Zal de Israëlische samenleving verstarren? DE KIBBOETS BEHOORT ZEKER NIET TOT HET VERLEDEN ZORG VOOR DE PREDIKING IN DE CHRISTELIJKE GEREFORMEERDE LEGE NE 18 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 28 APRIL 1973 (Van onze correspondent, mr. Jaap vanWesel) JERUZALEM Drie oorlogen heeft Israël in zijn 25-jarig bestaan ge kend. Direct na de Zesdaagse oorlog in 1967 was er een algemene verwach ting dat dit de laatste oorlog was geweest. Nu zouden de Arabieren wel inzien dat vrede sluiten met Israël de enige oplossing was. „Wij wachten op een telefoontje van Nasser", zei minister van defensie Dajan toen. Nu, zes jaar later is de stemming veel minder optimistisch. Weliswaar is het al bijna drie jaar betrekkelijk rustig langs de grenzen, maar de vrede is nog ver af. Terreur en tegenterreur verharden de stand punten van beide partijen. Golden de bezette gebieden in 1967 als een on derhandelingspand voor vrede, nu staat al vast dat Israël grote delen van deze Arabische gebieden zal annexeren. Hoe langer de status quo voort duurt hoe meer gebied Israël zal annexeren. De Israëlische politiek van de afgelopen 25 Jaar Is heel simpel geweest: poot stijf honden, "^ie de gebeurtenissen van deze kwart eeuw heeft gevolgd, kan heel goed hegrijpen hoe Je Israëli's tot deze politiek zijn gekomen. I11 1948 waren de Arabieren niet bereid Israël te erkennen. Na de wapenstilstand van 1949 waren de Arabieren bereid de toe stand van 1947 te erkennen. Na de oorlog in 1967 wilden de Arabieren de situatie van 1949 erkennen. Nu zijn Egypte en Jordanië zover dat zij Israël als een realiteit zien. Los van alle franje is de Israëlische politiek duidelijk. „Hoe langer wij voet bij stuk houden des te meer zullen de Arabieren ons op den duur accepteren". Dat is de les van de halsstarrige politiek sinds 1918. Met dat al heeft Israël in de eerste 25 jaar van haar bestaan niet de voornaam ste doelstelling bereikt die zij zich gesteld heeft: vrede mei de Arabische buren. In eigen land ziet Israël zich voor ernstige sociale problemen gesteld. Immi granten kwamen uit de hele wereld, uit Europa, Amerika, Noord-Afrika en Arabi sche landen. Zou het mogelijk zijn mensen met zo een verschillende achtergrond in ontwikkeling en cultuur tot één volk om te smeden? Vooral door de bedreiging van buitenaf bestaat er in Israël een groot saamhorigheidsgevoel, het besef van een gemeenschappelijke lotsbeschikking. Maar dat neemt niet weg dat de interne sociale tegenstellingen zeer groot zijn. Zestig procent van de bevolking is zelf of via de ouders afkomstig uit oriëntaalse landen. Niettemin is de inbreng van deze meerderheid in de Israëlische samenleving minimaal. Op de maatschappelijke ladder staan de mensen tnet een westerse achter grond bovenaan. Israël heeft een westers image en probeert ook westers te zijn, deels uit de noodzaak om de Arabieren voor te blijven. Zal de kloof tussen de westerse ashkenaziem en de oriëntaalse sefardiem te overbruggen zijn of steeds groter worden? Tien procent van de Israëlische bevol king bestaat int Arabieren. Behalve de 300.000 Israëlische Arabieren zijn er nog een miljoen Arabieren in de bezette gebie den. Hoe zal de bezetting doorwerken op de Israëlische samenleving? Prof. Saul Friedlaender. hoogleraar in de internatio nale betrekkingen aan de universiteit van Jeruzalem, is over het algemeen pessimis tisch gestemd „De kansen op werkelijke vrede tussen Israël en de Arabische landen acht ik in de komende jaren bijzonder klein. Dit conflict kan nog bijzonder lang voortduren. De reden daarvoor is dat ik niet zie hoe de partijen tot elkaar komen. Er is ook geen proces aan de gang