FOLDERS Nieuwe vertaling van De Golem' van Gustav Meyrink UITGAVEN IN MAND-FOLDERLAND PRiJS COURANT lAiaOAC 10 NOVEMBER 1973 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 31 Mden zijn fascinerende dingen, rooral als liet om folders gaat waar- tan de samenstellers in de veronder stelling verkeren dal zij de reislust rullen opwekken. In meerkleuren druk schotelen ze de fraaiste tafere len voor met gebruinde mensen aan sonnige kusten of schilderachtige op stallen aan de voet van bergen tegen een hemel zo blauw als een koren bloem die zojuist uit de knop is {(barsten. Landschappen, klcder- dnchten en gebruiken zo oud, dat men er zich in het land van her komst zowat de klem om zou la chen doen het erg goed, maar het sterkst zijn toch dc wervende vouw blaadjes, die noden naar de zon te vlieten, naar dat kleine, nog nauwe lijks ontdekte eiland waar alles nog pour Is en je zowat je henen breekt over de karakteristieke bewoners en Men leeft er van de visvangst en 's- avonds ziet men de vissers in de plaatselijke herbergen gitaren te voorschijn halen: altijd maar netten boeten aan de havenkant hangt op den duur ook de gorgel uit. Schitte rende vrouwen nog steeds in kleur - in de laatste badmode be wegen zich over het slecht onder houden plaveisel bevallig :n de rich ting uan het strand en op de achtergrond houdt een oude. verweer de boer 'witte haren en baard) door middel van een touwtje een magere geit onder controle. Dat is het pittoreske Porto Perinde en al even verrukkelijk ligt daar boven op dc heuvel het onvolprezen Alimenta tie, waar de dorpsoudste, analoog aan het midwinterblazen boven do put in Twente, op de morgen van de 26ste juli, juist in het hoogseizoen n een openbaar een wind laat. 't Is eren trennen, maar 's lands wijs, 's liMs eer. Halverwege, als een vogel- «stje legen de heuvelwand ge stemd, ligt tussen duizenden bloe ien Porto Picante, een verzameling boraelen, maar daar gaat de folder geheel aan voorbij. Geen VVV-contri- buanten vermoedelijk. Het is sfeer sfeer, sfeer, bij emmers tegelijk. Ik ben daar erg gevoelig voor. Ieder War, omstreeks mei, als iedereen «vangen wordt door de collectieve nysterie er zo nodig eens uit te moeten krijg ik, als goed kuddedier, eenzelfde soort vakantieprikkel. De buren zijn aan het passen of de jMiierruimte wel zoveel koffers aan- ;<an als de auto-folder liet zien en de ouurmar van sohuin-over die ieder y.i'ijnmls -Hiiiwlr oor' - Ijd zn'nlmlra Vantf i fë BRUINISSfï jaar zon rijdend friteskraam achter z'n auto bindt en dat ook nog door half Europa sleurt, opent het sei zoen met lichte, bij momenten ademstokkende veldoefeningen. Dan wordt het me teveel. Bij de plaatse lijke VVV kennen ze me al. „Wat wordt het dit jaar?" Ierland, zeg ik dan. of Joego-Slavië of een ander mooi land, net wat me invalt, op geld moet je niet kijken als het om gepaste ontspanning gaat. De juffrouw, die de folders beheert, gaart dan alles bijeen wat ze over dat land kan vinden, reikt de hele santenkraam met een begrij pende glimlach over en ik verlaat innig dankbaar het pand, naar één zijde wat uitzakkend. Ik vraag nooit iets exclusiefs. IJsland en Albanië zijn aantrekkelijk, maar daar heb ben ze niets of heel weinig van. En het eaat er om met iets thuis te komen. Daar stal ik alles uit. Magnifieke beelden van bergmeren, verstilde dorpjes, bruisende watervallen en een zonsondergang op een betover end mooi terras, gevangen in een glas upsos of hoe dat vocht in zo'n ver land heet. Het is geweldig. Ik ben op reis. Op reis door een land van onwerkelijke schoonheid. Maar tegelijk besef ik wat er aan de hancl is. De foto's zijn werkelijkheid, maar het is de werkelijkheid van één uitzonderlijk moment. De foto graaf heeft wekenlang om zijn on derwerp heen gelopen, er aan ge snuffeld, het beste standpunt uitge- DOOR