HET BEGIN VAN
DE TERREUR
„HET BEEST DAT UIT DE ZEE OPKOMT"....
13
Tweede helft vijfde deel
De Jongs geschiedschrijving
Chronologische
volgorde
VRIJDAO 3 MEI 1974
PROVINCIAL! ZEEUWS! COURANT
(Van een speciale verslaggever)
DEN HAAG „Zelfs de meest uitgebreide geschiedschrijving is steeds een drastisch vereenvoudig
de weergave van de werkelijkheid". Met deze zin begint dr. L. de Jong zijn beoordeling van de eerste
fase van het Englandspiel, waaraan hij een hoofdstuk wijdt in de tweede helft van het vijfde deel
van 'Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog', dat donderdag is verschenen.
„Een drastisch vereenvoudigde weergave", dat worden zijn lijvige boeken inderdaad naarmate hij
lil zijn beschrijving dichter komt bij de rampzalige periode van de bezetting, waarin de Duitsers, na
met aanvankelijk nog zachte diplomatenhand de samenleving te hebben ingekapseld, langzaam gaan
toeslaan met hun dramatische terreur, die Europa tot een sinistere grafkelder heeft herschapen.
In dit opnieuw vijfhonderd pagina's tellende boek begint de terreur zich af te tekenen, de eerste
martelingen en martelaars, dominee Van den Bosch, pater Titus Brandsma, de eerste massale exe
cuties van argeloze spionnen en OD'ers, de gijzelingen en de laatste voorbereidingen voor de defini
tieve uitroeiing van alle joden in Europa.
De periode die dr. Lou de Jong in dit
nieuwe boek behandelt, ligt; tussen de
Japanse aanval op Pearl Harbour, de
oorlogsverklaring van Amerika in de-
oember 1941, en de smadelijke afgang
van de Joodse Raad, die zich gaat
lenen tot volledige medewerking aan
de deportatie van alle joden. Wat was
het effect van deze gebeurtenissen op
het Nederlandse volk in de lente en
de vroege zomer van 1942, nadat ook
Nederlandsch-Indië door Japan was
verslagen?
De Jong waagt zich met aarzeling
aan een beschrijving daarvan. De pre
cieze wijze waarop de gebeurtenissen
zich afspeelden, waren aan de brede
massa onbekend. Niet allen lazen de
illegale bladen, niet allen luisterden
naar de Londense Radio Oranje. Voor
heel velen was de enige informatie
bron de dagbladen en wat de bezetter
daarin liet publiceren. Men begon zich
langzaam persoonlijk bedreigd te voe
len. Men wist dat uitzending r
Duitsland voor arbeiders dreigde, i
wist dat op elke vorm van verzet, hoe
gering ook, zware straffen stonden.
Men wist, maar slechts in hoofdlijnen,
dat de joden in een maatschappelijk
isolement gedreven werden en dat
hun alles ontroofd werd. maar men
had nog niet in de gaten wat de
werkelijke bedoelingen van de Duit
sers waren.
Wie overtuigd communist was, be
sefte al wel dat hij aan een meedo-
een overtuigd aan
genloze vervolging bloot stond. Wie
een overtuigd en actief christen was.
hoorde in zijn kerken dat door de
Duitsers de bijl werd gezet in hetgeen
door protestanten en katholieken
maatschappelijk was opgebouwd. De
onderdrukkingspolitiek werd lang
zaam een feit dat niemand meer kon
ontkennen.
Eerste schaarste
De winter van '41 en '42 was bijzon
der streng geweest en er was voor
het eerst schaarste aan kolen, gas en
elektriciteit. Lonen bleven gelijk,
maar de prijzen stegen. Aardappelen
kwamen op de bon, evenals suiker,
sigaren, sigaretten en tabak. Koffie en
thee waren er niet meer. De fietsban
den waren op en wie eer. auto had,
moest die op stal zetten. Men begon
te begrijpen: hoe langer de oorlog
duurt, des te groter zullen de moei
lijkheden worden. I
Toch hield men zich overeind m het
vertrouwen dat de macht van de
bezetter eens zou worden gebroken, i
Hij vocht in Rusland en in Noord-
Afrika. De machtige Verenigde Staten
waren in de oorlog gekomen, en al I
besefte men wel dat in die strenge I
winter een landing van Engeland en
Amerika op het Europese vasteland
niet mogelijk was geweest; in de
zomer van 1942 zou deze toch zeker
komen.
Daar had Radio Oranje al over
gesproken in een commentaar van
Lou de Jong zelf. Vrij Nederland
sprak al van een invasiepsychose on
der de bezetter. Juist tegen die achter
grond vormden de maatregelen van
de Duitsers in de lente van 1942 een
zware belasting voor het. moreel. De
aangekondigde dwangarbeid in Duits
land, het fusilleren eerst.van Sneevliet
en de zijnen, daarna van 72 en nog
eens van 24 verzetsmannen, het in
krijgsgevangenschap oproepen van het
hele beroepskader van het leger, het
in gijzeling nemen van honderden Ne
derlanders, het voorbereiden van de
deportatie van alle joden dat alles
versterkte bij de grote massa het
verlangen naar de bevrijding. Dat die
in 1942 zou komen, geloofden velen.
