FOREIGNER TOONT EEN
NIEUWE CAT STEVENS
'ZINNIG EIGENZINNIG', KEUR VAN
AUTOBIOGRAFISCHE GESCHRIFTEN
'ISLAND' IN VERVUILDE OCEAAN
HERMANN
HESSE
top-tien
18
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 8 SEPTEMBER 197J
Cat Stevens was hard aan
verandering toe. Dat was hij al
eerder trouwens en toen is het,
met allerlei moeilijkheden ook
gelukt. Na de metamorfose,
die hij onderging van de tijd
van 'I love my dog' naar 'Mor
ning has broken', is hij nu
weer ergens anders aangeland.
En weer was het juist op tijd.
Cat Stevens is van de met een
wat beverige stem zingende
jongen overgestapt naar volle,
wat overdonderende produk-
ties. In dat soort gevallen be
hoor je het woord heavy te ge
bruiken. De muziek van Cat
Stevens is heavy-er geworden.
En dat is een verrassing.
Tot een tijdje terug kenden we Cat
Stevens vooral van die nogal zoetige
nummers, waarvan succes verzekerd
was. vooral bij liet, gevoelige vrouw
volk. 'Lady d'Arbamville', 'Ruby my
Love' en 'Morning has broken' zijn
een paar voorbeelden van de muziek,
die Cat Stevens tot voor kort op de
markt gooide. Zijn tedere stemmetje
deed het erg goed, samen met de
akoestische gitaar en Stevens zorg
de dan ook voor de ene hit na de
an,dere.
Aanvankelijk verraste hij iedereen.
Na die erg goedkope nummertjes als,
we noemden het al, 'I love my Dog',
was er na een stilte plotseling een
andere Cat Stevens. Iemand, die ken
nelijk nogal goed nagedacht had over
de commercie in de platenwereld en
die besloten had af te stappen van
die nikszeggende jukeboxmuziek.
Met zijn gitaar trok Stevens, roepend
over liefde (love, zeggen de Engel
sen) en nog wat goede dingen, de
wereld rond. Maar de mensen die
hij wilde bereiken waren daar aan
vankelijk nog niet zo van gediend.
Een goed voorbeeld daarvan is zijn
optreden tijdens het Belgische festi
val in Bilzen een paar jaar geleden.
Hij werd er uitgejouwd en kreeg nau
welijks kans zijn lieve liederen te
zingen. Het was een flinke klap voor
de arme Cat, maar hij nam wraak
met sterke elpees als Mona Bone
Jakon, Tea for the Tillerman en
Teaser and the Firecat. In mindere
mate ook met Cath Bull at Four, de
vierde in die reeks.
Cat Stevens werd weer geaccepteerd
door het grote publiek, maar steeds
meer mensen gingen zich toch zo
langzamerhand afvragen wat Stevens
eigenlijk van plan was. Een paar
elpees met dezelfde muziek ging nog
wel, maar het begon allemaal wel
wat vervelend te worden.
VERRASSING
Stevens heeft dat waarschijnlijk zelf
ook wel aangevoeld. Feit is dat hij
nu weer voor een flinke verrassing
zorgt: zijn nieuwste elpee Foreigner.
Hij bouwde zijn muziek uit, maakte
de produkties voller en ook de tek
sten zijn wat inhoudelijker gewor
den. Het zijn niet meer alleen die
leuke, lieve verhaaltjes van een jon
gen, die zo droevig is omdat zijn
meisje er met de brommer van een
ander vriendje vandoor is.
Stevens is andermaal volwassen ge
worden. De gitaar heeeft ook een
beetje afgedaan als zaligmakend in
strument en heeft er een rivaal bij:
de piano. Ze worden afwisselend ge
bruikt en Stevens bespeelt ze beide
zelf. Met zijn stem is trouwens ook
iets gebeurd. Hij is dat beverige
kwijt en krijgt zelfs, hoe is dat mo
gelijk bij onze Cat, iets rauws. Dat
alles heeft wel tot gevolg dat zijn
muziek enorm aan kwaliteit heeft ge
wonnen. Ja, je zou zelfs kunnen gaan
spreken van juweeltjes. Kant één
bevat vier erg sterke nummers: The
Hurt, How Many Times, Later en
1001 Dream. Op verschillende num
mers wordt Cat zingend bijgestaan
door meiden als Fatti Austin, Barba
ra Massey en Tasha Thomas.
