi-albnxr
op de markt. Ditmaal ontfermde
de formatie van Neville. Marriner
zich over opus 4, een reeks van
twaalf vioolconcerten onder de
verzameltitel 'La Stravanganza'
Het verschil met opus 3 is op
één punt evident.: de twaalf
voor één solist geschreven
concerten zijn als geheel minder
complex, minder briljant van or
kestrale opzet dan de voorgaande
serie, die was gedacht met twee
tot vier violen in de solopartijen.
Met opus 3 heeft 'La Stravangan
za' gemeen, dat de solopartijen
van een hoge moeilijkheidsgraad
zijn. En dat het gaat om licht
verteerbare werken. Voor de Ar-
go-opname deelden Carmel Kai-
ne en Alan Loveday de vioolsoli
broederlijk, elk neemt zes concer
ten voor zijn rekening. Opnieuw
pakkende, verbeeldingsvolle uit
voeringen, waarbij men in Love-
-lays aanpak iets meer virtuosi
teit en hij Kaine iets meer ex
pressie (langzame delen) ont
moet. Dat The Academy voortref-
'elijk partij geeft spreekt vanzelf,
vaarbij eens te meer het gevari-
.-erde continuo-gebruik afwisse-
end of gecombineerd orgel, klave
cimbel, theorbe (basluit) en fagot
opvalt. La Stravanganza door
The Academy: een nieuwe bijdrage
in een successerietje, ook door de
fraai doorbekende opname. Argo
ZRG 800-1, stereo).
fluitconcerten uit barok en pre-
klassieke periode vast. Concerten
voor strijkers en fluit van Tarfci-
ni, Boccherini en Mercadante.
Met name dat laatste concert
legt een relatie naar het klassieke
concert, al kan men zich een
vuriger Russisch rondo voorstel
len, dan hier wordt gepresen-
nieuwe, in een schappelijk mid
den-prijsgebied gelanceerde serie
heruitgaven. De eerste twintig re
centelijk verschenen schijven be
vatten werken, die men voor een
deel ook al in een andere serie
kon tegenkomen, de Privilege
reeks namelijk. Er worden zo
is de indruk uit de eerste serie
VAN EN VOOR DE DRAAITAFEL
I MUSICI
Er is nog' een ander vermaard
kamerorkest met een ander ver
maarde solist te beluisteren in
eveneens diverterende
muziek: voor Philips legden Se-
verino Gazzeloni en I Musici drie
teerd. Gazzeloni speelt de con
certjes met allure en met smaak,
beheerst de techniek moeiteloos
en produceert een prachtige
toon, I Musici begeleidt subtiel,
minder spits, maar wel vloeien
der dan The Academy doorgaans
doet. Een goede opname rondt
een plaat af, aantrekkelijk voor
wie wat lichtgewicht muziekjes in
de kast wil hebben, (Philips 6500
611, stereo).
'Resonance' noemde DGG een
platen vooral bekende klassie
ke en romantische, symfonische
werken en concerten in onderge
bracht, maar ook wie verder wil
zoeken kan er iets van zijn ga
ding in aantreffen,
Van beide elementen een 'voor
beeldplaat'. Medio de jaren zestig
verschenen de Schumann-symfo-
nieen door de Berliner Philhar-
moniker onder leiding van Rafael
Kuhelik. Toen inderdaad uitvoe
ringen die veel weerklank kregen.
En die ook nu nog te noteren
zijn. Kubeliks aanpak van Schu
mann is er een van een gulden
middenweg: bij hem treft een
'natuurlijker', vloeiender musice
ren dan bij twee anderen, die in
de Schumann-symfonieën op een
andere manier indrukwekkend
zijn: de scherp omlijnde, uit
steen gehouwen vertolkingen van
Klemperer en de gedreven uitvoe
ringen van Ge org Sol hi. Wij be
luisterden de derde symfonie van
Kubelik, de 'Rheinisohe', gekop
peld met de ouverture Manfred
en nog goed klinkend op Reso
nance 2535 118 stereo.
Voor de liefhebbers in deze serie
ook een aantrekkelijke Schubert-
plaat: Dietrich Fischer-Dieskau
zingt begeleid door Jörg Demus
veertien liederen van Schubert
op teksten van Goethe (Resonance
2535 104). Boeiende uitvoerin
gen. Op zichzelf beschouwd, maar
ook in relatie tot de Schubert-
liederen, die de zanger later op
nam met Gerald Moore en die
van een nog sterker ingehouden
dramatische kracht en spanning
zijn.
