PREMIER DEN UYL: IK VOEL ME NOGAL GELUKKIG" PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Wat moet er in 1975 In elk geval gebeuren, wil het minister-presidentschap van drs. Joop den Uyl zin hebben gehad? In een Interview, op deze pagina, geeft de premier zelf liet antwoord op die vraag: „Het heeft zin, wanneer grote delen van de bevolking, de lage-inkomensgroepen die nog zo weinig deel hebben gehad aan de welvaart, het gevoel krijgen dat dit kabinet er toch vooral is voor hen. Ze moeten weten dat ze niet alleen meetellen in de samenleving, maar ook meespréken. Ik wil graag de minister-president zijn van heel Nederland- Maar ik zit hier alleen omdat de mensen van de onderkant op mij gestemd hebben". Nog een opmerking van drs. Den Uyl, in antwoord op de vraag van interviewer Tony van der Meulen: Hebt u ook het gevoel dat dit land nooit linkser wordt dan het momenteel is? Den Uyl: „Daar kon u wel eens gelijk in hebben. In het midden van de Jaren zestig Ls de ontwikkeling op gang gekomen, ik denk dat heit hoogste punt van de golf nu al voorbij is. Je ziet allerlei tendensen naar behoud. Er wordt gas teruggenomen". (Van onze speciale verslaggever Tony van der Meulen) Exact na de overeengekomen anderhalf uur is het afgelopen. Minister-president drs. J. den Uyl (55) houdt zich nóg een seconde of dertig met je bezig. Daarna is het net alsófjé bij hem de stekker eruit trekt: je staat nog wel in dézelfde kamer, maar zijn gedachten zijn de deur al uit, naar de volgende afspraak. Een vage hand, nog wat gemompel, maar eigenlijk ben je wat hem betreft al weg, en wanneer je alleen maar even zijn kamer was binnengelopen om er een gelinieerde blocnoot te bezorgen, zou hij je bij de deur vermoedelijk net zo uitdrukkingsloos hebben aangekeken. Het continue tijdgebrek van Joop den Uyl. De start van het inter view verliep net zoals het eind. Vluchtige hand. „Ja, gaat u zitten, koffie?". De eerste paar minuten praat hij wel met je, maar intus sen is hij nog met vorige zaken bezig. Dan informeert hij plotse ling midden in een vraag of je de School voor de Journalistiek hebt bezocht en voegt er onmiddellijk aan toe: „Nee, gaat u ver der, ik sticht alleen maar wat verwarring". Na een half uur komt hij wat los, ook in zijn taalgebruik. In zijn zo bedaagde werkvertrek aan het Plein 1813 te Den Haag (meubels met gouden krulpootjes) vallen dan woordjes als „kulbcgrip" en „zakkig" te noteren. Maar het blijft intussen uitkijken met de premier: hij is moe en heeft het smoordruk; een panklaar standaard an two ord kost dan de minste energie. Als je een vraag maar even wat te algemeen stelt, gaat hij freewheelen. Je hoort dan bij wijze van spreken in zijn hoofd het cassettebandje klikken, en hij draait een algemeen verhaal af. Wanneer je dat afbreekt, pikt bij dat wel. En intussen blijven die ogen je taxerend aankijken: als Den Uyls blik kon branden, had je na afloop van zo'n interview heel veel, heel kleine schroeiplekjes. BEDRIJF De nacht tevoren was hij 's nachts om kwart over drie teruggekeerd van de Parijse topconferentie. Den Uyl: „Ja, wat wil je in dit 24-uur- bedrijf? Korte nacht gehad, en in tegenstelling tot wat sommige legen des willen, moet ik van tijd tot tijd toch wel een beetje slapen". Is zo'n topconferentie voor u een spannend gebeuren? Den Uyl: „Ja, toch wel. Kijk, vorig jaar hebben we Kopenhagen gehad, nu Parijs en het gekke geval doet zich voor dat ik nu met de Ierse premier de enige was die vorig