FOREIGNER TOONT EEN NIEUWE CAT STEVENS 'ZINNIG EIGENZINNIG', KEUR VAN AUTOBIOGRAFISCHE GESCHRIFTEN 'ISLAND' IN VERVUILDE OCEAAN HERMANN HESSE top-tien 18 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 8 SEPTEMBER 197J Cat Stevens was hard aan verandering toe. Dat was hij al eerder trouwens en toen is het, met allerlei moeilijkheden ook gelukt. Na de metamorfose, die hij onderging van de tijd van 'I love my dog' naar 'Mor ning has broken', is hij nu weer ergens anders aangeland. En weer was het juist op tijd. Cat Stevens is van de met een wat beverige stem zingende jongen overgestapt naar volle, wat overdonderende produk- ties. In dat soort gevallen be hoor je het woord heavy te ge bruiken. De muziek van Cat Stevens is heavy-er geworden. En dat is een verrassing. Tot een tijdje terug kenden we Cat Stevens vooral van die nogal zoetige nummers, waarvan succes verzekerd was. vooral bij liet, gevoelige vrouw volk. 'Lady d'Arbamville', 'Ruby my Love' en 'Morning has broken' zijn een paar voorbeelden van de muziek, die Cat Stevens tot voor kort op de markt gooide. Zijn tedere stemmetje deed het erg goed, samen met de akoestische gitaar en Stevens zorg de dan ook voor de ene hit na de an,dere. Aanvankelijk verraste hij iedereen. Na die erg goedkope nummertjes als, we noemden het al, 'I love my Dog', was er na een stilte plotseling een andere Cat Stevens. Iemand, die ken nelijk nogal goed nagedacht had over de commercie in de platenwereld en die besloten had af te stappen van die nikszeggende jukeboxmuziek. Met zijn gitaar trok Stevens, roepend over liefde (love, zeggen de Engel sen) en nog wat goede dingen, de wereld rond. Maar de mensen die hij wilde bereiken waren daar aan vankelijk nog niet zo van gediend. Een goed voorbeeld daarvan is zijn optreden tijdens het Belgische festi val in Bilzen een paar jaar geleden. Hij werd er uitgejouwd en kreeg nau welijks kans zijn lieve liederen te zingen. Het was een flinke klap voor de arme Cat, maar hij nam wraak met sterke elpees als Mona Bone Jakon, Tea for the Tillerman en Teaser and the Firecat. In mindere mate ook met Cath Bull at Four, de vierde in die reeks. Cat Stevens werd weer geaccepteerd door het grote publiek, maar steeds meer mensen gingen zich toch zo langzamerhand afvragen wat Stevens eigenlijk van plan was. Een paar elpees met dezelfde muziek ging nog wel, maar het begon allemaal wel wat vervelend te worden. VERRASSING Stevens heeft dat waarschijnlijk zelf ook wel aangevoeld. Feit is dat hij nu weer voor een flinke verrassing zorgt: zijn nieuwste elpee Foreigner. Hij bouwde zijn muziek uit, maakte de produkties voller en ook de tek sten zijn wat inhoudelijker gewor den. Het zijn niet meer alleen die leuke, lieve verhaaltjes van een jon gen, die zo droevig is omdat zijn meisje er met de brommer van een ander vriendje vandoor is. Stevens is andermaal volwassen ge worden. De gitaar heeeft ook een beetje afgedaan als zaligmakend in strument en heeft er een rivaal bij: de piano. Ze worden afwisselend ge bruikt en Stevens bespeelt ze beide zelf. Met zijn stem is trouwens ook iets gebeurd. Hij is dat beverige kwijt en krijgt zelfs, hoe is dat mo gelijk bij onze Cat, iets rauws. Dat alles heeft wel tot gevolg dat zijn muziek enorm aan kwaliteit heeft ge wonnen. Ja, je zou zelfs kunnen gaan spreken van juweeltjes. Kant één bevat vier erg sterke nummers: The Hurt, How Many Times, Later en 1001 Dream. Op verschillende num mers wordt Cat zingend bijgestaan door meiden als Fatti Austin, Barba ra Massey en Tasha Thomas. Kant twee wordt volledig in