Maar op 15 juli vertrok de eerste
trein uit ons land met joden die
gedeporteerd werden. Hun bestem
ming was Auschwitz!
Kerken
Evenals in de twee vorige delen
besteedt dr. De Jong uitvoerig
dacht aan het verweer van de kerken
tegen de bezetter. „Van verheerlijking
van het kerkelijk verzet dient men
zich overigens te onthouden", zo
schrijft hij, „zij die er middenin ston
den, deden dat ook". Na de oorlog is
wel eens gesteld dat ..als de kerk
voor honderd procent de geloofsge
hoorzaamheid had betracht, dan zou
geen dominee of pastoor er het leven
hebben afgebracht". Ds. K. Gravemey-
er, secretaris van de Algemene Syno
de der Hervormde Kerk, zei eens op
een vergadering van het Interkerke
lijk Overleg tijdens de oorlog: „Indien
wij zeggen en doen wat wij moeten
zeggen en doen, is dit onze laatste
vergadering".
Zo zochten ook de kerken dikwijls
een compromis, niet in de zaken die
de kerken direct aangingen, zoals de
strijd tegen de gelijkschakeling van
het bijzonder onderwijs, maar wel in
bijvoorbeeld het joodse vraagstuk. De
Jong concludeert: „Zo werd dan ook
in de maanden waarin het joodse
volksdeel door een hagel van verorde
ningen getroffen werd, door de sa
menwerkende protestantse kerkge
nootschappen, trouwens ook door het
katholieke episcopaat, gezwegen".
Later zou ds, Buskes verhalen dat
het Convent der Kerken „voor het
illegale verzet weinig waardering had.
De afgevaardigden hadden slechts kri
tiek; de illegalen waren onbesuisd,
handelden ondoordacht en onverant
woordelijk, maakten zich schuldig aan
gevaarlijke romantiek en avonturen-
zucht. „Ik kwam er na de discussies
wel eens vandaan met het gevoel dat
ik er beroerd van was".
Volgens dr. De Jong heeft „de kerk
tijdens de bezetting een bijzondere
olaats ingenomen. De kerkgangers
hadden veel meer dan voorheen- be
hoefte aan troost en lering. Daaraan
kwam de kerk tegemoet. Over de
vraag of de kerk vroeg genoeg, vaak
genoeg en klemmend genoeg tot de
bezetter heeft gesproken, werd al tij
dens de bezetting verschillend gedacht
maar gesproken heeft zij". Wel
concludeert De Jong dat er tijdens de
bezetting als geheel meer mandemen
ten van het katholieke episcopaat zijn
uitgegaan dan kanselboodschappen
van de protestantse kerkgenootschap
pen.
Illegaliteit
.Afgezien van de illegale pers. Vrij
Nederland, Het Parool en De Waar-
heid, die vrij snel van de grond was
gekomen en waar zich in de winter
van 1942 zelfs al de eerste competen
tiekwesties voordeden, constateert dr.
De Jong dat de daadwerkelijke sabo
tage in die periode van zeer beperkte
omvang was. eigenlijk niet meer dan
een randverschijnsel in de samenle
ving. Dat nam niet weg dat zelfs deze
geringe Vorm van actief verzet de
Duitsers dwars zat.
Op initiatief van Rauter werd het
de hoogste tijd dat het Nederlandse
gezag, de secretarissen-generaal, zich
met een proclamatie tot het volk
zouden richten om zich van alle da
den van sabotage, van alle daden van
verzet te onthouden. Dat voorstel
werd met warme instemming begroet.
Vooral op het departement van econo
mische zaken, dat onder leiding van
ar. Hirschfeld stond, was dat groeiend
verzet een doorn in het oog. Het volk
begon immers de door de secretaris
sen-generaal zelf afgekondigde rant
soeneringsmaatregelen te ontduiken.
Zelf stelde dr. Hirschfeld aan de Duit
sers voor om een speciaal interne
ringskamp voor plegers van zogeheten
economische delicten in te rich-
Er tekende zich ook in de Neder-,
landse verhoudingen een grotere grim
migheid af. Minutieus beschrijft Lou
de Jong de ontwikkeling. ,fEr is in die
periode geen bevolkingsgroep geweest
die naar verhouding in zo grote mate
heeft deelgenomen aan het illegale
werk als de communistische. De com
munisten hebben zich bovendien on
derscheiden door een groot weer
standsvermogen, dat bij nagenoeg al
len bestand was tegen de barbaarse
verhoormethoden van de Sicherheits-
polizei".
Greep naar de macht
In de winter van '41 en '42 begon
nen enkelen, in de verwachting van
een geallieerde invasie in Europa, zich
zorgen te maken over wat er in
Nederland moest gebeuren wanneer
het Duitse regime om wat voor reden
dan ook plotseling in elkaar zou stor
ten en er in Nederland als gevolg
daarvan een gezagsvacuüm zou ont
staan.