HANS HUBREGTSE zocht, de meest voordelige lichtval, gewacht op die éne sublieme secon de, die zich nooit meer herhaalt. Voor de foto, begrijp ik nu, is zelfs het surplus aan geparkeerd autoblik liefdevol verwijderd. Zo mooi .zal ik het in werkelijkheid nooit zien. Een bezoek zou een deceptie zijn. Het is beter thuis te blijven, ik ben er al geweest. Een voorkeur voor het be houd van de illusie. De folders heb ben hun verwoestende werk ge daan." Deze folders zijn té goed. Tegen die achtergrond zou men zich moeten verkneuteren over het niveau van de folders, die dichtbij huis verschij nen. Op het kantoor van de Provin ciale Zeeuwse VVV, waar de folder- werken uit alle hoeken van de pro vincie als rijstkorrels in een 'oaalzak zijn samengestroomd, word ik ge- iracteerd op een verpletterende hoe veelheid drukwerk, variërend -van de Toeristengids van Westkapelle'. de 'VVV informatiegids' van Nieuwvliet tot de 76 pagina's tellende 'Vraag baak en verhuurlijst 1973' van Re- nesse. Alle windstreken zijn verte genwoordigd. Zelfs het kleine Zuia- zande heeft een bescheiden eigen vouwbaadje laten verschijnen. 'Fe- rien in West Zeeuwsch-Vlaanderen', gesierd met drie illustraties in zwart-wit, een korenmolen, een rijtje knotwilgen en een jongetje in de branding. Tussen allerlei plaatselijke uitgaven stuit ik op regionale bijdra gen, gidsjes en ander wervend mate riaal, opgezet door de gezamenlijk opererende VVV's van een hele streek. In mijn visie is het zeer bruikbaar en soms kostelijk materi aal. lief en primitief, soms aandoen lijk amateuristisch in elkaar geknut seld. De illustraties, in hoofdzaak gelukkig nog in zwart-wit, doen het verhaal van een tobberige fotograaf, die op een druilerige dag tot het besef is gekomen, dat de Gouden Camera nog maar even in de kast moet blijven. Jammerlijk, dat men bij zo'n fraaie collectie ook op enke le buitenbeentjes moet stuiten, zoals de professioneel opgezette Schou- wen-Duiveland folder, een Zeeland- folder, waarin het Nationaal Bureau voor Toerisme (NBT) de hand had en kleine werkjes over Zierikzee, Middelburg en Vlissingen, die ook al door een vakman zijn bedorven. En om het allemaal nog droeviger te makén onthult VVV-directeur J. P. de Regt me, dat de zaak landelijk in onderzoek is, dat men wil streven naar een professioneler aanpak en dat binnen afzienbare tijd sprake zal zijn van een registratie van alle folderwerk door het NBT. Wat bene den de maat is krijgt geen registra tienummer en wat geen registratie nummer heeft komt niet in aanmer king voor verspreiding via de VVV's in Nederland. Daar komt het een voudig niet in de kast. De Neder landse uitgave van het Zuidzande- foldertje, ik kijk het nog even na, heeft geen registratienummer. 'Vakantie in eigen land' lees ik, 'Dicht bij zee en strand Met uitstapjes naar 't buitenland En toch de rust van 't platteland'. Zuidzande zal, zo- vrees ik, uit een ander vaatje moeten tappen. We .wandelen langs de stapelrekken, die de locale en slreek-VVV's hebben gevoed met de propaganda voor de rust van 't platteland. Het verzame len van ieder foldertje één - laat ik aan directeur De Regt over, die weldra een gebogen en zorgelij ke indruk maakt, terwijl ik, monter en zonder de last van de groeiende papierberg, de handen vrij heb om zo nu en dan een ontwrichtende opmerking te plaatsen, Terug in het airectiekantoor zakt hij gelaten in zijn stoel. Bekennen zal ie. denk ik en het is al zover „Het is een hoeveelheid papier, VVV, van de streek VVV's en van de plaatselijke VVV's. Die VW's zijn in handen van chauvinisten. Dat is ook de eerste voorwaarde om het te doen. De plaatselijke VVV's maken veelal zelf hun folders en elke VW is uiteraard vrij om uit te geven wat ie wil. Toch moesten de bestu ren meer luisteren naar mensen die er hun beroep van gemaakt hebben. Landelijk