Hoe dreef de PZEM naar de 'rode cijfers'?
Vormingswerk moet concrete
toekomstbeelden ontwikkelen
B. en w. Borsele voor actie
rondweg 's-Gravenpolder
7
Honderden
'nonganzen'
bij Kamperland
„INTEGRATIEPLANNEN VOOR DE
SCHOOLARTSENDIENSTEN
SCHRIKKEN SOLLICITANTEN AF"
Eerste vlinder
waargenomen
WOENSDAG 15 JANUARI 1975
PROV
INCIALE ZEEUWSE COURANT
CONFERENTIE OVER EDUCATIEVE VOORZIENINGEN VOOR JONGEREN TE TILBURG
c. W. LOOMAN:
„VORMINGSWERK ONTDOEN
VAN VRIJBLIJVEND
KARAKTER"
(Van onze verslaggever)
TILBURG Volgens de heer C. W.
Lnoman van de Brabants-Zeeuwse
Christelijke Werkgeversvereniging, die
als voorzitter fungeerde van een één-
dagsconferentie te Tilburg over educa
tieve voorzieningen voor werkende
jongeren, zal het vormingswerk ge
sterkt door wetenschap meer concrete
toekomstbeelden moeten ontwikkelen
ora van 'zijn vrijblijvend karakter ont
daan te worden.
Hij vond het jammer dat de werkge
vers te veel horen dat men in de
maatschappijkritiek erg negatief is in
gesteld op de huidige samenleving. De
vormingsinstituten moeten oppassen
dat zij door hun instelling geen weer
stand oproepen bij ouders en leerlin
gen, zei hij. Looman: „Wij hebben de
indnik dat men dikwijls in het vor
mingswerk denkbeelden die nog niet
boven de discussies zijn uitgetild, zon
der meer tracht over te brengen op
weinig weerbare jongeren. Het enige
resultaat van dit alles is wellicht dat
de belangstelling voor dit onderwijs is
ontstaan, maar zo vergoeilljkte bij
zijn kritiek, we gaan natuurlijk ak
koord met een onderwijs waarin voor
iedereen gelijke kansen zijn- Volgens
hem lijkt het er op dat men zich
bezighoudt met onderwijsvormen
voor werkende jongeren die als de
voorgestelde vorm zich ontwikkelt, in'
1980 niet meer zullen bestaan. Hij zag
meer in een hervorming van net pri
mair en secundair onderwijs teneinde
deze stap te kunnen realiseren. De
categorie werkende jongeren van 14
tot 18 jaar neemt stelselmatig af. In
1969 waren er nog 450.000, nu zijn er
300.000 en als deze trend zich doorzet
zullen er rond 1984 nog weinig of
geen werkende jongeren meer zijn,
dus ook geen partiële leerplicht. Het
lijkt ons. aldus de heer Looman, dat
de motivatie en daarmee de begelei
ding van de jongste mensen uit onze
maatschappij een groter aantal pro
blemen oplost, dan het intensiveren
van het vormingswerk en het beroeps
begeleidend onderwijs. Men zal cru
zijn om de werkende jongeren in de
kou te laten staan, maar volgens ons
gehort het nogal aan visie bij alle
participanten. Wat de leerlingen onder
andere betreft, zei hij dat die slecht
worden opgevangen, slecht gemoti
veerd zijn en dat het voor hen in
wezen niet hoeft. De Brabant-Zeeuwse
s geloven dat alles rondom
de educatieve voorzieningen in een
stroomversnelling is gekomen waarin
het niet hoort- Iedereen zal er bij
gebaat zijn de leerlingen niet in de
laatste plaats als de weg duidelij
ker gemarkeerd gaat worden en meer
in de lijn komt van de ontwikkeling
van de maatschappij, aldus de heer
Looman. Hij zei verder belangstellend
uit te zien naar het contouTenplan dat
minister Van Kemenade in de loop
van 1975 heeft
Samensmelting
De onderwijsminister was op de con
ferentie aanwezig om toelichting te
geven op zijn inmiddels bekende v<
stellen voor de samensmelting
vormingswerk en beroepsbegeleidend
onderwijs waarmee al wordt geëxperi
menteerd en uitbreiding van de partië
le leerplicht. Ten aanzien van die
samenwerkingsprojecten wil de minis
ter een progressief faciliteitenbeleid
voere- „Als er niets gebeurt wil ik
door bevriezing van faciliteiten toch
tot de gewenste ontwikkeling komen".
Wat betreft de relatie die wel eens
wordt gelegd tussen de tweede dag
partiële leerplicht en toenemende
jeugdwerkloosheid zei de bewindsman
dat de jeugdwerkloosheid moet wor
den gezien als een gevolg en een
onderdeel van de algemene werkgele-
genheidsproblematiek.
