ENCYCLOPEDIE VAN DE VLAAMSE BEWEGING: EEN RESPECTABEL WERK JODEN EN CHRISTENEN IN DE BEGINTIJD 8 LAROUSSE NUMMER ZEVEN „DE LAGE LANDEN": VOOR DE VIJFDE MAAL HERDRUKT Verzamelde werken van een singulier man: Gerretson 2ATTBDAG 2 MAART 1974 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 25 Frederik Carel Gerretson moet een singulier man zijn ge- jeest. Wanneer men het aan hem gewijde hoofdstuk leest in Annie Salomons' 'Herinneringen uit den ouden tijd', dan is in derdaad die aanduiding volledig verantwoord. Hij was poëet en schreef onder het pseudoniem Geerten Gossaert een reeks in dnikwekkende gedichten. Hij was historicus van groot gehalte en componeerde als zodanig vijf indrukwekkende delen over de jeschiedenis van de "Koninklijke*. Hij was hoogleraar en vormde een eigen school van bestuursambtenaren. Hij was na de twee dewereldoorlog eerste kamerlid en toonde zich een voorbeeld van parlementaire welsprekendheid. Annie Salomons die hem mild en iaet grote genegenheid, maar niet •onder kritiek b«fcchrijft vertelt vsn hem dat hij een meester was in the gentle art of making ennemies', overal had hij zijn vijanden. Het va derland ging hem bovenal en wie daarin niet volgde, strafte hij sl met groot retorisch talent. Hij vertelde eens mevrouw Salomons te hebben gedroomd voor God te zijn verschenen toen het laatste oordeel ws begonnen. „Hij had natuurlijk het gezicht van mijn vader en zijn racbte glimlach wanneer hij mij be rispte. En Hij zei mei „Ik heb zo'n tdee dat jij je vaderland hebt liefge- hri boven mij, hé?" Tom ar. P. H. Ritter hem om een yirdeel over Multatuli vroeg zei hij dit niet te hebben, ik „wens er ook Ben te hebben". Op zijn veertiende ijar had hij „als alle jongens op die leeftijd" in Ideeen gelezen en hij waagde het daarover met zijn va der te spreken En deze zei. na aan dachtig te hebben geluisterd: „Dat. raat op het niveau van een verlichte ZATERDAGKRANT schoolfrik. Op dat niveau denken de Gerretpons niet". Derhalve meldde Gerretson ruim een halve eeuw later aan zijn vriend Ritter: .Aangezien ik nu een goed zoon van mijn vader wilde zijn heb ik op dat niveau, en dus ook aan Multatuli. niet meer ge. dacht". Dat was niet wat men te genwoordig zou noemen „de popu laire toer", integendeel Hij kon kwetsen en grieven Als hij iemand onmogelijk wilde maken was geen middel hem te wreed. Hij noemde professor Koningsberger 'die bloemist uit Buitenzorg", een minister van buitenlandse zaken werd eens aangeduid als een 'oud wijf, maar een beschaafd oud wijf Toen hij in de eerste kamer aanmer kingen maakte op de dure manier van reizen van minister Stikker en allen opsomde die in het vliegtuig meegingen, bcbloot hij de opsom ming met de toevoeging 'een kleine, zij het selecte harem'. En hij deed kinderlijk verbaasd toen de mensen dat ongepast vonden. „Ik bedoel toch alleen zijn secretaressen, dat begrijpt toch iedereen" Met de groten van zi)n ti.td was 'r, bevriend. staatslieden. geleerden, dichters. Met Van Eyck en Geyl was hij in innige vriendschap verbonden, hoewel de verhouding met de laats''.