is de zaak in onderzoek, wat past in het streven naar grotere eenheden. Er zijn dertig steunpunten in het land gemaakt, bureau's, die verantwoordelijk zijn het VVV-we- zen zo goed mogelijk te laten functi oneren. In Zeeland is er één, provin ciale VVV. Men streeft naar een professioneler werken, hoewel ama teurs erg professioneel kunnen zijn. Het ANVV-bestuur heeft, intussen er kend dat vakmensen een hele vinger in de pap moeten hebben, men wil heel praktisch gaan werken. Er is nu ook een werkgroep voor de regi stratie van het VVV-drukwerk, die ook nagaat welke behoefte er bij de consument bestaat. Er wordt nu ook gewerkt aan een nieuw registratie reglement. Registratie van een fol der door het Nationaal Bureau voor Toerisme betekent een kwaliteits merk, wat niet goed is krijgt geen nummer. Het is nog niet bekend wat in het reglement zal staan t.a.v. de kwaliteitseisen. Ontbreken van het registratienum mer betekent geen verspreiding vja de VVV's. Er wordt nu ook gekeken naar de noodzakelijkheid, een vorm van bepalen van de drukwerkbehoef te. In provinciaal verband wordt hieraan ook gewerkt. De plaatselijke VW's hebben in die gedachtegang geen wervende taak, maar overwe gend een informatieve. Daar is een eenvoudige, informatieve folder voor nodig met de harde gegevens. Een goed voorbeeld is het vademecum dat. het NBT heef: samengesteld. Van iedere plaats vindt men daarin de belangrijkste gegevens. Ons ad vies is nu volg voor de plaatselijke folder dit- stramien, zoals bijvoor beeld Sluis en Domburg het al heb ben gedaan" In dergelijke folders, zo blijkt, vindt men achtereenvolgens, in een puur zakelijke opsomming, het adres voor inlichtingen, ligging en verbindingen, de algemene gegevens van de plaats, de situering van het natuurschoon, de bezienswaardigheden, evenemen ten. een alinea 'ontspanning en ver maak', een voor uitstapjes en verder korte inlichtingen over sportbeoefe ning, warenmarkten, openingstijden van de winkels, plaatselijk vervoer, de kerken, de horecabedrijven, hotel- en kampeeraccommodatie en daar komt het toch weer om de hoek kijken wat er plaatselijk verder aan drukwerk voorhanden is. Directeur De Regt: „Het tweede wat een plaatselijke VW nodig heeft is een accommodatielijst. met unifor me tekens voor de verschillende fa ciliteiten. Daarbij erken ik dat. er plaatsen kunnen zijn met een eigen duidelijke offerte die een plaatjesfoi- der kunnen hebben. Maar dan voel ik meer voor een tussenvorm: voer de informatiefolder zo uit, dat die ook wervend is. Volstrekte eenvor migheid is ook een ramp. Daarnaast moet provinciale VW er voor zor gen dat er een wervende brochure is. die door alle streken kan worden gebruikt, één, maar dan een erg goede Zeelandfolder met exacte ge gevens over het geheel. Een goede folder met bijlagen per streek, voor al informatief. Agressieve toeristi sche werving is niet meer zo nood zakelijk, we moeten het alleen bij houden". Tot zover de heer De Regt, wiens laatste uitlatingen hoogst bevredi gend zijn: ik zie voorlopig niets veranderen. Wie zich nog verbaast over versnippering en daarbij blijft haken naar meer coördinatie heeft van een doordachte wervingspolitiek niets begrepen. Zeeland verspreidt kostelijk drukwerk. Primitief en daardoor hoogst geraffineerd, de ne gentiende eeuw op één uur rijden van de randstad Holland. De folders missen de kleur en de schittering van het vouwblad, dat de vliegreis naar de zon boven Porto Perinde in beeld brengt. Ze smeken om een nader onderzoek. Het avontuur ligt naast de deun DU een verschijnsel dat nodig aan revaluatie toe is. Dat is bepaald niet de schuld van de prijswin naars. integendeel: men kan dc cv,Mi Heite.n van Daan Manneke. 