Hoe dreef de PZEM naar de 'rode cijfers'? Vormingswerk moet concrete toekomstbeelden ontwikkelen B. en w. Borsele voor actie rondweg 's-Gravenpolder 7 Honderden 'nonganzen' bij Kamperland „INTEGRATIEPLANNEN VOOR DE SCHOOLARTSENDIENSTEN SCHRIKKEN SOLLICITANTEN AF" Eerste vlinder waargenomen WOENSDAG 15 JANUARI 1975 PROV INCIALE ZEEUWSE COURANT CONFERENTIE OVER EDUCATIEVE VOORZIENINGEN VOOR JONGEREN TE TILBURG c. W. LOOMAN: „VORMINGSWERK ONTDOEN VAN VRIJBLIJVEND KARAKTER" (Van onze verslaggever) TILBURG Volgens de heer C. W. Lnoman van de Brabants-Zeeuwse Christelijke Werkgeversvereniging, die als voorzitter fungeerde van een één- dagsconferentie te Tilburg over educa tieve voorzieningen voor werkende jongeren, zal het vormingswerk ge sterkt door wetenschap meer concrete toekomstbeelden moeten ontwikkelen ora van 'zijn vrijblijvend karakter ont daan te worden. Hij vond het jammer dat de werkge vers te veel horen dat men in de maatschappijkritiek erg negatief is in gesteld op de huidige samenleving. De vormingsinstituten moeten oppassen dat zij door hun instelling geen weer stand oproepen bij ouders en leerlin gen, zei hij. Looman: „Wij hebben de indnik dat men dikwijls in het vor mingswerk denkbeelden die nog niet boven de discussies zijn uitgetild, zon der meer tracht over te brengen op weinig weerbare jongeren. Het enige resultaat van dit alles is wellicht dat de belangstelling voor dit onderwijs is ontstaan, maar zo vergoeilljkte bij zijn kritiek, we gaan natuurlijk ak koord met een onderwijs waarin voor iedereen gelijke kansen zijn- Volgens hem lijkt het er op dat men zich bezighoudt met onderwijsvormen voor werkende jongeren die als de voorgestelde vorm zich ontwikkelt, in' 1980 niet meer zullen bestaan. Hij zag meer in een hervorming van net pri mair en secundair onderwijs teneinde deze stap te kunnen realiseren. De categorie werkende jongeren van 14 tot 18 jaar neemt stelselmatig af. In 1969 waren er nog 450.000, nu zijn er 300.000 en als deze trend zich doorzet zullen er rond 1984 nog weinig of geen werkende jongeren meer zijn, dus ook geen partiële leerplicht. Het lijkt ons. aldus de heer Looman, dat de motivatie en daarmee de begelei ding van de jongste mensen uit onze maatschappij een groter aantal pro blemen oplost, dan het intensiveren van het vormingswerk en het beroeps begeleidend onderwijs. Men zal cru zijn om de werkende jongeren in de kou te laten staan, maar volgens ons gehort het nogal aan visie bij alle participanten. Wat de leerlingen onder andere betreft, zei hij dat die slecht worden opgevangen, slecht gemoti veerd zijn en dat het voor hen in wezen niet hoeft. De Brabant-Zeeuwse s geloven dat alles rondom de educatieve voorzieningen in een stroomversnelling is gekomen waarin het niet hoort- Iedereen zal er bij gebaat zijn de leerlingen niet in de laatste plaats als de weg duidelij ker gemarkeerd gaat worden en meer in de lijn komt van de ontwikkeling van de maatschappij, aldus de heer Looman. Hij zei verder belangstellend uit te zien naar het contouTenplan dat minister Van Kemenade in de loop van 1975 heeft Samensmelting De onderwijsminister was op de con ferentie aanwezig om toelichting te geven op zijn inmiddels bekende v< stellen voor de samensmelting vormingswerk en beroepsbegeleidend onderwijs waarmee al wordt geëxperi menteerd en uitbreiding van de partië le leerplicht. Ten aanzien van die samenwerkingsprojecten wil de minis ter een progressief faciliteitenbeleid voere- „Als er niets gebeurt wil ik door bevriezing van faciliteiten toch tot de gewenste ontwikkeling komen". Wat betreft de relatie die wel eens wordt gelegd tussen de tweede dag partiële leerplicht en toenemende jeugdwerkloosheid zei de bewindsman dat de jeugdwerkloosheid moet wor den gezien als een gevolg en een onderdeel van de algemene werkgele- genheidsproblematiek. Van Kemenade: „Jongeren nemen in de arbeidsmarkt altijd een relatief zwakkere