Koningin Juliana: „Mijn functie
altijd boeiend en interessant"
1
I»7]
orker0 a
het Kr
Ie Hiivf.'-
ida cc'!
keuze, is
>ba bJ
wel
eb
voor at
te icai
h
desnoods
te
en „ooj
Voor de
dat niet
«n
es tea
bijrar-
e.TiS?
^AG 3 SEPTEMBER 1973
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
(OESTDIJK - „Soms mak-
0er, soms moeilijker dan
Dd verwacht. Maar altijd
'^Dd en interessant, zowel
note lijn als in onderdelen",
ca koningin Juliana over
jr functie en werk in de af-
jj-pen vijfentwintig jaar. Tij
de eerste persconferentie
j rij in Nederland gaf za-
gdagmorgen in paleis Soest-
5 herinnerde men haar
g de befaamd-geworden uit-
guk uit de inhuldigingsrede
T* ben ik dat ik dit doen
jjj- en daaraan werd de
mg verbinden hoe zij 'vanuit
deemoed die uit deze woor-
b sprak' de vervulling van
lur functie had ervaren.
Ie koningin: „Ik weet het
K steeds niet. De vervulling
a mijn functie bleek natuur-
5-zoals dat bij alles is
al anders dan verwacht,
sla voldoening gevend, soms
Üeorstellend, soms prettig,
onaangenaam. Soms
sttelijker, soms moeilijker
i had verwacht. Maar al-
ïjd boeiend en biteressant, zo-
ri in grote lijn als in onderde-
la lk stel me niet voor, dat
l|j ill« wijzigingen in ons land
ea daarbuiten dit geheel van
emringen anders zal wor-
4a'.
volledige antwoord op de
S5TOJ die zaterdagmorgen tij-
Eissnconferen tie werd gesteld,
fsfe was 'persconferentie' een
lïilos voord voor de bijeenkomst
lie (atol van paleis Soestdijk:
iswronderstelt immers een bijeen-
e®, toegankelijk voor alle jour
a zich melden, een bijeen-
h." cok waar alle mogelijke vra-
kmcffl worden gesteld. En dat
2 «3aiirdsgmorgen niet- het ge-
tHS SÊg om een beperkt gezel-
Ép - :«!dredacteuren van Ne-
öiisE dagbladen en de vra-
P-sesns beperkt in aantal, wa-
s aosn ingediend. Deze wat
saise constructie had te ma-
e 3 is staatsrechtelijke verant-
wdüSbeid van het staatshoofd,
nsTastgelegd m de grondwet: „De
is onschendbaar, de minis-
ra verantwoordelijk", zegt, ar-
öüjïenvijftig,
«paling had tot nu toe elk
^S'"ek belemmerd tussen de
Ki de Nederland-
De koningin voelt
t geremd tijdens
hSsffï&K*15
«paaide uitlatingen niet
gger somen met als gevolg al-.
in het land, waarin
als de ver-
ïan wordt
begrijpelijk,
onbevredigende
koningin ter ge-
zilveren ambts-
-"lm kon worden
tr*™1 Het Nederlands Ge-
ran hoofdredacteuren nam
cmtact op zowel met de
minister-president als het secretari
aat van de koningin met als gevolg
dat uiteindelijk een modus werd ge
vonden om vragen aan de koningin
voor te leggen.
werd namelijk een aantal
vragen te formuleren en die schrifte
lijk aan de koningin voor te leggen,
zij kon zich dan op het antwoord
bezinnen en dat schriftelijk vastleg
gen. Ze zou vervolgens die antwoor
den geven tijdens een gesprek met
de Nederlandse hoofdredacteuren in
paleis Soestdijk, waarna tot publika-
tie kon worden overgegaan. Op die
manier ontstond een 'geautoriseerd'
stuk, passend in de staatsrechtelijke
verhoudingen van Nederland. De ko
ningin verklaarde zich bereid om
met de deelnemers aan het gesprek
nader in discussie te treden over de
antwoorden, mits dat 'of the record'
zou zijn: dat deel van het gesprek
zou een vertrouwelijk karakter heb
ben- Zo werd afgesproken. Resultaat:
zaterdagmorgen trokken Nederland
se hoofdredacteuren in optocht door
de paleistuin van Soestdijk om via
het bordes met groene loper dit
maal in de tuinkamer te worden
ontvangen.