3ram Beekman muziek Geert -an Fastenhout en Sander Li:tel i beeldende kunsten nauwelijks omstreden achten. De herwaarde ring za! plaats moeten vinden m de sfeer van de 'prijsbepaling' en het kader waarin deze pleegt te Eigenlijk is al veel gezegd met het noemen van de categorieën waaruit men af en toe de laurea ten' heeft geplukt: tweemaal mu ziek. tweemaal de vrije richting in de beeldende kunst. Muziek en beeldende kunst, twee klassiekers uit het rijtje dat toch meer noemers kent. twee gedou bleerde klassiekers bovendien Je zou je kunnen afvragen of er in dit blijkbaar talentarme gewest nog indi.e dingen te beleven zijn. Men vraagt zich dat ook af. Toen ik hoorde dat de prijs dit jaar ook al in verband met een voor samenstelling van de Zeeuwse collectie toch aanwezige jug'- wederom naar de sector beeldende kunsten zou gaan. heb ik ten provinciehuize geïnfor meerd naar andere mogelijkhe den. „Graag", werd daar gezegd, „maar krijg voor die vakken maar eens mensen". Het bleef beeldende kunst, met inder daad een ruim aantal mede dingers: 37. K.ijk ik even terug, naar de laatste muziekprijs, dan heb ik evenwel voor het aantal kandi daten aan de vingers van één handje genoeg. En dan wijs ik de overheden, machten en krachten slechts bij wijze van suggestie nogmaals gaarne wat an ders" als bijvoorbeeld de zo boei ende wereld der letteren waar toch één en ander aan de hand kan zijn. Men hoeft maar eenvou- digjes de jaarproduktie der va derlandse uitgeverijen en de lite raire tijdschriften bij te houden om te weten dat jong Zeeland ook een beetje meedoet. Ik stel me voor dat de vijf vingers in deze sector niet toereikend zijn. Ik heb het dan over letterkunde, ook zo'n geheide klassieker, maar ik moet minstens zo levende za ken noemen als 'fotografie en film, gebonden grafische kunst, ontwerp en publiciteit. Er kan heel wat aangemoedigd worden, ANDRÊ OOSTHOEK want dit kleine lijmet aan duidingen is natuurlijk mee af. Bovendien geeft ditzelfde staatje «1 onmiddellijk de indruk van een persoonlijke prijswinnaar en dat geeft het dan tegen mijn zin. wan: ook daar vtod ik zouden we als vaststaande regel eens van af moeten. Zo kunnen gs ze willen, begro ting-.gewijs maar niet al te begro telijk. blijven aanmoedigen ook groepswerk, collectieven. Ini tiatieven en projecten ln hun boek-van-goed-en-kwaad zetten, waarbij ik goede dingen als pop groepen. de kloek stimulerende en activerende afdeling van Jeugd en Muziek, werkgroepen binnen en buiten muziek en toneel op het oog heb. Men kan dan ook het al te schooLs 'examentje' dat nu bij wijze van Jurering aan de prijsuit- reiking voorafgaat, aan de kant zetten. Dat zal goed doen ln een tijd da: zelfs de scholen hoe langer hoe meer van het examen als zwaar vertekende momentop name afstappen om een meer redelijk beoordelingssysteem in te halen. De procedure die tot nu toe ge volgd werd, voorzag onder meer in voorzingen, he: bespelen van een orgel, het tonen van drie. vier. soms zelfs vijf schilderwer ken en uit die zeer geïsoleerde activiteiten moest dan dc prijs winnaar geboren worden. Daar ten veel moer kansen op de losse loop van de betrekkelijk heid in dan. zelfs voor een cultu rele prijs, eigenlijk wel nodig wa ren. Die betrekkelijkheid zal men toch moeten iden als een reduc tiefactor met mogelijkheden die er om schreeuwen benut te wor den en dat zoveel mogelijk aan gepast aan wat de dag van van daag vraagt. De uitweg op het terrein van de persoonlijke aanmoedigingen: van een "honorering" van een bestaan de toestand waarvan de aanmoe digingsfase eigenlijk achter de rug is, naar de 'opdracht' voor een object dat nog groeien moet en kan. is al in bespreking ge weest bij culturele raad en gs. Het is wellicht een eerste, goede stap. ïk stel voor om, op die weg, gs een bescheiden, gepaste aanmoe digingsprijs te geven al heb ik gerede twijfels over de vraag of de t-oevoeging 'jong Zeeuws talent' in dat geval wel gebed