Van Kemenade: „Jongeren nemen in
de arbeidsmarkt altijd een relatief
zwakkere positie in. Ook bij vroegere
recessies in de arbeidsmarkt is voor
hen de werkloosheid altijd groter ge
weest dan de gemiddelde werkloos
heid". De uitbreiding van de partiële
leerplicht zal de aandacht van de
minister blijven houden.
Drs. C. Nooijen, coördinator van het
streekcentrum voor vorming en oplei
ding in Tilburg, gaf enkele knelpunten
aan in de huidige situatie. Door het
vrijblijvend karakter staat het vor
mingswerk bij ouderen en leerlingen
in een kwade reuk. Het leerlingenbe
stand is zo heterogeen opgebouwd
('van blo tot mavo') dat er moeilijk
mee valt te werken en 15% van
Hij wees verder op
een maatsohappelijke onderwaarde
ring van het vormingswerk die onder
andere tot uitdrukking komt in de
veelal miserabele huisvesting. „De ge
bouwen zijn afdankertjes, experimen
teerruimte is er niet, men moet vol
staan met lokalen van acht bij acht
meter". De grootste grief had de heer
Nooijen tegen de onzekerheid van het
beleid inzake de partiële leerplicht.
Het onderwijzend personeel weet niet
waar het aan toe is. Vervolgens gaf
de heer G. Martijn, voorzitter van het
(ADVERTENTIE)
een miljoen gulden aan prijzen j
-
T~*j -*
-v,
PEUGEOT te winnen In de Nationale
ran voor Leven" In deze krant Deze week
4 t.w.v. ƒ9.645,- aangeboden door Gebr,
icht PUZZEL MEEI
provinciaal centrum van het NKV in
Brabant, uiting aan de vakbondswen-
sen die er op neerkomen dat het
participatie-onderwijs aan werkende
jongeren geen 'restschooV mag wor
den, geïsoleerd van andere onderwijs
vormen. De heer H- Okhuijsen van
Philips Eindhoven, releveerde prakti
sche problemen in de bedrijven. Tot
slot was er een forumdiscussie,
Rijkspolitie houdt
'open huis' in
nieuw groepsbureau
ZOUTELANDE Het nieuwe groeps
bureau van de groep Zoutelande van
de rijkspolitie wordt maandag offici
eel in gebruik genomen. Aan de offici
ële opening gaat een bijeenkomst voor
af die om twee uur in gebouw Mid
dendorp in Zoutelande begint. Daarna
zal omstreeks half vier burgemeester
Francke van Valkcnisse de vlag hijsen
op het nieuwe bureau.
Tijdens de officiële opening, die zal
worden bijgewoond door onder ande
ren het voltallig personeel van de
groep Zoutelande. zal een voertuigen-
s'now worden gegeven.
Dinsdagavond is er van 19 tot 21 uur
open huis voor de inwoners van de
gemeenten Westkapelle, Valkenisse en
Mariekerke, het 'werkterrein 'van de
groep.
Honderden brandganzen waren
zondag te zien bij de Noord-
Bevelandse oever van het Veerse
Meer. De opvallende vogels wer
den ons gemeld door dr. J. P.
Rijken, chirurg te Middelburg,
die met vrouw en kinderen de
ganzen waarnam ten zuiden van
Kamperland. Hoogstwaarschijn
lijk zullen de dieren de komende
tijd in aantal toenemen want ze
houden nogal van gezelligheid.
Soortgenoten strijken dan op hun
omzwervingen bij hen neer zodat
in de loop van de winter dikwijls
grote troepen gevormd worden.
De brandgans heeft een opvallend
zwart-wit getekend verenkleed en
de volksnaam 'non-gans' is dan
ook keel wat beter dan de offi
ciële Nederlandse naam die wei
nigzeggend is. Een ander duide
lijk kenmerk voor deze ganze-
soort is de merkwaardige roep.
Het geluid klinkt vanuit de verte
als het korte gekef van honden.
De winterbiotoop beperkt zich
tot moerassen, graslanden en
soms bouwlanden vrijwel uitslui
tend langs de Noordzeekust. De
broedgebieden zijn zeer noorde
lijk gelegen, onder andere op
Groenland,''Nova Zembla, Spits
bergen en sedert 1957 op het
eiland Waigatsj. De soort nestelt
op steile rotskusten. Het is zo
goed als zeker dat alle brandgan
zen die op Nova Zembla en Waj-
gatsj broeden, in Nederland over
winteren, De Groenlandse popula
tie trekt in het najaar naar de
Britse eilanden. De 'onzen' komen
via de Witte zee, langs de kusten
van de Oostzee en Sleeswijk-Hol-
slein. De wereldpopulatie is klein.