dat in die richting gaat". EGYPTE Egypte heeft zich bij monde van presi- den Sadat twee jaar geleden bereid ver klaard om Israel binnen haar oude grenzen en onder bepaalde voorwaarden te erken nen. Betekent dit dat de Arabische wereld psychologisch rijp begint te worden voor erkenning van Israël? „We moeten twee niveaus van erkenning onderscheiden- De Egyptische erkenning heeft op een formeel niveau plaatsgevon den, Dat betekent dat er een belangrijk deel van tactiek in schuil gaat. Toch is hel. een bijzonder belangrijke ontwikkeling ge weest De vraag is in hoeverre deze forme le erkenning op den duur reële inhoud krijgt. Die stap van het formele naar het inhoudelijke vlak is een bijzonder lang zaam en geleidelijk proces". De moeilijkheid is dat de Israëlische regering op deze Egyptische stap niet adequaat heeft gereageerd, aldus prof. Friedlaender. Het werd afgedaan als een manoeuvre om Israël in stadia te elimine ren. punt uit. Daarbij werd over het hoofd gezien dat zo een stap van Egypte een eigen dynamiek heeft. Het is een verande ring in uitgangspunt. Wil de Egyptische erkenning van Israël werkelijk inhoud krijgen, dan is daar een positieve instel ling aan Israëlische kant voor nodig. Wat ik op het oog heb is een ontwikkeling in fasen, waardoor langzamerhand een toe stand wordt geschapen van vrede. Eerst non-belligerentie dan handelsbetrekkingen en uiteindelijk volledige betrekkingen. In nul daarvoor zou Israël eveneens in fasen de bezette gebieden moeten teruggeven. Helaas is er geen proces op gang gekomen dat in die richting gaat. Door het grote wederzijdse wantrouwen is het waarschijn lijk dat de status quo nog zeer lang zal voortduren". Het grootste obstakel voor vrede vor men de Palestijnen, gelooft prof. Fried laender. „De moeilijkheid is dat de menin gen van de woordvoerders van de Palestij nen zo ver afliggen van wat gematigde Israëli's zeggen, dat het niet duidelijk is hoe de kloof tussen Israël en de Palestij nen overbrugd kan worden. De Palestijnen hebben met de terreur een machtig wapen in de hand, dat een vredesregeling kan verhinderen. Aan de andere kant is zonder de Palestijnen vrede niet mogelijk, want zij zijn de bron van het conflict". „Het is de vraag of de tijdsfactor in het voordeel van Israël of van de Arabieren werkt. Vanuit militair gezichtspunt werkt de tijd in Israels voordeel, het Palestijnse verzet kan daar ook niet veel aan verande ren. Maar voor de Israëlische samenleving heeft het voortduren van de huidige toe stand zeer ernstige, mogelijk zelfs cat.as- terofale gevolgen. Handhaving van de sta tus quo betekent dat de bezette gebieden onder Israëlisch beheer blijven, en dat het proces van sluipende annexatie zich zal voortzetten. Israël wordt dan een land van drie miljoen joden en een minderheid van bijna 1,5 miljoen Arabieren. Driehonderd duizend in Israël en ruim een miljoen in de bezette gebieden. Aangezien de Arabi sche bevolking aanzienlijk sneller groeit dan de joodse betekent dat dat de joodse meerderheid over 25 jaar verdwenen zal zijn". „In het ongunstigste geval leidt dat tot de Zuidafrikaanse apartheidssituatie, op zijn gunstigst tot de situatie waarin de negers in Amerika verkeren", zegt prof. Friedlaender. „De joden zullen de toplaag vormen, de Arabieren de waterdragers die het „zwarte werk" doen. Van vreedzame coëxistentie tussen joden en Arabieren in Israël en de bezette gebieden valt op langere termijn weinig goeds te verwach ten. De Israëlische politiek is gericht op economische vooruitgang van de Arabieren in de bezette gebieden, in de verwachting dat zij daardoor hun nationale aspiraties zullen vergeten. Wij weten