- in de loop der jaren minder werd. Geyls kritische houding over Bllder- dijk en later ook over Van Eyck om één ding te noemen kon hij niet zetten. Van Eyck herdacht in en kele indrukwekkende artikelen. „Ik acht het een der grootste mij ge schonken voorrechten zijn vriend te zijn gewe#it". zei hij in een herden kingsrede op 1 oktober 1954 in Am sterdam. NIEUWE PUBLIKATIES We brengen dit alles naar voren om dat er recentelijk twee publikaties zijn verschenen, die opnieuw de aan dacht op deze markante man vesti gen. In de eerste plaats op het laat ste en vijfde deel van Gerretsons 'Geschiedenis der Koninklijke'. De eerste drie verschenen in de jaren dertig, het was de bedoeling dat zij zouden worden afgerond met een slotdeel. In 1947 begon Gerretson aan dit werk. maar door allerlei oorza ken zag hij geen kaïïs het definitief te beëindigen- Toen hij op 27 oktober 1958 overleed lag zijn werktafel nog vol met manuscripten voor dit slot deel Zij werden geordend door dr. G. Puchinger en zodanig ingedeeld dat de gehele reeks nu uit vijf delen zou bestaan. Vorig jaar verscheen het vierde deel. het is thans afgeslo ten met het vijfde, eindigend in de jaren twintig. En daarmee is dan het grote werk van Gerretson voltooid. Op zichzelf voldoende aanleidine om opnieuw de aandacht op deze singu- DR. C. GERRETSON liere figuur te vestigen. Er is echter nog een reden Uitgeverij Bosch en Keuning die ook de geschiedenis van de Koninklijke heruitgaf, komt nu met de verzamelde werken np de markt. En dat is evenzeer een belangrijke reden om nog weer eens bij Gerretgon stil te staan. Er zullen zes delen in totaal verschij nen, bijeengebracht door dr. G Pu chinger Vijf zullen de historische be •schouwingen bevatten, één deel het nu verschenen boek Gerret sons (of Gossaertsi vertogen over de literatuur. Dat laatste dient zo breed mogelijk te worden opgevat: er zijn ook een aantal kamerredevoeringen opgenomen, die weliswaar ook lite rat.uur tot object hebben, maar tege lijkertijd een groter gebied beslaan We hebben eerlijk gezegd dit eerste deel van de verzamelde wer ken met nog meer bewondering ge'e- zen dan de geschiedenis van de Ko ninklijke: in de hier bijeengebrachte opstellen herkent men een gewel denaar. een taalvirtuoos, een erudiet man. een venijnig polemist, een man echter die in zijn lange leven zichzelf bleef. WIE WAS HIJ Wie was hij? Een dichter Weliswaar nam hij zijn eigen dichterschap op Mere leeftijd niet serieus, maar hij bleef zijn leven lang geboeid door de taal als voertuig van de emotie. Hij was wetenschapsman, maar gaf de rede nooit het laatste woord, want hij was christen. Ziehier een citaat, handelend over de afwijzing door Geyl van Van Eycks godsgeloof. .Mo ge de langzame verkoeling van een oude vriendschap pijn doen, het ligt in de aard der zaak dat dit zo komen moest. De rationalist bezit slechts één kembron. het verstand; hU te daardoor van nature geborneerd: te gen al het boven verstandelijke staat hij noodzakelijk argwanend en afwij zend. Dit te altoos zo geweest: toen ik Blok eens vroeg. wat. bij aoveei waardering. de koele houding van Fruin tegenover Groen verklaarde, antwoordde hij, na enige aarzeling: „Frum zei me eens niet te kunnen begrijpen dat een zo knap man al* de heer Groen zulke dingen werke lijk geloofde" Om meer dan één reden een boeiend citaat. In de eerste plaats omdat het Gerretson tekent, de man die de rede afsloot als het ging om de scheiding ttfssen wat hij noemde "het gebied van het Verstand' en het 'rijk van de Geest'. In de tweede plaats omdat in die opsomming van namen Groen, Fr.iln, Blok tegelijkertijd een stuk Nederlandse cultuurhistorie achtbaar wordt, teruggaande tot de wortels van onze samenleving: het reformato risch christendom, het reveil 'Gerret son had er niet alleen grote belang, stelling voor, hij was in feite een 'verlate' reveil-man), tegenover het rationalisme van de negentiende eeuw, belichaamd in mannen die hij zelf had gekend. Men zal begrijpen uit het