Nederland neemt een zeer voor
name plaats in als overwinte-
ringsgebied. Deskundigen hebben
berekend dat minstens de helft
van alle brandganzen die op aar
de broeden in ons land het koude
jaargetijde doorbrengen, vandaar
dat volledige bescherming nood
zakelijk is voor het verzekeren
van het voortbestaan van deze
bijzondere vogels. Reservaten zo
als bijvoorbeeld in het Veerse
meergebied zijn voor de brand
gans onmisbaar en dat geldt
trouwens ook voor vele andere
vogelsoorten.
P. Schollevaer.
RAAD VAN STATE
BEHANDELT BEROEP
TEGEN PLAN HOGEWEG
IN HAAMSTEDE
HAAMSTEDE De afdeling voor
geschillen van bestuur van de raad
V3n state heeft een aantal beroepen
bij de kroon behandeld tegen het
besluit van gs. van Zeeland, waarbij
voor een deel goedkeuring is onthou
den aan het bestemmingsplan Hoge-
weg in Haamstede.
De gemeente die zelf ook in beroep
was gegaan, voerde onder meer aan,
dat het terrein, waarvan de bestem
ming ziet is goedgekeurd, reeds in
1965 aangewezen is voor bebouwing
met vrijstaande zomerhuizen. Dit ter
rein ligt tón westen van de Adriaan v.
d. Weijdeweg. G.s. hebben deze be
stemd toen niet goedgekeurd op
grond van het feit, dat te weinig
inzicht kon worden verkregen in
de merites van het plan, met
name van de dekking van de
kosten. Het werd toen niet tot
uitdrukking gebracht hetgeen nu
wel gebeurd is dat er bezwaren
zouden bestaan tegen bebouwing van
dit terrein. De gemeente heeft steeds
met de gedachte geleefd, dat hier een
bestemming tot bouwterrein mogelijk
was zodra de financieringsproblemen
zouden zijn opgelost.
De gemeente begrijpt dat zoals g.s.
wensen bepaalde terreinen open
moeten blijven tón behoeve van de
leefbaarheid. Bij de ontwikkeling van
de plannen zal daarmee dan ook ter
dege rekening worden gehouden. De
gemeente meent thans, dat het niet
meer haalbaar is om deze grond nog
vrij te houden van bebouwing, gezien
de verwachtingen, welke gewekt zijn
Gevraagd werd om vernietiging van
het besluit van gedeputeerde staten
voor wat betreft het goedgekeurde
gedeelte van het bestemmingsplan. An
dere bezwaren, en hoofdzaak houders
van caravanterreinen hebben zich bij
het oordeel van de gemeente aange
sloten. De kroon zal een beslissing
nemen.
CONTACTBIJEENKOMST MET BEVOLKING
HOE MEER U ZICH LAAT
HOREN, HOE BETER
's-GRA VENPOLDER „Zou 't niet
helpen als we hi 's-Gravenpolder een
actie op touw zetten? Dan komt er
misschien meer vaart achter de aan
leg van een rondweg." Dit zei de heer
A. Parmentler dinsdagavond op een
contactbijeenkomst van b. en w. van
Borsele met de bevolking van "s-
Gravenpolder. Hij zei dit naar aanlei
ding van de onveilige verkeerssituatie
in de 's-Gravenstraat in het dorp. Een
aantal aanwezigen stelde dat het ei
genlijk verbazingwekkend Ls dat er
nog geen ongelukken zijn gebeurd bij
het oversteken van de schoolkinderen.
Het doorgaande verkeer moet thans
NFO-afdeling op
Schouwen-Duiveland
houdt algemene vergadering
ZIERIKZEE De afdeling Schouwen-
Duiveland van de Nederlandse Fruit
telers Organisatie houdt morgenavond
(donderdag) de algemene jaarvergade
ring. Deze wordt gehouden in Huis van
Nassau te Zierikzee en begint om half
acht- Op de agenda staan onder meer
verkiezing van bestuursleden, benoe
ming van afgevaardigden naar de al
gemene vergadering en de benoeming
van een lid en een plaatsvervangend
lid voor het hoofdbestuur van de NFO.
Na het huishoudelijk gedeelte van de
vergadering houdt Ir. H. Sytstra, con
sulent voor de tuinbouw, een inleiding.
J. H. Sandhövel
in directie Zeeuwse
Nutsspaarbank
MIDDELBURG De heer J. H.
Sandhövel is met ingang van 1 janua
ri 1975 opgenomen als lid van de
directie van de Zeeuwse Nutsspaar
bank. Hij werd benoemd tot onderdi
recteur.