positie in. Ook bij vroegere recessies in de arbeidsmarkt is voor hen de werkloosheid altijd groter ge weest dan de gemiddelde werkloos heid". De uitbreiding van de partiële leerplicht zal de aandacht van de minister blijven houden. Drs. C. Nooijen, coördinator van het streekcentrum voor vorming en oplei ding in Tilburg, gaf enkele knelpunten aan in de huidige situatie. Door het vrijblijvend karakter staat het vor mingswerk bij ouderen en leerlingen in een kwade reuk. Het leerlingenbe stand is zo heterogeen opgebouwd ('van blo tot mavo') dat er moeilijk mee valt te werken en 15% van Hij wees verder op een maatsohappelijke onderwaarde ring van het vormingswerk die onder andere tot uitdrukking komt in de veelal miserabele huisvesting. „De ge bouwen zijn afdankertjes, experimen teerruimte is er niet, men moet vol staan met lokalen van acht bij acht meter". De grootste grief had de heer Nooijen tegen de onzekerheid van het beleid inzake de partiële leerplicht. Het onderwijzend personeel weet niet waar het aan toe is. Vervolgens gaf de heer G. Martijn, voorzitter van het (ADVERTENTIE) een miljoen gulden aan prijzen j - T~*j -* -v, PEUGEOT te winnen In de Nationale ran voor Leven" In deze krant Deze week 4 t.w.v. ƒ9.645,- aangeboden door Gebr, icht PUZZEL MEEI provinciaal centrum van het NKV in Brabant, uiting aan de vakbondswen- sen die er op neerkomen dat het participatie-onderwijs aan werkende jongeren geen 'restschooV mag wor den, geïsoleerd van andere onderwijs vormen. De heer H- Okhuijsen van Philips Eindhoven, releveerde prakti sche problemen in de bedrijven. Tot slot was er een forumdiscussie, Rijkspolitie houdt 'open huis' in nieuw groepsbureau ZOUTELANDE Het nieuwe groeps bureau van de groep Zoutelande van de rijkspolitie wordt maandag offici eel in gebruik genomen. Aan de offici ële opening gaat een bijeenkomst voor af die om twee uur in gebouw Mid dendorp in Zoutelande begint. Daarna zal omstreeks half vier burgemeester Francke van Valkcnisse de vlag hijsen op het nieuwe bureau. Tijdens de officiële opening, die zal worden bijgewoond door onder ande ren het voltallig personeel van de groep Zoutelande. zal een voertuigen- s'now worden gegeven. Dinsdagavond is er van 19 tot 21 uur open huis voor de inwoners van de gemeenten Westkapelle, Valkenisse en Mariekerke, het 'werkterrein 'van de groep. Honderden brandganzen waren zondag te zien bij de Noord- Bevelandse oever van het Veerse Meer. De opvallende vogels wer den ons gemeld door dr. J. P. Rijken, chirurg te Middelburg, die met vrouw en kinderen de ganzen waarnam ten zuiden van Kamperland. Hoogstwaarschijn lijk zullen de dieren de komende tijd in aantal toenemen want ze houden nogal van gezelligheid. Soortgenoten strijken dan op hun omzwervingen bij hen neer zodat in de loop van de winter dikwijls grote troepen gevormd worden. De brandgans heeft een opvallend zwart-wit getekend verenkleed en de volksnaam 'non-gans' is dan ook keel wat beter dan de offi ciële Nederlandse naam die wei nigzeggend is. Een ander duide lijk kenmerk voor deze ganze- soort is de merkwaardige roep. Het geluid klinkt vanuit de verte als het korte gekef van honden. De winterbiotoop beperkt zich tot moerassen, graslanden en soms bouwlanden vrijwel uitslui tend langs de Noordzeekust. De broedgebieden zijn zeer noorde lijk gelegen, onder andere op Groenland,''Nova Zembla, Spits bergen en sedert 1957 op het eiland Waigatsj. De soort nestelt op steile rotskusten. Het is zo goed als zeker dat alle brandgan zen die op Nova Zembla en Waj- gatsj broeden, in Nederland over winteren, De Groenlandse popula tie trekt in het najaar naar de Britse eilanden. De 'onzen' komen via de Witte zee, langs de kusten van de Oostzee en Sleeswijk-Hol- slein. De wereldpopulatie is klein. Nederland neemt een zeer voor name plaats in als overwinte- ringsgebied. Deskundigen hebben berekend dat minstens de helft van alle brandganzen die op