Een van de eerste groepen die zich
aandienden om dat vacuum op te
vullen, was de paramilitaire organisa
tie van de Ordedienst. Onder leiding
van de chef-staf, de Haagse vrijgezel I
;en of
sel, is
(Door Jan van Beek)
Niet alleen voor de schrijver van Het Koninkri jk der
landen in de Tweede Wereldoorlog, dr. Lou de Jong
ook voor de bijna 150.000 lezers van dit werk gaat d
rijzen: zal ik tijd van leven hebben om het af te m;
om het uit te lezen? Hoewel nog steeds het vijfde
het jongste boek al de zevende band. Er zullen nog min
stens acht banden volgen.
Na het lezen van deze tweede helft van het vijfde deel gaat de lezer
pas goed beseffen wat nog komen gaat: de gruwel van de losgeslagen
machtsmachine. de industrie van de georganiseerde moord. De eerste
rijf delen zijn de voorbereiding geweest, de uitvoering moet nog
volgen. Insiders in de manuscripten die reeds voor de volgende delen
gereed z:jn. zeggen nu al dat met de escalatie van de gebeurtenissen
ook de schrijftrant van De Jong meer geobsedeerd raakt. He*, zal
nog tien jaar duren.
In het concept van dit levenswerk past de chronologische behande
ling, en die begint de lezer nu als een niet onbeduidend bezwaar te
voelen. In dit laatste boek gaal De Jong bijvoorbeeld ln op de eerste
fase van het Engelandspiel. De lezer zal tot het negende deel moeten
wachten om het einde te kunnen lezen. En ook a: kent hij de historie
uit andere bronnen, hij zal jaren moeten wachten voordat hij kan
weten welke conclusies De Jong zal trekken.
Het ls waar. de schrijver Is zo nu en dan bereid de tUdsgrcnzen van
zijn chronologische opbouw te overschrijden, als hij een gebeur.ems
wil afronden. Maar de hoofdzaken de werkehjk belang,-, ke ontwikke
lingen zullen als zwarte en rode draden door alle deler, t
Lou de Jong erkent dit bezwaar. .„Maar ln deze opzet past geen
andere dan de chronologische opsomming. Ik besef dat ik de lezer
daarmee soms teleurstel, omdat hij meer wil weten, omdat hij de
afloop wil kennen. Maar dat ls een risico dal ik moet aamaarden.
Ten behoeve van de lezer wijk ik al dikwijls van die lijn af."
jnr. Joan Senimmelpenmnck, werd
een plan opgesteld voor een „voorlo
pig bewind", dat Nederland vrij van
opstandige, voornamelijk linkse ele
menten op een presenteerblaadje zou
moeten aanbieden aan de koningin als
zij terugkwam.
In kringen van de traditionele poli
tieke partijen maakte men zich niet
geringe zorgen over de plannen van
de Ordedienst. En met name Koos
Vorrlnk, de voorman, van de sociaal
democraten. Hij stelde voor de rege
ring in Londen een uitvoerig memo
randum op. Toen dat geruime tijd
later in Londen arriveerde, geloofde1
de regering aldaar dat het van dr.
Wiardi Beekman afkomstig was
hield de waarschuwing voor overdre
ven.
Deze ontwikkeling vormt de aanzet
voor een uiterst boeiende beschrijving
van het contact tussen bezet gebied
en de regering in Londen. Zoals altijd
laat Lou de Jong de feiten voor
zichzelf spreken. Zij zijn echter zo
boeiend, dat dit gedeelte van het boek
als een stuk uit een beklemmende
roman te lezen is. Een roman echter
die de lezer teleurgesteld achterlaat
over de bekwaamheid van degenen
die vanuit Londen speelden met men
senlevens.
Englandspiel
Over het Engelandspiel is na de
oorlog veel geschreven, van de versla
gen van de parlementaire enquêtecom
missie tot series jongensboeken. Dr.
De Jong geeft een korte, maar aan
grijpende beschrijving van het begin
van dit sinistere spel van de Duitse
contraspionage onder leiding van
Schreieder en Giskes, geholpen door
een aantal landverraders, met een
grote groep spionnen die in Engelse
ondraebt in Nederland werden ge-j
dropt.
Voor de actieve militaire spionage1
cn sabotage in bezet gebied waren in I
Engeland twee diensten verantwoorde-'
lijk, de Military Intelligence-6 (Ml-fi) j
en de Special Operations Executive
f SOEDe MI-6 hield zich o.a. via de
Centrale Inlichtingendienst van de Ne
derlandse regering voornamelijk bezig
met het uitzenden van spionnen, en de
SOE met het zenden van sabo
teurs.
„Wij kunnen het niet genoeg onder
strepen". aldus Lou de Jong, „op spio
nage stond de doodstraf. Elkeen die
als geheim agent of als marconist
naar bezet gebied vertrok, zette zijn'
leven op het spel. Het was dunkt ons:
dan ook de plicht van de diensten die
de agenten en marconisten uitzonden,
PATCH TITUS BRANDSMA
hun maximale bescherming te ge-1
ven".