van gelijksoor tige situaties dat die hoop ijdel is. Welis waar gaat een groot deel van de werkende bevolking er economisch op vooruit, maar daardoor zal een nieuwe intelligentsia ont staan die politiek bewuster zal zijn, zich heftiger anti-Israëlisch zal manifesteren, dan weer heftiger onderdrukt moeten wor den, enz. De secretaris van de Histadroet, het nationale vakverbond, Ben Aharon heeft deze integratiepolitiek terecht een „tijdbom" genoemd. PALESTIJNSE TERREUR „De Palestijnse terreur zal dit ongunsti ge leefklimaat voor de Arabieren nog versterken. Het is aan te nemen dat de veiligheidsdienst deze terreur tegen perso nen in het buitenland binnen draaglijke proporties zal kunnen houden. Voor Is raels leefklimaat is deze terreur fu nest". „De ontwikkeling van het Palestijnse verzet is paradoxaal. Toen El Fatah in Israël en de bezette gebieden opereerde, of langs de grenzen Israëlische dorpen be schoot, drukte dat minder op de Israëli sche samenleving dan de huidige terreur in het buitenland. Spectaculaire terreurda den spreken veel meer tot de verbeelding en verhogen het gevoel van onveiligheid. Tegen de guerrilla kon Israël militair effectief optreden. Bij de terreur is dat veel moeilijker, zo niet onmogelijk. Dat geeft een sterk gevoel van machteloosheid. In het buitenland onveilig te zijn, is erger dan onveiligheid thuis. Dat betekent dat de militaire uitschakeling van het Palestijnse verzet een boemerangeffect heeft gehad dat voor Israël veel ernstiger is dan een militair of semi-militair opererende bewe ging". „De terreur zal bijdragen tot een steeds toenemende verharding van Israëls stand punt., verbittering van de Israëlische men taliteit en toenemend chauvinisme. Voor een democratisering is in zo'n leefklimaat geen plaats. Gevreesd moet worden dat de kritiekloze eensgezindheid en de onver draagzaamheid jegens andersdenkenden zal toenemen en dat. de heksenjacht tegen alles wat van het geijkte patroon afwijkt zal toenemen" In de zionistische droom moet Israël het centrum zijn van het joodse volk. Het moei de joden in de wereld voorgaan in cultuur, geestelijke waarden. Het is duide lijk dat prof- Friedlaender ook op dit gebied pessimistisch is. „Noch op geeste lijk noch op religieus gebied heeft zich in Israël een vernieuwing voorgedaan- Religie is in Israël geworden tot partijpolitiek. De oorlog heeft ervoor gezorgd dat Israël een land is met gevestigde belangen dat de kant van de „law and order"-mentaliteit kiest. Een land dat als grootste zorg beveiliging heeft, schept niet het Juiste klimaat voor vernieuwing. Terecht heeft de voorzitter van het joodse wereldcon gres dr. Nahum Goldmann opgemerkt dat het. joodse volk door de stichting van de staat Israël van het progressieve en revo lutionaire kamp is overgegaan naar het conservatieve kamp", aldus prof. Fried laender. Ook nieuwe impulsen van buitenaf via immigratie kan Israël niet verwachten, tenzij zich in het Westen ernstige gevallen van antisemitisme zullen voordoen. Israël is voor immigranten uit westerse landen met een democratische traditie weinig aantrekkelijk. De cijfers van een dalende immigratie uit Amerika en Europa gedu rende de laatste twee jaar wijzen daar op. Daarentegen vallen van de immigranten- stroom uit Rusland, volgens prof. Fried laender. weinig vernieuwingen te verwach ten. Uit Rusland komen veelal rechtsge oriënteerde nationalistische joden die het verstarringspatroon zullen bestendigen. De algehele conclusie is daarom zorg wekkend: ervan uitgaande dat het conflict met de Arabieren nog lang zal duren zullen de gevolgen daarvan op de Israëli sche samenleving in ieder opzicht negatief