jaar in Kopenhagen ook al meedeed. Overal wisselen de leiders. U ziet, dit is een zeer onzeker bestaan. In zeven landen andere mensen: het zit een beetje ingebakken in de huidige situatie van betrekkelijke stabili teit". „Maar als zoiets dan bijeenkomt, is dat nieuws in de krant en wil je ook graag dat er wat uitkomt". Hebben regeringsleiders op zo'n topconferentie ook nog enig per soonlijk contact of gaat het alleen maar over de agenda? Den Uyl: „Er is hard gewerkt. Tussendoor maak je dan wel een praatje. Maar contact? Zeer betrek kelijk. Rumor (van Italië -red.) had een auto-ongeluk gehad en moest tussendoor een paar keer naar het ziekenhuis voor roentgenfoto's. Daar is belangstelling voor geweest. Maar: hoe is het met je vrouw en kinderen? Daar is geen tijd voor. Het is allemaal vrij oppervlak kig". In de krant stond dat Wilson op een gegeven moment van opwinding de tranen in de ogen had. Den Uyl: „Dat is in zoverre juist dat de golven erg hoog gingen in de discussie over de positie van Enge land. Het einde van het Engelse lidmaatschap was heel dicht bij. We zijn langs de rand van de afgrond gegaan. Dat zet mij ook onder span ning, het was uitkijken gebla zen". „Tussen Frankrijk en Engeland kreeg je een situatie die zich in de politiek vaak voordoet: twee auto's rijden op elkaar af, eentje moet uitwijken, maar wie wijkt er het eerst?" In welke auto wilt u persoonlijk het liefste zitten?- Den Uyl (me schuin aankijkend): „In de auto die recht doorgaat. Maar ik hecht er toch ook erg aan een botsing te voorkomen". Bent u Parijs nog even in ge weest? Den Uyl: „Ik zat in een hotelletje vlak acht.er de Are de Triomph. Met twee medewerkers heb ik maandag nacht om half twee nog een korte wandeling gemaakt: even iets proe ven van die wat weëe lucht die uit de metro opstijgt, even kijken naar al die wel vaar ts-expulsies. Ik hou van slenteren in grote steden. Af en toe vraag je je af wanneer je daar de tijd weer voor krijgt". Misschien kunt u dat het beste aan de oppositie vragen. Den Uyl, breed grijnzend: „Ik weet niet of ze voor dat argument gevoelig zijn Maar een grote stad is een eindeloze bron van ontdekkin gen. Naar mensen kijken. Op een bankje in het metrostation kijken naar wat passeert, van een alcoho list tot aardige meisjes, gewone werk lui, deftig doende meneren. Plotse ling zie ik nu een beeld van maan dagnacht voor me: in een portiek staat een jongen, een Algerijn, toch een beetje schichtig: dat beeld". WALGVOGEL Hoe reageert u allerlei spannin gen eigenlijk af? Den Uyl: „Na de topconferentie heb ik één straffe whisky genomen. In het vliegtuig heb ik dan de nei ging nog wat na te praten en de volgende morgen liggen hier de sta pels dan weer hoog". „Maar wat mij ontspant? Dat werk afgemaakt wordt. Maar ik hecht wel erg aan een vrije zondag. De dingen laten vallen. Als ik eigens de pest over in heb, moet het pok na een dag over zijn. Het maximum is 24 uur, dan moet er een streep onder". Hebt u het maximum dit jaar vaak gehaald? Den Uyl: „Nee, niet nodig. Het is redelijk goed gelopen". Allerlei ministers hebben sinds ze tot het hoge ambt geroepen werden geen tijd gehad een normaal boek in te zien, maar u blijft lezen. Waar om? Den Uyl: „Ik ben nu bezig met een verplicht nummer: De Walgvo gel van Wolkers. Matig tevreden. Ik weet nog niet of ik het uitlees. Maar waarom ik blijf lezen? Omdat ik denk dat het meest pikante onder deel van de wereldpolitiek het men selijk bestaan zelf is. De