aar de broeden in ons land het koude jaargetijde doorbrengen, vandaar dat volledige bescherming nood zakelijk is voor het verzekeren van het voortbestaan van deze bijzondere vogels. Reservaten zo als bijvoorbeeld in het Veerse meergebied zijn voor de brand gans onmisbaar en dat geldt trouwens ook voor vele andere vogelsoorten. P. Schollevaer. RAAD VAN STATE BEHANDELT BEROEP TEGEN PLAN HOGEWEG IN HAAMSTEDE HAAMSTEDE De afdeling voor geschillen van bestuur van de raad V3n state heeft een aantal beroepen bij de kroon behandeld tegen het besluit van gs. van Zeeland, waarbij voor een deel goedkeuring is onthou den aan het bestemmingsplan Hoge- weg in Haamstede. De gemeente die zelf ook in beroep was gegaan, voerde onder meer aan, dat het terrein, waarvan de bestem ming ziet is goedgekeurd, reeds in 1965 aangewezen is voor bebouwing met vrijstaande zomerhuizen. Dit ter rein ligt tón westen van de Adriaan v. d. Weijdeweg. G.s. hebben deze be stemd toen niet goedgekeurd op grond van het feit, dat te weinig inzicht kon worden verkregen in de merites van het plan, met name van de dekking van de kosten. Het werd toen niet tot uitdrukking gebracht hetgeen nu wel gebeurd is dat er bezwaren zouden bestaan tegen bebouwing van dit terrein. De gemeente heeft steeds met de gedachte geleefd, dat hier een bestemming tot bouwterrein mogelijk was zodra de financieringsproblemen zouden zijn opgelost. De gemeente begrijpt dat zoals g.s. wensen bepaalde terreinen open moeten blijven tón behoeve van de leefbaarheid. Bij de ontwikkeling van de plannen zal daarmee dan ook ter dege rekening worden gehouden. De gemeente meent thans, dat het niet meer haalbaar is om deze grond nog vrij te houden van bebouwing, gezien de verwachtingen, welke gewekt zijn Gevraagd werd om vernietiging van het besluit van gedeputeerde staten voor wat betreft het goedgekeurde gedeelte van het bestemmingsplan. An dere bezwaren, en hoofdzaak houders van caravanterreinen hebben zich bij het oordeel van de gemeente aange sloten. De kroon zal een beslissing nemen. CONTACTBIJEENKOMST MET BEVOLKING HOE MEER U ZICH LAAT HOREN, HOE BETER 's-GRA VENPOLDER „Zou 't niet helpen als we hi 's-Gravenpolder een actie op touw zetten? Dan komt er misschien meer vaart achter de aan leg van een rondweg." Dit zei de heer A. Parmentler dinsdagavond op een contactbijeenkomst van b. en w. van Borsele met de bevolking van "s- Gravenpolder. Hij zei dit naar aanlei ding van de onveilige verkeerssituatie in de 's-Gravenstraat in het dorp. Een aantal aanwezigen stelde dat het ei genlijk verbazingwekkend Ls dat er nog geen ongelukken zijn gebeurd bij het oversteken van de schoolkinderen. Het doorgaande verkeer moet thans NFO-afdeling op Schouwen-Duiveland houdt algemene vergadering ZIERIKZEE De afdeling Schouwen- Duiveland van de Nederlandse Fruit telers Organisatie houdt morgenavond (donderdag) de algemene jaarvergade ring. Deze wordt gehouden in Huis van Nassau te Zierikzee en begint om half acht- Op de agenda staan onder meer verkiezing van bestuursleden, benoe ming van afgevaardigden naar de al gemene vergadering en de benoeming van een lid en een plaatsvervangend lid voor het hoofdbestuur van de NFO. Na het huishoudelijk gedeelte van de vergadering houdt Ir. H. Sytstra, con sulent voor de tuinbouw, een inleiding. J. H. Sandhövel in directie Zeeuwse Nutsspaarbank MIDDELBURG De heer J. H. Sandhövel is met ingang van 1 janua ri 1975 opgenomen als lid van de directie van de Zeeuwse Nutsspaar bank. Hij werd benoemd tot onderdi recteur. Burgemeester G. van den Berg in artikel in weekblad Vereniging Nederlandse Gemeenten: 'Jeugdgezondheidszorg dreigt in de knel te komen' DEN HAAG Door de Integratie van schoolartsendiensten in districts- of gewestelijke gezondheidsdiensten kan de jeugdgezondheidszorg in de knel komen. Nu al schrikt dit het sollici tanten voor de functie van schoolarts af. Dit stelt burgemeester G. van den