zijn, al zal de Israëli het materieel waar schijnlijk wel steeds beter krijgen. Foto's: de Kibboets Sde Nehemia; Kibboetslid met 'Kova tembel', gekke hoedje. (Van onze correspondent, mr. Jaap van Weseli JERUZALEM De kibboets. Iedereen heeft er wel van gehoord, maar weinigen weten precies wat het is. Een collectieve landbouwnederzetting met collectieve eigen dom. waarin ieder lid zicli volledig in dienst van de gemeenschap stelt. Een kleine kibboets telt 100 leden, een grote 1000, de meeste zitten daartussenin. De kïbboetsiem zijn aangesloten bij een politieke partij, de meesten bij de drie socialistische bewegingen, die Israël kent. Hun produkten worden op de markt gebracht via een coöperatie. De grootste en bekendste is de Tnoeva, de coöperatieve zuivelonderneming. Niet alle kibboetsiem zijn even welvarend. Daarom heeft de kib boetsbeweging een speciale kas, waar iedere kibboets naar draagkracht in moet bijdragen, ter wille van de zwakke broeders. Israël telt 240 kibboetsiem, met een totale bevolking van ongeveer 90.000 bewoners. In Opper-Galilea ligt de kibboets Sde Nehemia, ge noemd naar de Nederlandse zionistische leider uit de eerste helft va.n deze eeuw, Nehemia de Lieme. Als je in Sde Nehemia komt is de kans groot, dat je je met Nederlands kunt behelpen. Sde Nehemia werd in 1942 opgericht door een groep Nederlandse pioniers. Zij kwa men naar de moerassen van Opper-Galilea, waar toen nog een uiters: onaangenaam en ongezond klimaat heer ste. Jitschak Pimentel. één van de oprichters van de ki'o boets, komt oorspronkelijk uit Amsterdam. Hij is leraar in de kibboets. In 1933 ging hij naar het toenmalige Palestina, en was in 1942 een van de mede-oprichters van Sde Nehemia Waar de Russen met hun kolchozen niet in waren geslaagd, dat presteerden de Israëli's wel. Geen uitbuiting van de arbeider door loonarbeid, die volgens het winst- principe automatisch leidt tot uitbuiting van de arbeid De pioniers in de kibboets vormden de ruggegraat van de Israëlische maatschappij. Zij leverden de politieke leiders: Ben Goerion. Eshkol. Israëls eerste twee premiers kwa men uit de kibboetsiem. Ook minister van defensie Dajan. vice-premier Allon komen uit de kibboets. De kibboetsiem vormden het bolwerk, dat de grenzen verdedigde en de kibboets gaf inhoud aan de zionistisch-socialistische ideo logie. De gebruinde pionier met het vermaarde „kova tembel", hetgeen „gekke hoedje" betekent, werkend op het land was de verpersoonlijking van de Israëli, de nieuwe jood, die in tegenstelling tot de gettojood tot lichamelijke arbeid in staat was. In 1973 is dat voor een groot deel geschiedenis. De invloed van de kibboets op het maatschappelijk bestel is duidelijk gedaald. In 1948 leefde 10 procent van de Israëlische bevolking in de kibboets, nu is dat nog maar 4 procent. In 1948 was de gemiddelde leeftijd 30 jaar, nu is dat 50 jaar. Vijfentwintig jaar geleden ging 10 tot 15 procent van de kinderen, die in de kibboets geboren werden weg om in de stad te gaan wonen. Nu is dat 40 procent. De pioniersgeest bestaat niet meer, de kibboets is verburgerlijkt. Jonge mensen hebben andere idealen, op materiële zaken gericht. Om de mensen in de kibboets te houden heeft de kibboets water in de ideologische wijn moeten doen. Dat valt vooral de streng ideologische kibboetsiem van de linkse Mapam moeilijk. Was het vroeger zo dat alleen het nut voor de kibboets bepalend was voor de beroepskeuze, nu speelt persoonlijke voorkeur een veel grotere rol- Ook het privé-eigendom wordt niet meer zo ideologisch Finentel: „De grootste strijdvraag is geweest of de kibboets loonarbeiders in dienst mag nemen. Dat is tegen het