NIEUWE ERVARING
Voor de koningin was het kenne
lijk een geheel nieuwe ervaring. Ze
was aanvankelijk terughoudend,
sprak erg zacht, maar dat verander
de toen eenmaal het officiële deel
van de conferentie begon. Ze zat aan
een kleine tafel, geflankeerd door
haar secretaris mr. Van der Hoeven
en rijksvoorlichtingsdienst-directeur
Van der Wielen, een omvangrijk en
goedlachs man. Zodra ze zich tot
haar tekst kon bepalen voelde de
vorstin zich duidelijk op stevige
grond: ze had de antwoorden goed
overdacht en uitgeschreven en las die
helder en met bewuste articulatie
en accentueringen voor. Een onder
deel -.-an het spel was dat de vragen
alsnog werden gesteld: weliswaar
kenden alle aanwezigen ze wel, maar
niet het antwoord en dat las de ko
ningin vervolgens op. Er waren zes
vragen en ze werden door zes ver
schillende hoofdredacteuren gesteld.
Het leek daardoor een beetje op een
voordracht „voor één dame en zes
heren'', maar dat behoorde nu een
maal bij het spel.
leidde dat tot een wat
2 situatie. Eén der vragen
de kersttoespraken van de
koningin, maar door. een misver
stand bij de samenstelling was ge
sproken over Oudejaar. De PZC-
hoofdredacteur, die deze vraag voor
zijn rekening kreeg, realiseerde zich
dat bij het lezen en veranderde al
lezend de tekst: hij maakte'van Oude
jaar "Kerstmis'. De koningin keek op
en zei: „Dat staat niet in de oor-
spronlcclijke tekst, daar wordt over
Oudejaar gesproken. Ik had willen
beginnen met: „Wat heb ik ooit op
oudejaarsdag gezegd?" Ze had er ken
nelijk plezier in gehad de hoofdredac
teuren op een fout te betrappen. Dit
stond namelijk in haar antwoord:
„Ik hcud wel eens een toespraak met
Kerstmis dat ligt daar vlak vóór,
weet u
De vraag zelf ging over de voorbe
reiding van persoonlijk-getinte toe
spraken: „Welke invloed van buiten
ondergaat u daarbij, zoals correspon
dentie, gesprekken of misschien zelfs
kranteberichten?"
De koningin: „Ik maak mijn toe
spraken altijd zelf en verzamel tevo
ren langzamerhand de bouwstenen.
Van alles kan me inspireren. Het
hangt van de aanleiding af zeer
bepaald of meer algemeen welke
gestalte die krijgt. Als sommige ge
dachten me na aan 't hart liggen zul
len die er in tot uitdrukking komen.
Bijvoorbeeld de gedachte van eerbied
voor het leven. Vaak heb ik 't ook
gehad over ieders verantwoordelijk
heid en die van allen samen".
Eerbied voor het leven: ook daar
over was een vraag. „Veel aandacht
heeft destijds uw uitspraak getrok
ken dat u eerbied vraagt voor wat
leeft en groeit. Vindt u in de tegen
woordige aandacht voor het milieu,
en vooral het ecologisch evenwicht,
een weerklank op die woorden van
destijds?"
De koningin: „Ik kan alleen maar
zeggen dat ik blij ben dat ik dat in
dertijd heb gezegd nu milieu en eco
logie zulke urgente vraagstukken
zijn gewordenuit het oogpunt van
zelfbehoud. Ik vind dat daarnaast
ook de eerbied voor al wat leeft en
groeit op zichzélf in ons moet leven".