Berg van Sint-Philipsland in een arti kel in het laatste nummer van 'De Nederlandse Gemeente,' het weekblad van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Burgemeester Van den Berg schrijft te vrezen dat het voor veel sollicitan ten beslist niet aantrekkelijk is om op den duur over te gaan naar een districts- of gewestelijke gezondheids dienst. Gevolg: een nieuwe oproep, een niet vervulde vacature! Gevaar: Slecht gemotiveerde sollicitanten. Mijn zorg is dat door al deze verwik kelingen nu al de kwaliteit van de jeugdgezondheidszorg minder wordt. Het kind is hier de dupe van. Het kind is naar mijn mening het bind van de rekening. In zijn artikel gaat de heer Van den Berg in op de geschiedenis van het optreden van de schoolarts, een naar meester vindt dat de ('een remedie waar zelfs de school arts geen remedie voor heeft') ook een aanslag doet op de schoolartsen- diensten in de niet stedelijke gebie den. Hij beschouwt het vormen van gewestelijke gezondheidsdiensten op zich als geen goede zaak, maar is het niet eens met plannen om de school artsendiensten in zo'n districts- of ge westelijke gezondheidsdienst te inte greren. „Dit is nog mild gesteld, want bij nauwkeurige bestudering is het zelfs zo dat de schoolartsendiensten de ba sis moeten vormen voor de ontwikke ling van de districts- of gezondheids diensten," aldus de heer Van den Berg. Hij vindt dit een onjuist uitgangspunt en stelt dat er sprake is van 'mis bruik' van de schoolartsendiensten. In zijn artikel merkt de tenslotte op dat het geva niet denkbeeldig is dat bij van schoolartsendiensten in districts- of gewestelijke gezondheidsdiensten, onder invloed van tal van andere taken, de jeugdgezondheidszorg in de knel komt.' nog van de 'a<ir&venstraat gebruik maken om de dorpen, die ten zuiden van 's-Gravenpolder liggen te berei ken. Bovendien houden nogal wat auto mobilisten met. de hand aan de maxi mum snelheid. De schooljeugd moet de straat vier keer per dag overste ken en dat geeft vooral in de winter maanden Vmorgens als het nog don ker is een verre '/an ideale situatie. Men pleitte dan ook voor voorzienin gen, die het oversteken van de kinde ren veiliger maken. Spoed Die voorzieningen, zo vertelden Loco- burgemeester A. M. Jansen 'burge meester G. H. E. M. van Waes was ziek) en directeur gemeentewerken H. den Hartog, zijn maar zeer beperkt. „De ideale oplossing wordt pas be reikt ais de rondweg klaar Ls. Maar de aanleg daarvan is gepland voor de periode 1977 - 1979. Die rondweg is namelijk een provinciale zaak. Behal-I ve de financiële kanten houdt die1 rondv/eg ook nog verband met de aanleg van de nieuwe Sloeweg". aldus de heer Jansen. „Wij doen v/at we kunnen en we dringen steeds op spoed aan. Als u inwoners van 's- Gravenpolder iets wilt ondernemen, dan kan ik alleen maar zeggen: hoe meer u zich laat horen, hoe beter het is". De heer Den Hartog bracht nog in het midden dat het nog de vraag is in welke mate het gereedkomen de rondweg aan de onveilige situatie in de 's-Gra venstraat een einde maakt. De contactbijeenkomst in 's-Graven- De eerste dagvlinder is al waar genomen: een klein koolwitje werd in een op het zuiden gele gen tuin op het Noordbolwerk le Middelburg gezien op 6 januari. De temperatuur bedroeg toen in de schaduw circa 10 graden Celci- us, in de zon bijna plus 17 gra den. Het koolwitje wordt over het algemeen tussen half maart en eind april voor 't eerst gezien. We mogen hier spreken van een exceptioneel vroeg geval, omdat bovendien de soort niet als vlin der overwintert, zoals bijvoor beeld hel citroentje, de kleine vos of de dagpauwoog, maar als pop. Ok de vleermuizen zijn ont waakt. Zowel uit Middelburg als uit Zierikzee kwamen enige mel dingen binnen. Patiënten van een ziekenhuis zagen de dieren voor hun ramen cirkelen op jacht naar insekten die er eveneens waren. Met name wintermuggen (een soort die niet steekt) zijn er veel. Uit Domburg otvingen