souterrains, de verborgen ruimtes. De mens (ik geef toe, filosofisch is het een kulbe- grip) bestaat uit verdiepingen. Ken nis vergaren daarover is een niet- eindigende bezigheid. Simpeler ge zegd: ik lees uit nieuwsgierigheid. Nieuwsgierigheid vind ik een zeer aantrekkelijke menselijke eigen schap. Wie nieuwsgierig is, verveelt zich nooit". „Daarnaast lees je ook omdat je er kennelijk ontvankelijk voor bent. Maar dat stukje laat ik nu liever ingepakt, dat touwtje moet je niet doorknippen. Dat moet je niet op de tocht zetten. Privacy en zo". Van andere politici hoor je vaak dat ze dit vak wel voor een tijdje willen uitoefenen, maar daarna asje blieft niet meer. Terwijl ik van u het idee heb dat, wanneer niemand uw weg kruist, u er nooit meer mee ophoudt. Den Uyl: „Nee, ik denk niet dat ik gauw opgeef. Ik heb de drift er iets van te maken. Ik denk ook dat ik me moeilijk meer thuis zou voelen buiten de sferen waar de politieke beslissingen genomen worden. Om dat ik vind dat politiek het meest te maken heeft met de essentie van de samenleving. Daarmee is het niet belangrijker dan de wetenschap of het zakenleven; het is anders". „Die sfeer kan ik niet missen. Van jongsafaan ben ik erin gedreven. Zeg maar door een mengsel van idealisme en eerzucht". U hebt er nooit es helemaal genoeg van? Den Uyl: „Nee, noodt gehad. In dit bedrijf..." Het valt me op dat u steeds zegt: dit bedrijf. Den Uyl: „Ja, ik wil het werk hier ontdoen van de mythe van het bij zondere. Ik vind dat politici aan spreekbaar moeten zijn, van hun bijzonderheid ontdaan moeten wor den, evenals kardinalen en hooglera ren. Allemaal gewone mensen zoals de kruidenier op de hoek". „Ik herinner me nu plotseling hoe ik als jong maatje directeur werd van de Wiardi Beekman Stichting (het wetenschappelijk bureau van de PvdA red.) en toen mocht ik de vergaderingen van het partijbentuur bijwonen. Daar zaten Dress, Lief- tinck, Manshalt. Dat zijn, hoe noem je dat ook weer, hoogwaardigheids bekleders. Maar jeontdekte: het zijn gewone mensen". Ik vind het trouwens niet reëel om uzelf te vergelijken met de krui denier op de hoek. Den Uyl: „Dat is waar, daar zit een demagogisch element in, het is niet helemaal eerlijk. Maar ik noem met een zekere voorkeur de politiek een bedrijf om het te ontmythologi seren- Daarom heb ik dat „excellen tie" ook laten vallen. Het is gewoon de manier van omgaan hier, heel bewust". DAAR GAAT DEN UYL Hebt u nog contact met wat dan heet: de gemiddelde Nederlan der? Den Uyl: „Veel brieven en tele foontjes. Maar gewone contacten: ja an nee. Het is ondenkbaar dat je nog een bestaan leidt ais andere mensen. Ergens speelt het minister president-zijn toch een rol: daar gaat Den Uyl". Geeft dat een kick als je op een goeie dag premier van Nederland wordt? Den Uyl: „Amper. Dat klinkt hoog moedig. Ik vond het persoonlijk wel een feestelijke dag, maar de kick van: nou ben je minister-president: amper. Ik denk dat ik dat meer had toen ik in Amsterdam wethouder werd. De eerste keer dat ik toen de Commissie van Bijstand moest voor zitten. was ik nerveus. Terwijl ik al die mensen kende als m'n broekzak- Maar het was misschien het idee: nu begin je met bestuurlijk werk. Ik heb dat veel minder gehad toen ik minister van economische zaken werd. (In 1965, kabinet-Cals red.)". Die nervositeit van toen, in welke situaties hebt u die nu nog? Den Uyl: „Ik geloof dat ik het gehad heb toen ik als minister voor het eerst naar een vergadering van de 