bovenstaan de dat wij deze verzamelde werken van Gerretson met vreugde begroe ten. Niet om ze met instemming te lezen menige bchchouwing roept bij de lezer 'zelfs felle) tegenspraak en afwijzing op maar omdat lv>t hier gaat om een inderdaad singulier man. een groot auteur, een fel pole mist. een eenzijdige parlementariër, een groot, historical*- 'Geschiedenis der Koninklijke, door dr C. Gerretson. vijfde deel; O Ger retson, Verzamelde werken, deel I. uitgave Bosch en Keuning NV. Een boek, dat we de afgelopen maanden herhaaldelijk en met groot respect ter hand hebben genomen: het eerste deel van de "Encyclopedie van de Vlaamse beweging". Respect in de eerste plaats omdat het er zo voortreffelijk uitziet: het oog wordt daar direct door geboeid. In de tweede plaats en dat is eigenlijk belangrijker omdat de inhoud zo goed is: het boek geeft een zo onvoorstelbaar grote hoeveelheid informatie, dat men er nooit in uitgelezen raakt. Tenslotte heeft dit werk ons respect afgedwongen doordat het een stuk Vlaamse geschiedenis geeft zoals nooit tevoren een handboek over dit onderwerp heeft ge daan. Wat dit laatste betreft: bij het lezen en raadplegen van en het bladeren in deze bijna negenhonderd pagina's moet men be schroomd vaststellen: wat weten wij Noordnederlanders er weinig van, van de moeiten, de strijd en de gloriedagen van het Vlaamse volk en ook: wat begrijpen wij er weinig van. Misschien dat deze nieuwe Vlaam- encyclopedie daarin enige verbe- willen we hier uit het voorwoord van de redactie een aantal alinea's citeren. Het geheel beoogt „een zo volledig mogelijke en tegelijk handig bruikbare informatiebron te zijn m de vorm van een alfabetisch geor dend naslagwerk, waarin personen, verenigingen, bladen, symbolen, the ma's en objecten van uit de Vlaam se beweging op overzichtelijke wijze aan een ruim publiek worden gepre senteerd. vergezeld van een litera tuur-opgave die verdere studie moge lijk maaktDat is de eers'e sin ui' het. voorwoord en het klinkt alle maal wat pretentieus. Maar dat is het allerminst; wat in het voor woord wordt aangekondigd wordt in het boekwerk althans in dit nu verschenen eerste deel geheel waargemaakt De Vlaamse beweging is een naam die tot misverstanden aanleiding geeft: zij is niet de aanduiding voor een vaste groep met vastomlijnde maar een samenspel van factoren, een vlechtwerk van histori sche gebeurtenissen. Toch zijn ze onder één noemer te brengen: het gaat om de strijd, om de bewust wording van de Vlamingen een volk te zijn „en om dit volksbestaan door de tegenspelers erkend te zien". Het is het voortdurend gevecht om de intellectuele ontplooiing en de wel vaart van de Vlaamse gewesten, een strijd evenwel die veel verder ging dan de grenzen van Vlaanderen. De redactie heeft getracht zegt zij zelf ,4e Vlaamse beweging naar vo ren te doen komen als een uiterma te veelzijdig en meerzinnig histo risch proces", dat zich vertakt naar Frans-Vlaanderen, naar Nederland, naar Duitsland, naar Zuid-Afrika en naar de Kongo De encyclopedie is samengesteld uit vele honderden kleine artikelen, uit boeiende monografieën en is ver lucht met honderden illustraties. De redactie wordt gevoerd door Jozef Deleu. Gaston Dumez. en Reginald de Schryver. weke groep zich voor zag van de hulp van een kleine vierhonderd medewerkers Ieder die ook maar enige belangstelling heef' voor dat deel van de Lage Landen dat Vlaanderen heet en voor die Nederlanders d;e als Vlamingen worden aangeduid, zou zich deze encyclopedie moeten aanschaffen. De prijs te vrij