Kant twee wordt volledig in beslag
genomen door de 'Foreigner Suite',
een on-Stevenswerk, waaraan je toch
wel even moet wennen. Soms rauw,
soms erg rustig en af en toe een sa
mengaan van violen en blazers met
piano, drums en gitaren en dat dan
weer aangevuld met de stem van Ste
vens en de drie eerder genoemde
dames.
Je moet er aan wennen, maar iedere
keer dat je kant twee hoort besef
je beter dat het wat produktie be
treft absoluut een sterk werk is. Ste
vens zelf tekende trouwens voor de
produktie en vooral in 'Foreigner
Suite' laat hij duidelijk zijn kwalitei
ten ook op dit gebied horen.
Foreigner is een elpee die weer eens
een nieuwe Cat Stevens Iaat horen.
En dat kwam net op een goed mo
ment ook.
Foreigner - Cat Stevens (Island
Records 86934 IT).
(W.B.)
FJ
Dc top tien van deze week,
door Hilversum 111, /.iet er als
1. 5) RADAR LOVE
Golden Earring
2. 1ROTE ROSEN
/eddy Breek
S. 2) BORN TO BE WITH YC
Dave Edmunds
4. 8) MAL/
Los Angeles
5. AY NO DIGAS
Chris Montoz en Razn
6. TELL LAURA I LOVE HER
7. '1) EIN FESTIVAL DER LIEBE
Jiirgen Marcus
8. 7) ST. TROPEZ GITAREN BEr
NACHT
Vicky Lcandros
9. (3) HURT
Bobby Vinton
10. EVERONE'S AGREED
Stealers Wheel
JOHN CALE MOET SNEL ERG BEROEMD WORDEN
Jolm Cale is een wondermens. Dat
kan ook niet anders als je vroeger
een wonderkind werd genoemd. Al
op z'n achtste mocht Cale van de
grote BBC zijn eigen composities
spelen en ze werden uitgezonden
ook. Cale heeft destijds naam ge
maakt met de Velvet Underground,
waarin hij werkte met Lou Reed,
Maureen Tucker en Sterling Morri
son. Twee elpee's lang bleef John
bij de Velvet Underground, een
groep die de geschiedenis in zal gaan
als één van dc meest perverse for
maties in popiand.
Ze maakten muziek die erg mono
toon was en door veel muziekken
ners als „de meest afschuwelijke mu
ziek ooit gemaakt" werd geken
schetst. Juist door dat monotone, dat
steeds maar herhalen, werd de aan
dacht van filmer en pop-schilder An
dy Warhol getrokken. En het is An
dy Warhol geweest, die de Velvet-
Underground in de publiciteit
bracht.
Na de tweede elpee van de Velvet
Underground, tweeëneenhalfjaar na
de oprichting kwam Jolm Cale tot de
conclusie dat hij toch niet zo best
op kon schieten met Lou Reed. Hij
verliet de groep, die later langzamer
hand de mist in ging en begon aan
een solo-carrière. Zijn eerste elpee
was Vintage Violence, gevolgd door
Church of Anthrax en The Academy
in Peril.
Nu ligt er de wonderschone elpee
Paris 1919. Cale werkt momenteel bij
Warner Bros en doet daar veel pro-
duktiewerk. Hij weet er heel wat van
te maken. Hij is iemand, die veel
werkt met grote orkesten, die hij
prachtige arrangementen laat uitvoe
ren. In verschillende nummers zit
ten weer die monotoon bespeelde in
strumenten, die hij ook gebruikte bij
de Velvet Underground. Het is in
elk geval muziek, die je niet vaak
hoort en- die door Andy Warhol zeer
bruikbaar werd geacht voor zijn
films. Warhol trok zich destijds te
rug als begeleider van de groep, nu
werkt hij weer nauw samen met
Cale. John Cale heeft een erg pretti
ge stem, waarmee hij melancholieke
liedjes zingt. Af en toe komt er hulp
van een lief koortje. Paris 1919 is een
prachtige elpee vol uiterst sfeervolle
muziek. John Cale moet nu maar
eens erg snel in het middelpunt van
de belangstelling komen. Maureen
Tucker, de vroegere drummer zei
tenslotte eens: „John Cale is een fan
tastische musicus. John zou heel be
roemd moeten zijn John Cale
zou inderdaad heel beroemd moeten
zijn.