Het opvallende bij de antwoorden,
die de koningin zaterdag gaf, was
vooral dat haar eigen persoonlijk
heid er duidelijk-gestalte in kreeg,
een indruk die nog weer werd beves
tigd in de gesprekken daarna. De ko
ningin is een goed styliste, weet
soms bondig te formuleren. Haagse
Courant-hoofdredacteur Hoefnagels
voorzitter van het genootschap
noemde in zijn inleiding als voor
beeld de hier al genoemde klassiek-
geworden uitspraak: „Wie ben ik dat
ik dat doen mag" en hij voegde er
aan toe: „Met die bondigheid zou u
zeker in ons vak passen". Het is
overigens de vraag of dat waar is:
het ontbreekt de koningin namelijk
aan de argwanende houding die het
kenmerk is van de kritische journa
list. In het nagesprek kwam dat
steeds weer naar voren: Majesteit
probeert altijd het beste te zien in
de mensen met wie zij onjgaat, ze
wil ze allerminst wantrouwen, ver
trouwen in de medemens is voor
haar essentieel. Daarnaast vraagt ze
een zo breed mogelijk recht op pri
vacy, zowel voor anderen als voor
zichzelf. Dat is een grens die zij
wenst te eerbiedigen en geëerbiedigd
wenst te zien. En openhartig zei ze
de Nederlandse hoofdredacteuren dat
in de pers die grenzen naar haar me
ning nogal eens worden overschre
den.
Iemand maakte in dit verband een
opmerking over de fotografen: de
koningin vindt het zelden prettig
middelpunt te zijn van batterijen
fototoestellen en dat laat ze nog wel
eens merken. Ze knikte gedecideerd
en voegde er met enige ironie aan
toe: „Gelukkig zijn er nu de klein
kinderen, ik ben niet meer belang
rijk voor de fotografen, de kinderen
weL Een hele opluchting". Blijkbaar
een familietrek: haar moeder zei
eens in 1953 het. rampgebied be
zoekend als prinses Wilhelmïna
tegen commissaris De Casembroot
over een Zeeuws journalist: „Een aar
dige man, hij had geen fototoestel
en geen opschrijfboekje". Zaterdag
deed zich iets voor dat in de verte
daarop leek: toen het gesprek infor
meel was geworden stond hoofdre
dacteur Meijer van De Typhoon uit
Zaandam nog wat notities te ma
ten. De koningin schudde het hoofd:
„Wat staat u nu weer allemaal op te
schrijven?" Waarop een collega zei:
„Ach majesteit, Meijer is een zon
dagsschilder, hij wil graag een por
tret van u maken
KARAKTERTREKKEN
Vier elementen kwamen zaterdag
naar voren in het gesprek op Soest
dijk. vier karaktertrekken van de ko
ningin: vertrouwen in de medemens,
bescheidenheid, daarmee gepaard
gaande een neiging tot relativering,
ook van haar eigen plaats, en ten
slotte het bewustzijn dat ze tot het
Nederlandse volk behoort met al zijn
goede en minder goede kanten. Dat
laatste bleek vooral uit het antwoord
op een vraag over het contact tussen
haar en het Nederlandse volk, een
vraag waarin "koningin' en 'volk' als
gescheiden grootheden waren opge
voerd: „U bent nu vijfentwintig jaar
lang omgegaan als vorstin met het
Nederlandse volk: welk beeld hebt
u gekregen van het karakter van dit
volk, van zijn goede en minder goe
de eigenschappen ook als u het
vergelijkt met andere volken die u
op uw buitenlandse reizen hebt ont
moet?"
De koningin: „U spreekt van
„omgaan met", daarmee zou ik
een buitenstaander zijn!" Het uit
roepteken aan het slot van deze zin
is van de koningin zelf. De manier
waarop ze hier haar antwoord voor
las duidde er op dat ze eigenlijk een
beetje geraakt was, het bleek ook uit
het vervolg. „Ik ben mijn hele leven
lang deel" onder dit woord 'deel'
stond een geladen streep „van het
Nederlandse volk geweest!!" Twee
uitroeptekens. „En ik heb temidden
daarvan de laatste vijfentwintig jaar
dit ambt vervuld met nog twee
korte regentschappen daarvóór. Ie
dere Nederlander heeft wel een visie
op zijn eigen volk en onze eigen men
taliteitsveranderingen en treft z'n
eigen vergelijkingen met andere vol
ken. Maar wiens visie is er nu de
juiste?? Is onze trots op sommige
van onze eigenschappen wel terecht?
Is dat waar we ons niét op beroemen
altijd wel onze minste kant? Moeten
we onze positieve en negatieve zelf
kritiek niet eens herzien?"
