i West-Zeeuwsch-Vlaanderen vaart wel bij de Breskense visserij ext™ Garnalen pellen. 29 MAART 1974 ZEEUWSCH-VLAANDEREH - BRESKENS Garnalen zijn erg belangrijk voor de Bre.v k ense vissers De gamalen- vloot. die met minder paarde- krachten werkt, maar per pk aan een erg hoge opbrengst komt, zorgt voor ongeveer de helft van de totale besomming op de vismijn in Breskens. .Een goede handel", vindt voorzitter Jan de Winde van de vissersvereniging 'Ons Be lang*. maar hij laat tegelijk een wat somber geluid horen: ..De prijzen zijn de laatste ja- en praktisch niet gestegen en dat zou heel anders liggen als we maar een goede pelmachi- ne hadden. Nu gaan nog erg veel ongepelde garnalen naar de consument, gewoon omdat de met de hand gepelde te duur zijn. De jongere genera tie wil en kan ze niet meer zelf pellen, maar koopt uiter aard ook niet iedere week een dure gepelde garnalen. He: komt er op neer dat er wei een markt is, die je niet of te weinig kunt bereiken. Alleen met een pelmachine kunnen we daarin verandering bren gen. Er zijn al verschillende prototypes van. Het is erg jammer dat die nog niet ge bruikt worden, het scheelt ons aanmerkelijk in de prijs. Je kunt het vergelijken'met"'de schol, waarvan de verkoop veel intessanter is geworden nu die vis gefileerd wordt ver een afzetgebied" Jan de Winde mag dr. R. Rod- voor visserijonderzoek (BI- VO> aan zijn kant weten: .i> toekomst van de gamalenvi.v kan inderdaad nog rooskleuri ger als do pelmachine gemeen goed wordt. Het probleem is alleen dat de garnalenwereld betrekkelijk klein is. Gevestig de belangen maken er de die' zelf peilers ;r. dienst heb ben den die nog niet aan de machine willen. Voor een bui tenstaander is het moeilijk om erbij te komen. De machi nes zijn duur en je waagt ,>e natuurlijk op een onbekend terrein, het is nu nog eer. r.skante investering, waarvoor de visserij wereld weinig voelt". Volgens dr. Boddeke wordt nu weer geprobeerd om de pelmachine aan de man de gamalenhandelaari te brengen. Het staat voor hem als een paal boven water dal het machinaal pellen op den duur goedkoper zal zijn dan het handwerk, dat de vraag naar gepelde garnalen xal stij gen en dat de prijzen voor de vissers dan nog heei wat inte ressanter zuilen worden. Het duldt wat de Bressiaanders betreft weinig uitstel. kunnen houden. Dat geldt evengoed voor de overbevissing. Onze techni sche mogelijkheden zijn inderdaad enorm toegenomen, maar de natuur stelt zelf de grenzen. Als het te moeilijk wordt om tong te vangen gaan we over op de schol en dan krijgt de tong weer de kans om het aantal op peil te brengen. Moderne iTssersschepen zijn daarop ook bere kend: er is altijd een uitweg naar een ander soort visserij en deactie-radius van de schepen is aanmerkelijk gro ter geworden". Legio lichtpunten voor een vissers haven waar ze nu het woord concen tratie mijden als de pest. Breskens timmert op een andere manier aan de weg. BRESKENS Zeker driehonderd West-Zeeuws-Vlaamse gezinnen va ren op het ogenblik wel bij de visserij in Breskens. De kostwin- naars zijn niet alleen te vinden op de schepen, maar ook in de vismijn, bij de groothandelsbedrijven, bij de visverwerkende industrie en bij tech nische toeleveringsbedrijven. Zo doet de visserij haar naam één van de pijlers van de West- Zeeuws-Vlaamse economie te zijn -- eer aan. Een bedrijfstak die meetelt: de vloot uit Breskens telt 25 sche pen, bovendien meren er regelmatig vier vissers uit Terneuzen en drie uit het Belgische Boechoute af. Nog meer zegt misschien de besomming, het resultaat van de visserij, uitge drukt in harde guldens. In 1973 kwam via de Breskense vismijn voor maar liefst 6,5 miljoen gulden aan vis bij de consument terecht, een bedrag dat de veelal niet te vroeg juichende vissers tevreden doet glimlachen. En ze blijven lachen omdat het eoholood hen een zonnige toekomst voorspelt. Problemen als waterver vuiling en overbevissing hebben de visserij weliswaar in opspraak ge bracht, maar de vissers zijn optimis tisch. De besomming wordt voor dit jaar al twee miljoen gulden hoger geschat dan in 1973, binnen enkele jaren zal de Breskense vloot zijn uitgebreid tot dertig schepen, die volgens de prognoses allemaal nog gemakkelijk hun vangst zullen kun nen afzetten. De vraag naar vis neemt toe, waarbij moderne eetge woonten (visfilet) een hoofdrol spe len. Oostburg's visserij wethouder Jan Vergouwe en voorzitter Jan de Win de van de visserij vereniging 'Ons Belang' delen dan ook een bijna onverwoestbaar optimisme. Vissers onderstrepen die zonnige kijk op de toekomst met een gestage uitbouw van de vloot en de gemeente wil niet achterblijven. Een ambitieus uitbreidingsplan voor de gemeentelijke vismijn staat op stapel. Vergouwe: „We moeten bin nen drie maanden aan de gang zijn, we hebben nu een DACW-subsidie gekregen ruim vier ton op ruim een miljoen aan totale kosten en die