Aan die bescherming ontbrak het
ten er.en male. Agenten werden weg
gezonden met zilvergeld op zak, ter
wijl dat al in Nederland door zink
vervangen was. De persoonsbewijzen
die zij meekregen, waren ondeugde
lijk: het papier was donkerder, de
druk vertoonde afwijkingen en zelfs
het watermerk deugde niet: de twee
leeuwen die het Nederlandse wapen
flankeerden, keken in dezelfde rich
ting!
Zij werden als landlopers gekleed,
omdat de Britse geheime dienst dacht
dat alle Nederlanders er zo langza
merhand wel zo bij zouden lopen. Alle
zenders waren verpakt in dezelfde
soort gele koffertjes, zodat de Duitse
Abwehr ten slotte iedereen op kon
pakken die met zo'n koffertje op
straat liep.
Het verhaal is verder bekend. Met
de arrestatie van de agenten Taconis
en Lauwers kregen Giskes en Schreie
der de sleutel voor him „Spiel" in
handen. Ondanks het feit dat Lauwers
opzettelijk een van zijn .security-
checks" in zijn zendcode verwaarloos
de. reageerde de „Dutch section" van
SOE: .Ach. een agent in het veld kan
rare dingen doen", en men besloot het
contact voort te zetten. Men seinde
naar Lauwers (dus naar Schreieder
die hem gevangen hield) tijd en
plaats van aankomst van nieuwe agen
ten, die door de Abwehr doodleuk
werden opgewacht.
Dr. De Jong veroordeelt de verant
woordelijken aan Britse kant voor het
Engelandspiel scherp, talloze dappere
mer.sen verloren immers het leven.
„Dat van Londen uit het contact metl
bezet gebied zo uiterst moeizaam en|
met zoveel zoeken en tasten tot stand'
is gekomen, moet men in de eerste
plaats zien als gevolg van het feit dat
vóór mei 1940 noch door de Neder
landse. noch door de Engelse officiële,
instanties terzake adequate voorberei-i
dingen getroffen waren".
Er zijn in Londen ernstige fouten
gemaakt. Elke fout heeft mensenle-1
vens gekost. De Jong wijst ook nog]
op volstrekt onvoldoende training en]
voorbereiding van de agenten. Het)
ergste is echter dat de SOE. dwars!
tegen de afspraken in over de „securi
ty-checks". het zendverkeer rustig
heeft doorgezet. In tegenstelling tot
de enquêtecommissie, die van ..ernsti
ge fouten" heeft gesproken, wil De1
Jong hier de kwalificatie „kapitale
blunders" gebruiken.
Uiteindelijk zou Schreieder zijn spel
met de beroemde Engelse inlichtin
gendienst kunnen spelen over niet
minder dan achttien zenders. Hij kon
bijna net zoveel geheime agenten la
ten sturen en daarna arresteren als
hij wilde. „Wat Giskes en Schreieder
presteerden (beiden handige en zeer
vakkundige contraspionnen) heeft]
geenszins een uitzonderlijk karakter j
gedragen", aldus De Jong. ..Zonder de!
hulp die zij bij hun werk kregen van;
Nederlandse V-mannen als Ridderhof,1
Van der Waals. Poos en Slagter die
zich in de illegaliteit binnen drongen I
en daarna de groep verraadden j
zouden zij machteloos geweest zijn".
Om dan maar niet te spreken van de
grenzeloze hulp van het SOE.
De Endlösung
Het slotgedeelte van dit boek be-
staat uit een chronologisch verslag
van de angstaanjagend bureaucrati
sche opbouw van het apparaat dat
ten slotte alle joden in Duitsland en
de bezette gebieden zou moeten uit
roeien. Klinisch wordt de competen
tiestrijd tussen de hoogste Duitse au
toriteiten in Nederland over de vraag
wie de jodendeportaties zou uitvoe
ren. uiteengezet.
Seyss-Inquart weerstond allen, zowel
Rauter, Harster, Schmidt als Wim-
mer. Hij zelf zou als opperste dienaar
in Nederland van Hitler, die hij zo
zeer bewonderde, dit meest principiële
vraagstuk van het Derde Rijk, de
uiteindelijke vernietiging van het
joodse volk. op zich nemen. De Jong.
toont hoe Seyss-Inquart met de slim
heid van de io-t in details perfecte
diplomaat de Amsterdamse Joodse
Raad voor zijn lijkwagen heeft weten
fe spannen, stap voor stap volgens
een letterlijk dodelijk-perfecte plan
ning.
Steeds weer wist hij de Joodse
Raad tot medewerking te dwingen,
omdat hij de voorzitters Asscher en
Cohen tot het standpunt wist te bren
gen: „Als wij niet meewerken, wordt
het leed nog groter". Dat standpunt is
ten slotte een moeras gebleken, een
gevaarlijk drijfzand, waarin de Joodse
Raad te gronde is gegaan. Dat begon
eerst met de medewerking aan de
uitzending naar de werkkampen van
joodse werklozen- Daarna de invoe
ring van de gehate jodenster. Vervol-1
gens het verbod voor joden om lid te
zijn van verenigingen waar ook met
joden lid van waren. De invoering van i
de Neurenberger Rassenwettende re
gistratie van de Joodse bezittingen, de
verbeurdverklaring en ten slotte de
voorbereiding van de deportatie.