stevig hoffelijk heidshalve noemen we die prijs in Belgische francs namelijk 2680 francs voor beide delen, maar het te het waard Het eerste deel te nu verschenen, het tweede komt dit najaar uit. De uitgave kwam tot stand met de medewerking van Ar chief en museum voor het Vlaamse cultuurleven en het Noordstarfonds. de uiteindelijke verzorging had uit* geverij Lannoo. Tielt. Tien jaar geleden werd op Nederlands initiatief een internatio nale werkgroep opgericht met als uiteindelijk doel de totstand koming van een reeks studies over de verhouding van joden en christenen. Deze werkgroep stelde een schema op voor een reeks handboeken, in totaal tien delen, waaraan geleerden van interna tionale faam zowel joden als christenen zouden meewer ken. Thans is van deze reeks het eerste deel verschenen: 'Het joodse volk in de eerste eeuw'. In de loop van dit jaar volgt nog een tweede deel, dat met het eerste één geheel zal vormen. Als uitgever is gekozen Van Gorcum, Assen, een uitmuntende keus zoals ieder zal beamen die het fonds van dit huis kent. Het komt fir op neer dat de serie ook qua vormgeving er voortreffelijk zal uitzien, de naam Van Gorcum is daarvoor een garantie. Dat blijkt al uit dit eerste deel: een kloek, vakbekwaam gemaakt boek van meer dan vijfhonderd pagina's- toor deze uitgave is een speciale rochtmg opgericht, luisterend naar indrukwekkende naam 'Foundat ■"O Lompendia Renim Iudaicarum w Novum Testamentum'. Zij is ont mmTi.0? w"at men zov kunnen noe- wen net. ontmoetingspunt van kerk oorMag-0|?e' Na de tweede wereld- 'og viel in beide groepen een «enemende belangstelling te regi streren voor eikaars achtergronden, voor de wederzijdse beïnvloeding Een factor van belang in dit geheel was de toenemende wetenschappelij ke interesse in de jonge staat Israël, met. name aan de universiteit van Jeruzalem, voor de bronnen van net eigen bestaan. Bovendien doceerden aan deze universiteit, vele geleerden, opgeleid en gevormd aan de univer siteiten van Europa, zodat ook daar door intensieve contacten mogelijk werden. Inmiddels vroegen nieuwe ontdekkingen de aandacht, de arche ologie kwam met allerlei vondsten, waarvan met name de Dodezee-rol- len een spectaculair element, vorm den. Aan de kant van de kerk werd men zdch er steeds meer bewust dat de invloed van de joden uit de eerste eeuw bij zonder groot is ge weest op het ontstaan van de chris telijke kerk Uit de contacten tussen de urn vers; t ei ten van Jeruzalem en Leiden ont stond de werkgroep, die uiteindelijk besloot tot de uitgave van deze nieuwe wetenschappelijke reeks. De tien delen zullen in vijf secties wor den gesplitst: de eerste behandelt het joodse volk in de eerste eeuw. de tweede zal de in woord en ge schrift overgeleverde tradities van jodendom en van de eerste christe lijke kerk aan de orde stellen, de derde sectie gaat over de sociale en religieuze geschiedenis van beide groepen, de vierde zal een vergelij- kende studie bevatten van het jood se en vroeg-christelijke denken en tenslotte zal de rijfde sectie de geschiedenis behandelen van de joods-christelijke relaties van de derde eeuw tot het heden Om dit gigantische werk tot een goed einde te kunnen brengen zijn er diverse afdelingen gevormd" een historische. een literaire, een theologische sectie, die elk op eigen gebied "net materi aal zal aandragen. Het nu verschenen deel één staat onder redactie van de hoogleraren S. Safrai en M Stem. terwijl de professoren D. Flusser en W. C van Unnik als medewerkers van de re dactie fungeerden. Het