Burgemeester G. van den Berg in artikel in
weekblad Vereniging Nederlandse Gemeenten:
'Jeugdgezondheidszorg dreigt
in de knel te komen'
DEN HAAG Door de Integratie van
schoolartsendiensten in districts- of
gewestelijke gezondheidsdiensten kan
de jeugdgezondheidszorg in de knel
komen. Nu al schrikt dit het sollici
tanten voor de functie van schoolarts
af. Dit stelt burgemeester G. van den
Berg van Sint-Philipsland in een arti
kel in het laatste nummer van 'De
Nederlandse Gemeente,' het weekblad
van de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten.
Burgemeester Van den Berg schrijft
te vrezen dat het voor veel sollicitan
ten beslist niet aantrekkelijk is om op
den duur over te gaan naar een
districts- of gewestelijke gezondheids
dienst. Gevolg: een nieuwe oproep,
een niet vervulde vacature! Gevaar:
Slecht gemotiveerde sollicitanten.
Mijn zorg is dat door al deze verwik
kelingen nu al de kwaliteit van de
jeugdgezondheidszorg minder wordt.
Het kind is hier de dupe van. Het
kind is naar mijn mening het bind
van de rekening.
In zijn artikel gaat de heer Van den
Berg in op de geschiedenis van het
optreden van de schoolarts, een naar
meester vindt dat de
('een remedie waar zelfs de school
arts geen remedie voor heeft') ook
een aanslag doet op de schoolartsen-
diensten in de niet stedelijke gebie
den. Hij beschouwt het vormen van
gewestelijke gezondheidsdiensten op
zich als geen goede zaak, maar is het
niet eens met plannen om de school
artsendiensten in zo'n districts- of ge
westelijke gezondheidsdienst te inte
greren.
„Dit is nog mild gesteld, want bij
nauwkeurige bestudering is het zelfs
zo dat de schoolartsendiensten de ba
sis moeten vormen voor de ontwikke
ling van de districts- of gezondheids
diensten," aldus de heer Van den
Berg.
Hij vindt dit een onjuist uitgangspunt
en stelt dat er sprake is van 'mis
bruik' van de schoolartsendiensten. In
zijn artikel merkt de
tenslotte op dat het geva
niet denkbeeldig is dat bij
van schoolartsendiensten in districts-
of gewestelijke gezondheidsdiensten,
onder invloed van tal van andere
taken, de jeugdgezondheidszorg in de
knel komt.'
nog van de 'a<ir&venstraat gebruik
maken om de dorpen, die ten zuiden
van 's-Gravenpolder liggen te berei
ken. Bovendien houden nogal wat auto
mobilisten met. de hand aan de maxi
mum snelheid. De schooljeugd moet
de straat vier keer per dag overste
ken en dat geeft vooral in de winter
maanden Vmorgens als het nog don
ker is een verre '/an ideale situatie.
Men pleitte dan ook voor voorzienin
gen, die het oversteken van de kinde
ren veiliger maken.
Spoed
Die voorzieningen, zo vertelden Loco-
burgemeester A. M. Jansen 'burge
meester G. H. E. M. van Waes was
ziek) en directeur gemeentewerken H.
den Hartog, zijn maar zeer beperkt.
„De ideale oplossing wordt pas be
reikt ais de rondweg klaar Ls. Maar
de aanleg daarvan is gepland voor de
periode 1977 - 1979. Die rondweg is
namelijk een provinciale zaak. Behal-I
ve de financiële kanten houdt die1
rondv/eg ook nog verband met de
aanleg van de nieuwe Sloeweg". aldus
de heer Jansen. „Wij doen v/at we
kunnen en we dringen steeds op
spoed aan. Als u inwoners van 's-
Gravenpolder iets wilt ondernemen,
dan kan ik alleen maar zeggen: hoe
meer u zich laat horen, hoe beter het
is". De heer Den Hartog bracht nog
in het midden dat het nog de vraag is
in welke mate het gereedkomen
de rondweg aan de onveilige situatie
in de 's-Gra venstraat een einde maakt.
De contactbijeenkomst in 's-Graven-
De eerste dagvlinder is al waar
genomen: een klein koolwitje
werd in een op het zuiden gele
gen tuin op het Noordbolwerk le
Middelburg gezien op 6 januari.
De temperatuur bedroeg toen in
de schaduw circa 10 graden Celci-
us, in de zon bijna plus 17 gra
den. Het koolwitje wordt over
het algemeen tussen half maart
en eind april voor 't eerst gezien.
We mogen hier spreken van een
exceptioneel vroeg geval, omdat
bovendien de soort niet als vlin
der overwintert, zoals bijvoor
beeld hel citroentje, de kleine
vos of de dagpauwoog, maar als
pop.
