SURINAME WEET DAT NEDERLAND NIET HARD DURFT TE WEIGEREN LUCHTVERVUILING BEDREIGT OUDE SCHILDERIJEN Mager resultaat van 10 dagen 'onafhankelijkheids-top 23 ZATERDAG 29 MAART 1973 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Het was te voorzien: het overleg tussen Neder land en Suriname over de onafhankelijkheid van het koninkrijksdeel zal nog een vervolg moeten krijgen. Na tien dagen vergaderen in het Catshuis te Den Haag eerst met de rege ring van de Nederlandse Antillen erbij, later alleen met de Surinaamse delegatie is de zo genaamde 'koninkrijkstop' verdaagd tot 14 mei. Dan begint in Paramaribo de volgende, laatste besprekingsronde. Erg veel concreets is er in Den Haag niet be reikt. Eigenlijk zijn alleen ronde afspraken ge maakt over de regeling van de defensiekwes tie. Twee andere vitale kwesties zijn opgescho ven: de ontwikkelingssamenwerking en de voorkeursbehandeling die Nederland na de onafhankelijkheid aan Surinamers zou moeten geven. Partijen kwamen daarin niet veel verder dan de conclusie dat er overeenkomsten en ver dragen over zullen moeten worden gesloten. De Surinaamse delegatie heeft zich er op de Haagse top toe beperkt om een aantal ver strekkende eisen op tafel te leggen en vervol gens de Nederlandse reacties aan te horen. Op voorzichtige voorstellen van Nederlandse kant gingen minister-president Arron en de aanwezi- eg leden van zijn kabinet heel vrijblijvend in. Premier Den Uyl typeerde het overleg over het programma voor de sociaal-economische ont wikkeling van Suriname de zaak waar het op het moment van de onafhankelijkheid om draait als 'verkennende besprekingen'. Dal er nogal wat verschillen van mening waren ontstaan noemde hij achteraf 'niet zo verwon derlijk'. Het is nu echt de bedoeling dat men er in mei in Paramaribo een punt achter zet. Of daarna de hele parlementaire behandeling nog op tijd voor Suriname kan worden afge werkt? Den Uyl: ,Je weet nooit hoeveel rek er nog in het elastiek zit". SURINAME Vliegveld Zanderij. De drie wekelijkse enkele reis naar Schiphol. Tot ziens in Holland. drie koninkrijkspartners met elkaar vastgelegd dat Nederland ook na de onafhankelijkheid van Suriname een bijzondere verantwoordelijkheid er kent en ervaart. Arron en zijn minis ters houden daar scherp aan vast- Dat geldt ook voor de uitgangspun ten van de ontwikkelingssamenwer king, straks na onafhankelijkheids dag- 1 vergroting van de economi sche weerbaarheid. 2. vergroting van de werkgelegenheid. 3 verbetering van het woon- en leefklimaat in Suriname- 'DE BOOT MISSEN...' Juist omdat alle Nederlandse finan ciële verplichtingen aan de republiek Suriname onder de noemer ontwik kelingssamenwerking worden ge bracht staat het kabinet-Arron bij de onderhandelingen over dit onder werp op scherp. Dat. bleek bij voor beeld toen na het dagenlange over leg aan de Surinaamse minister van opbouw, drs. M. C. Cambridge werd gevraagd hoe het staat met ae be langstelling van andere dan Neder landse investeerders- Hij gaf prompt een rijtje namen van landen, waar uit interesse is gebleken: Japan, Duitsland. Noonvegen. Canada. Ven ezuela, Italië, Korea. De Surinaamse bodemschatten trekken: bauxiet., goud. kwartszand. lateriet. Snerend voegde de minister er aan toe: „Het zou niet de eerste keer zijn als Nederland in Suriname óe boot mist—" Het integrale ontwikkelingsplan wil de economische weerbaarheid van het land vergroten door spreiding van industriële activiteiten en door bevordering van landbouw, veeteelt, mijnbouw andere delfstoffen dan alleen de bauxietwinning, die op het ogenblik voor 91 procent van de export zorgt), visserij, bosbouw en energievoorziening. In het topover- leg op het Haagse Catshuis deze week zijn partijen nog niet verder gekomen