wij be richt dat daar een Prunus in bloei staat. Houtduiven hebben we al horen koeren en Turkse tortels zijn elkaar eveneens aan het hof maken. Bij de Vlaketunnel heeft op een hoop kale grond het klein hoef blad zfn mooie gele composiet bloemen geopend. In Middelburg staan gele krokus sen al in bloei, alsmede een Fuch sia. De zanglijsters zingen al enige we ken. Maandagochtend hoorden we voor het eerst weer de zachte, doch vérdragsr.de zang var. een merel En dat is minstens 5 lot 8 weken vroeger dan normaal het geval is. De hele natuur is in de war geraakt, wat veroorzaakt wordt door de voortdurende warmtegol- ven die vanuit Afrika het Euro pees continent binnendringen. Frappant was wel dinsdag toen, bij een krachtige wind uit zuide lijke richting, temperaturen in de weer hutten op 1J50 meter boven de begane grond van plus 13 graden Celcius werden gemeten. In Zuid-Europa werd het om en nabij 18 graden. P. SCHOLLEVAER polder, die een onderdeel is van de tournee, die het college van b. en w. Borsele maakt, werd door een kleine vijftig belangstellenden bijgewoond Uiteraard kwamen de gebruikelijke zaken aan de orde, zoals de straat ver lichting. rioolproblemen, verkoerwltu- .-.ties en dergelijke. In zijn Inleidend praatje stak loco- burgemeester Jansen het voormalige gemeentebestuur van 's-Gravenpolder een pluim op de hoed voor rijn voorbereidingen voor het sjinerin»- pian. .,Toen de nieuwe gemeente Bor sele op 1 januari 1970 een feit was", ze: hij, .Jag er een goedgekeurd sane ringsplan klaar en de eerste panden waren aangekocht, B. en w. van Bor sele zijn op de ingeslagen weg voort gegaan. Vrijwel alle aankopen zijn nu rond. We ondërriandelen nog in één geval en het is niet uitgesloten dat we hier tot onteigening zullen moeten overgaan." De heer Jansen vertelde dat het gemeentebestuur blij i* met de particuliere initiatieven om winkels en bedrijven op de door sloop vrijge komen grond te stichten. De womsng- bouwstiebting is momenteel bezig met plannen om in het saneringsgebied woningen te bouwen, die passen to het beeld van de kom van 'sGravec Gr oen Mevrouw Krejw pleitte voor groen voorzieningen op de bouwgrond tus sen de Hoekeastraal en de Burge meester Prumerstraal. Zij miste voor zieningen, onder meer met een vijver, zoals die in dorpen in de omgeving voorkomen. De heer Den Hartog legde haar uit dat de bouwgrond duurder wordt naar mate er meer van een bepaald bouwplan voor groen wordt uitgetrok ken. Veel waardering kreeg het ge meentebestuur toegeschoven voor het planten van bomen in de nieuwe wijk. De bomen zijn, in tegenstelling tot wat meer gebruikelijk is, niet op de trottoirs geplaatst, maar in particulie re tuinen. Het bestemmingsplan Bui ten lev en. waar een groot aantal wo ningen is geprojecteerd, kreeg ruim de aandacht. De heer Verburg dacht dat er met dezelfde kosten meer aan het aanzien van dit plan gedaan zou kun nen worden. Eerder al hadden de heren Jansen en Den Hartog gezegd dat het gemeentebestuur graag bereid is naar suggesties en wensen, vooral met betrekking tot de aankleding met groen, te luisteren. De heer J. Paauwe informeerde boe het college van b. en w. er tegenover zou staan als er een aanvraag werd ingediend voor een derde bijzondere kleuterschool in het dorp. Wethouder J. Bras antwoordde daarop: ..Als die aanvraag aan de wettelijke voorschrif ten voldoet, dan zullen we er wel medewerking aan moeten verlenen. Maar we zijn niet blij met een verde- splitsing." Binnensporten Wethouder P. L. Peetere van sportza ken vertelde b. en w. Tan mening te zijn dat 's-Gravenpolder dringend be hoefte heeft aan een accommodatie voor binnensporten, „Een sporthal is voor het dorp natuurlijk niet haal baar. Maar we denken meer to de richting van een goede accommo datie, die ook voor het gymnastiekon- derricht op de lagere scholen gebruikt kan worden. Zoiets dus als de sport zaal in Heinkenszand." De heer Peetere zei dat de tekenin