beslag genomen door de 'Foreigner Suite', een on-Stevenswerk, waaraan je toch wel even moet wennen. Soms rauw, soms erg rustig en af en toe een sa mengaan van violen en blazers met piano, drums en gitaren en dat dan weer aangevuld met de stem van Ste vens en de drie eerder genoemde dames. Je moet er aan wennen, maar iedere keer dat je kant twee hoort besef je beter dat het wat produktie be treft absoluut een sterk werk is. Ste vens zelf tekende trouwens voor de produktie en vooral in 'Foreigner Suite' laat hij duidelijk zijn kwalitei ten ook op dit gebied horen. Foreigner is een elpee die weer eens een nieuwe Cat Stevens Iaat horen. En dat kwam net op een goed mo ment ook. Foreigner - Cat Stevens (Island Records 86934 IT). (W.B.) FJ Dc top tien van deze week, door Hilversum 111, /.iet er als 1. 5) RADAR LOVE Golden Earring 2. 1ROTE ROSEN /eddy Breek S. 2) BORN TO BE WITH YC Dave Edmunds 4. 8) MAL/ Los Angeles 5. AY NO DIGAS Chris Montoz en Razn 6. TELL LAURA I LOVE HER 7. '1) EIN FESTIVAL DER LIEBE Jiirgen Marcus 8. 7) ST. TROPEZ GITAREN BEr NACHT Vicky Lcandros 9. (3) HURT Bobby Vinton 10. EVERONE'S AGREED Stealers Wheel JOHN CALE MOET SNEL ERG BEROEMD WORDEN Jolm Cale is een wondermens. Dat kan ook niet anders als je vroeger een wonderkind werd genoemd. Al op z'n achtste mocht Cale van de grote BBC zijn eigen composities spelen en ze werden uitgezonden ook. Cale heeft destijds naam ge maakt met de Velvet Underground, waarin hij werkte met Lou Reed, Maureen Tucker en Sterling Morri son. Twee elpee's lang bleef John bij de Velvet Underground, een groep die de geschiedenis in zal gaan als één van dc meest perverse for maties in popiand. Ze maakten muziek die erg mono toon was en door veel muziekken ners als „de meest afschuwelijke mu ziek ooit gemaakt" werd geken schetst. Juist door dat monotone, dat steeds maar herhalen, werd de aan dacht van filmer en pop-schilder An dy Warhol getrokken. En het is An dy Warhol geweest, die de Velvet- Underground in de publiciteit bracht. Na de tweede elpee van de Velvet Underground, tweeëneenhalfjaar na de oprichting kwam Jolm Cale tot de conclusie dat hij toch niet zo best op kon schieten met Lou Reed. Hij verliet de groep, die later langzamer hand de mist in ging en begon aan een solo-carrière. Zijn eerste elpee was Vintage Violence, gevolgd door Church of Anthrax en The Academy in Peril. Nu ligt er de wonderschone elpee Paris 1919. Cale werkt momenteel bij Warner Bros en doet daar veel pro- duktiewerk. Hij weet er heel wat van te maken. Hij is iemand, die veel werkt met grote orkesten, die hij prachtige arrangementen laat uitvoe ren. In verschillende nummers zit ten weer die monotoon bespeelde in strumenten, die hij ook gebruikte bij de Velvet Underground. Het is in elk geval muziek, die je niet vaak hoort en- die door Andy Warhol zeer bruikbaar werd geacht voor zijn films. Warhol trok zich destijds te rug als begeleider van de groep, nu werkt hij weer nauw samen met Cale. John Cale heeft een erg pretti ge stem, waarmee hij melancholieke liedjes zingt. Af en toe komt er hulp van een lief koortje. Paris 1919 is een prachtige elpee vol uiterst sfeervolle muziek. John Cale moet nu maar eens erg snel in het middelpunt van de belangstelling komen. Maureen Tucker, de vroegere drummer zei tenslotte eens: „John Cale is een fan tastische musicus. John zou heel be roemd moeten zijn John Cale zou inderdaad heel beroemd moeten zijn. (Reprise K 44239). Het Island-label doet zijn naam eer aan. Het is een eiland vol schoonheid kwalitatief in een sterk vervuilde