(Reprise K 44239).
Het Island-label doet zijn naam eer
aan. Het is een eiland vol schoonheid
kwalitatief in een sterk vervuilde
oceaan. Natuurlijk loopt er op het ei
land wel eens een bastaard rond, maar
Island heeft die invloeden goed kun
nen weren. Het is een elite-label met
overwegend müziek voor de geoefende
luisteraar. Muziek die meer wil zijn
dan een drie minuten durend, ontegen
zeggelijk goed in het gehoor liggend
melodietje. Met het uitbrengen van
platen van groepen als Emmerson,
Lake and Palmer, Roxy Music en Uriah
Heep hebben ze er voor gezorgd dat
de popmuziek nieuwe impulsen wer
den gegeven in een tijd, waarin sprake
was van een impasse.
SPOOKY TOOTH
Spooky Tooth hoort eigenlijk ook thuis in
dat rijtje. Vroeger was het een groep met
een harde sound, dat werd gecompenseerd
door de stem van Gary Wright. Wright druk
zeer sterk zijn stempel op de groep, want hij
produceert op de platen. Er is een groot
verschil tussen de klanken van de vroegere
Spooky Tooth en de onlangs verschenen lang-
speler "You broke my heart, so I busted your
jaw' ('Jij brak mijn hart, dus verbrijzelde
ik je kaak'). Overigens is die gewelddadige
titel een schril contrast met de nummers op
de elpee. Geen rauwe, recht-voor-zijn-raapse
muziek meer, maar melodieuze klanken. De
nadruk ligt er sterk op de zang en de
sprankelende, perfecte en uitgekiende begelei
ding maakt ver op de achtergrond de zaak
compleet. Er gaat iets vredigs van de plaat
uit. Mooiste nummer is 'Holy water', dat
werkelijk niets meer te maken heeft met dè
vroegere identiteit van Spooky Tooth. Hij
lijkt sterk op Elton John, met de dramatische
zang, het keurige koortpe en de subtiele
pianobegeleiding. Een formidabele plaat op
sen label voor fijnproevers.
0 Spooky Tooth You broke my heart, so
1 busted your jaw (Island Record 86 678 IT)
DE HERNIEUWDE BELANGSTELLING-
VOOR het werk van Hermann Hesse (1877-
1962) is een jaar of tien geleden in Amerika
begonnen en ondertussen uitgedijd tot een
der opvallendste internationale come-backs.
Niet dat het Hesse tijdens zijn lange leven
aan belangstelling en waardering ontbroken
heeft, vanaf de verschijning van 'Peter Ca-
menzind' in 1904 was hij eigenlijk al be
roemd, dit boek en het uit 1919 stammende
'Demian' behoorden voor de tweede wereld
oorlog internationaal tot de 'schoolboeken',
al dan niet wat bekort.
'Siddhartha' (1922) en 'Narziss und Gold-
mund' (1930) èn bovenal 'Das Glasperlen-
spiel* (1943) behoren tot de'algemeen be
kende wereldromans, in 1946 mocht Hesse
de Nobelprijs voor literatuur in ontvangst
nemen, kortom, miskend was hij geenszins,
en hij kon ook, vooral in de latere jaren,
royaal van zijn schrijversinkomsten leven.
Doch eigenlijk pas na zijn dood zijn de er
kenning en het begrip gekomen die hij tij
dens zijn leven vaak heeft gemist, hij was
zijn tijd Vooruit met zijn eigenzinnige re
volte tegen de gevestigde, lege autoriteit,
tegen de verstikkende overvloed, de ver
blindende eigenbaat, de kleinburgerlijkheid
en zovele andere zaken. Hij schreef om
streeks negentienhonderd al dingen waar
de jongeren van nu het gloeiend eens mee
zijn, en het is dan ook voornamelijk de
jongere generatie die hem thans leest en
vereert.