Het is een triest relaas, dat bi
volgende delen ongetwijfeld nog tries
ter zal worden. De Jong registreer, en
komt tot scherpere conclusies dan
prof. Preiser Ln „Ondergang". Waar
Presser mild oordeelt over de na de
oorlog door Cohen uitgesproken ver
onderstelling dat het optreden van de
Joodse Raad de deportatie van werk
loze joden zou hebben vertraagd,
constateer De Jong dat de Joodse
Raad .niets heeft weten te verijdelen"
en Jn het geheel niet" heeft weten te
vertragen.
Trouwens, reeds tijdens de oorlog
waarschuwden Vrij Nederland en Het
Parool cie joden: .JDe Duitser gebruikt
joden om he: joodse vraagstuk op te
lossen". .,De J ruien raad in Amsterdam
ls een instrument ge-worden in Duitse
hand". „Hoezeer wij ook begrip heb
ben voor de moeilijke pocctie waarin
de Joodse Raad verkeert, tot mede
werking aan een dergelijke vorm van
Chantage had zij zich nooit mogen
lenen". „Als de Joodse Raad niet de
verantwoordelijkheid op zich durft te
nemen voor de enige daad waarmee
hij de joodse bevolking een dienst
kan bewijzen, namelijk zijn werk
zaamheid staken, dan zullen onze
joodse landgenoten zichzelf moeten
helpen Maar niet alleen cie Joodse
Raad. want toen secretaris-generaal
Prederiks in maart 1942 een zwak
protest bij Rauter liet horen, kreeg
hij de mededeling dat volgens de
Duitsers de joden geen Nederlanders
waren en geen zaak meer voor de
Nederlandse autoriteiten. Het ant
woord van Prederiks luidde: „Ik Kit
mij voor het gegeven bevel moeten
buigen".
Het zou in dit bestek te ver voeren
een poging te ondernemen het feiten
relaas van De Jong op de voet te
volgen.
Nadat ook dc Joodse Raad bereid
was gebleken de formulieren gereed
te maken voor de gedwongen verhui
zing naar het „Oosten" (lees de ver
nietigingskampen) eerst 350 per
week. later 2000 met premies voor
wie het snelst kon tikken hadden
Seyss-Inquart cn Rauter, Harster en
Zoepf, Lages en Aus der Fuenten
bereikt waarop zij gehoopt en wel
licht gerekend hadden. Hoe de voor
ertrek aan te wijzen Joden en hoe de
overige Nederlanders zouden reage
ren. was toen nog een open vraag. Dr.
Lou de Jong zal het in volgende delen
behandelen.
(Door dr. L. de Jong)
Al in de eerste bezettingszomer, de zomer van '40, had de wens
om bevrijd te worden zich bij velen in optimistische voorspellin
gen geuit die aanknoopten bij het wereldnieuws, vele anderen had
den zich aan formules vastgeklampt die reeds in vroegere perioden
van druk en benauwenis de ronde deden. Sommigen gaven van
hand tot hand de uit de zestiende eeuw daterende zgn. profetieën
van Nostradamus door, die men zo interpreteerde dat de spoedige
val van het Derde Rijk er in aangekondigd was; er waren er ook
die speciale waarde gingen toekennen aan de getallensymboliek en
dan bij voorkeur teruggrepen op het laatste hoek van het Nieuwe
Testament, de Openbaring van Johannes, hoofdstuk 13, ,het Beest
dat uit de zee opkomt'.
„En ik zag uit de zee een Beest
opkomen... En.de draak gaf hem zijn
kracht, en zijn troon en grote macht,
En ik zag een van zijn hoofden als
tot de dood gewond, en zijn dodelijke
wond werd genezen... En het werd een
mond gegeven om grote dingen en
godslasteringen te spreken: en het
werd macht gegeven om zulks te
doen, twee-en-veertig maanden... Hier
1 is de wijsheid, die het verstand heeft,
rekene het getal van het Beest; want
het is het getal eens mensen, en zijn
getal is zeshonderdzes-en-zestig".
Duistere woorden! Welnu, gaf meni
aan de letter a de getallenwaarde 100.
aan de b 101 enzovoort, dan was de
som van de letters h-i-t-l-e-r 666. Con-
clusie: met „het. Beest da: uit de zee Vlnffp npfl
opkomt", was Hitier bedoeld. Volvoer-
de hij niet „grote dingen"? Sprak hi.i
niet „godslasteringen"? En diende de
scheve lok op zijn voorhoofd er wel
licht toe om een litteken te verbergen
van een „dodelijke wonde" waarvan
hij genezen was? Maar dan was het
ook na „twee-en-veertig maanden" met
zijn macht gedaan!
wie reeds enkele bundels preken in
druk verschenen waren. Van den
Bosch was in protestantse kringen
landelijk nogal hekend. Hij stond
eerst in de Haarlemmermeer en in
Groningen, maar had in 1916, een-en-1
dertig jaar oud. een beroep naar Den
Haag aanvaard. Hij was daar met]
zijn simpele, directe prediking, rijk
aan beelden die zijn gehoor onmiddel
lijk aanspraken, een gevierd predikant
geworden. Talloze malen was hij ook
tot ver buiten Den Haag als spreker
opgetreden. Protestanten ktenden hem
mede uit de radio, want Van den
Bosch was een van de vaste sprekers
van de NCRV, hij was ook haar vice-
voorzitter.