oceaan. Natuurlijk loopt er op het ei land wel eens een bastaard rond, maar Island heeft die invloeden goed kun nen weren. Het is een elite-label met overwegend müziek voor de geoefende luisteraar. Muziek die meer wil zijn dan een drie minuten durend, ontegen zeggelijk goed in het gehoor liggend melodietje. Met het uitbrengen van platen van groepen als Emmerson, Lake and Palmer, Roxy Music en Uriah Heep hebben ze er voor gezorgd dat de popmuziek nieuwe impulsen wer den gegeven in een tijd, waarin sprake was van een impasse. SPOOKY TOOTH Spooky Tooth hoort eigenlijk ook thuis in dat rijtje. Vroeger was het een groep met een harde sound, dat werd gecompenseerd door de stem van Gary Wright. Wright druk zeer sterk zijn stempel op de groep, want hij produceert op de platen. Er is een groot verschil tussen de klanken van de vroegere Spooky Tooth en de onlangs verschenen lang- speler "You broke my heart, so I busted your jaw' ('Jij brak mijn hart, dus verbrijzelde ik je kaak'). Overigens is die gewelddadige titel een schril contrast met de nummers op de elpee. Geen rauwe, recht-voor-zijn-raapse muziek meer, maar melodieuze klanken. De nadruk ligt er sterk op de zang en de sprankelende, perfecte en uitgekiende begelei ding maakt ver op de achtergrond de zaak compleet. Er gaat iets vredigs van de plaat uit. Mooiste nummer is 'Holy water', dat werkelijk niets meer te maken heeft met dè vroegere identiteit van Spooky Tooth. Hij lijkt sterk op Elton John, met de dramatische zang, het keurige koortpe en de subtiele pianobegeleiding. Een formidabele plaat op sen label voor fijnproevers. 0 Spooky Tooth You broke my heart, so 1 busted your jaw (Island Record 86 678 IT) DE HERNIEUWDE BELANGSTELLING- VOOR het werk van Hermann Hesse (1877- 1962) is een jaar of tien geleden in Amerika begonnen en ondertussen uitgedijd tot een der opvallendste internationale come-backs. Niet dat het Hesse tijdens zijn lange leven aan belangstelling en waardering ontbroken heeft, vanaf de verschijning van 'Peter Ca- menzind' in 1904 was hij eigenlijk al be roemd, dit boek en het uit 1919 stammende 'Demian' behoorden voor de tweede wereld oorlog internationaal tot de 'schoolboeken', al dan niet wat bekort. 'Siddhartha' (1922) en 'Narziss und Gold- mund' (1930) èn bovenal 'Das Glasperlen- spiel* (1943) behoren tot de'algemeen be kende wereldromans, in 1946 mocht Hesse de Nobelprijs voor literatuur in ontvangst nemen, kortom, miskend was hij geenszins, en hij kon ook, vooral in de latere jaren, royaal van zijn schrijversinkomsten leven. Doch eigenlijk pas na zijn dood zijn de er kenning en het begrip gekomen die hij tij dens zijn leven vaak heeft gemist, hij was zijn tijd Vooruit met zijn eigenzinnige re volte tegen de gevestigde, lege autoriteit, tegen de verstikkende overvloed, de ver blindende eigenbaat, de kleinburgerlijkheid en zovele andere zaken. Hij schreef om streeks negentienhonderd al dingen waar de jongeren van nu het gloeiend eens mee zijn, en het is dan ook voornamelijk de jongere generatie die hem thans leest en vereert. Ook in Nederland wordt vrijwel al zijn werk in nieuwe vertalingen uitgegeven. Dan is er nog iets wat Hesse voor velen aantrekkelijk maakt: zijn hang naar India en oosters mysticisme, zijnuiterste individualisme, kluizenaarschap, afwijzen van elke vorm van ambitieuze streverij naar wat dan ook, zijn afkeer van politiek, sport, de massa. Hij beweert zelf dat hij nooit kranten las. „Hesse gaf geen interviews, aan publiciteit was hem niets gelegen, het kon hem niets schelen of hij in het culturele bedrijf 'in' of 