'Europese Gemeenschap ging. Spaak zat daar, en Couve de Murvil- le. Bekende namen, maak je het daar waar? Maar tegenwoordig: ik moet tot m'n schande bekennen dat ik er geen last meer van héb". Ik wou het es een tijdje over uw image hebben. Lange tijd bent u volgens mij overgekomen als een kalle, koude, muisgrijze socialist. Den Uyl: „Ik denk dat ik nu als premier beter overkom zoals ik ben, dan toen ik oppositieleider was. Tot mijn verbazing heb ik toen het beeld gehad van de agressieve, door drammerige, nijdassige dogmatische socialist. Uit reacties merk ik dat het nu anders is, zij het dat ik het image van de principiële, dogmati sche socialist niet kwijt ben. En misschien ook niet kwijt wil". „En muisgrijs? Ik heb effen das sen, ik hou wel van the afdekking. Ik heb geen behoefte aan de etalage. Je kimt best zeggen dat daar een zekere hoogmoed in steekt, mis schien is dat ook wel zo. Als men sen mijn innerlijk wensen te ontdek ken zal ik daar niets toe bijdragen. Dat is zo'n beetje de houding". Ik heb ergens gelezen dat u het minister-presidentschap een dispbe- vredigend' baantje vindt. Kimt u me dat es uitleggen? Den Uyl: „Oh, het gevoel dat je permanent iets doen kunt. Hier zijn geen dagen dat je na afloop denkt: wat heb ik eigenlijk vandaag lopen doen? Je kunt waar maken wat je bedoeld hebt. Dat klinkt erg vroom, maar het is wel zo. Het terugdrin gen van de pracht en praal in de samenleving. Ik ben er bijvoorbeeld gewoon trots op dat dit kabinet volgend jaar anderhalf procent ont- wikkelingshulp gaat geven- Als enige land ter wereld. Dat is nog veel te weinig,, maar ik vind het toch een geweldig idee". Bent u het afgelopen jaar nog veel illusies armer geworden? Den Uyl: „Nou, ik vind dat dit kabinet meer doet dan ik voor mo gelijk had gehouden. Dan hoor je zeggen: ze hebben ook veren gela ten. Maar ik voel me nogal geluk kig". van de ja-Ten zestig is de ontwikke ling op gang gekomen, ik denk dat het hoogste punt van de golf nu al voorbij is. Je ziet allerlei tendensen naar behoud. Er wordt gas terug LINKSER Uw kabinet zou er nu niet meer gekomen zijn? Den Uyl: „Da's een diepe". Na enig gepeins: „Die vraag is niet te beant- woorden. Maar toch, nee, ik zou dai niet willen zeggen- Gezien de ontwik keling zou een kabinet van dit type er altijd een keer gekomen zijn". Na een korte inventarisatie van alle relletjes rond het kabinet dit jaar (Den Uyl: „Er is inderdaad vrij veel te doen geweest") komen we op het punt dat zijn betrouwbaar heid dit jaar nogal is aangevochten. Zijn ontkenning dat Vredeling ge dreigd had af te treden. De „ontken ning" dat hij een brief aan Mansholt had geschreven over de datum waar op in Nederland kerncentrales ge bouwd worden, waarna kranten hem als .leugenaar" bestempelden. Den Uyl: „Uitermate vervelende dingen. Een keer heb ik woedend uitgeroepen dat het een godvergeten schande was. Vooral het geval met die brief heb ik me aangetrokken. Dat Het Vrije Volk en De Volks krant schreven dat ik loog, heeft me echt wel geraakt- Niet dat de Tele graaf er twee dagen in zwelgt. Dat zal me een zorg zijn. Maar dat geestverwante kranten even op die toer gaan". „Ik heb er, dacht ik, wel een verklaring voor- Ik ben momenteel één van de weinigen in de Partij van de Arbeid die volledig bewust in de politiek van de jaren vijftig heeft gestaan. Eigenlijk is mijn hele gene ratie uitgeweken. Ik ben nog hele maal niet zo oud, maar eensklaps ben ik de enige PvdA'er in het kabinet die al