en al van toepassing is. Qp 19 januari 1868 beviel in Wenen de destijds zeer gevierde toneelspeelster v®aetMiinchener Hoftheater Marie Meyer vaneen zoon, die Gustav genoemd werd. Hij zou zich later, niet alleen als schrijver, Mey- nnk.noemen, en in 1917, als hij dus bijna Wig jaar is, vervaardigt Ludwig II een uit waarbij hij en de zijnen zich 0 aeel Meyrink mogen noemen, daar be- *ezen was dat Marie Meyer van een Beier- ^stamde die Meyrink geheten VanftSW Va" Gus,av was Carl, Freiherr von «re Rch'ieenj V00.rma!'5 minister uit Württem- ^ttttienri 'let 'n dc tweede helft van de aistiarri' CCUW nog a' zware odium dat hij een ftwciW t-aS' erfde ^'.ustav veeI soedc dingen: het adetUche r EF?'cbt van z'in moeder, een anre |»Sh j ''ii.i was als student op achttien- Htptta' in p bestc roe'er van de roeiclub 'Wreken» fnrfaaK'J?en enorm g°ed stel hersens en faar rin tüi 'e maakle dat hij tot de society s-cctj u:, eeoofen. Toch werd zijn leven geen '"Wr dat hi '- a-ls uitvinder en als bankier abhi] in Pr, m in voorarrest raakte) en pas "tntn, ^r°hn°Eeliik Seworden is' bcRint hij «ren. J Raat w'onen, verhalen uit te --* .Vuru«]V Ied,afeur van het moppenblad "Der •S.-VX tiidsehrio .c ,medewerker aan het satiris- ^l^ ^«0L ;rnPl'Z1SS,nlus' Van 1903 af ver- g bundels satirieke, ironische Sa* 'oandel -pvan.ziin hand. o.a. in 1909 een r^'-tósn SoieW Jeraa,en onder de titel T)es Wunderh°rn', waarvan er on- T:eges ak 'plt\trtaald werden door Wouter Shn?1Wassenbeeldenspel'. fit2 al hebben (a?1s r bofk dat zeer veeI Uslav Meyrink dan nooit S^ ngeWOrden).' namelijk de ro il'3 zijn &rii5j P11 een indruk te ien de opla*e *jn 1916 al 150.000 occulte zaken hng voor spiritisti- hin jeugd af 6 godsdiensten, die WOrdt °P den duur m zijn leven als in zijn werk. In 1927 gaat hij officieel van het protestantisme tot het boeddhisme over, en op 4 december 1932 sterft hij, bijna 64 jaar oud, in Stamberg, Beieren. .ryr Golem' is ongetwijfeld zijn hoofdwerk, en ook EJ zijn bekendste werk. Het is tot nu toe reeds drie maal in het Nederlands vertaald. In 1916 (door J. Lourens, tweede druk 1933), in 1959 door E. Th. van der Veer-Bertels, en nu in 1973 door Wouter Donath Tieges- Het is een boek dat moeilijk te 'plaatsen' is, het is volkomen onwerkelijk, fantas tisch. occult. Soms moet men denken aan het veel latere 'Malpertuis' van Jean Ray (1943) hoe anders ook, maar toch wel een evenknie, en verder moet men de richting uit van Poe, Hoffmann. Lovecraft, enigszins Kafka. en zelfs van mevrouw Shelley met haar Monster van Frankenstein; alles thans weer erg 'in'; trouwens. "Der Golem' is werkelijk geen Trïvialliteratur' al vierde hij aanvankelijk zijn triomfen eigenlijk als zodanig. Nu moet ik eerst iets bekennen. Occultisme interes seert me, maar zodra men het op een of andere manier met kunst gaat mengen, hoe dan ook, stemt het me spoedig een beetje onbehaaglijk, en voel ik de kitsch overal op de achtergrond dreigen. Althans wanneer het een bepaald systeem is geworden, van waaruit dan weer "bewezen' en 'verklaard' moet worden wat niet te bewijzen en te verklaren is. Laten we aannemen dat we gemiddeld eenderde van ons leven slapend doorbrengen, en dat we dus eenderde van de tijd dromen en tweederde wakker zijn. In ée droom heersen andere wetten en invloeden dan tijdens het waken. Wel beïnvloeden droom- en waaktoestand elkaar, er is zelfs een zeer sterke complementaire en 'genezende' wisselwer king. Raakt dat balansachtige evenwicht verstoord, dan gaat het mis, gaat men vreemd doen. Men kan het droomleven en het occulte gaan cultiveren, zich er op concentreren, er wetten en systemen uit opbouwen, en dat is dan ook vanaf onheuglijke tijden gedaan, want het verschijnsel is zo oud als de mensheid. In vrijwel alle godsdien sten is occultisme binnengeslopen, in de vrijmetse larij, in