'out' was. Radio en televisie liet hij niet in zijn huis. Zelden versoheen hij in het openbaar, nooit kwam hij handtekeningen uitdelen en voordrachten hield hij maar weinig", schrijft Siegfried Unseld in de bloemlezing 'Zinnig eigenzin nig' (Hoewel Hesse zelf in 'Notities rond Pasen' schrijft: Met Pasen heb ik op de radio ook dit jaar weer de Mattheüs-passie gehoord, p. 216). Maar hoe dit ook zij: 'Zinnig eigenzinnig' is een prima inleiding tot het oeuvre van Hesse. Het is een verzameling van een 25-tal autobiografische geschriften, lopend van brieven die hij als kind aan zijn ouders schreef, tot opstellen uit 1955, toen hij dus '78 jaar oud was. Ze zijn chronologisch gerang schikt, er is geen enkele samenhang in verder, maar ze geven met zijn alle samen wel een goede blik in Hesses innerlijk. Daarbij zijn de meeste stukken herdrukken van vrijwel ontoegankelijk geworden publikaties, en menig stuk is hier voor het eerst, of in uitgebreider vorm afgedrukt. (De oorspronkelij ke titel is: 'Eigensinn, Autobiografische Schriften, en verschenen in 1972, deze werkelijk voortreffelij ke vertaling is van Wouter Donath Tieges). Ik zou ieder die een beetje 'moeite' heeft met Hesse (zijn sprookjessfeer, het oosters mysticisme, etc.) aan willen raden dit boek te lezen: men ontmoet er Hesse als een origineel mens, en, af en toe, als een werkelijk groot schrijver en denker. Aan de hand van een paar citaten hoop ik u dit te kunnen bewijzen. Het boek begint met een viertal levensbeschrijvin - gen, opgesteld in 1903, 1907, 1923 en 1925. Ze overlappen elkaar gedeeltelijk (hierbij hoort ook het prachtige 'Kindertijd van de tovenaar') maar men leert, er Hesses achtergronden wel redelijk uit kennen. Voor zover hij die kwijt wil, want over de broers en zusters b.v. hoort men daarin niets, die komen pas veel later te voorschijn, bij het verhaal over de dood van zijn vader. Ook over zijn drie huwelijken, zijn kinderen, schrijft Hesse nauwelijks een woord. Ook de aan het boek toegevoegde 'Chronologie' op pp 232/3 is erg beknopt en grillig zodat de lezer er weinig aan heeft. Een compleet overzicht van Hesses leven, zelfs in vogelvlucht, krijgt men er niet uit, niet uit het boek, niet uit de chronologie, niet uit de aanhangsels. Het geeft wel enkele dieptepeilingen, lukraak, nu en dan. Hermann Hesse werd in 1877 in Calw (Würtem- berg) geboren uit protestante geslachten van missi onarissen. Zijn beide grootvaders waren geleerden; die van vaderszijde, staatsraad dr. Hermann Hesse was arts, die '-in moederszijde, dr. Gimdert, was taalgeleerde, speciaal Indische talen en Sanskrit. Hesses moeder was in India geboren, ook zijn vader, die zendingssehrijver en uitgever was, werk te een jaar als zendeling in India, doch hij moest die taak wegens zijn zwakke gezondheid opgeven. Stellig zijn deze veelvuldige contacten met India mede aanleiding geweest tot Hesses latere hang naar het oosten. Hij bereisde zelf India en Azië tot in Indonesië. De moeder stierf jong; over de ouders, de grootvaders en later over de broers en zusters schrijft Hesse in zulke overdadige lovende woorden, eerbiedige en dankbare bewoordingen dat je er soms wat wee van wordt. Ze zijn van de stof waar heiligen van gemaakt worden. Maar ondertus sen was Hermann blijkbaar een lastig, om niet te zeggen onmogelijk kind geweest dat niet mee kon, dat wegliep van het internaat en dat zijn heilige ouders zo tot wanhoop dreef dat ze hem als vijftienjarige jongen op lieten bergen in een herstel lingsoord voor zwakzinnigen en epileptici in Stel ten. De brieven die de