Ook in Nederland wordt vrijwel al zijn werk in
nieuwe vertalingen uitgegeven. Dan is er nog iets
wat Hesse voor velen aantrekkelijk maakt: zijn hang
naar India en oosters mysticisme, zijnuiterste
individualisme, kluizenaarschap, afwijzen van elke
vorm van ambitieuze streverij naar wat dan ook,
zijn afkeer van politiek, sport, de massa. Hij
beweert zelf dat hij nooit kranten las. „Hesse gaf
geen interviews, aan publiciteit was hem niets
gelegen, het kon hem niets schelen of hij in het
culturele bedrijf 'in' of 'out' was. Radio en televisie
liet hij niet in zijn huis. Zelden versoheen hij in het
openbaar, nooit kwam hij handtekeningen uitdelen
en voordrachten hield hij maar weinig", schrijft
Siegfried Unseld in de bloemlezing 'Zinnig eigenzin
nig' (Hoewel Hesse zelf in 'Notities rond Pasen'
schrijft: Met Pasen heb ik op de radio ook dit jaar
weer de Mattheüs-passie gehoord, p. 216).
Maar hoe dit ook zij: 'Zinnig eigenzinnig' is een
prima inleiding tot het oeuvre van Hesse. Het is
een verzameling van een 25-tal autobiografische
geschriften, lopend van brieven die hij als kind aan
zijn ouders schreef, tot opstellen uit 1955, toen hij
dus '78 jaar oud was. Ze zijn chronologisch gerang
schikt, er is geen enkele samenhang in verder, maar
ze geven met zijn alle samen wel een goede blik
in Hesses innerlijk. Daarbij zijn de meeste stukken
herdrukken van vrijwel ontoegankelijk geworden
publikaties, en menig stuk is hier voor het eerst, of
in uitgebreider vorm afgedrukt. (De oorspronkelij
ke titel is: 'Eigensinn, Autobiografische Schriften,
en verschenen in 1972, deze werkelijk voortreffelij
ke vertaling is van Wouter Donath Tieges). Ik zou
ieder die een beetje 'moeite' heeft met Hesse (zijn
sprookjessfeer, het oosters mysticisme, etc.) aan
willen raden dit boek te lezen: men ontmoet er
Hesse als een origineel mens, en, af en toe, als een
werkelijk groot schrijver en denker. Aan de hand
van een paar citaten hoop ik u dit te kunnen
bewijzen.
Het boek begint met een viertal levensbeschrijvin -
gen, opgesteld in 1903, 1907, 1923 en 1925. Ze
overlappen elkaar gedeeltelijk (hierbij hoort ook
het prachtige 'Kindertijd van de tovenaar') maar
men leert, er Hesses achtergronden wel redelijk uit
kennen. Voor zover hij die kwijt wil, want over de
broers en zusters b.v. hoort men daarin niets, die
komen pas veel later te voorschijn, bij het verhaal
over de dood van zijn vader. Ook over zijn drie
huwelijken, zijn kinderen, schrijft Hesse nauwelijks
een woord. Ook de aan het boek toegevoegde
'Chronologie' op pp 232/3 is erg beknopt en grillig
zodat de lezer er weinig aan heeft. Een compleet
overzicht van Hesses leven, zelfs in vogelvlucht,
krijgt men er niet uit, niet uit het boek, niet uit de
chronologie, niet uit de aanhangsels. Het geeft wel
enkele dieptepeilingen, lukraak, nu en dan.
Hermann Hesse werd in 1877 in Calw (Würtem-
berg) geboren uit protestante geslachten van missi
onarissen. Zijn beide grootvaders waren geleerden;
die van vaderszijde, staatsraad dr. Hermann Hesse
was arts, die '-in moederszijde, dr. Gimdert, was
taalgeleerde, speciaal Indische talen en Sanskrit.
Hesses moeder was in India geboren, ook zijn
vader, die zendingssehrijver en uitgever was, werk
te een jaar als zendeling in India, doch hij moest
die taak wegens zijn zwakke gezondheid opgeven.