wezen van de kibboets, dat is duidelijk. Ook hier bleek de praktijk sterker dan de leer. De kibboets moet meedraai en in de nationale economie. Dat betekent dat de landbouw langzamerhand plaats moet maken voor de industrie. Wij hebben behalve appelboomgaarden een grote plasticfabriek. Als wij geen loonarbeiders in dienst zouden nemen, zou de fabriek moeten inkrimpen. Dat betekent dat de kibboets minder verdient en de welstand lager wordt. Ik zou dat niet zo'n bezwaar vinden, maar de jongeren willen dat niet- Die zijn op hun comfort gesteld. Mooie huizen, een mooi clubgebouw, een nieuwe eetzaal. Dat betekent dat we geen keus hebben. Als we niet toegeven gaan ze weg". Een gedeeltelijke oplossing voor de kibboets is om vrijwilligers te laten werken voor kost en inwoning. Dat is vooral in de zomer aantrekkelijk voor studenten en jeugdgroepen uit het buitenland. Met weinig geld kunnen zij hun vakantie op deze wijze in Israël doorbrengen. Sde Nehemia biedt plaats aan 60 vrijwilligers, en gezien de Nederlandse traditie zijn dat veelal groepen uit Neder land. Jitzchak Pimentel: „Israël is een welvaartsstaat aan het worden, nog niet op het niveau van Nederland, maar laten we zeggen Italië. Idealisme maakt in een welvaarts staat plaats voor materialisme. Dat is in Israël niet anders". Kinderen worden in de kibboets collectief opgevoed. Zij slapen, eten en drinken en gaan naar school met hun leeftijdgenoten. De ouders werken de hele dag en na het werk 's middags komen de kinderen thuis bij de ou ders- Jitzchak Pimentel: „Het is niet zo dat in de kibboets het gezinsleven minder hecht is, zoals wel eens wordt gedacht. Na hun werk hebben de ouders niets meer te doen, en dan kunnen ze alle tijd aan de kinderen besteden. Toch zijn er ook bij ons een paar dingen veranderd. Sinds kort slapen de kinderen bij de ouders thuis en niet meer in het kinderhuis. Het bleek, dat kinderen bang zijn Dat uitte zich onder andere in bedwateren Zowel de kinderen, als de moeders hebben liever dat de kinderen thuis slapen. Voor de kibboets heeft dat vergaande gevolgen. Het betekent dat de vrouwen minder kunnen werken, omdat ze meer tijd aan de kinderen moeten besteden"- A1 is de kibboets op zijn retour, hij heeft nog vele .oordelen. Zo komt jeugdcriminaliteit in de kibboets nauwelijks voor. Het aantal leidinggevende personen in de :>amenleving, dat uit de kibboets komt, is nog steeds relatief hoog, al is de tijd voorbij dat uit de kibboets komen een aanbeveling is. Na de Zesdaagse oorlog heeft de kibboets een nieuwe stimulans gekregen. In de bezette gebieden worden in een snel tempo nederzettingen gesticht. Zij beginnen meestal militair of para-militair. Nachal gehe'.en. maar worden naar verloop van tijd kibboetsiem. Dat geldt in Israël als het nieuwe pionierswerk. Het is alweer een paar maanden geleden dat de kerkeraad van de christelijke gerefor. meerde kerk te Alphen aan de Rijn aan al haar 'zusterkerken' een brief heeft gezonden waarin hij zijn diepe bezorgdheid uitsprak over de ontwikkelingen binnen eigen kerli- verband. Vooral maakt deze kerkeraad zich zorgen over de prediking. Deze gaat steed, meer lijden aan vervlakking. In zijn brief beschrijft deze kerkeraad hoe vroeger christelijke gcrcf. prediking er uit zag. „De schrift werd op eenvoudige wijze verklaart en toegepast op het persoonlijke leven. De noodzakelijkheid van de wedergeboorte en van de werking van Gods Geest om deel te krijgen aan Christus en zijn weldaden, maak te een wezenlijk deel uit van de verkondiging van Gods woord. De leiding die de Heeft met zijn volk houdt, kwam naar voren. Ernstig werd gewaarschuwd tegen zeMn-drot De welmenende