vijftienjarige jongen in 1892 vanuit Stelten aan zijn ouders schreef zijn onthut send. Walmeer deze brieven echt zijn, d-w.z. niet later stilistisch opgekrikt en bijgewerkt, dan blijkt eruit dat Hesse op die leeftijd al volkomen volwassen was, rijp van geest, totaal niet gek en beschikkend over een vlijmscherp inzicht in de situatie. Uit de brieven spreekt haat en geen liefde voor de ouders, tenslotte adresseert hij zijn vader als 'geachte heer' en aJs 'u' en schrijft hij dingen als: „Zeer geachte heer! Mag ik u, aangezien u zich zo opvallend offervaardig betoont, misschien om zeven Mark of direct om de revolver vragen. Nadat u mij tot wanhoop hebt gebracht, bent u toch zeker wel bereid om mij hiervan en u van mij snel te ontdoen. Eigenlijk had ik immers al in juni zullen creperen" „Uw relaties tot mij schijnen zich steeds gespannener te ontwikkelen, ik geloof dat ik, als ik piëtist en niet mens was, als ik iedere eigenschap en neiging in mij helemaal in het tegendeel zou verdraaien, met u overeen zou kun nen stemmen. Maar zo kan en wil ik niet meer leven en als ik een misdaad bega, dan bent u direct na mij daar schuldig aan, meneer Hesse, u die mij het plezier in het leven hebt ontnomen. Uit de 'lieve Hermann' is een ander geworden, een wereldhater, een 'wees' wiens ouders nog léven'. En hij onderte kent: H. Hesse, gevangene in het tuchthuis te Stetten, waar hij niet 'voor straf' is. Ik begin me af te vragen wie er in deze affaire zwakzinnig is" (pp. 64/5). Later, als alles al lang gekalmeerd is, soluijft hij: „Het verdriet dat ik mijn vader in mijn jeugdjaren had bezorgd, was niets, was bitter maar vanzelf sprekend en noodzakelijk geweest". Als hij bij zijn vaders lijk heeft gestaan komen er geëxalteerde zinnen als: „Toen ik wenend zijn handen kuste en mijn levende, warme handen op zijn stenen voor hoofd legde, viel me uit de tijd dat ik nog een jongen was in hoe mijn vader ons vaak, als een van ons 's winters met koude handen thuis kwam, had gevraagd om onze handen eventjes op zijn voorhoofd te leggen; want hij werd vaak dagenlang door]zware hoofdpijnen gekweld. Nu lagen mijn onrustige warme handen op zijn voorhoofd en haal den koelte van hem. En al het ridderlijke en superieure edele dat hij in zijn wezen had gehad, stond overduidelijk op zijn gezicht geschreven, als de waardigheid op een stille besneeuwde top. O vader, vader toch! (p. 82/3). Dit is de kant van Hesse, hij was toen ongeveer veertig!, waar ik moeite mee heb. Om even op zijn levensgeschiedenis terug te ko men: zijn vaders ouders kwamen uit het Oostzeegè- bied, hadden, al spraken ze Duits, zelfs de Russi sche nationaliteit; zijn moeder, hoewel dus in India geboren, kwam uit Zwaben. haai- moeder weer, was een Zwitserse. Hesse heeft zelf altijd veel belang gehecht aan die gemengde afstamming, en hij heeft het Zuidwest-Duitse en Zwitserse gebied altijd als zijn 'Heimat' aangevoeld, de rijksgrens bpstond voor zijn gevoel niet, hij was 'Allemanne'. Een school heeft hij nooit afgelopen, zijn verlangen om 'dichter te worden of niets' is, na wat jaren thuis gehangen te hebben en in boekhandels gewerkt te hebben, vervuld: „vanaf mijn dertiende wist ik één duig zeker, namelijk dat ik of dichter of helemaal niets wilde worden. Bij deze zekerheid voegde zich echter langzaam maar zeker een ander, pijnlijk inzicht. Je kon leraar, dominee, dokter, ambachtsman, koop man of postbeambte worden, ook musicus, ook schilder of architect, voor alle beroepen van de wereld was er een weg, bestonden er eerste voor waarden, was er een school of onderricht