Ok de vleermuizen zijn ont
waakt. Zowel uit Middelburg als
uit Zierikzee kwamen enige mel
dingen binnen. Patiënten van een
ziekenhuis zagen de dieren voor
hun ramen cirkelen op jacht naar
insekten die er eveneens waren.
Met name wintermuggen (een
soort die niet steekt) zijn er veel.
Uit Domburg otvingen wij be
richt dat daar een Prunus in
bloei staat. Houtduiven hebben
we al horen koeren en Turkse
tortels zijn elkaar eveneens aan
het hof maken.
Bij de Vlaketunnel heeft op een
hoop kale grond het klein hoef
blad zfn mooie gele composiet
bloemen geopend.
In Middelburg staan gele krokus
sen al in bloei, alsmede een Fuch
sia.
De zanglijsters zingen al enige we
ken.
Maandagochtend hoorden we
voor het eerst weer de zachte,
doch vérdragsr.de zang var. een
merel En dat is minstens 5 lot 8
weken vroeger dan normaal het
geval is.
De hele natuur is in de war
geraakt, wat veroorzaakt wordt
door de voortdurende warmtegol-
ven die vanuit Afrika het Euro
pees continent binnendringen.
Frappant was wel dinsdag toen,
bij een krachtige wind uit zuide
lijke richting, temperaturen in de
weer hutten op 1J50 meter boven
de begane grond van plus 13
graden Celcius werden gemeten.
In Zuid-Europa werd het om en
nabij 18 graden.
P. SCHOLLEVAER
polder, die een onderdeel is van de
tournee, die het college van b. en w.
Borsele maakt, werd door een kleine
vijftig belangstellenden bijgewoond
Uiteraard kwamen de gebruikelijke
zaken aan de orde, zoals de straat ver
lichting. rioolproblemen, verkoerwltu-
.-.ties en dergelijke.
In zijn Inleidend praatje stak loco-
burgemeester Jansen het voormalige
gemeentebestuur van 's-Gravenpolder
een pluim op de hoed voor rijn
voorbereidingen voor het sjinerin»-
pian. .,Toen de nieuwe gemeente Bor
sele op 1 januari 1970 een feit was",
ze: hij, .Jag er een goedgekeurd sane
ringsplan klaar en de eerste panden
waren aangekocht, B. en w. van Bor
sele zijn op de ingeslagen weg voort
gegaan. Vrijwel alle aankopen zijn nu
rond. We ondërriandelen nog in één
geval en het is niet uitgesloten dat we
hier tot onteigening zullen moeten
overgaan." De heer Jansen vertelde
dat het gemeentebestuur blij i* met
de particuliere initiatieven om winkels
en bedrijven op de door sloop vrijge
komen grond te stichten. De womsng-
bouwstiebting is momenteel bezig met
plannen om in het saneringsgebied
woningen te bouwen, die passen to
het beeld van de kom van 'sGravec
Gr oen
Mevrouw Krejw pleitte voor groen
voorzieningen op de bouwgrond tus
sen de Hoekeastraal en de Burge
meester Prumerstraal. Zij miste voor
zieningen, onder meer met een vijver,
zoals die in dorpen in de omgeving
voorkomen.
De heer Den Hartog legde haar uit
dat de bouwgrond duurder wordt
naar mate er meer van een bepaald
bouwplan voor groen wordt uitgetrok
ken. Veel waardering kreeg het ge
meentebestuur toegeschoven voor het
planten van bomen in de nieuwe wijk.
De bomen zijn, in tegenstelling tot
wat meer gebruikelijk is, niet op de
trottoirs geplaatst, maar in particulie
re tuinen. Het bestemmingsplan Bui
ten lev en. waar een groot aantal wo
ningen is geprojecteerd, kreeg ruim de
aandacht. De heer Verburg dacht dat
er met dezelfde kosten meer aan het
aanzien van dit plan gedaan zou kun
nen worden. Eerder al hadden de
heren Jansen en Den Hartog gezegd
dat het gemeentebestuur graag bereid
is naar suggesties en wensen, vooral
met betrekking tot de aankleding met
groen, te luisteren.
De heer J. Paauwe informeerde boe
het college van b. en w. er tegenover
zou staan als er een aanvraag werd
ingediend voor een derde bijzondere
kleuterschool in het dorp. Wethouder
J. Bras antwoordde daarop: ..Als die
aanvraag aan de wettelijke voorschrif
ten voldoet, dan zullen we er wel
medewerking aan moeten verlenen.
Maar we zijn niet blij met een verde-
splitsing."