dan de afspraak dat het ontwikkelingsplan het programma van projecten dus) als grondslag zal dienen voor de verdere besprekingen in Paramaribo over de ontwikke lingssamenwerking. De Surinaamse delegatie heeft zich met uitspraken bijzonder op de vlakte gehouden. Men nam kennis van de Nederlandse filosofieën over het uiteindelijke hulpbedrag bij de onafhankelijkheid, men nam kennis van de opvatting van minister Pronk dat hij een zeke re mate van inspraak wil bij de besteding van de hulpgelden Het achterste van hun tong lieten de Surinaamse ministers voorlopig nog niet zien. En zo bespeelden ze be kwaam de gevoelige onöerhandelings- plekken van de Nederlandse rege ring: de erkenning van het volstrekt onafhankelijk optreden van het Suri naamse kabinet op weg naar de zelfstandigheid en het zelfverwijt over de vroegere koloniale verhou dingen. In de miljoenendans rondom de toekomstige ontwikkelings-relatie met Suriname heeft de Nederlandse regering al moeten toegeven op pun ten. waar men aanvankelijk een dui delijk afwijzende houding innam. De defensie is zon voorbeeld Eerst was het- Nederland kan toch moei lijk de defensie van een ander onaf hankelijk land gaan bekostigen. Suri name had gevraagd om gelden voor de aankoop van een aantal helikop ters en patrouilleboten voor de kust en grensbewaking. Via de ontwikke lingsbijdrage heeft men er iets op gevonden. Suriname krijgt niet al leen gratis alle uitrusting en gebou wen van de huidige TRIS. de troe penmacht in Suriname, maar ook een bedrag van f 31.4 miljoen extra aan ontwikkelingshulp die dan kan worden gebruikt voor uitgaven ten behoeve van 'ae aanpassing van de inrichting van ae defensie die Suri name noodzakelijk acht". APARTE PLAATS In "net gehele Nederlandse beleid, gericht op internationale hulpverle ning zaï net pakket van overeenkom sten dat in de komende maanden wordt gesloten met Suriname nog lang een aparte plaats innemen. Toch wil Nederland een vinger In de pap houden bij de besteding van de ontwikkelingsgelen in Suriname, zo als dat ook in de andere zogenaamde concent rat ielanden van Nederlandse '.niwikkeUngssarnenvrerking het ge. val is 'Bangla Des;. Indonesië. Ivoor- >:uv, om er enkele te noemen). De weten. Suriname wil volkomen vrij zijn in de besteding van de golden, zou het geld a fonds perdu willen hebben. De 'minimale toetsing' waar op van Den Haag uit wordt aange drongen ziet Suriname als een nieu we vorm van Nederlandse bedilzucht. De inmiddels ontbonden koninkrijk*- commissïe'. die in de afgelopen twee jaar de basis heeft gelegd -roert de onafhankelkheidsonöerhandelin- cer.. heeft in haar rapport gezegd dat Suriname eigenlijk een periode van dertig jaar een generatie nodig heeft om met. hulp van Neder land haar zelfstandigheid in alle op zichten te verwerkelijken. Dat legt duidelijke beperkingen aan bij een politiek van wereld wijde ontwikke lingssamenwerking. zoals het Neder landse kabinet ook voorstaat. Minis ter Pronk heef', enkele maanden ge leden een opmerking gemaakt die hem in Surinaamse Kr. r. gen bijzon der is kwalijk genomen. Deze: „Elke ruiden meer naur Suriname is een gulden minder naar Bangla Desj". Suriname, op het ogenblik al met één voet op de volledige zelfstandig heid. wil van Nederland In de ko mende jaren bij haar eigen ontwik kelingspolitiek het voordeel van de twijfel. Nederland durft daar niet zo hard 'nee' op te zeggen en vraagt voorzichtig om meer zekerheid dat de hoge bedragen in Suriname ge richt en verantwoord besteed zullen worden. Den Uyl zal het nog moei lijk krijgen, als liij in mei In Para maribo een streep onder de onder handelingen wil zetten. DEN HAAG De Surinaamse minister-president Henck A. E. Arron rolt een shagje en ontwijkt even daarna