Een bekende protestantse uitgeverij
ergerde zich aan dit bijgeloof dat, in
de zomer van '40 hand over hand
toenam, Zij wilde een degelijk maar
populair geschreven boekje laten ver
schijnen waarin tegen dit misbruiken
van Bijbelteksten gewaarschuwd
werd. Zij nam daartoe contact op
met een hervormde predikant in Den
Haas. ds. D. A. van den Bosch, vani
Het verzoek van de uitgeverij sprak
•iem aan. Hij had een vlotte pen
Begin november kwam zijn boekjr
van de pers. De uitgever had er een
lel rode kaft om gedaan en daarop
stond in zwarte opdruk: 666, het getal
eens mensen. De intrigerende tite!
lokte veel kopers aan, de exemplaren
vlogen weg. „Tot een nieuwe dwaas
hei", zo las men op pagina 97.
,is men in verband met dit getal
gekomen in onze dagen: vlijtige puzze
laars. hier of in het buitenland, ik
.veet niet waar de oorsprong ligt van
.lat geknutsel, hebben... de naam van
de Rijkskanselier van Duitsland er bij
betrokken. Hoe onzinnig deze gooche^
larü met Bijbelteksten is, is zonder;
enige moeite aan te tonen. Johannes]
zal toch zeker niet met de getalwaar-1
de van het Duitse, Franse, Engelse of
Hollandse alfabet gerekend hebben...
Hoe willekeurig is het uitgangspunt
om die nummering te laten aanvan
gen met 100... Op deze wijze zijn j
verscheidene namen in dit getal te
ontdekken... En wie de moeite zou[
nemen, liet adresboek van Den Haag!
nf van welke stad ook. op te slaan,
zou zeker een reeks van namen van
zes letters vinden die bij optelling der
letters op deze wijze, 666 zonden
opleveren".
Op 11 december 1940 enkele weken
na de verschijning van dit boekje,
wordt ds. Van den Bosch gearres
teerd. Men brengt hem naar de Cel
lenbarakken in Scheveningen en sluit
hem op. Wat heeft hij misdaan? Hij
is een man van gematigde opvattingen
die in politiek opzicht nooit op de
voorgrond trad. Hij is trouw aan
Oranje. Hij werd in Duitsland tijdens
een bezoek in 1936 diep geschokt door
de jodenvervolging en heeft daar in
zijn preken wel eens over gesproken.
Die staan gesignaleerd hij het Reichs-
sicherheitshauptamt in Berlijn
maar hetzelfde geldt voor de uitlatin
gen van zoveel anderen die met rust
gelaten zijn! Langzaam daagt het de
eenzame man in zijn cel dat hij van
zijn vrouw, die hartpatiënte is, van
zijn drie kinderen en van zijn gemeen
te gescheiden is, louter op grond van
die ene passage over „de Rijkskanse
lier van Duitsland": hij zou voedse!
gegeven hebben aan het denkbeeld dal.
Hitier ..het Beest" is. Zeker, dat heeft
hij op pagina 97 wel „onzinnig ge
noemd, maar twee pagina's verder
staat dat „het Beest" .nooit, nooit" de
overwinning bevechten zal en „dat die
Antichrist in de laatste tijd tot volle
ontwikkeling komt, en daarmee tot
olie openharing van zijn vreselijk
-arakter". Dat laatste mag dan een
itaat zijn uit een al meer dan vijf-
len jaar oud theologisch werk maai
iet bevestigt de conclusie van de
;icherheitspolizei: „Belediging van de
•\iehrer". i
Er volgen enkele verhoren en via. I
en bewaker, later via een verpleger
lie heiden „goed" zijn, kan Van den
Bosch zijn vrouw en kinderen in ge
smokkelde brieven doen weten hoe
het er met hem voorstaat. Hij is in
die verhoren eerlijk geweest:
„Toen weer over mijn boek. Daarl
zijn ze wel woedend over. Ze willen
met alle geweld, dat ik er politieke
bedoelingen mee heb gehad. Heb ik
sterk ontkend Hoe ik over het natio-1
naal-socialisme dacht. Ik heb gezegd'
dat ik te weinig studie heb gemaakt!
van 't Duitse om een gefundeerd oor-'
deel te geven, maar dat ik meende, j
dat wij 't. Hollandse niet nodig had-;
den om hier gelukkig te zijn... Wat ik!
dacht van hel Oranjehuis. Ik heb
gezegd: dat wij dat liefhebben... Wat
ik hoopte voor de toekomst. Ant-
woord: Nederland weer een vrij volk,
onder Oranje... De Joden, 'k Heb ge-;
zegd dat ik de Joden om Christus' will
waardeerde al zag ik wel htm slechte j
eigenschappen; Jezus ook een Jood.,
Zij: neen. Vele professoren in Duits-
land zeggen Jezus was Ariër. Ik: on
mogelijk voor wie de Bijbel.laat spre
ken. Mij werd ook de vraag gesteld,
„of ik ook zeggen kon, aan welke
kant van de kop van het Monster uit'
Openb. 13 het litteken zat dat weer]
genezen was... Ik zei dat daarvan;
niets stond in Openb. Ze zijn bang'
dat al wat daar staat toch wel dege-|
lijk op „Jansen" past en op Duitsland.