geheel blijkt voortreffelijk van opzet, zeer syste matisch, goed doordacht, op uitmun tende wijze de basis vormend voor de vervolgdelen. In het eerste hoofd stuk worden de Hebreeuwse, Ara- meische. Griekse en Latijnse bron nen behandeld. Ook het Nieuwe Tes tament. wordt in deze afdeling als 'bron' behandeld (door de Neder landse hoogleraar M. de Jonge). Hoofdstuk twee geeft de historische geografie van Palestina- Het derde hoofdstuk gaat in op de joden in de verstrooiing en het vierde over de relaties tussen de joden in de dias pora en het eigen land. Het vijfde hoofdstuk behandelt de regering van Herodes en van diens dynastie, het zesde de indeling van de provincie Juda en het zevende het zelfbestuur van de joden onder de Romeinen. Het achtste en het negende hoofd stuk houdt zich bezig met de wette lijke situatie van de joodse gemeen schappen in de diaspora en de orga nisatie daarvan, het tiende tenslotte gaat in op het joodse en hellenis tisch privaatrecht. Met grote interesse hebben we met name kennis genomen van de studie, door professor Safrai uit .Jeruzalem geschreven over bet zelfbestuur van de joden. Zorgvuldig gaat deze ge leerde in op de bevoegdheden van het Sanhedrin, het college waarvoor Christus terecht stond. Het zelfbe stuur van de joden ook In dr rechtspraak was groter naar men moet aannemen dan in de vier evan geliën wordt gesuggereerd: joden spraken zelf de doodstraf uit zonder dat daarvoor toestemming van de Romeinse autoriteiten nodig was. Wel echter grepen de Romeinen tn wanneer er sprake was van opstand of rebellie. De studie van professor Safrai verheldert veel over bevoegd heden. over de oorsprong en over de samenstelling van het Sanhedrin. Deze studie is in het Engels versche nen, ook de toekomstige delen zui len in het Engels verschijnen- Wel wordt gedacht aan een Duitse uitga ve. er bestaat namelfjk bij de ker ken van Duitsland en van Zwitser land grote belangstelling voor deze reeks. Als het werk compleet is wil men nagaan of met Arabische ge leerden de studie kan worden aanz*- vat k?-n de joods-chnsteluke invloed op de Islam. Voorlopig echter te da- nog toekomstmuziek: het huidige programma is zo omvangrijk dat men er nog Jaren mee vooruit kan. Het ervend» deel van de Grote Nederlandse lamwv la uft san C*ia«' tot Dtq'. r/iate het op de fraai uitgevoerde hand «taal. Het eerste w«M>rd te Ihw». lairla. Het gaat hier ont een Amerikaanse danarrra. in 1*10 geboren, dtree. tri re van het American Ballet Theatre. En het tweede woord 1» onvrrmijdfr lijk de 'Chase National Bank', een der grootate banken van de wereld Daarover wordt In de» nieuwe La- rot»» vrij uitvoerig verteld, bij voorbeeld dat de» bank aanvanke lijk Franklin Roosevelt steunde, maar later de leodlng nam van een actie tegen de New Deal. Na de oorlog evenwel steunde hel weer het Marshall-plan Men ziet rie redactie van LtróusM heeft het allemaal voor ons opgezocht en venrartcl in een keurige overzichtelijke kolom op de eerste bladzijde van dit nieu we deel. Wie soms zou denken dat de» van oorsprong Franse encyclo pedie de Nederlandse histone maar kort afdoet, vergist zich op die eerste pagina begint ook de kolom over David Hendrik baron Chassë, de vechtjas die onder Daendete. Na poleon en Willem I vocht Het slot van deel zeven ('daq') te hoe kan het andere bij een dergelij ke lettercombinatie - de componist Daq uit. 1694-1772). Tussen die twee aanduidingen. Van Chu tot Daq. kan men ruim negenduizend woo den opzoeken, ruim lweeduizend il lustra!ww bekijken plus dertig