gen hiervoor gereed zijn eo aange meld om in aanmerking te komen voor een subsidie in het. kader van de bestrijding van de werkloosheid. naar soos. De heer Peetere legde uit dat de huidige subsidieverordening daar nog geen mogelijkheden voor biedt. „We gaan beginnen met de voorbereiding van een jeugdbeleid", zei hij, „En daarbij komt dit ook aan de orde. kan men altijd met mij praten als er bepaalde proble men of wensen zijn. Dan kunnen we kijken of er toch een mouw aan te passen is". Opbouwwerker C. van Woerkom van de stichting Opbouw West Zuid-Beveland vulde nog aan dat zijn stichting activiteiten van Jeugdso- zen kan steunen en subsidiëren. Leden van de jeugdsoos vroegen r subsidiemogelijkheden voor hun s Wat voert de exploitatieresultaten van de NV PZEM eigenlijk in de richting van de rode cijfers? Hoe zal het Zeeuwse energiebedrijf zich in de naderende 'zorgelijke jaren' boven de (alsmaar toenemende) verliezen in de elektriciteitssector kun nen uitwerken? Dat zijn kernvragen die blijven hangen na de publikatie eind vorige week van de bepaald niet opgewekte PZEM-begroting voor 1975. In de eerste dagen van het intussen lopende boekjaar heeft de raad van bestuur van de NV PZEM de aandeelhouders tegelijk met de begroting 1975 een overzicht gegeven van de gang van zaken in de afgelopen twee jaar. Daaruit springt de moeilijke positie waarin het bedrijf met de elektri citeitssector is geraakt opvallend naar voren. Dat elektriciteitsbedrijf leverde in 1973 nog een winst saldo op van ƒ122.767. Aanzienlijk minder al dan het jaar daarvoor. In de oorspronkelijke begroting voor het jaar 1974 werd nog opgewekt gerekend met een wdnstsaildo van ruim 3 miljoen, maar dat blijkt in de intussen herziene begroting helemaal verdwenen en gekeerd in een verlies van 155.000. Vorige week is in de kolommen van deze krant mede op basis van een toelichting van PZEM- directeur ir. M. D. Dalebout uiteengezet welke kant het in 1975 met de bedrijfsresultaten zal opgaan: opnieuw een verslechtering van 2 miljoen in de netto-uitkomsten (die overigens wordt wegge werkt via een tariefsverhoging op het huishoudelijk en kleinverbruik van andere aard), daarnaast blijft ook de reservering voor de aanleg van de 380 kV- koppelleiding met Noord-Brabant (vorig jaar nog 8 miljoen) achterwege. Toch 'draait' de PZEM niet slecht. In twee jaar tijd is de afzet de stroomverkoop dus opgelopen van 3,8 miljard kilowattuur tot 5,5 mil jard kWh. De PZEM is daarmee beland vooraan in de rij van de grotere energiebedrijven in Neder land. Ook al in vergelijking met die andere zuster bedrijven maken de installaties van de PZEM een over het algemeen aantrekkelijke bedrijfstijd. Dat wil dus zeggen dat er niet kan en mag worden gemopperd over ernstige stagnaties en grote tegen vallers in de produktde. Met ingang van 1 januari jongstleden heeft de raad van bestuur van de PZEM een aanpassing van de tarieven voor de kleinverbruikers doorgevoerd, die er in grote trek ken op neerkomt dat in deze sector stroom wordt en blijft geleverd op kostprijsbasis. In de zoge naamde basistarieven zijn de gestegen loon- en materiaalkosten verwerkt. Bovendien zijn de ver hoogde brandstofprijzen voor gas en olie via de zogenaamde brandstofolausule afzonderlijk tot uitdrukking gebracht. Op de uiteindelijke bedrijfsresultaten van de PZEM heeft de 'sluitende exploitatie' in de sector van het klein- en huishoudelijk verbruik overigens maar een heel kleine invloed. Het is al vaak vastgesteld: de ?ZEM is van een afgelegen nutsbedrijf voor een kleine provincie met een geringe bevolkingsdicht heid uitgegroeid tot een groot industrieel gericht energiebedrijf. Van de stroomverkoop gaat 90 naar de (super)grootverbruikers en 10% naar de kleinverbruikers. Daar komt bij dat de PZEM met een nieuwe kernenergiecentrale van rond 470 mega watt vermogen in het Sloegebied bij Borssele voor 70 van de brandstofkosten leunt op verrijkt