de wetenschap (hypnose, psychanalyse etc) en dan natuurlijk bovenal in de onuitroeibare wereld van het bijgeloof', de hekserij, de waarzeg gerij, het spiritisme, de telepathie, dingen die alle maal bestaan, maar waarmee je beslist geen 'Vi king* naar Mars kunt sturen om het maar eens heel eenvoudig te zeggen. Hoe ingenieus het tarot-spel ook in elkaar zit en hoe fascinerend de joodse mag zijn. Want ook deze stroom, de donkere, occulte, is eeuwen en eeuwen gecultiveerd, en zelfs de belachelijkste uitlopers er van hebben invloed op u: staat er vandaag in een of ander modeblad in uw horoscoop dat u maar liever niet op reis moet gaan omdat er een gevaar dreigt, dsn blijft u als het enigszins kan, thuis, en staat er dat u de prins van uw dromen zult ontmoeten dan bent u de hele dag verwachtend en blij. Maar ik dwaal af. Je zou 'De Golem' eigenlijk een door en door occult boek kunnen noemen. Het overgrootste gedeelte ervan speelt zich af in de wereld van de droom, en heeft een haast niet te peilen betekenis. Mevrouw N. Kapteyn-Meerum Terwogt heeft eens een 'Klein Commentaar bij Gustav Meyrink De Golem' geschreven (De Drie hoek. 1959) waarin ontzaglijk veel vingerwijzingen naar symbolen en diepere betekenissen staan. Ik zou ze met graag allemaal onderschrijven, maar het is wel een nuttig boekje omdat het ook erg veel zakelijke informatie verschaft, bijvoorbeeld over de oorspronkelijke Golem van Rabbi Lów. Niet dat u dit alles nodig heeft om van de roman te kunnen genieten, integendeel, ik raad u zelfs aan eerst de roman geheel te lezen en dan pas eventueel het boekje van mevrouw Kapteyn. want ze springt nog al eens vooruit op geheimzinnige gebeurtenissen, verklapt geheimen die de eerste lectuur erg span nend maken, en gooit de boel ook wel eens door Rabbi Löw dan, leefde van 1513 of 1520 tot 1609 in Polen en Praag. Van hem wordt beweerd dat hij uit leem een knecht had geboetseerd die hij leven had ingeblazen. De Golem kon alleen niet spreken. Löw hield hem ais zogezegd doofstomme dienaar in huis. Hij had de Golem een op perkament geschre ven schem in de mond gestopt. Nam hij hem aie schem uit ae mond. dan lag het monster levenloos neer. Zulks gebeurde altijd op de Sabbath. Was de Sabbath voorbij dan stopte Löw de schem' weer in de mond van de Golem, en die herleefde. Toen hij één keer vergat de schem weg te nemen voor de Sabbath begon ging de Golem alles vernielen, daar de schem op de Sabbath veel sterker van werking werd. Löw nam toen ae schem uit de mond van de Golem en sloeg hem in scherven (hij was immers van leem); ae resten werden voorgoed op de zolder van de synagoge opgeboren, waar ze nog liggen (volgens de legende). Met ziet: er is dus inderdaad enige overeenkomst met b.v. het Monster van Frankenstein; de kunst mens doet kwaad door een fout van de maker. Van tijd tot tijd duikt de Golem weer, onheil stichtend op, als een symbool van het slechte geweten en de lage instincten van de mens. Op dit gegeven heeft Meyrink zijn fantastische symbolische roman opgebouwd. Heel in het kort komt die hier op neer; een man die in Praag in een hotel logeert ontdekt dat hij, terugkoménd van de Hradschin een verkeerde hoed meegenomen heeft. Erin staat de naam Athanasius Pemath. Hoewel hij een zeer apart, gevormd hoofd heeft, paste de hoed hem precies. Door het dragen van de hoed is hij als het ware Pemath geworden, en zodra hij in slaap valt. droomt hij he; leven van Athanasius Pemath, de stenen- en cameeënsnijder. zoals zich dat heelt afgespeeld in het Praagse getto. Deze belevenissen, die ongelooflijk boeiend verteld zijn. vormen de eigenlijke inhoud van de roman. Wanneer de man weer ontwaakt, brengt hij de hoed terug naar zijn eigenaar die hij slechts in de verte, als in een apotheose te zien krijgt: de tijd is verschoven, ze lijken als twee