En nu vermoed ik dat „Jansen" een
litteken heeft opzij aan zijn hoofd. Bij
nadere bespreking met anderen hoor
de ik, dat dat inderdaad het geval
moet zijn en dat hij daarom die lok
draagt". Dag, dit alles in grote haast.
Blijf voor mij bidden... Dag, vele kus-,
sen. 't. Beste met jullie".
Dan komt de wanhoop. Hij is er
Innerlijk volstrekt zeker van dat hij
in de week van 1 op 8 februari
vrijgelaten zai wórden alles is im
mers opgehelderd!) en 't is zater
dag en nóg zit hij in de cel:
„Ik Ben volkomen verslagen en
God: ,,'t Is uit. En Hij is de rechtvaar-
Trouwens op geen enkele dag. Nu'
blijkt dat ik overgeleverd ben aan de!
meest onbeperkte willekeur. Er is'
niets meer te hopen en te verwachten
O, wat "neb ik met God geworsteld,
maar ik kan het nog niet overgeven
dat ik hier nooit weer uitkomen zal.
Bid jullie toch voor me, want ik ben
zo moe. Alle beloften uit de Bijbe1
staan zo ver weg...
Heb toch medelijden met mijn ang-;
sten. O God help mei... O, bid voor j
me, dat ik dapper mag zijn, ook als
ik in de gevangenis moet sterven.
Lievelingen, f»*. groet Jullie uit m"n.
nood... Ik zie geen enkel lichtpunt I
meer En o. o dat nu zo mijn werk]
eindigen moet... O. lieve vrouw en'
kinderen. God luistert niet meer naar
me. Wil jullie voor me bidden... Ver
geet je vader toch niet".
Dag na dag, week na week ver
strijkt. Hij blijft gevangen. Eens in de
drie weken bezoek tien minuten.
(„O. God hou me toch vast... Twee
maanden! Wat willen ze toch van me
en met me".) Langzaam, langzaam
herwint hij zijn innerlijke rust, leert]
hij in een geloofsstrijd die hem door.
de diepste vertwijfeling voert, het on-i
aanvaardbare aanvaarden. („Ik heb
dertig mooie jaren gehad, die ik te
weinig dankbaar genoten heb. Nu zegt
God: „T is uit. En Hij is de rechtvaar-1
dige"), maar het is juni voor hem die
woorden uit de pen vloeien. Een goe
de maand! Hij wordt uit de kwellende!
eenzaamheid verlost, hij krijgt werk
in de bibliotheek van de Cellenbarak
ken. In augustus (de oorlog met de
Sowjet-Unie is in volle gang) gaat hij
weer hopen:
„Wat zal het een grote vreugde
geven als we weer bij elkaar zullen
zijn. Och, wanneer? Er zijn hier lui!
die zo grenzeloos optimistisch zijn.'
dat ze in deze maand het einde ver
wachten. Nu. dat optimisme kan ik
niet delen. Ik reken er mee... dat het
wel volgend voorjaar oi zomer zal
worden, voordat de oorlog afgelopen
is. En dat alleen zal mijn bevrijding'
brengen".
Eind oktober, op zijn verjaardag.'
een bijzondere gunst: van de Cellenba
rakken uit mag hij zijn vrouw opbel-'
len die hem door haar ziekte ai die
tijd niet heeft kunnen bezoeken.
„Wat heerlijk was dat, lieveling, dat
we tenminste op mijn verjaardag na
tien-en-een-halve maand elkanders
stem v/eer eens konden horen... Ik
kon me eerst niet goed houden, merk
te je wel. En jij ook niet, geloof ik.|
Och kind. wat was dat fijn. Dat
•naakte de dag alleen al tot een J
ieest".
imersfoort
Twee dagen later wordt hij naar
het pas in gebruik gestelde concentra*(
tickamp Amersfoort overgebracht.