Stellig zijn deze veelvuldige contacten met India
mede aanleiding geweest tot Hesses latere hang
naar het oosten. Hij bereisde zelf India en Azië tot
in Indonesië. De moeder stierf jong; over de
ouders, de grootvaders en later over de broers en
zusters schrijft Hesse in zulke overdadige lovende
woorden, eerbiedige en dankbare bewoordingen dat
je er soms wat wee van wordt. Ze zijn van de stof
waar heiligen van gemaakt worden. Maar ondertus
sen was Hermann blijkbaar een lastig, om niet te
zeggen onmogelijk kind geweest dat niet mee kon,
dat wegliep van het internaat en dat zijn heilige
ouders zo tot wanhoop dreef dat ze hem als
vijftienjarige jongen op lieten bergen in een herstel
lingsoord voor zwakzinnigen en epileptici in Stel
ten. De brieven die de vijftienjarige jongen in 1892
vanuit Stelten aan zijn ouders schreef zijn onthut
send. Walmeer deze brieven echt zijn, d-w.z. niet later
stilistisch opgekrikt en bijgewerkt, dan blijkt eruit
dat Hesse op die leeftijd al volkomen volwassen
was, rijp van geest, totaal niet gek en beschikkend
over een vlijmscherp inzicht in de situatie. Uit de
brieven spreekt haat en geen liefde voor de
ouders, tenslotte adresseert hij zijn vader als
'geachte heer' en aJs 'u' en schrijft hij dingen als:
„Zeer geachte heer! Mag ik u, aangezien u zich zo
opvallend offervaardig betoont, misschien om zeven
Mark of direct om de revolver vragen. Nadat u mij
tot wanhoop hebt gebracht, bent u toch zeker wel
bereid om mij hiervan en u van mij snel te
ontdoen. Eigenlijk had ik immers al in juni zullen
creperen" „Uw relaties tot mij schijnen zich
steeds gespannener te ontwikkelen, ik geloof dat ik,
als ik piëtist en niet mens was, als ik iedere
eigenschap en neiging in mij helemaal in het
tegendeel zou verdraaien, met u overeen zou kun
nen stemmen. Maar zo kan en wil ik niet meer
leven en als ik een misdaad bega, dan bent u direct
na mij daar schuldig aan, meneer Hesse, u die mij
het plezier in het leven hebt ontnomen. Uit de 'lieve
Hermann' is een ander geworden, een wereldhater,
een 'wees' wiens ouders nog léven'. En hij onderte
kent: H. Hesse, gevangene in het tuchthuis te
Stetten, waar hij niet 'voor straf' is.
Ik begin me af te vragen wie er in deze affaire
zwakzinnig is" (pp. 64/5).
Later, als alles al lang gekalmeerd is, soluijft hij:
„Het verdriet dat ik mijn vader in mijn jeugdjaren
had bezorgd, was niets, was bitter maar vanzelf
sprekend en noodzakelijk geweest". Als hij bij zijn
vaders lijk heeft gestaan komen er geëxalteerde
zinnen als: „Toen ik wenend zijn handen kuste en
mijn levende, warme handen op zijn stenen voor
hoofd legde, viel me uit de tijd dat ik nog een
jongen was in hoe mijn vader ons vaak, als een
van ons 's winters met koude handen thuis kwam,
had gevraagd om onze handen eventjes op zijn
voorhoofd te leggen; want hij werd vaak dagenlang
door]zware hoofdpijnen gekweld. Nu lagen mijn
onrustige warme handen op zijn voorhoofd en haal
den koelte van hem. En al het ridderlijke en
superieure edele dat hij in zijn wezen had gehad,
stond overduidelijk op zijn gezicht geschreven, als
de waardigheid op een stille besneeuwde top. O
vader, vader toch! (p. 82/3).
Dit is de kant van Hesse, hij was toen ongeveer
veertig!, waar ik moeite mee heb.
Om even op zijn levensgeschiedenis terug te ko
men: zijn vaders ouders kwamen uit het Oostzeegè-
bied, hadden, al spraken ze Duits, zelfs de Russi
sche nationaliteit; zijn moeder, hoewel dus in India
geboren, kwam uit Zwaben. haai- moeder weer, was
een Zwitserse. Hesse heeft zelf altijd veel belang
gehecht aan die gemengde afstamming, en hij heeft
het Zuidwest-Duitse en Zwitserse gebied altijd als zijn
'Heimat' aangevoeld, de rijksgrens bpstond voor
zijn gevoel niet, hij was 'Allemanne'. Een school
heeft hij nooit afgelopen, zijn verlangen om 'dichter
te worden of niets' is, na wat jaren thuis gehangen
te hebben en in boekhandels gewerkt te hebben,
vervuld:
„vanaf mijn dertiende wist ik één duig zeker,
namelijk dat ik of dichter of helemaal niets wilde
worden. Bij deze zekerheid voegde zich echter
langzaam maar zeker een ander, pijnlijk inzicht. Je
kon leraar, dominee, dokter, ambachtsman, koop
man of postbeambte worden, ook musicus, ook
schilder of architect, voor alle beroepen van de
wereld was er een weg, bestonden er eerste voor
waarden, was er een school of onderricht voor de
beginner. Alleen voor de dichter had je. dat niet!