roepstem tot bekering werd niet gemist". Dit was inderdaad het bekende oude pa troon van de prediking en dit niet alleen in de christelijke gereformeerde kerken, maar ook elders. De indeling van de Heidelbergse catechismus, ellende, verlos sing en dankbaarheid, was in vele predi king terug te vinden en al wordt het niet meer zo welonderscheiden gezegd, we me nen te mogen opmerken dat dit nog de achtergrond is van de evangelieverkondi ging in het algemeen. We zouden ook niet weten hoe het anders moest. Ook al volgt men het oude schema niet meer zo strak als dit vroeger nog al eens het geval was, dezelfde zaken komen toch naar voren. Het laatste punt was vroeger de toepas sing: hoe komen wij daartoe of zo iets. Dat was het gebed en het gebod. Dat kwam na de tussenzang meestal en dan zag je echte beoordelaars met de ellebo gen op de bank vóór hen leunen, want nu kwam het er op aan. Die tussenzang is meestal verdwenen en de toepassing komt gewoonlijk niet meer als een apart onder deel achteraan Soms komt ze helemaal vooraan zelfs, maar meestal vind je die door heel de prediking heen. Toch is het oude patroon meestal nog wel terug te vinden, doch je moet er nu meer naar zoeken. Die oude verdeling van de prediking in betrekkelijk vaste, ailtijd weer terugkeren de punten, kunnen we niet zo waarderen. Ze behoorde vroeger tot de vaste gewoon ten en alles wat 'gewoonte' geworden is, verliest zijn kracht. Dat is in de kerk bij de prediking niet anders. We vragen ons af hoeveel getrouwe kerkgangers, ook in de christelijke gereformeerde kerk van Alphen aan de Rijn, er niet hebben zitten luisteren met de gedachte: nu weten we het wel. Het verrassingselement is ook bij de prediking belangrijk. Dat houdt de aandacht gevangen. Doch dit wil niet zeg gen dat de prediking geen indeling mag hebben. We zouden er zelfs voor willen pleiten, al was het alleen maar om in enkele punten, in enkele woorden die uit de tekst zelf genomen kunnen zijn, aan de hoorders een houvast te geven voor het onthouden. Een goede preek moet je weer over kunnen vertellen. Al is dit dan niet letterlijk, je moet er toch zoveel van weer kunnen geven dat de hele gang van de prediking is blijven haken, met toepassing en al. Maar het belangrijkste is en blijft dat die prediking of een stukje daarvan, je in de ziel heeft gegrepen en wel zó, dat je er niet meer van loskomt. Het kan wezen dat dit verzet oproept. Dat is waarlijk niet het slechtste, want van het evangelie zal altijd blijven gelden dat het is 'niet naai de mens', ook niet naar de kerkelijke mens. De Heilige Geest mag er waarlijk wel aan te pas komen. De kerkeraad te Alphen aan de Rijn spreekt daarom ook van 'de welmenende stem tot bekering' en van de 'innerlijk vernieuwende werking van de Heilige Geest', waardoor wij ons 'de weldaden des verbonds kunnen toeëige- In die brief, welke vanuit Alphen aan de 'zusterkerkraden' is toegezonden zitten ook nog andere elementen dan de 'wezensele menten van het geloofsleven'- Deze kerke raad is niet gelukkig met de groeiende contacten met de vrijgemaakten-buiten-ver- band- Daarover maakt hij zich bezorgd, want deze kerkeraad is bang dat de predi king daardoor wordt besmet en men moet toch wel blijven weten dat de reden waarom de christelijke gereformeerden een eigen kerkformat.ie hebben gevormd, niet mag vervlakken en dat gevaar bestaat er blijkbaar, volgens de kerkeraad te Alphen, wanneer de contacten te nauw worden aangehaald en dit zelfs blijkt in de predi king. Toen iq 1892 de kerken van de Afscheiding in. 1834 zich gingen verenigen met die welke uit de Doleantie van 1886 waren voortgekomen, zijn er predikanten