Een van de laatste handelingen van de gereformeerde synode van Haarlem lBUMsjj.
geweest dat zij een schrijven heeft gericht aan alle kerkeraden die onder haar gezag
waarin deze synode haar zorg uitspreekt 'over de geestelijke toekomst van dc jcub
onze kerken'. Dit schrijven is naar aanleiding van de behandeling van het rapport
deputaten voor kerk en jeugd, dat op deze synode in behandeling is geweest. De \jr
vraagt aan de kerkeraden op hun vergadering de vraag aan de orde te stellen 'Hot i.
komt. dat zoveel jongeren zo snel van de kerk dreigen te vervreemden'. Stilzwijg^
openlijk wordt door hen de band met de kerk verbroken. Dit schrijven van de synod?w
de kerkeraden staat afgedrukt in 'Kerkinformatie' van maart van dit jaar. We lezen
uit dat men in de Geref. Kerken met dezelfde vragen zit wat betreft de jongeren, alsi,
in andere kerken liet geval is. Zij zijn niet zo volgzaam meer. deze jongeren, als
werd verondersteld. Wie dit nog niet wist, heeft blijkbaar met gesloten ogen gelop^
Bij studentenprotesten, bezettingen en
wal. er nog meer is geweest, zijn de
confessionele universiteiten, de Vrije Uni
versiteit te Amsterdam en de Rooms-Katho-
lieke hogescholen te Nijmegen en Tilburg,
waarlijk niet achtergebleven. We kregen
wel eens de indruk dat. esn bepaald verzet
daair minstens zo fel werd uitgevochten als
dat aan de staats-hogescholen het geval
was. En wat de middelbare scholen be
treft. daar zit men ook steeds meer met de
vraag hoe aan het christelijke en rooms-
katholieke. wat de naam van deze scholen
siert, inhoud moet worden gegeven, zodat
het. meer is dan wat franje dat er bij
hangt.
Nu is het besluit van de generale synode
der Geref. Kerken om aan de kerkeraden te
schrijven, een gevolg van de bespreking
van het rapport van haar deputaten 'Kerk
en Jeugd', dat. op deze synode aan de orde
is geweest. Dit was een nogal lijvig
rapport, waaraan was toegevoegd een bij
lage met allerlei cijfer-materiaal en tabel
len, waaruit enige conclusies waren ge
trokken. Het getal van hen die komen tot
openbare belijdenis van hun geloof, neemt
steeds meer af. Van de doopleden komen
niet meer dan veertig procent daartoe.
(Dit is, gezien andere kerken, nog een vrij
hoog percentage). Deputaten constateren
dat er gesproken kan worden van een
'versnelde uittocht van doopleden'. Dit
komt omdat ze geruisloos verdwijnen bij
verhuizing en die verhuizingen hebben er
tegenwoordig meer plaats dan vroeger het
geval was, of doordat zij zich welbewust
onttrekken aan de gemeenschap Van him
kerk, Deputaten menen te kunnen vaststel
len dat dit laatste steeds meer voorkomt.
Eén gedeelte van de jeugd (en in dezen
een steeds groter wordend gedeelte) aan
vaardt niet meer een eigen verantwoorde
lijkheid in de kerk. Het gevolg is dat er
ziéh ernstige verouderingsverschijnselen
voordoen. In de Geref. Kerken mag dit dan
nog niet zo direct zichtbaar zijn, in andere
kerken is dit reeds wel het geval. Soms
gaat het er op lijken dat kerk en jeugd
niet meer bij elkaar behoren. De jeugd
zoekt eigen wegen. Meer dan ooit staat de
jeugd op een persoonlijke positiekeus.
Zij wil zelf bepalen welke wegen zij in de
toekomst zal bewandelen. Dit zal zij zich
niet meer laten opdringen door wie of wat
dan ook. In de brief aan de kerkeraden
constateert de synode met een zekere
spijtigheid dat er ouders zijn 'die in alle
oprechtheid geprobeerd hebben het geloof
aan hun kinderen over te dragen en die
toch tot hun grote verdriet moeten erva
ren, dat die kinderen andere wegen gaan en
de band met de kerk stilzwijgend of
openlijk verbreken." Hierbij wordt voorts
vragenderwijs opgemerkt of veel jonge
ren andere wegen zijn gegaan 'omdat juist
bij de ouders een blijmoedige geloofsinspi-
ratie meer en meer ontbrak."