In het nagesprek werd dit thema
nog wat nader uitgewerkt en daarbij
bleek dat de koningin wel eens met
enige verwondering kennisneemt van
'verabsoluteringen' in de Nederland
se samenleving: de eigen Nederland
se opvattingen worden soms gehan
teerd alsof ze voor de hele wereld
geldig zijn. Op zulke momenten
maakt de vorstin een aarzelende, of
liever: behoedzame indruk, vooral
als er plotseling allerlei vragen op
haar afkomen, die tot een antwoord
dwingen waarover ze eerst liever zou
willen nadenken. Vermoedelijk heeft
dat twee oorzaken: haar functie
brengt met zich mee dat ze haar op
vattingen zorgvuldig dient te formu
leren, niet alleen omdat, haar consti
tutionele plaats dat met zich mee
brengt, m-ar ook omdat ze niet on
rechtvaardig wdl zijn, zij wenst juist
met te verabsoluteren. In de tweede
plaats wil ze zich kunnen concentre
ren op de juiste formulering. Het
hoofd gaat wat omhoog, ze kijkt over
de vragensteller heen naar een punt
elders en komt dan behoedzaam,
voorzichtig met een antwoord, er aan
toevoegend: „Ik zou toch eerst eens
over dat probleem willen nadenken
om het goed te kunnen formuleren".
Het gaat daarbij vooral om maat
schappelijke problemen, waar ze een
grote belangstelling voor heeft: „Ik
had best sociologie willen studeren,
maar dat was in'mijn tijd nog niet
mogelijk".
Bescheidenheid en neiging tot rela
tivering: in dit opzicht kwam de ko
ningin met een frappant antwoord
toen het ging over de rol van het
staatshoofd tijdens de kabinetsfor
matie. In Nederland wordt daarover
vaak fluisterend gesproken, in de da
gen van koningin Wilhelmina werd ge
wag gemaakt van het 'geheim van het
Ncordeinde', nu spreekt men nog
wel over 'het geheim van Soestdijk'.
De invloed van de koningin bij de ka
binetsformatie wordt over het alge
meen zeer belangrijk geacht, maar
bijna nooit treedt er iets van naar
buiten. Bij het vooroverleg over de
vragen die bij deze persconferentie
aan de koningin zouden worden ge
steld was het een punt van discus
sie of dit onderwerp aan de orde
kon komen. Sommigen ter andere
zijde van de tafel zeiden: „Daar
geeft geeft majesteit nooit antwoord
op", maar de hoofdredacteuren
hielden vol, ze wilden graag de me
ning van de koningin zelf horen. De
volgende vraag kwam toen uit de
bus: „U speelt een belangrijke rol bij
kabinetsformaties. Dat is de-laatste ja
ren duidelijker geworden dan vroeger,
doordat de adviezen van de fractielei
der worden gepubliceerd. We begrij
pen dat u geen concrete inlichtingen
wilt geven over deze rol, maar we zou
den het op prijs stellen als u iets zou
vertellen over de overwegingen die u
volgt". Met andere woorden: de hoofd
redacteuren wilden weten welke ge
dachten de koningin koestert over de
betekenis van de monarchie in de par
lementaire democratie.
KABINETSFORMATIE
De koningin relativeerde in haar
antwoord haar eigen rol zeer nadruk
kelijk en ze gebruikte een merk
waardige beeldspraak: „Ik ben de
onpartijdige trechter waar alle ad
viezen in vloeien". Maar tegelijker
tijd gaf ze toch wel precies haai
functie aan, namelijk het onpar
tijdig oordelen f„ik laat mij niet
leiden door bepaalde persoonlijke
voorkeuren, zoals wel eens van me
verteld wordt") over een aanval
vaste gegevens: verkiezingsuitslag, de
verhoudingen in het parlement, de re
geerbaarheid van het land. De Engelse
staatsrechtsdeskundige Walter Bage-
hot heeft eens gezegd dat de souve-
rein in een constitutionele monarchie
drie rechten heeft, het recht om ge
consulteerd te worden, het recht om
te bemoedigen en het recht om te
waarschuwen. Zaterdag heeft de ko
ningin voor de Nederlandse verhou
dingen het raamwerk voor deze drie
'rechten' helder geformuleerd, zij het
dat zij haar eigen rol terugdrong en
het accent legde op het samenspel
van het staatshoofd met haar advi
seurs.