uranium en voor 30% op olie en aardgas. De belangrijkste supergrootverbruiker van elektri citeit in deze provincie is Peohiney Nederland NV. Dit aluminiumbedirijf in het Sloegebied legt ruwweg gesproken beslag op tweederde deel van het vermogen van de kerncentrale Borssele. Hoewel dat nooit met zoveel woorden wordt bevestigd is wel ongeveer algemeen bekend dat de gemiddelde stroomprijs voor de supergrootverbruiker in Zee land neerkomt op 3,5 cent per kilowattuur. Op basis van de levering van stroom uit de kernener giecentrale Borssele heeft de PZEM enkele jaren terug met Peohiney een speciaal contract met een voor dit bedrijf niet ongunstige prijsstelling afgeslo ten. Hoe hoog (of misschien: hoe laag) die prijs is wordt tot nu toe nog steeds angstvallig geheim gehouden, Bij de NV PZEM zijn contractbepaJingen met afnemers een zaak van het dagelijks bestuur, waarover omdat het gaat om een commerciële overeenkomst tussen twee partijen niet verder wordt gesproken. Er zijn, ook in provinciale staten, nogal eens pogingen ondernomen om die geheim houding te doorbreken. Tot nog toe overigens zonder succes. Ook in de contracten met de supergrootverbrui kers zijn brandstofclausules opgenomen, waar bij dan moet worden aangetekend dat de clausule in de overeenkomst met Peohiney in wezen is gebaseerd op de brandstof uranium (kernenergie). Blijft dus de vraag: hoe komt het nu dat de PZEM in de elektriciteitssector te maken krijgt met oplo pende verliezen als gevolg van stijgende kosten en investeringslasten, waar onvoldoende baten uit de contracten met de supergrootverbruikers van elek triciteit tegenover staan. Bij de PZEM begroting wordt toegelicht dat het naast de stijgende loon- en materiaalkosten die niet allemaal kunnen wor den doorberekend vooral te wijten is aan bijzonder hoge investeringslasten in de eerstkomen de jaren voor voorzieningen, waarmee met name die industriële elektriciteitsvoorziening moet wor den veilig gesteld: een tweede conventionele (met olie of gas gestookte) centrale van 190 megawatt in Borssele en een 380 kV-koppelverbinding met de PNEM-centrales te Geertruidenberg. In beide geval len gaat het om de beschikking over voldoende reservevermogen, omdat vooral bij stagnatie of onderhoud in de kerncentrale Borssele in één klap een vermogen wegvalt van 477 megawatt. Met bekeken t. 01 10 c ■jbekeken ingang van vandaag 15 januari ligt de kerncentrale er voor zes tot acht weken uit in verband met de vervanging van de splijtstof (urani um) en een zogenaamde grote beurt. Om nog even een cijfer uit de begroting 1975 te halen: alleen al voor die tweede conventionele centrale in Borssele en de 380 kV-verbinding is een investering nodig van 100 miljoen. En opnieuw: zodra de kerncen trale en het reservevermogen in het geding zijn is daar onmiddellijk ook de stroomlevering en de afspraken daarover aan het bedrijf van Peohiney Nederland NV. Die leverantie mag niet langer dan voor enkele uren stagneren omdat dat desastreuze gevolgen zou hebben voor het produktieproces in de (aluminium) elektrolyse-ovens van het bedrijf, Met de teleurstellende tafel en zorgelijke vooruitzichten naar de ko mende jaren wordt het zo helder als glas dat het destijds met Pechiney Nederland NV afgesloten stroomleveringscontract („zo goekoop zal het een tweede keer niet meer kunnen." heeft minister Lubbers in november 1973 in de tweede kamer gezegd) nu een negatieve invloed begint uit te oefenen op de exploitatieresultaten. Vrij vertaald komt dit erop neer dat de PZEM op het ogenblik wordt geconfronteerd met de gevolgen van een aantal risico's en verplichtingen die men daar op zioh heeft genomen voce- een ongestoorde stroomle vering aan Pechiney. En die gevolgen komen in en tussen de cijfers van jaarverslagen en begrotingen tot uiting in hogere opwekkingskosten voor elektri citeit, te leveren aan Pechiney, dan waarmee in feite rekening was gehouden. De zogenaamde 