mogen we natuurlijk niet verspe len". De vismijn zal zo'n vijftig me ter worden verlengd, terwijl de kans groot is dat daarop nog een tweede verdieping komt. Daarmee zou de gemeente verschillende vliegen in één klap slaan. „Je kunt op die manier een stuk service verlenen aan de hele Breskense haven, denk alleen maar eens aan onze nieuwe jachthaven", zegt Vergouwe, die te gelijk waarschuwt: „Zeker is het allemaal nog niet, het ETI bestu deert de mogelijkheden van die tweede verdieping, waar overigens ook de inkoopcombinatie "Welbegre pen Eigen Belang" van de Breskense vissers een plaatsje zou krijgen". De gemeente Oostburg verheelt niet dat de uitbreiding vrij zwaar drukt op het vismijnbedrijf, maar men wilde de DACW-subsidie niet uit de handen laten glippen. Vergouwe: ..Zonder die subsidie hadden we het niet kunnen opbrengen, maar er zijn natuurlijk genoeg argumenten die voor uitbreiding van de mijn pleiten. Er zit in die sector gewoon een flinke groei, de perspectieven zijn goed en dan moeten wij ook de ruimte bieden om alles te kunnen opvangen. Er verandert veel in de visserij. Hoewel de helft van de Breskense vloot nog uit garnalenvis- sers bestaat, die dagelijks htm vangst hier afleveren, komen veel weekvissers hier eind van de week samen. Je kunt die mensen niet laten wachten en daarom is een goede accommodatie nodig. Over de financiële kant van de zaak maken we ons nu niet al te veel zorgen. Als die tweede verdieping er komt krij gen we daarvan toch ook de huur en met de steeds hogere besomming gaan ook de mijnrechten mee om hoog en dat is uiteraard een belang rijke inkomstenbron". Afhaken Als het aan de wethouder ligt wor den de vissers praktisch op hun wenken bediend. Hij wil hen goede afzetmogelijkheden bieden, vandaar de uitbreiding van de vismijn en vandaar ook de onderhandelingen met rijkswaterstaat over een eventu ele uitbreiding van het aantal lig plaatsen in de visserijhaven. „Die hebben we nodig als er straks weer enkele nieuwe kotters bijkomen", meent Vergouwe. Voor Jan de Winde hoeft er hele maal niet gepraat te worden over de noodzaak van uitbreiding. „Het moet er van komen, anders moeten we afhaken", is zijn stellige overtuiging. Perspectieven ziet hij niet alleen in de groei van de consumptie, maar vooral ook in de gunstige ligging van Breskens in de hele EEG. „Niet voor niets is negentig procent van de Zeeuwse vishandel geconcen treerd in Breskens. De meeste vis gaat naar het zuiden en dat is uiter aard gunstig voor Breskens. Ik ge loof dat onze vissershaven nog erg veel kan gaan betekenen in EEG- verband". Vergouwe en De Winde rekenen in het licht van de goede perspectieven zonder meer op nog meer werkgele genheid in de visserijsector: binnen enkele jaren emplooi voor zeker 400 mensen. De nieuwe fileerderij op het Bres kense industrieterrein heeft dankzij een uitbreiding straks ruimte voor zo'n dertig man personeel extra, ook de nieuwe kotters moeten worden bemand en uiteraard gaat ook de uitbreiding van de vismijn gepaard met het aantrekken van extra man kracht. „Het blijft, een belangrijke factor in de West-Zeeuws-Vlaamse economie", gelooft Vergouwe. Ondanks de schijnbaar zonnige toe komst leg*. Jan de Winde nadrukke lijk de vinger op een tere plek: de stijgende olieprijzen. „Noem het maar een zonsverduistering", zegt hij. „Een belangrijk stuk van onze winst gaat nu verloren door die oliegeschiedenis. Je mag het verlies rustig schatten op twintig procent. Wij willen dat niemand verwijten en de vissers voelen er ook niets voor om op een wilde manier te gaan protesteren, maar we zitten wel met de brokken. Er moet zonder uitstel gelijmd worden. In andere EEG- landen hebben de vissers al een compensatie gekregen, dus als Ne derland achterblijft krijgen we te maken met concurrentievervalsing. Nu teren de vissers nog op ae reserves van 1973, maar dat kan niet doorgaan, anders komen we in het nauw". Volgende week praten de vissers met minister Van der Stee over de olieprijzen. De verwachtin gen zijn hooggespannen. Draait het uit op een teleurstelling, dan voelt de gemeente mee met de visserij „Het is ook voor ons belangrijk, de schepen mogen niet aan de kant", zegt wethouder Vergouwe. Keerpunt Staat de visserij-barometer overi gens op mooi weer? Watervervuiling en overbevissing? „Het is altijd onze grootste zorg geweest", geeft De Winde toe. „Maar we zitten op een keerpunt. Wat het milieu betreft hebben wij de publieke opinie mee. Er komt niet. overal zomaar indus trie en er wordt niet meer zomaar vuil water geloosd. Bovendien blijkt het water zelf sterk zuiverend te werken. De natuur plaatst ons altijd voor verrassingen en dan meestal m gunstige zin, dat is de ervaring van een visser. Daarom geloof ik ook dat we de sombere voorspellingen nog wel een beetje op een afstand

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1974 | | pagina 35