De groep die Van den Bosch uit de
Cellenbarakken voorgegaan is, vangt
hem in het kamp op, bewerkstelligt
dat hij. de nu zeven-en-vijftigjarige, I
niet in een ploeg voor zwaar werk
belandt maar helper wordt in een van
de barakken. Bouwvakarbeiders, later
mannen van de PTT die bij de inrich
ting van het kamp ingeschakeld zijn.
zorgen ervoor dat zijn kiandestiene
brieven zijn vrouw en kinderen blij
ven bereiken:
„We moeten opstaan half zeven,
wassen in een groot lokaal buiten,
dan - komt de koffie en we eten
brood... Kantine gaf deze week vis
en tweemaal deze week ieder zes'
appelen. Te lezen is hier niets. Maar
ik heb Bijbeitje en Gezangboek. Om'
twaalf uur weer brood eten en "s
avonds ongeveer zes uur middageten.!
niet veel zaaks. Na het ontbijt aantre-j
den op het grote open terrein. Dan ga
ik evenals allen op klompen met de
politiemuts op in een lange cavallerie-
jas met mijn blok van 350 man in de|
houding staan. Duitse commando's. In
de houding, de voorste rij telt af.
„ogen links" (qus hoofd naar links
draaien), „mutsen af", mei één slag
alle mutsen afzetten, dan sta je soms
vijf of tien minuten in je kaalgescho-;
ren hoofd. Dan „ogen vooruit", alle
hoofden zwenken, .mutsen op!", met
één slag zo op je hoofd, net naar 't
valt. „Herstellen", dïi wil zeggen ;e
muts recht zetten. „Af", met een klap'
je handen weer omlaag. Dat een paar!
keer herhaald en dan inrukken. Ieder'
naar zijn werk. De behandeling is zeer
slecht, stompen, trappen, slaan. Een
paar lopen met een zweep en ranselen
er op los. Sommigen, onder anderen i
burgemeesters, geestelijken en joden,
worden beestachtig behandeld. He*,
zijn duivels... Dag liefste, dsg. js innig
liefhebbende man. Ik hoop da: :e he:
Lezen kunt. Ik schrijf zittend op het
bovenste bed. Er zijn er drie boven
elkaar. Dag. God sterke jullie aller.
Dag".
Al in de Cellenbarakken is Van den,
Bosch vanuit zijn werk in de biblio
theek velen tot steun geweest. Zozeer
had hij zijn evenwicht hervonden, dat
rust en blijmoedigheid van hem uit
gingen. Zelf ontleende hij er elke
zondag kracht aan de diensten van de
gevangenispredikant ds. G. Bos. Nu, in
Amersfoort preekt hij weer zelf, aan
vankelijk om de beurt met zijn mede
gevangene, de Rotterdamse predikant!
ds. A. R. Rutgers. Het begint, ergens,
in een kale barak, met 80 toehoor-'
ders; het worden er 150. De vermager-,
de, kaalgeknipte predikant is een be-i
zielde geworden. Hij heeft een taak:
lotgenoten de troost b.-er.gesj van Liet
Evangelie. Men ken: hem als een goed
en eerlijk kameraad. H:er is hij niet
de gesoigneerde voorganger die. de
toog om en de bef voor. hoog op de
kansel staat hij is mens onder
mensen. Tekenen van uiterlijke waar
digheid zijn er niet meer. Hij lijdt, als
allen. Wat allen lijden, brengt hij
onder woorden, simpel en direct Die
woorden worden als gc-grift in de
geest van zijn toehoorders, neen: van
zijn kampgemeente. Ziet, wat in de
Bijbel een ver en abstract historisch
verhaal leek. is werkelijkheid gewor
den. Zaterdag 6 december is m een
der werkploegen een dag vol gruwelij
ke mishandelingen. ..Zondag 7 decem
ber preekt hij", aldus later een gevan
gene, „over Handelingen 8:1: „En er
geschiedde in die dagen eer. grote
vervolging tegen de gemeente die te
Jeruzalem was". Een preek die ik
nooit vergeet en die ik haast letterlijk
kan weergeven... Toen was er geen
oog meer droog, maar velen zater. te
snikken van niet meer in te hóuden-
smart en aandoening".
Het wordt een barre winter. De'
gevangenen lijden honger. Een dysen-
terle-epidemie breekt uit. Goede me
dische verzorging ontbreekt. Eind fe
bruari wordt Van den Bosch ziek Het
uitgeteerde lichaam kan niet meer
mee. „Maar hij klaagt nooit en is
voor elke kleine dienst roerend dank
baar". Van dag tot r.p.g wordt hij
zwakker. Na enkele weken komt bet
einde, een eir.de op een houten brits
en in eenzaamheid". Als de mannen
op de appèlplaats in rij er: s\-.an
aange:reden, wordt het sr.sl doorgege
ven: „Van oen Bosch is dood..." Eén
van hen die daar op die gure maart-
ochtend het bericht door de rijen
hoort mompelen, schrijft 'a-er aar. de
weduwe van de predikant: .Mevrouw,
u zult het misschien gek vinden en
ook niet geloven, maar Ik verzeker u
dat wij in het kamp die morgen meer
verloren dan u".
..De 20e maart, des morgens om
acht uur", aldus de fiere overlijdens
advertentie. „onze lieve Man en Va
der. Dirk Arie van den Bosch. Her-
vormd Predikant te 's-Gravenhage,
Ridder in de Orde van Oranje-Nassau,
de Kruisbanier tot in Gods Handen
dragen". Er komen bij de weduwe
tegen de duizend brieven met roowbe-
klag binnen.