Binnensporten
Wethouder P. L. Peetere van sportza
ken vertelde b. en w. Tan mening te
zijn dat 's-Gravenpolder dringend be
hoefte heeft aan een accommodatie
voor binnensporten, „Een sporthal is
voor het dorp natuurlijk niet haal
baar. Maar we denken meer to de
richting van een goede accommo
datie, die ook voor het gymnastiekon-
derricht op de lagere scholen gebruikt
kan worden. Zoiets dus als de sport
zaal in Heinkenszand."
De heer Peetere zei dat de tekenin
gen hiervoor gereed zijn eo aange
meld om in aanmerking te komen
voor een subsidie in het. kader van de
bestrijding van de werkloosheid.
naar
soos.
De heer Peetere legde uit dat de
huidige subsidieverordening daar nog
geen mogelijkheden voor biedt. „We
gaan beginnen met de voorbereiding
van een jeugdbeleid", zei hij, „En
daarbij komt dit ook aan de orde.
kan men altijd met mij
praten als er bepaalde proble
men of wensen zijn. Dan kunnen we
kijken of er toch een mouw aan te
passen is". Opbouwwerker C. van
Woerkom van de stichting Opbouw
West Zuid-Beveland vulde nog aan dat
zijn stichting activiteiten van Jeugdso-
zen kan steunen en subsidiëren.
Leden van de jeugdsoos vroegen r
subsidiemogelijkheden voor hun s
Wat voert de exploitatieresultaten van de NV
PZEM eigenlijk in de richting van de rode
cijfers? Hoe zal het Zeeuwse energiebedrijf zich in
de naderende 'zorgelijke jaren' boven de (alsmaar
toenemende) verliezen in de elektriciteitssector kun
nen uitwerken? Dat zijn kernvragen die blijven
hangen na de publikatie eind vorige week van
de bepaald niet opgewekte PZEM-begroting voor
1975.
In de eerste dagen van het intussen lopende
boekjaar heeft de raad van bestuur van de NV
PZEM de aandeelhouders tegelijk met de begroting
1975 een overzicht gegeven van de gang van zaken
in de afgelopen twee jaar. Daaruit springt de
moeilijke positie waarin het bedrijf met de elektri
citeitssector is geraakt opvallend naar voren. Dat
elektriciteitsbedrijf leverde in 1973 nog een winst
saldo op van ƒ122.767. Aanzienlijk minder al dan
het jaar daarvoor. In de oorspronkelijke begroting
voor het jaar 1974 werd nog opgewekt gerekend
met een wdnstsaildo van ruim 3 miljoen, maar dat
blijkt in de intussen herziene begroting helemaal
verdwenen en gekeerd in een verlies van 155.000.
Vorige week is in de kolommen van deze krant
mede op basis van een toelichting van PZEM-
directeur ir. M. D. Dalebout uiteengezet welke
kant het in 1975 met de bedrijfsresultaten zal
opgaan: opnieuw een verslechtering van 2 miljoen
in de netto-uitkomsten (die overigens wordt wegge
werkt via een tariefsverhoging op het huishoudelijk
en kleinverbruik van andere aard), daarnaast blijft
ook de reservering voor de aanleg van de 380 kV-
koppelleiding met Noord-Brabant (vorig jaar nog
8 miljoen) achterwege.
Toch 'draait' de PZEM niet slecht. In twee jaar
tijd is de afzet de stroomverkoop dus
opgelopen van 3,8 miljard kilowattuur tot 5,5 mil
jard kWh. De PZEM is daarmee beland vooraan in
de rij van de grotere energiebedrijven in Neder
land. Ook al in vergelijking met die andere zuster
bedrijven maken de installaties van de PZEM een
over het algemeen aantrekkelijke bedrijfstijd. Dat
wil dus zeggen dat er niet kan en mag worden
gemopperd over ernstige stagnaties en grote tegen
vallers in de produktde. Met ingang van 1 januari
jongstleden heeft de raad van bestuur van de
PZEM een aanpassing van de tarieven voor de
kleinverbruikers doorgevoerd, die er in grote trek
ken op neerkomt dat in deze sector stroom wordt
en blijft geleverd op kostprijsbasis. In de zoge
naamde basistarieven zijn de gestegen loon- en
materiaalkosten verwerkt. Bovendien zijn de ver
hoogde brandstofprijzen voor gas en olie via
de zogenaamde brandstofolausule afzonderlijk tot
uitdrukking gebracht.