druppels water op elkaar. Dit slot is beslist het sterkste niet, ik vind het nog al kitscherig en gek. Maar in de eigenlijke dromen staan schitterende passages en er komen episodes in voor en figuren die men nimmer vergeet. De aangrijpendste vind ik de aan tbc lijdende arme student Cnarousek. de onwettige zoon van de jood se opkoper en miljonair Wassertrum en een chris tin. De satanische haat die deze jongeman zijn biologische vader toedraagt is onvergetelijk gete kend, je zou haast vermoeden dat "nier veel per soonlijks in steekt. Het loopt zo in dit ingewikkelde verhaal, dat Wassertrum Charousek toch tot zijn universele erfgenaam maakt, en hoewel Charousek het er op aanlegt dat zijn vader zelfmoord zal plegen met hetzelfde flesje vergif waarmee hij ook zijn halfbroer, een misdadige oogarts, de dood in gedreven heeft, wordt Wassertrum nog voordien door een andere hand vermoord- Charousek is dan zelf, door zijn ziekte, aan het eind van zijn leven, en hij vermaakt het grootste gedeelte van het hem toegevallen fortuin aan het Praagse gespuis. Dage lijks bezoekt hij het graf van zijn vader. Wasser trum. In een brief aan Pemath. die dan al een jaar in de gevangenis vertoeft door machinaties van diezelfde tvassertrum. schrijft Charousek on.: .Mijn haat is er en die verder gaat dan het graf. en verder heb ik immers nog mijn eigen bloed dat ik kan vergieten zoals ik wil. opdat het het zijne op de voet volgt in het rijk der schaduwen.— Sinds ze Wassertrum onder de grond gestopt hebben zit :k elke dag buiten bij hem op het kerkhof en luister in mijn borst om erachter te komen wat ik moet doen. Ik geloof dat Ik het ai weet maar ik wil nog wachten totdat het innerlijke woord dat tot m:j spreekt helder wordt als een bron.Wij mensen zijn onrein, en vaak is er een lange tijd van vasten en waken nodig voordat wij het gefluister van onze siei verstaan", 'p. 212) Later, bij zijn invrijheidstelling, verneemt Pemath van de bewaker van de gevangenis hoe Charousek gestorven is: .Kón voor zijn dood is hij hier bij mij geweest, meneer dr. Charousek. en hij heeft naar u geïnfor meerd. Hij laat u vele. vele malen groeten. heeft-:e gezegd. Ik heb 't destijds natuurlijk niet mogen overbrengen. Da: is streng verboden. Het is oven- gens afschuwelijk me: hem afgelopen, me: meneer dr. Charousek. Hij heeft zichzelf ontlijfd. Men heeft hem dood op de grafheuvel van Aaron Wassertrum. op de borst liggend, aangetroffen. Hij had twee diepe gaten in de aarde gegraven, zijn polsen opengesneden en vervolgens de armen in de gaten gestopt. Zo is hij doodgebloed. Hij is waarschijnlijk krankzinnig geweest, meneer dr. Char..." ip. 232) Ik ken geen rtefender symbool van een man die zo toUeröood zijn eigen bloed haatte, het joodse bloed dat in zijn aderen stroomde, en die in een laatste, uitzinnig gebaar toch nog naar vereniging zocht. Maar behalve Charousek zijn er meer knap geteken de figuren: het zuivere, geëxalteerde meisje Mirjam de zinnelijk mooie gravin Angelina, de nobele Hilleï en dan natuurlijk de angstaanjagende Goiem in zijn vele gestaltes, die in elk van ons woont. De Golem.' is mogelijk net niet datgene wat men 'een meesterkwerk' noemt, daarvoor heeft het boek toch te veel zwakke plekken 'de hele opzet, het slot. de hokuspokus met Laponder in de gevangenis, om er een paar te noemen i. Maar he: is we! eer. groots, indrukwekkend en treffend werk. als een vreemd glinsterende edelsteen opgeweld uit de duis terste krochten van het menselijke gemoed. Gustav Meyrinic: De Golem, -.ertaald door Wouter Dc.-.öth Tteces: „Het WasaenbeeMenspe; Iderr,beiderUev;er.- holi. Amsterdam; X. Sapieyn-Mrerum Ter*«nH:e.r, com mentaar bij Gustav Meyrink De Golem. De D.-.eaoek. Am sterdam (dit Is een uitgave van l£óej.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1973 | | pagina 31