diplomatiek het antwoord op de vraag 'hoe tevreden' zijn delegatie eigenlijk is. De klok wijst half een in de nacht. Op de vier keer met een uur opge schoven persconferentie in een hotelzaal tegenover het Catshuis worden de voorlopige conclusies rondgedeeld van het twee zijdig overleg tussen Nederland en het rijksdeel Suriname dat eind november een zelfstandige republiek moet worden. Men is er opnieuw niet uitgekomen. In de officiële verklaringen vanachter de tafel met ministers heet het dat in de besprekingen 'goede vor deringen' zijn gemaakt. In werkelijkheid zijn alleen de gemakke lijkste problemen op de weg naar de nieuwe onderlinge staatkun dige verhoudingen tussen Nederland en Suriname opgelost. Om de hamvraag loopt men nog met een grote boog heen: hoe lang zal Nederland hoeveel ontwikkelingsgeld voor welke doeleinden in Suriname steken? Over zeven weken zullen de delega ties van beide lean ten in Paramaribo afsluitend beraad voeren. Arron en zijn ministers hebben het daar wel een beetje op laten aankomen- De laatste protocollen van de onderhan delingen moeten uit prestige-overwe- gingen in de Surinaamse hoofdstad worden getekend, vinden ze. Maar voordat het zover is zal er van Surinaamse kant nog een stevig par tijtje blufpoker worden gespeeld. Wanneer het land zich losmaakt van het in 1954 met Nederland en de Nederlandse Antillen gesloten konin krijksstatuut wil het zich tot in een lengte van jaren verzekerd weten van een betrouwbare ruggesteun voor de sociaal-economische ontwik keling. Nederland wil op geen enkele manier de indruk wekken dat het Suriname in de steek laat. Het kabi- net-Arron speelt op die wat afhou- derige, maar toch bijzonder voor zichtige en minzame Nederlandse opstelling met een gewiekste onder- handelingstaktiek in- Het is de be doeling dat alle huidige financiële relaties tussen beide koninkrijksde- len straks onder één post worden ondergebracht: de toekomstige ont wikkelingssamenwerking. De ver schillen van mening daarover zijn voorlopig de wereld nog niet uit. Men is het niet eens over de hoogte van het bedrag, niet over de periode waarover dat moet worden uitge smeerd, niet over de bestemmingen van de gelden en de invloed daarop van Nederlandse kant. NOG GEEN BEDRAGEN De Surinaamse regeringsdelegatie vraagt veel, overvraagt. Ze weet dat zelf echt wel. Maar ze weet ook dat het Nederlandse kabinet, belast met 'verplichtingen', er moeite mee heeft om hard weigerachtig te doen. Daar om is er de afgelopen weken in het Catshuis alleen nog maar in de wan delgangen over de harde punten van het verdrag over de toekomstige ontwikkelingssamenwerking gepraat. In het officiële overleg zijn nog geen bedragen genoemd. „Toch zal het bedrag op een goed moment over tafel moeten komen", zei minis ter Pronk ontwikkelingssamenwer king) deze week aan het slot van Voor het grootste deel zou dat be drag uit Nederland moeten komen. De Nederlandse sectie van de plan- commissie vindt het niet reëel om in een zodanig tempo zoveel geld in Suriname's ontwikkeling te pompen. De redenering is dat een Idein land op weg naar zijn economische zelf standigheid Suriname heeft op het ogenblik nog ruwweg 300.000 inwoners in eigen huis. net zo veel als er in de provincie Zeeland wonen zo'n ontwikkelingsbedrag doodeenvoudig niet kan verwerken. In het rapport wordt gezegd dat er 'een grens is aan de omvang van de investeringen, die een economie kan absorberen'- Minister Pronk is hei met die opvatting eeas: hij vindt dat Suriname op zijn mins; 15 jaar moet uittrekken om het ontwikke lingsplan uit te voeren. ANDERE BRONNEN Zoals de zaken er op het ogenblik voorstaan lijkt bet erop dat Neder land bereid is om Suriname maxi maal 2 miljard guldens aan ontwik kelingssteun