Op de uiteindelijke bedrijfsresultaten van de PZEM
heeft de 'sluitende exploitatie' in de sector van het
klein- en huishoudelijk verbruik overigens maar een
heel kleine invloed. Het is al vaak vastgesteld: de
?ZEM is van een afgelegen nutsbedrijf voor een
kleine provincie met een geringe bevolkingsdicht
heid uitgegroeid tot een groot industrieel gericht
energiebedrijf. Van de stroomverkoop gaat 90
naar de (super)grootverbruikers en 10% naar de
kleinverbruikers. Daar komt bij dat de PZEM met
een nieuwe kernenergiecentrale van rond 470 mega
watt vermogen in het Sloegebied bij Borssele voor
70 van de brandstofkosten leunt op verrijkt
uranium en voor 30% op olie en aardgas.
De belangrijkste supergrootverbruiker van elektri
citeit in deze provincie is Peohiney Nederland
NV. Dit aluminiumbedirijf in het Sloegebied legt
ruwweg gesproken beslag op tweederde deel van
het vermogen van de kerncentrale Borssele. Hoewel
dat nooit met zoveel woorden wordt bevestigd is
wel ongeveer algemeen bekend dat de gemiddelde
stroomprijs voor de supergrootverbruiker in Zee
land neerkomt op 3,5 cent per kilowattuur. Op
basis van de levering van stroom uit de kernener
giecentrale Borssele heeft de PZEM enkele jaren
terug met Peohiney een speciaal contract met een
voor dit bedrijf niet ongunstige prijsstelling afgeslo
ten. Hoe hoog (of misschien: hoe laag) die prijs is
wordt tot nu toe nog steeds angstvallig geheim
gehouden, Bij de NV PZEM zijn contractbepaJingen
met afnemers een zaak van het dagelijks bestuur,
waarover omdat het gaat om een commerciële
overeenkomst tussen twee partijen niet verder
wordt gesproken. Er zijn, ook in provinciale staten,
nogal eens pogingen ondernomen om die geheim
houding te doorbreken. Tot nog toe overigens zonder
succes.
Ook in de contracten met de supergrootverbrui
kers zijn brandstofclausules opgenomen, waar
bij dan moet worden aangetekend dat de clausule
in de overeenkomst met Peohiney in wezen is
gebaseerd op de brandstof uranium (kernenergie).
Blijft dus de vraag: hoe komt het nu dat de PZEM
in de elektriciteitssector te maken krijgt met oplo
pende verliezen als gevolg van stijgende kosten en
investeringslasten, waar onvoldoende baten uit de
contracten met de supergrootverbruikers van elek
triciteit tegenover staan. Bij de PZEM begroting
wordt toegelicht dat het naast de stijgende loon- en
materiaalkosten die niet allemaal kunnen wor
den doorberekend vooral te wijten is aan
bijzonder hoge investeringslasten in de eerstkomen
de jaren voor voorzieningen, waarmee met name
die industriële elektriciteitsvoorziening moet wor
den veilig gesteld: een tweede conventionele (met
olie of gas gestookte) centrale van 190 megawatt in
Borssele en een 380 kV-koppelverbinding met de
PNEM-centrales te Geertruidenberg. In beide geval
len gaat het om de beschikking over voldoende
reservevermogen, omdat vooral bij stagnatie of
onderhoud in de kerncentrale Borssele in één klap
een vermogen wegvalt van 477 megawatt. Met
bekeken
t.
01
10
c
■jbekeken
ingang van vandaag 15 januari ligt de
kerncentrale er voor zes tot acht weken uit in
verband met de vervanging van de splijtstof (urani
um) en een zogenaamde grote beurt. Om nog even
een cijfer uit de begroting 1975 te halen: alleen al
voor die tweede conventionele centrale in Borssele
en de 380 kV-verbinding is een investering nodig
van 100 miljoen. En opnieuw: zodra de kerncen
trale en het reservevermogen in het geding zijn is
daar onmiddellijk ook de stroomlevering en de
afspraken daarover aan het bedrijf van Peohiney
Nederland NV. Die leverantie mag niet langer dan
voor enkele uren stagneren omdat dat desastreuze
gevolgen zou hebben voor het produktieproces in
de (aluminium) elektrolyse-ovens van het bedrijf,
Met de teleurstellende
tafel en zorgelijke vooruitzichten naar de ko
mende jaren wordt het zo helder als glas dat het
destijds met Pechiney Nederland NV afgesloten
stroomleveringscontract („zo goekoop zal het een
tweede keer niet meer kunnen." heeft minister
Lubbers in november 1973 in de tweede kamer
gezegd) nu een negatieve invloed begint uit te
oefenen op de exploitatieresultaten. Vrij vertaald
komt dit erop neer dat de PZEM op het ogenblik
wordt geconfronteerd met de gevolgen van een
aantal risico's en verplichtingen die men daar op
zioh heeft genomen voce- een ongestoorde stroomle
vering aan Pechiney. En die gevolgen komen in en
tussen de cijfers van jaarverslagen en begrotingen
tot uiting in hogere opwekkingskosten voor elektri
citeit, te leveren aan Pechiney, dan waarmee in
feite rekening was gehouden. De zogenaamde 'be
drijfstijd' (de periode over een heel jaar gerekend,
waarin stroom op het net wordt gezet) van de
kerncentrale speelt daarin een belangrijke rol. Vo
rig jaar kwam die bedrijfstijd gemiddeld op bijna
73 Voor een eerste jaar met kinderziektes niet
ongebruikelijk. Veiligheidshalve heeft de PZEM-di-
rectie voor 1975 de bedrijfstijd maar op 70
gezet. In de periodes dat de kerncentrale eruit ligt
moet aan Pechiney stroom geleverd worden uit
andere PZEM-centrales en via inkoop vanuit Noord-
Brabant. Die levering uit het reservevermogen is
als gevolg van de hogere olie- en aardgasprijzen
aanzienlijk duurder dan de kernenergie. Is daarmee
in het contract met Pechiney wel voldoende reke
ning gehouden? Volgens de laatste aanwijzingen
valt de bouw van de tweede conventionele centrale
Borssele (de reservecentrale die dit jaar in prod uk
toe moet komen dus) aanmerkelijk duurder uit dan
was voorzien. Is zo'n tegenvaller te verhalen op de
stroomlevering aan de supergrootverbruikers die
van de kerncentrale afnemen (in casu Pechiney).