'be drijfstijd' (de periode over een heel jaar gerekend, waarin stroom op het net wordt gezet) van de kerncentrale speelt daarin een belangrijke rol. Vo rig jaar kwam die bedrijfstijd gemiddeld op bijna 73 Voor een eerste jaar met kinderziektes niet ongebruikelijk. Veiligheidshalve heeft de PZEM-di- rectie voor 1975 de bedrijfstijd maar op 70 gezet. In de periodes dat de kerncentrale eruit ligt moet aan Pechiney stroom geleverd worden uit andere PZEM-centrales en via inkoop vanuit Noord- Brabant. Die levering uit het reservevermogen is als gevolg van de hogere olie- en aardgasprijzen aanzienlijk duurder dan de kernenergie. Is daarmee in het contract met Pechiney wel voldoende reke ning gehouden? Volgens de laatste aanwijzingen valt de bouw van de tweede conventionele centrale Borssele (de reservecentrale die dit jaar in prod uk toe moet komen dus) aanmerkelijk duurder uit dan was voorzien. Is zo'n tegenvaller te verhalen op de stroomlevering aan de supergrootverbruikers die van de kerncentrale afnemen (in casu Pechiney). Ook zal een afdoend antwoord moeten komen op de vraag: had die tweede (reserve)-centrale in Borssele niet achterwege kunnen blijven wanneer eerder was besloten tot de aanleg van de 380 kV- koppelverbinding met Geertruiden berg? En dan de hamvraag in de zorgelijke ontwikkeling van de bedrijfsresultaten bij de PZEM: tot welke hoogte zullen de verliezen in de kennende jaren nog stijgen? De PZEM heeft met Pechiney een stroom leveringscontract gesloten voor een periode van 20 jaar met daarbovenop nog een optie van 5 jaar. De bedrijfstijd van eerste kinderziektes wat overwonnen zijn onge twijfeld verbeteren. Toch blijft ze voor de exploita tieresultaten een zeer ongewisse factor wanneer een stroomleveringscontract zoals wel duidelijk be gint te worden juist op een vrij hoge bedrijfstijd van alleen die kerncentrale is gi Hoe zal de PZEM zich in de komende jaren boven de (almaar toenemende) verliezen in de elektriciteitssector kunnen uitwerken? De tarieven politiek blijkt heel weinig bewegingsvrijheid toe te laten. De sector huishoudelijk- en kleinverbruik is klein (10 van het totaal) en volgt de kostprijs. In de sector supergrootverbruik zit de PZEM gebonden aan langjarige contracten met heel scher pe pri j seal cularies en afspraken. De laatste tijd wordt van de kant van de PZEM nogal eens het argument aangevoerd dat voor een energiebedrijf met een betrekkelijk klein en nogal eenzijdig geo riënteerd verzorgingsgebied de basis te smal is voor kapitaalsintensieve investeringen van een om vang die de PZEM op het ogenblik moet doen. Ook langs die weg wordt dan gewezen naar mogelijkhe den die zich bij fusie met andere energiebedrijven (Brabant en Limburg) zouden voordoen. Uit de PZEM-resultaten en -begroting blijkt ook duide lijker dan misschien ooit naar voren is gekomen hoezeer in de jaren '60 de energievoorziening is gebruikt als een instrument van industrialisatiepoli- tiek ten opzichte van Zeeland. Dat is niet een zaak van de NV PZEM alleen geweest. Het 'energie- voordeel' dat Zeeland Pechiney bij vestiging zou kunnen aanbieden is ook in Den Haag regering en parlement vaak een discussiepunt geweest. Hoechst kwam destijds voor goedkoop aardgas in aanmerking. Pechiney r.iet. In wezen is de vsstigings- politiek tegenover Pechiney omgebogen van aard gas naar kernenergie. Het is op het ogenblik nog met te overzien hoe hoog de rekening is die de PZEM krijgt gepresenteerd als uitvloeisel daarvan en hoe lang de dalende tendens in de exploitatiere sultaten zich zal voortzetten. In het, komende 'ener giedebat' in de staten van Zeeland zullen de gedepu teerden, belast met de PZEM-portefeuille toch in ieder geval moeten uitleggen hoe de cijfers uit de begroting 1975 naar de in het verleden gevoerde politiek en naar de toekomst moeten worden ver taald. KEES VAN DER MAAS

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1975 | | pagina 7