toe te zeggen. Aanzien lijk minder dus dan voor het ont wikkelingsplan nodig is. Er is de Surinamers te verstaan gegeven dat ze voor het grootscheepse investe ringsprogramma ook andere bron nen kunnen aanboren: eigen midde len (besparingen), de internationale kapitaalmarkt, andere landen en or ganisaties die ontwikkelingshulp ver lenen. Nederlandse deskundigen op het gebied van ontwikkelingssamen werking hebben enkele weken voor de 'koninkrijkstop' in Den Haag de suggestie laten vallen om voor de hulpverlening aan Suriname een in ternationaal samenwerkingsverband (een consortiumte vormen, waar door de regelrechte band tussen bei de landen m ae toekomst wat min der hecht, zou behoeven te blijven. Arron heeft dat idee meteen bij zijn aankomst op Schiphol afgewezen Het is in het officiële overleg ook niet meer op tafel geweest. Al in mei van het vorige jaar hebben de het overleg- Van hem is bekend dat hij beslist niet wil meegaan met de meest ambitieuze versie van het plan dat een gemengd Surinaams- Nederlandse commissie van deskun digen heeft opgesteld voor de soci aal-economische opbouw van Surina me. De investeringen, nodig om dat plan uit te voeren komen op een totaalbedrag van 6,3 miljard Suri naamse guldens. Vier van de vijf Surinaamse deskundigen uit de com missie willen dat zogenaamde 'inte grale ontwikkelingsplan' uitvoeren in tien jaar. mÊtMOBmUÊM Toenemende luchtvervuiling vormt een steeds ernstiger bedrei ging van ons bezit aan oude schilderijen. Mejuffrouw drs. Ade line Janssens, directrice, van het Centraal Museum, noemt de situatie zonder meer 'alarmerend'. ,Er zijn stukken die de laat ste dertig jaar harder achteruit zijn gegaan dan in alle vorige eeuwen van hun bestaan." De conservator van de schilderijen, Jos de Meijere, bevestigt het: „Bij de restauratie van de Sint-Nicolaas in Gent hebben ze op plaatsen, waar ze tot op dat moment nooit bij konden komen, roet en viezigheid aangetroffen tot een laag van dertig centime ter. In de totale luchtvervuiling komt ook die ellende onze Ne derlandse musea binnen." Juffrouw Janssens: -.Hout. textiel en het. linnen van de schilderijen, het. is allemaal van levend materiaal afkomstig en dat wordt snel aange tast. In het Centraal Laboratorium te Amsterdam is nagegaan welke invloeden er belangrijk zijn bij de conservering en daar bleek een con stante relatieve vochtigheid van 55 procent ideaal te zijn alsook dat de luchtvervuiling duchtig bestreden dient te worden". Hoe zou het gedaan moeten wor den? „De musea zouden moeten worden voorzien van een volledige air-condi- tioning met diverse filters. Maar dat Is. zeker in een oud gebouw, bijna met te doen en niet te betalen. Bovendien zou zoiets technisch al leen maar mogelijk zijn als we een aparte koeltoren voor het water lie ten bouwen. Het Catharijne-convent krijgt overigens zo'n air-conditio ning". Wat voor stoffen moeten er zoal uitgefilterd worden? Mej. Janssens: „Stikstof bijvoor beeld. Er zit nu veel meer stikstof in de lucht, dan vroeger, vooral in de grote steden. Het Prentenkabinet van het Museum Boymans-Van Beu- ningen in Rotterdam heeft, zelfs een speciaal stikstof filter. Je bent ook zeer afhankelijk van de windrich ting. je moest eens weten wat voor vuil er allemaal uit Pernis naar ons toe waait". Jos de Meijere: „Filters zitten hier ook in de machines die de vochtig heid van de lucht op peil houden. Wanneer je namelijk gewoon leiding water in de lucht verspreidt, krijg je een condens op de schilderijen, waaruit na twee of drie jaar kalkaf- zetting voortkomt. Daarom wordt het water dan ook gedeminerali- seerd". Voorts geldt in het museum het parool: deuren en ramen dicht, maar er moet nu eenmaal wel eens gelucht worden, wat dan meestal in