De jeugd (men rekent die tegenwoordig
wat ruimer dan vroeger het geval was) is
compleet de naoorlogse jeugd. Ze is opge
groeid onder andere verhoudingen dan dat
bij de ouderen het geval is geweest. Dit
heeft een stempel op hun leven gedrukt en
dat kunnen we overal opmerken. De voor
oorlogse verhoudingen worden gemakke
lijk afgedaan met een schouder-ophalen.
Vroeger werd ,de jeugd vrij autoritair
geleid. Er werd kortaf gezegd: zo is het en
zo moet het. Dat slikt de jeugd van
tegenwoordig niet meer. In ieder geval wil
zij weten waarom het zo moet en zij
vraagt of het ook niet anders kan. Dit
hebben we na de tweede wereldoorlog
over heel de linie van de samenleving
kunnen beleven. Deze jeugd heeft de kerk
aangevoeld als nogal autoritair en hij de
geestelijke gesteldheid die haar kenmerkte
is het te begrijpen dat hier conflicten
moesten komen. Zoals zij afwerend kwam
te staan tegenover alle gezag dat alleen
maar uitging van het eigen gezag als een
vanzelfsprekende zaak (-de metro in Am
sterdam is een voorbeeld), ook afwerend
kwam te staan tegenover het gezag van de
kerk. We herinneren ons een uitspraak van
een jaar of vier geleden, van iemand die
wat zijn werk betreft, het een en ander
met de tegenwoordige studentenjeugd te
maken had. Hij zei dan: Ze vragen eerder
naar een actiegroep dan naar een kerk.
Toegegeven zij dat die actiegroepen tegen
woordig een belangrijke plaats innemen in
onze samenleving. Hoeveel groeperingen
maken daarvan geen gebruik om daarmee
aan him eisen kracht bij te zetten, want
anders wordt er naar ons toch niet geluis
terd, Zo beleven we acties van vrachtwa
genchauffeurs. van landbouwers, vaa
sers, van wijnboeren en van wat rfe
Te voorzien valt dat het voorlopig
niet afgelopen zal zijn met deze actiegr»
pen.
Enige weken geleden stond in 'Hervcc
Nederland' een gesprek met ds. Ringrif
studentenpredikant, die waarschuwde rs
generaliseren. Hij constateerde dat fe
mensen veel meer dan vroeger vr^
Hoe reageer ik, waar sta ik, waar ba
Zowel religieus als politiek voelen
jongeren waarmee ds. Ringnalda te
heeft, zich als in een slop. „We wetenl
hoe we er uit moeten kotnen; alle ife;.
me loopt dood." Het is een vrij
beeld dat hij tekent van de jonge;
waarmee hij dagelijks te maken fë
Maar toch ziet hij het ook weer n!eü
hopeloos, ook niet wat de godsdienst I
treft; alleen ze henaderen het
andere kant dan vroeger door de 's
gedaan werd.
Dat benaderen van een andere kant,
ook wel tot uiting in het schrijven va
geref, synode aan de kerkeraden, Dep.
de. is nl. niet gerust op het function-:
van de catechese in de gemeenten a
stelt de vraag: „Is de catechese wel
doende afgestemd op de vragen die te
jongeren zelf leven?" „Welke plaats
het Bijbel-onderricht? Welke ruimte-
gegeven aan informatie over de gr»;
nen van het belijden der kerk?" De li-
raden van de Geref. Kerken zullen ziekt
de hand van dit synodale schrijven,:
de catechese'moeten bezighouden Dili
zoveel zeggen dat zij zelf een c
groep zullen moeten zijn. want dat ii
beste wijze om er zich mee beg
houden. En dit geldt waarlijk
voor de kerkeraden aan wie de;
brief in eerste instantie is gezonden, n
voor alle kerkeraden die het catecha
onderricht maar al te gemakkelijk aai
predikant overlaten en het goed
zoals hij het- doet en pas in
komen wanneer het met de cetei
ergens fout loopt.