eerder minister is geweest". „Dat feit moet wantrouwen oproe pen. Hoe is het mogelijk: iemand uit die oude sluip- en kruiptoestand, iemand uit de jaren vijftig, de kou de oorlog? Die moet wel te handig zijn. Ik denk dat er een behoefte is om aan te tonen dat zo iemand de kenmerken heeft van de oude poli tiek. De slimmigheden". „Ik registreer dat en ik vind het knullig. Waarom is zo'n man die dat schrijft te raking om even de tele foon te pakken? Na 24 uur ben ik ook dat weer kwijt maar op de dag dat het in de krant stond, heb ik dat maximum van 24 uur om het kwijt te raken, wel nodig gehad. Dan moet je echt even slikken en vloe ken". Wat helpt het beste? Den Uyl: „Even met jezelf te rade gaan. Hoe liggen de dingen? Maar ik trek het me wel aan"- ARGWAAN Hebt u ook het gevoel dat dit land nooit linkser wordt dan het momenteel is? Den Uyl: „Daar kon u wel es gelijk aan hebben. In het midden Vindt u het overigens een goede eigenschap een gezonde portie arg waan te hebben tege met macht is bekleed. Den Uyl: „Ja, dait is volstrekt juist. Maar die bekende slinksheid, dat is een interessant punt om over te praten. Dat slimheid nu als slecht geldt: dat heeft ook te maken met bet generatieconflict. Maar ik heb nooit de morele verontwaardiging over de oude politiek kunnen delen. En ik geloof niet in de opvatting dat de generatie van, zeg maar, '65 mi in tegenstelling tot de ouderen, volgens strikte morele maatstaven ope reert". Moet u ervoor oppassen op de televisie niet al te sluw over te komen? Den Uyl: „Ik denk van wel, ja. Maar al dat gepraat over tv-optre dens, daar ben ik een jaar of vier geleden mee opgehouden. Ik heb er nu geen enkele gedachte meer bij, het. is sterk routinematig. En ik mag zeggen, dacht ik, dat ik redelijk overkom zoals ik ben. En dat zal dan af en toe ook wel slim zijn". Hoe komt u over? Den Uyl: „Ik vind het 'een beetje knullig om van jezelf te zeggen hoe je bent- Die dingen moet je mee etaleren, vind ik. Hoe ik ben, dat moet u maar proberen uit te ma ken". Ik heb nog een paar korte vra gen. Wat moet er volgens u in 1975 in ieder geval gebeuren, wil het zin gehad hebben dat u minister-presi dent was. Premier Den Uyl steekt de duim al op om de zaak fors te gaan optellen; op verzoek beperkt hij zich tot één punt: „Het heeft zin wan neer grote delen van de bevolking, de lage-inkomensgroepen die nog te weinig deel hebben gehad aan de het gevoel krijgen dat dit er toch vooral is voor hen. Doordat ze zien vrat wij doen. Ze moeten weten dat ze niet alleen meetellen in de samenleving, maar ook meespreken. Ik wil graag de minister-president zijn van heel Ne derland. M2ar ik zat hier alleen om dat de mensen van de onderkant op mij gestemd hébben". U hebt es gezegd: Leg maar es uit dat medezeggenschap belangrij ker is dan het eerste vakaniaecocbt- je. Den Uyl: „Dat is een probleem. Je moet mensen ook niet tot medezeg genschap dwingen- Wel kun je pro beren vanuit het onderwijs, vanuit de politiek de gedachte te voeden dat het leuker is als je mee kunt praten. Maar dat is een lange rit". Ik zal maar niet bij u gaan hengelen hoe lang het kabinet het nog volhoudt? Den Uyl: „Ik voel geen crisisfeer". Ik heb nog één punt: hoe komt het dat, sinds u aan het bewind beat, er geen normale zomer en geen normale winter meer is ge- Den Uyl zond komt omdat dit kabinet beloofd heeft dat alles anders zou worden. Kijk maar naar het weer".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1974 | | pagina 37