de ochtenduren, voor de openstelling gebeurt. Een positief punt in de vervuilingsnarigheid is de ligging van het Centraal Museum, niet hele maal in het centrum en goed van het verkeer afgeschermd door de oude stallen en met veel groen en bomen in de tuin. Jos de Meijere: „Die bomen, trouwens alle groen, slorpen heel veel vuil op". Maar behalve het creëren van een ro goed mogelijk klimaat, wordt ook de reeds geleden schade zo goed mogelijk hersteld. Er wordt nu door de staf van het Centraal Nuseum een rapport opgesteld over de toe stand van het hele bezit van het museum. Juffrouw Janssens wil wel kwijt dat er heel veel moer. gebeu ren. Maar van een panieksituatie wil ze toch niet spreken. Wel wil zij en ook conservator Jos de Meijere duidelijk maken voor welke problemen men bij restaura tie komt te staan. „Er zijn diverse manieren voor restaureren. Je kunt alles schoonmaken en waar nodig overschilderen of invullen. In Italië gebeurt dat laatste meestal niet. daar worden de kale plekken netjes gearceerd, ze blijven dus goed als zodanig zichtbaar. Maar een zeer belangrijke manier van restaureren is die- waarbij tevens een weten schappelijk onderzoek wordt ver richt. Dan worden niet alleen de conservator en de restaurateur erbij betrokken maar ook een kunsthisto ricus. die een speciale studie van het schilderij maakt en een chemicus en-of natuurkundige. INFRAROOD Een vooraanstaand man in deze is dr. J. R. J. van Asperen de Boer, die de reflectografie heeft uitgevonden. Hij is in staat met behulp van infrarode stralen door de verf heen te fotograferen zodat je precies kunt zien. hoe de schilder het werk heeft opgezet. „Van Asperen de Boer beeft voor ons de Lokhorst-triptiek, door Jan van Scorel in 1526 en 1527 gemaakt, zö gefotografeerd, dat we nu heel precies weten hoe Van Scorel teken de. Nu kennen we zijn manier van tekenen, vergelijken die met andere, zodat we meer te weten kunnen komen over werken, waarvan we niet zeker zijn of ze wel door Van Scorel gemaakt zijn". Het apparaat van Van Asperen de Boer is tevens verbonden met een televisiescherm, dat tijdens het foto graferen reeds aantoont wat er op de foto komt te staan en dat dus tevens dienst doet als zoeker. Het is opvallend hoe perfect de met houts kool gemaakte ..ondertekening" (niet te verwarren met de handtekening van de schilder) op de foto door komt. de verschillen tussen deze te kening en het uiteindelijk resultaat zijn evident. ONVOLLEDIG De aanbidding der herders, een schilderij dat in het begin van de zeventiende eeuw is gemaakt door Abraham Bloemaert, is een voor beeld van een geslaagde restauratie, verricht door een Nederlandse top- restaurateur, in dit geval P. Her- mesdorf uit Ulestraten-Schietecoven, een dorpje bij Maastricht. Wie goed kijkt, zal merken dat het werk niet volledig is gerestau reerd. Rechts onderaan ligt een boek. waarschijnlijk een bijbel voor stellend. Daaromheen is iets wazigs te zien. Het is niet te achterhalen wat Bloemaert daar ooit heeft ge schilderd. Conservator en restaura teur besloten het probleem niet weg te schilderen, de discussie is nog open. Misschien dat een onbevoor oordeelde bezoeker nog eens een brain-wave heeft en opeens ziet wat het zou moeten zijn. Eén ding is in het gesprek over hpt bestrijden van de milieuvervui ling en de restauratiewerkzaamhe den niet ter sprake gekomen: het geld. Nu praten ze in musea nooit met buitenstaanders over geld, maar ditmaal is er een extra reden. Vrij wel elke schatting zal te laag zijn er is voor vele deskundigen jaren werk en de museumleiding zou niet graag de kans willen lopen, door eventuele suhsidiënten aan zo'n schatting te worden gebonden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1975 | | pagina 23