De koningin: ..Zó belangrijk is mijn
rol bij de kabinetsformatie natuurlijk
niet. als men die ziet In verhouding
tot die van de fractieleiders en andere
adviseurs en vervolgens van de infor
mateur en de formateur. Tenslotte is
er de verkiezingsuitslag, die uitgangs
punt is, een vast gegeven. Ik ben de
onpartijdige trechter waar alle advie
zen in vloeien. Samen met de gebrui
kelijke adviseurs moet er dan worden
gestreefd naar een zo goed mogelijke
interpretatie van de wensen van de
kiezers om tot een zo aanvaardbaar
mogelijk antwoord daarop te komen.
Als de verkiezingsuitslag duidelijk is,
dat wil zeggen duidelijk wijst in een
bepaalde richting, is het begin van een
formatie ook vrij eenvoudig. Maar als
de uitslag onduidelijk is, Js het star
ten van de formatie, dat wil zeggen
het proces op een spoor zetten, in
gewikkeld".
„Ik richt me dus geheel naar de po
litieke adviezen en laat mij uiteraard
niét leiden door bepaalde persoonlijke
voorkeuren, zoals wel eens van me
verteld wordt. Het kan in ons systeem
ook eenvoudig niet. Het blijft steeds
bij het zoeken aan de hand van de ad
viezen naar een meerderheid, of als
die werkelijk ontbreekt, naar de groot
ste minderheid, die de draad kan op
nemen en daarmee verder kan wer
ken".
Een markante opmerking, waaruit
blijkt dat de koningin een scherp en
juist beeld heeft van het koningschap
in de moderne parlementaire demo
cratie. „Het belang van het koning
schap steekt niet zo zeer in een zui-
ver-politieke functie, die het zou ver
vullen, maar veeleer daarin dat het
een rol speelt waar de politiek te
kort schiet en te kort moet schieten",
zegt Van der Pot in zijn Handboek
van het Nederlandse staatsrecht. De
koningin zei dat zaterdag in haar
eigen woorden, namelijk dat ze er
voor moet zorgen dat de 'draad kan
worden opgenomen' opdat kan wor
den verder gewerkt. Dat bepaalt haar
optreden bij kabinetsformaties: de
zorg voor hei geheel, de zorg voor de
oontinuïteit. Maar ook in dit opzicht
zijn er beperkingen en ook die noem-
de ae koningin zaterdag: de politiek
heeft hoe dan ook het laatste woord.
Ze formuleerde liet als volgt: „Aan
het eind zijn er altijd weer de staten-
generaal die het laatste woord heb
ben over het resultaat van een for
matie. Kort gezegd, het gaat er om.
met de verkiezingsuitslag als uitgangs-
punt, tezamen met de gebruikelijke
adviseurs de grootste gemene deler
of het kleinste gemene veelvoud te
vinden, dat volgens schatting al
weer van de adviseurs de goedkeu
ring van de staten-generaal zal krij
gen".
VERANDERENDE
GEZAGSVERHOUDING
Aan het slot van het gesprek kwa
men nog twee punten aan de orde:
de veranderde gezagsverhoudingen
in de huidige maatschappij en de
verhouding tussen ouders en kinde
ren. De vraag over het eerste punt
luidde: „In de loop van de laatste
kwart eeuw is er in de samenleving
een duidelijk andere kijk ontstaan
op 'de over ons gestelde machten',
het proces van democratisering heeft
zich uitgebreid, er is meer inspraak,
minder eerbied. Hoe beleeft u dat
gezien in het licht van uw voorbe-
reiking op het koningschap?" Ook
hier een opvallende trek in de be
antwoording: de koningin poogde
het verschijnsel niet als een op zich
zelf staand fenomeen te beschouwen,
maar gaf aan dat ze het gezag als
een haast onvermijdelijk vervolg op
vroegere ontwikkelingen: „De oorea
ken zullen deels wel in een vroeger
stadium moeten worden gezocht, bij
voorbeeld in het algemeen kiesrecht
en het voor iedereen verplichte on
derwijs, naast uiteraard de oorlog.