Ook zal een afdoend antwoord moeten komen op
de vraag: had die tweede (reserve)-centrale in
Borssele niet achterwege kunnen blijven wanneer
eerder was besloten tot de aanleg van de 380 kV-
koppelverbinding met Geertruiden berg? En dan de
hamvraag in de zorgelijke ontwikkeling van de
bedrijfsresultaten bij de PZEM: tot welke hoogte
zullen de verliezen in de kennende jaren nog
stijgen? De PZEM heeft met Pechiney een stroom
leveringscontract gesloten voor een periode van 20
jaar met daarbovenop nog een optie van 5 jaar. De
bedrijfstijd van
eerste kinderziektes wat overwonnen zijn onge
twijfeld verbeteren. Toch blijft ze voor de exploita
tieresultaten een zeer ongewisse factor wanneer een
stroomleveringscontract zoals wel duidelijk be
gint te worden juist op een vrij hoge bedrijfstijd
van alleen die kerncentrale is gi
Hoe zal de PZEM zich in de komende jaren
boven de (almaar toenemende) verliezen in de
elektriciteitssector kunnen uitwerken? De tarieven
politiek blijkt heel weinig bewegingsvrijheid toe te
laten. De sector huishoudelijk- en kleinverbruik is
klein (10 van het totaal) en volgt de kostprijs.
In de sector supergrootverbruik zit de PZEM
gebonden aan langjarige contracten met heel scher
pe pri j seal cularies en afspraken. De laatste tijd
wordt van de kant van de PZEM nogal eens het
argument aangevoerd dat voor een energiebedrijf
met een betrekkelijk klein en nogal eenzijdig geo
riënteerd verzorgingsgebied de basis te smal is
voor kapitaalsintensieve investeringen van een om
vang die de PZEM op het ogenblik moet doen. Ook
langs die weg wordt dan gewezen naar mogelijkhe
den die zich bij fusie met andere energiebedrijven
(Brabant en Limburg) zouden voordoen. Uit de
PZEM-resultaten en -begroting blijkt ook duide
lijker dan misschien ooit naar voren is gekomen
hoezeer in de jaren '60 de energievoorziening is
gebruikt als een instrument van industrialisatiepoli-
tiek ten opzichte van Zeeland. Dat is niet een zaak
van de NV PZEM alleen geweest. Het 'energie-
voordeel' dat Zeeland Pechiney bij vestiging zou
kunnen aanbieden is ook in Den Haag regering
en parlement vaak een discussiepunt geweest.
Hoechst kwam destijds voor goedkoop aardgas in
aanmerking. Pechiney r.iet. In wezen is de vsstigings-
politiek tegenover Pechiney omgebogen van aard
gas naar kernenergie. Het is op het ogenblik nog
met te overzien hoe hoog de rekening is die de
PZEM krijgt gepresenteerd als uitvloeisel daarvan
en hoe lang de dalende tendens in de exploitatiere
sultaten zich zal voortzetten. In het, komende 'ener
giedebat' in de staten van Zeeland zullen de gedepu
teerden, belast met de PZEM-portefeuille toch in
ieder geval moeten uitleggen hoe de cijfers uit de
begroting 1975 naar de in het verleden gevoerde
politiek en naar de toekomst moeten worden ver
taald.
KEES VAN DER MAAS