en gemeenteleden geweest die zich niet bij deze vereniging konden aansluiten op kerk rechtelijke, historische en dogmatische gronden. Zij hebben toen gevormd de Christelijke Gereformeerde Kerk (enkel voud). Na de laatste wereldoorlog heeft men er een meervoud 'Kerken' van gemaakt. De 'plaatselijke broederschap behoefde zich dan niet langer 'gemeente' te noemen, maar kan ook 'Kerk' heten. Eén van de dogmatische verschilpunten waarom zij met de vereniging niet konden meegaan was de kwestie van doop en verbond Gods. Dit geschilpunt was weer opnieuw een kwestie toen in de laatste oorlogsja ren de scheiding tussen synodalen en vrij- gemaakten in de geref. kerken tot stand kwam. Wat dat betreft, behoeft men zich dus niet hang te maken voor nauwere contacten met de vrijgemaakten-buiten-ver- hand, komend uit een ander klimaat dan de chr. geref. kerken en het zal wel zo zijn dat, van hen uit gezien, hier 'vervlakking' wordt geconstateerd. Genoemd wordt V. punt van de toeëigening des heils'. Er is echter nog iets wat in die brief uil Alphen wordt aangeraakt. De kerkeraad aldaar maakt zich ernstige zorgen 'over de verandering in levensstijl van de chrisleilj. ke gereformeerden'. In de kerk is er niet altijd meer de geboden eerbied. „En bui ten de kerk is er niet meer het onder scheid met de wereld. In vele gezinnen voert de wereldheerschappij mede door de moderne publiciteitsmedia" Men dringt e; dus op aan niet in de 'wereld' op te gaan. Welbewust wil men te Alphen van eige kerken een afgesloten geheel maken; in de wereld, dat kan nu eenmaal niet anders, doch niet van de wereld. Dat b een probleem voor iedere christen. Man: dit bereik je niet door krant, radio, teler, sie enz. uit huis te bannen. Die wereld z: tenslotte in ons aller hart. Dit weet roe; ook wel in de chr. geref. kringen k daarom spreekt de kerkeraad te Alpha-, over een prediking die is 'toegepast op ha: persoonlijk leven', waarbij wedergeboorte en bekering kernwoorden zijn- De vraag die hier naar voren komt is, ol de prediking niet meer moet zijn dan eer, toepassing van het evangelie op het per. soonlijk leven. Dit accent zal zeker niet kunnen ontbreken, maar de roeping van de kerk van de gemeente in deze wereld, blijft, er toch ook. We hebben te maken met de politiek bijvoorbeeld en als we wél zijn ingelicht stemt men in de chr. gerei, kerken gedeeltelijk op de ARP en gedeelle- lijk op de SGP, wat dan wel zeer tekenend is. Maar, om op die prediking terug te komen: kan deze alleen worden toegepas: op het persoonlijk, leven? We hebben laatst zitten lezen in preken van Bemar- dus Smytegelt (1665-1739) zoals die zijn opgetekend door Maria Boter. Daarin j veel te vinden van die prediking gericht ar, het persoonlijk leven, zoals de kerkeraad van Alphen die wenst. Maar het viel or.- op hoeveel er ook in te vinden was van samenleving in Middelburg zoals hij üi; kende. Dit is eigenlijk een vanzelfspreke- de zaak, want de prediking van het evai gelie kan niet tijdloos zijn. En dit slaat oj meer dan alleen op bepaalde technisch,: wonderen die we tegenwoordig in onze huizen hebben. Er is een tijd geweest dat predikanten preekten tegen de fiets en ca auto, Daar glimlachen we nu om. Toch zat er wel iets in. Er is een tijd geweest dat men zich in bepaalde kringen keerde tegen de radio alsof deze het kwaad hij uitstek was. Ook daar zat iets in, hoewel tegen woordig nagenoeg ieder een radio in huis heeft- De vrees voor 'de moderne publici teitsmedia' is eveneens weer begrijpelijk. Voor ieder blijft de vraag hoe hij dra gebruikt. Met of zonder televisie enz. kun- nen we er niet van los komen dat we t: maken hebben met de 'wereld' waarin