Er is nu sprake van 'mondigheid on
der de leden van onze maatschappij".
Het volledige antwoord van de ko
ningin: ,Jk ben het met u eens dat
er na de oorlog een en ander is ver
anderd, ook in de door u aangedui
de zin. Hoewel ik geloof dat de Ne
derlander altijd kritisch ten opzichte
van anderen is geweest, is er nu een
mondigheid ontstaan onder de leden
van onze maatschappij. De oorzaken
daarvan zullen deels wel in een vroe
ger stadium moeten worden gezocht,
bijvoorbeeld in het algemeen kies
recht en het voor iedereen verplich
te onderwijs, naast uiteraard de oor
log zelf. Men had vroeger ontzag
voor de functie, voor de symbolen
van de ambtsdrager. Later is men,
eerst onbewust en daarna bewust,
meer gaan zoeken naar de mens die
het ambt draagt, en ook meer gaan
verwachten van die mens".
„De functionaris, wie hij ook zij,
moet dat ontzag eerst waar maken-
NEDERLANDS' GF\:<y
'rek
TS< HAP VAN HOOFD'
It: art W»;
«crsl^em v
Jtfïur»
•wJsn ét' viy*pag5tt*'i Jfcoiroltt ttvtt óe
de Inf.'iidunne sjr. HM Kotattpa
ersrrsart v» 4e. voismóe kuotta
ALGEMEEN DAGBLAD
ALGEMEEN HANDELSBLAD
AIXMAAESCHE CO! 'KANT
AMERSFOORT5CHE COURANT
ARNHEMïGKE COURANT
BRABANTS NIEIPTSBLAD
DAGBLAD VAN HET OOSTEN
DAGBLAD VOOR NOORD-LIMBURG
DAGBLAD V-OOR DE ZAANSTREEK
DE DORDTENAAR
DE GELDERLANDER
DE GOOI EN EEMLANDER
DE GRAAFSCHAP-BODE
DE LEJDSE COURANT
DEUTSCHE COURANT
D£ NOORDOOSTER
DE ROTTERDAMMER
DE STEM
DE ÏIIJBURGSE COURANT
DE TIJD
DE VOLKSKRANT
E1NDHOVENS DAGBLAD
EMMER COURANT
GAZET VAN LIMBURG
HAACSCHE COURANT
HAARLEMS DAGBLAD
HELMONDSCHE COURANT
HET BINNENHOF
HET NIEUWSBLAD VAN HET ZUIDEN
HET VRIJE VOLK
LEEUWARDER COURANT
LBDSCH DAuBLAD
LLMBUTGSCH DAGBLAD
MAAS- EN ROERBODE
NIEUWE COURANT
NIEUWE HAAGSCHE COURANT
NIEUWE LFJDSCHE COURANT
NIÉUWE ROTTERDAMSE COURANT
NIEUWSBLAD VAN HET NOORDEN
NOORDHOLLANDS DAGBLAD
OOST-BRABANT
FROSTNOALE DRENTSCHE EN ASSER COUEAN
PROVINCIALE NOORD-BRABANTSCKE
COURANT
PROVINCIALE OVF-RIJSSELSCHE EN
ZWOLSCHE COURANT
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ROTTERDAMSCH NIEUWSBLAD
TROUW
TWENTSCH DAGBLAD TUBANT1A
TWENTSOïE COURANT
LTRECHTSCH NIEUWSBLAD
Dt foto's ziih beschikbaar geaeM <foor het Algeneen
Nederlands Persbureau
Het pxpier veer dtt beek wed ai beschikking gevreki
óoce Proest Braadt NV
Komngin Juliana met een aantal
hoofdredacteuren in gesprek in de
tuin van paleis Soestdijk.
Ik vind dit een gunstige ontwikke
ling, maar ook een moeilijke, want
dat impliceert dat men zo mogelijk
op al die plaatsen 'mensen met In
houd' dus persoonlijkheden ge
plaatst wil zien. Hel vergt bovendien
ook een. soms moeilijke omschake
ling bij de mensen op die leiding
gevende plaatsen zelf. Degenen die
zó geplaatst zijn dat zij richtlijnen
moeten geven, moeten zich tegen
woordig veel meer, heel veel meer
dan vroeger rekenschap geven van
alle 'waarom en hoe' bij het geven
van leiding".