voor de beginner. Alleen voor de dichter had je. dat niet! Het was geoorloofd en men beschouwde het zelfs als een eer als je een dichter was: dat wil zeggen als je als dichter succesvol en bekend was. maar helaas was je dan meestal al dood. Maar een dichter worden, dat was onmogelijk, het te willen worden was belachelijk, een schande; en daar kwam ik heel gauw achter. Snel had ik geleerd wat er uit die situatie te leren viel: dichter was iets dat je alleen zijn maar niet wórden mocht" (p. 24). Het grootste gedeelte van zijn leven heeft Hesse onopvallend in Zwitserland geleefd, 'theoretisch een heilige die van alle mensen houdt, en praktisch een egoïst die nooit gestoord wil worden", zoals hij hel zelf later met veel zelfspot formuleert. Graag geef ik nog een paar citaten. Over de werkelijkheid, waardoor hij elke achting mist: „Ik vind dat de werkelijkheid datgéne is waar jefje het minst druk om hoeft te maken want zij ls immers, lastig genoeg, altijd aanwezig, terwijl er daarentegen schonere en noodzakelijker dingen zijn die onze aandacht en zorg opeisen. De werkelijk heid is dat waarmee je onder geen beding tevreden mag zijn, wat je onder geen beding mag aanbidden en vereren, want zij is het toeval, de afval van het leven. En zij, deze povere, steeds teleurstellende en saaie werkelijkheid, is op geen andere manier te veranderen dan doordat wij haar loochenen, door dat wij tonen sterker te zijn dan zij", (p.36). Over de kanselarijgeest: „Van alle hellen die de mens wonderlijk genoeg voor zichzelf heeft moeten scheppen is deze mij altijd als de meest helse voorgekomen. Je hoeft alleen maar te willen verhuizen of trouwen, een pas of een nationaliteitsbewijs te willen hebben, je staat al midden in deze hel, moet moeilijke uren ia de luchtloze ruimte van deze papierwereld door brengen, wordt door verveelde en toch gehaaste, chagrijnige mensen uitgevraagd, toegesnauwd, de meest simpele en ware dingen die je zegt stuiten op ongelovigheid, soms word je als een schoolkind, een andere keer als een misdadiger behandeld. Nou ja, iedereen kent dat. (p.41). Over het geluk: „Ik kwam er achter dat bemind worden niets is-maar beminnen alles, en steeds meer geloofde ik te_zien dat wat ons bestaan waardevol en aangenaam maakt niets anders is dan ons gevoel, ons voelen. Waar op aarde ik ook maar iets zagkdat je 'geluk' kon noemen, daar bestond het uit gevoelens. Geld was niets, macht was niets, je zag veel mensen die het allebei hadden en er beroerd aan toe waren. Schoonheid was niets, je zag mooie mannen en vrouwen die bij al hun schoonheid ongelukkig^ waren. Ook gezondheid woog niet zwaar; iedereen was zo gezond als hij zich voelde, menige zieke blaakte tot. kort voor het einde van levenslust en menige gezonde verwelkte in bange angst voor lijden en pijn. Geluk was echter overal waar een mens sterke gevoelens had en ervoor leefde, ze niet verdreef en geweld aan deed maar ze koesterde en er van genoot. Schoon heid maakte niet gelukkig wie haar bezat maar wie van haar kon houden, haar kon aanbidden" (p. 95). Tot op hoge leeftijd behield Hesse zijn scheppend vermogen. Men leze de 'Notities rond Pasen' uit 1954 met het prachtig weergegeven gesprek met de oude tuinman Lorenzo. Het boek wordt besloten door een brief van Ninon Hesse, de weduwe, aan Siegfried Unseld, waarin ze Hesses laatste levens dag beschrijft, en door een informatief nawoord van de samensteller zelf. Deze vertaling werd zeer fraai uitgegeven in de bekende reeks 'Privé-Domein'.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1973 | | pagina 18