kaar ten Het boekwerk Is ook nu weer voortreffelijk uitgevoerd, zowel wat druk als wat bindwerk betreft: uit muntend vakmanschap Het opval- lende van de» Larous-ie tn het Ne ierlands te dat het tevens ais woor denboek fungeert Het 'verklarend ■tand woordenboek de- Nederlandse aal' van Koenen Endepol* l» In zijn {«heel in de» nieuwe encyclopedie verwerkt. Na doel zeven zullen nog »chttten verschijnen een uitgave /an -Schellens en GUtay NV. Deo Veertig Jaar geleden verscheen van Jan en Annle Romein de eerste drnk van *De lage landen bij de zee', een boek dat tanaf het begin rrote belangstelling trok. De opzet van de» geschiedschrijving was voor die dagen nleitw. name lijk sociaal-historisch: de scheidslijnen tussen de diverse perioden waren zo danig getrokken dat er tevens een aanduiding voor waren dat er een nten- we groep of klasse aan het bewind kwam. Van het werk moest al vrij *n-| een tweede druk komen, althans 'snel' naar de begrippen van die dagen: vijf jaar later. De verschijning van de tweede druk rie! samen met de meidagen van 1940 en was in enkele maanden uitverkocht. Zoals de auteurs vast stelden in het voorwoord tot de derde druk in 1949: .Dank zij de verhoogde belangstelling van het Ne derlandse volk in zijn geschiedenis, ëén dor weinige, doch daarom te kostelijker schijnsel in het diepe donker dier dagen". De derde druk werd destijds geheel herzien, ver rijkt en versoberd, zoals het voor woord meldde. En dan is er nu de rijfde druk verschenen, 'geheel her zien'. zoals de flaptekst meedeelt De inleiding van Annie Romein-Ver schoor tot de» nieuwe uitgave maakt duidelijk waaruit die herzie ning bestaat. Er zijn invoegingen en wijzigingen aangebracht, waar nieu we vondsten en inrichten dat nood zakelijk of gewenst maakten. Op enkele punten, namelijk daar waar het geologisch en archeologisch on derzoek van de Nederlandse bodem in de laatste jaren tot sterk gewij- zigde opvattingen had geleid, werd de tekst herschreven Mevrouw Ro mein kreeg daartoe de hulp van het Instituut voor pre- en protohistorie te Amsterdam en van haar jongste zoon. geol. drs. B J Romein Dr. Richter Roegholt schreef het, slot hoofdstuk. een overzicht van de recente geschiedenis, onder de titel 'De onvoltooide democratie Als we hier een kritische opmerking mogen maken dan te dat omdat het bloed kruipt waar het raet gaar. kan: over de kranten Roegholt geeft een overzicht van wat hij noemt 'de herstructurering in de krantenwe reld' en behandelt daarbij uitslui tend de landelijke pers De ontwik kelingen in de regionale pers laat hu bulten beschouwing evenals de totaal gewijzigde relates tussen lan delijke en regionale bladen Het gaat hier om de verdwijning van de hiër archie tussen beide groepen, een ontwikkeling die naar ons gevoel meer is dan alleen maar een econo mische factor. Het gaat hier om de hernieuwde rol van de regionale «vroeger: lokale) bladen in de natio nale polemiek, eer. terugkeer tot de situatie die rich vóór 1880 voordeed. De» ontwikkeling heeft te maker, met de accentverschuiving binnen de Nederlandse samenleving: Holland begint weer uit te dijen tot Neder land. De teneur van Roegholts be schouwing is over het algemeen "hollandistisch" van toon Querido maakte van de» herdruk een fraai boekwerk terecht maakt mevrouw Romein in haar voor woord de graficus Aije Oltbof daaro ver een compliment Dit standaard werk kreeg de uitvoering die het verdient. JAN EN ANNIE ROMEIN (Foto Annehet Romeinj

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1974 | | pagina 25