Ongeveer een jaar geleden vroegen m
iemand die Amsterdam nogal goeds
of hij wist hoeveel actiegroepen er k
stad waren, Dat kon hij mij niet pre
vertellen. Wel had hij de indruk ds:'
aantal overdreven wordt voorgestel!
halen nogal veel publiciteit en I
denkt men allicht dat ze groter ei
der in aantal zijn dan de werkelijib
Aan dit antwoord werd toegevoegd:
nog veel meer verbaasd staan alm
hoeveel verschillende godsdienstige h
gieuze- groeperingen en sectarische
gingen er hier- in Amsterdam zijn
er van staan te kijken als u wist ka
jongeren zich daarbij aansluiten, Opa
van deze man, die in de hoofdstad
land goed bekend is, nemen we dll a:
aan. Door heel haar 700-jarige ge&
nis heen is Amsterdam er om te
geweest dat godsdienstige sekten
peringen, die elders verdreven
hier een onderdak vonden. Warns
trouwens als vreemdeling in des
komt, word je er wel iets van geva:
Onlangs stond er in een va,n onzeteï
lte dagbladen een nogal opvallende li
tentie. „Heeft u een kind verloren? k
Family heeft ons onze zoon afgente
En dan werden opgeroepen c
een actie tegen deze 'fanatieke fS3
religieuze groep' willen ondersteunen.!
sterdam is natuurlijk een van de JÉ
reinen van United Family en
het Centraal Station deze stad iels
komt haar apqstelen wel tegen. Wet:
nieuwe sekte die ineens in ons lffii
duikt. Hoevelen hebben we zo in dil
van de jaren al niet meegemaakt.
In het rapport van deputaten wore:
z-egd dat ouderen zich dikwijk sï
gemakkelijk afmaken van de
der jongeren en ze daaa-mee in wess:
ernstig neemt. Er ontstaat een
ding als de werkelijke vrag<
jongeren niet worden toegelaten. Di<
vreemding kan zo diep zijn,
rapport, dat ze gaat tot op de funic
ten van het geloof. Dit is niet van nff
gaande aard, zo wordt gewaarschuwd!
het schrijven van de synode aan de
raden kan het rapport over kerk en
een verlenging krijgen op het plaal»-
vlak en daar za-1 het moeten
gehanteerd.
.Jezus kwam en stond in
hun midden en zeide: vrede
zij u". (Joh- 20 26)
Met deze woorden geeft de
evangelist Johannes de
Paasboodschap door. Eraan
vooraf gaat de mededeling:
„Thomas was niet met lien,
toen Jezus daar kwam'.
Met andere woorden: de
Opgestane Heer is er, maar
Thomas is er niet; hij is
niet op de plaats waar hij
de Heer kan vinden. Hoe
vaak zeggen wij mensen
niet: je merlct zo weinig
van God; Is God er wel? Is
de hemel niet leeg? Komen
onze gebeden roei verder
dan het plafond? We erva
ren zo weinig van Hem!
We merken zo weinig van
Hem in de brute praktijk
van het dagelijks leven!
Be evangelist Johannes
zegt: de Opgestane Heer is
er! Maar zijn we er? Zijn
wij op de plaats waar hij
is? Net als Thomas trekken
wij ons maar al te vaak
terug in de bunker van on
ze eigen ideeën, onze eigen
problemen en vragen. We
sluiten onszelf daarin op.
We laten ons daar niet zo
maar uitpraten. De discipe
len proberen het ook. Ze
slaan tegen de harde mu
ren van Thomas' bunker té
roepen: ivij hebben de He-
re gezien. Maar hun ivoor-
den dringen er niet door
heen. Hoeveel mensen zit
ten er zo niet in hun eigen
bunlcertje. Ze zeggen: Ik
ben helemaal alleen; nie
mand begrijpt mij. God
ook niet! De deur wordt
stevig gesloten. Ik heb zo
veel teleurstellende ervarin
gen opgedaan met mensen;
als zij beelddragers van
Gos zijn, dan hoeft het
voor mij niet meer! Met
een klap gaat de deur
dicht. Ik heb al zo ongelo
felijk veel moeten verduren
en nog heb ik veel te door
slaan; ilc ben er zo moe
van. laat mij maar met
rust! Op het nachtslot gaat
de deur van ons bttitl
En toch: de Oor.?
Heer is Hij, die <My
den in de eenzaamheid,
den in de vragen,
in de schuld en mt
de toanhoop van tö
stond. Hij wil prese"
midden in ons keet
leen, Hij staat maat'
vaak bij ons voor 5»
deuren. Wanneer verf.
de Heer aan Thomas'*
neer hij uit zijn bfi
te voorschijn komt
neer hij met heel zim
baarheid en ge»":
naar buiten komt.
neer hij zich hij
ren gevoegd heelt
zou het voortaan
helemaal op z'n effL
ben gedaan. Wat
was hij het type
derne mens.
Maar op z'n eemh
■hij niets. Pas wa0\
zich bij de andere»
gevoegd, dringt l
boodschap ook
door: vrede zij o.
F.C.K.I&