OPVOEDING
Tenslotte de opvoedingsvraag: .Als
u de manier waarop u uw dochters
hebt opgevoed vergelijkt met de ma
nier waarop zij hün kinderen opvoe
den, wat zijn dan uw reacties?"
De koningin: „Het gebeurt in de
zelfde geest: zoals wij hen hebben
opgevoed en zoals onze kinderen
weer hun kinderen opvoeden, maar
ieder op eigentijdse wijze. Ook mijn
ouders hebben mij voor die tijd de
grootst mogelijke vrijheid gegeven,
gepaard aan het bewust maken van
eigen verantwoordelijkheid- Zowel
wij als onze kinderen trachten deze
lijn door te trekken. Ik zie opvoe
ding als de belangrijkste taak die
mensen hebben: ieder jong wezen
met liefde te omringen en zijn unieke
persoonlijkheid te respecteren en zo
ieder van hen alle kansen te bieden
om tot volledige ontplooiing te ko
men opdat ze kunnen uitgroeien tot
volledige mensen".
En dat was het einde van het
officiële gesprek, het eerste gesprek
dat de koningin roet Nederlandse
journalisten voerde met het oog op
een publikatie in Nederlandse kran
ten. „Ik hoop niet majesteit dat we
tot uw veertigjarig jubileum moeten
wachten voor het volgende gesprek",
zei voorzitter Hoefnagels van het Ge
nootschap- „Nee", zei de koningin,
„we hadden het best eens eerder
kunnen doen". Haar partners in het
gesprek waren het daar mee eens:
er moet een mogelijkheid zijn tot
een intensiever contact tussen het
staatshoofd en de pers dan tot nu
toe het geval is geweest, dat is im
mers óók een aspect van de ko
ningin gebruikte het woord 'de
mondigheid' van de huidige maat
schappij. Daarnaast geldt mede voor
de koningin wat zij over de mens
en ambt opmerkte: „Men is gaan
zoeken naar de mens, die het ambt
draagt". Dit eerste persgesprek heeft
de deelnemers iets verhelderd over
de mens. die in het koninkrijk der
Nederlanden het ambt van staatshoofd
vervult. Zij is zich voortdurend be
wust van de delicate positie, die zij
in de parlementaire democratie in
neemt. haar bescheidenheid dwingt
haar bovendien die positie nog meer
te relativeren. Ze is zich scherp be
wust van allerlei veranderingen in
deze maatschappij, maar weet dat
haar ambt mede de continuïteit ver
tegenwoordigt en dat bepaalt mede
haar houding. Voorts vraagt en geeft
ze groot vertrouwen in de mede
mens, maar vergt tevens van die
mens dat hij zich zijn verantwoor
delijkheid bewust is. Die bewustwor
ding is mede een taak voor de oude
re generatie f„Ik zie opvoeding als
de belangrijkste taak die mensen
hebben"). Zo ontstaat het beeld, dat
koningin Juliana zich van de maat
schappij van morgen heeft gevormd:
„Ieder alle kansen bieden om tot
volledige ontplooiing te komen.1 op
dat ze uitgroeien tot volledige men
sen". Nederland had het slechter
kunnen treffen met zijn s
Ontwerp cv- c
Drukkerij Den b^c. Middelburg.
De optiig bomt uit 12? exesaplarcr.. gensnunc!
t/m. 125. Her eeroc «eraphir werd op 1 <eptemb>
19D unscboóen a*n H.M. óc Noranpn
Dit ss nutssner
Het Nederlandse Genoot
schap van Hoofdredacteu
ren bood zaterdag de konin
gin een speciaal vervaardigd
boekwerk aan, waarin af
drukken waren opgenomen
van de voorpagina's van de
Nederlandse kranten op 6
september 1948. Dit boek
werd gedrukt bij Drukkerij
Den Boer, Middelburg. De
leren band was van binderij
Van de Woestijne, eveneens
uit Middelburg.