Het was geoorloofd en men beschouwde het zelfs
als een eer als je een dichter was: dat wil zeggen
als je als dichter succesvol en bekend was. maar
helaas was je dan meestal al dood. Maar een
dichter worden, dat was onmogelijk, het te willen
worden was belachelijk, een schande; en daar
kwam ik heel gauw achter. Snel had ik geleerd wat
er uit die situatie te leren viel: dichter was iets dat
je alleen zijn maar niet wórden mocht" (p. 24).
Het grootste gedeelte van zijn leven heeft Hesse
onopvallend in Zwitserland geleefd, 'theoretisch een
heilige die van alle mensen houdt, en praktisch een
egoïst die nooit gestoord wil worden", zoals hij hel
zelf later met veel zelfspot formuleert.
Graag geef ik nog een paar citaten.
Over de werkelijkheid, waardoor hij elke achting
mist:
„Ik vind dat de werkelijkheid datgéne is waar jefje
het minst druk om hoeft te maken want zij ls
immers, lastig genoeg, altijd aanwezig, terwijl er
daarentegen schonere en noodzakelijker dingen zijn
die onze aandacht en zorg opeisen. De werkelijk
heid is dat waarmee je onder geen beding tevreden
mag zijn, wat je onder geen beding mag aanbidden
en vereren, want zij is het toeval, de afval van het
leven. En zij, deze povere, steeds teleurstellende en
saaie werkelijkheid, is op geen andere manier te
veranderen dan doordat wij haar loochenen, door
dat wij tonen sterker te zijn dan zij", (p.36).
Over de kanselarijgeest:
„Van alle hellen die de mens wonderlijk genoeg
voor zichzelf heeft moeten scheppen is deze mij
altijd als de meest helse voorgekomen. Je hoeft
alleen maar te willen verhuizen of trouwen, een pas
of een nationaliteitsbewijs te willen hebben, je
staat al midden in deze hel, moet moeilijke uren ia
de luchtloze ruimte van deze papierwereld door
brengen, wordt door verveelde en toch gehaaste,
chagrijnige mensen uitgevraagd, toegesnauwd, de
meest simpele en ware dingen die je zegt stuiten
op ongelovigheid, soms word je als een schoolkind,
een andere keer als een misdadiger behandeld. Nou
ja, iedereen kent dat. (p.41).
Over het geluk: „Ik kwam er achter dat bemind
worden niets is-maar beminnen alles, en steeds
meer geloofde ik te_zien dat wat ons bestaan
waardevol en aangenaam maakt niets anders is dan
ons gevoel, ons voelen. Waar op aarde ik ook maar
iets zagkdat je 'geluk' kon noemen, daar bestond het
uit gevoelens. Geld was niets, macht was niets, je
zag veel mensen die het allebei hadden en er
beroerd aan toe waren. Schoonheid was niets, je
zag mooie mannen en vrouwen die bij al hun
schoonheid ongelukkig^ waren. Ook gezondheid
woog niet zwaar; iedereen was zo gezond als hij
zich voelde, menige zieke blaakte tot. kort voor het
einde van levenslust en menige gezonde verwelkte
in bange angst voor lijden en pijn. Geluk was
echter overal waar een mens sterke gevoelens had
en ervoor leefde, ze niet verdreef en geweld aan
deed maar ze koesterde en er van genoot. Schoon
heid maakte niet gelukkig wie haar bezat maar wie
van haar kon houden, haar kon aanbidden" (p. 95).
Tot op hoge leeftijd behield Hesse zijn scheppend
vermogen. Men leze de 'Notities rond Pasen' uit
1954 met het prachtig weergegeven gesprek met de
oude tuinman Lorenzo. Het boek wordt besloten
door een brief van Ninon Hesse, de weduwe, aan
Siegfried Unseld, waarin ze Hesses laatste levens
dag beschrijft, en door een informatief nawoord
van de samensteller zelf. Deze vertaling werd zeer
fraai uitgegeven in de bekende reeks 'Privé-Domein'.