wi nu eenmaal moeten leven. Wie kan zich van deze wereld afzonderen, met alles sv, daarin is? Zelfs in de kloosters bleek di: niet mogelijk te zijn, laat staan in fis samenleving van een kerk, die ook ces stukje wereld is en zal blijven. In de prediking kan men toch niet doen also! we daarmee niet te maken hebben. Ieder christen zal dikwijls met de vraag zitten hoe zijn houding moet zijn. Zij die in 1940 predikant waren werden er met de neus opgedrukt dat de kerkedienr. met meer te maken had dan met de noodzakelijkheid van de wedergeboorte en de roepstem tot bekering. De predikers stonden voor het gebed voor de overheid en met name het gebed voor de koningin Ze hadden te maken met een bezettende macht en de daarmee samenhangende godsdienst van het nationaal-socialisme. Daarop is door de predikers verschillend gereageerd, wat aanleiding gaf tot ver- deeldheid in de gemeente. Ook zonder dat er veel gezegd werd kreeg de prediking een geladenheid, welke direct te maken had met; de omstandigheden waaronder we moesten leven. En of zij het willen of niet, de chr. geref. kerken krijgen ook te ma ken met de totaal veranderde positie van de vrouw in onze samenleving, met de taal die zich ontwikkelt en waarom wij de dingen niet meer zo zeggen als in de 17e eeuw, hoewel de statenvertalers welbewust gekozen hebben voor de volkstaal die toen gesproken werd. Zij krijgen te maken met een wereld die in een telkens wee: versnelde technische vooruitgang zit en daardoor uiteenvalt in machtsblokken zo als die vroeger niet denkbaar waren Zij krijgen ook te maken met al de bedreigin gen die daaruit voortvloeien. Ook al wiliö we ons daarvoor afsluiten, het zal nie» mogelijk blijken. 'En in dien nacht vingen ze niets'. Joh. 21 3. De discipelen hadden bij de opstanding van Christus de opdracht gekregen om naar Galilea te gaan, aldaar zou den ze Hem dan zien. En nu vinden we lien in de vroege morgen op de zee van Tiberias. Het zijn enke le bekende en onbekende volgelingen van de Heiland, die daar de hele nacht aan het vissen geweest zijn. Het wachten op de Heere duurde zo lang. Maar daar had de Heere zijn bedoe ling mee. Hij wil zijn disci pelen nog eenmaal een duï delijke les geven. Toen hij namelijk zijn discipelen riep om Hem te volgen, heeft Hij hen gezegd, dat ze vissers van mensen zou den worden. En dat is nu zeer aanstaande. Nog even en zij zullen uitgezonden worden om het evangelie te gaan prediken. Dat kan echter maar op een manier gebeuren, n.l. in afhanke lijkheid van de Opgestane Heere. In deze nacht oefenen ze nog eens hun oude beroep uit, maar het is zonder re sultaat. De discipelen heb ben lege netten. En dan is daar een vreemdeling die de raad geeft om het net nan de andere zijde van het schip uit te werpen. En als de discipelen in gehoor zaamheid doen wat er ge zegd wordt, dan is er rijke vangst. Dat is voldoende om te ontdekken wie de vreemdeling is. Het is de Heere. Dit is een lering voor de discipelen en voor ons al len. Alles in ons leven Is ïedoemd tot mislukken als het niet gedaan wordt tij lehoorzaamheid aan hal hevel van Jezus Christus, Trouwens weten we er nté dikwijls van'. Lege netten is het maar al l ie vaak in alle opzichten en :lan door eigen schuld. Maar wie gehoorgeveni 1 aan de raad van de Heere, ons in Zijn Woord gegeven, 'eert leven, leert ook steeds weer de Heiland belijden zn die gaat de geschonken I zegeningen tellen. 'Vat is het steeds weer no dig dat we onze lege nel len zien. want dat doet ons zoeken en vinden de rijk dom in Christus de Verre- zen Vorst van Pasen. H. A. Samson

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1973 | | pagina 18