Zal de Israëlische samenleving
verstarren?
DE KIBBOETS BEHOORT ZEKER NIET
TOT HET VERLEDEN
ZORG VOOR DE PREDIKING
IN DE CHRISTELIJKE
GEREFORMEERDE
LEGE NE
18
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 28 APRIL 1973
(Van onze correspondent, mr. Jaap vanWesel)
JERUZALEM Drie oorlogen heeft Israël in zijn 25-jarig bestaan ge
kend. Direct na de Zesdaagse oorlog in 1967 was er een algemene verwach
ting dat dit de laatste oorlog was geweest. Nu zouden de Arabieren wel
inzien dat vrede sluiten met Israël de enige oplossing was. „Wij wachten
op een telefoontje van Nasser", zei minister van defensie Dajan toen. Nu,
zes jaar later is de stemming veel minder optimistisch.
Weliswaar is het al bijna drie jaar betrekkelijk rustig langs de grenzen,
maar de vrede is nog ver af. Terreur en tegenterreur verharden de stand
punten van beide partijen. Golden de bezette gebieden in 1967 als een on
derhandelingspand voor vrede, nu staat al vast dat Israël grote delen van
deze Arabische gebieden zal annexeren. Hoe langer de status quo voort
duurt hoe meer gebied Israël zal annexeren.
De Israëlische politiek van de afgelopen 25 Jaar Is heel simpel geweest: poot stijf honden,
"^ie de gebeurtenissen van deze kwart eeuw heeft gevolgd, kan heel goed hegrijpen hoe
Je Israëli's tot deze politiek zijn gekomen. I11 1948 waren de Arabieren niet bereid
Israël te erkennen. Na de wapenstilstand van 1949 waren de Arabieren bereid de toe
stand van 1947 te erkennen. Na de oorlog in 1967 wilden de Arabieren de situatie van
1949 erkennen. Nu zijn Egypte en Jordanië zover dat zij Israël als een realiteit zien.
Los van alle franje is de Israëlische politiek duidelijk. „Hoe langer wij voet bij stuk
houden des te meer zullen de Arabieren ons op den duur accepteren". Dat is de les van
de halsstarrige politiek sinds 1918.
Met dat al heeft Israël in de eerste 25
jaar van haar bestaan niet de voornaam
ste doelstelling bereikt die zij zich gesteld
heeft: vrede mei de Arabische buren.
In eigen land ziet Israël zich voor
ernstige sociale problemen gesteld. Immi
granten kwamen uit de hele wereld, uit
Europa, Amerika, Noord-Afrika en Arabi
sche landen. Zou het mogelijk zijn mensen
met zo een verschillende achtergrond in
ontwikkeling en cultuur tot één volk om
te smeden? Vooral door de bedreiging van
buitenaf bestaat er in Israël een groot
saamhorigheidsgevoel, het besef van een
gemeenschappelijke lotsbeschikking. Maar
dat neemt niet weg dat de interne sociale
tegenstellingen zeer groot zijn.
Zestig procent van de bevolking is zelf
of via de ouders afkomstig uit oriëntaalse
landen. Niettemin is de inbreng van deze
meerderheid in de Israëlische samenleving
minimaal. Op de maatschappelijke ladder
staan de mensen tnet een westerse achter
grond bovenaan. Israël heeft een westers
image en probeert ook westers te zijn,
deels uit de noodzaak om de Arabieren
voor te blijven. Zal de kloof tussen de
westerse ashkenaziem en de oriëntaalse
sefardiem te overbruggen zijn of steeds
groter worden?
Tien procent van de Israëlische bevol
king bestaat int Arabieren. Behalve de
300.000 Israëlische Arabieren zijn er nog
een miljoen Arabieren in de bezette gebie
den. Hoe zal de bezetting doorwerken op
de Israëlische samenleving? Prof. Saul
Friedlaender. hoogleraar in de internatio
nale betrekkingen aan de universiteit van
Jeruzalem, is over het algemeen pessimis
tisch gestemd „De kansen op werkelijke
vrede tussen Israël en de Arabische landen
acht ik in de komende jaren bijzonder
klein. Dit conflict kan nog bijzonder lang
voortduren. De reden daarvoor is dat ik
niet zie hoe de partijen tot elkaar komen.
Er is ook geen proces aan de gang dat in
die richting gaat".
EGYPTE
Egypte heeft zich bij monde van presi-
den Sadat twee jaar geleden bereid ver
klaard om Israel binnen haar oude grenzen
en onder bepaalde voorwaarden te erken
nen. Betekent dit dat de Arabische wereld
psychologisch rijp begint te worden voor
erkenning van Israël?
„We moeten twee niveaus van erkenning
onderscheiden- De Egyptische erkenning
heeft op een formeel niveau plaatsgevon
den, Dat betekent dat er een belangrijk
deel van tactiek in schuil gaat. Toch is hel.
een bijzonder belangrijke ontwikkeling ge
weest De vraag is in hoeverre deze forme
le erkenning op den duur reële inhoud
krijgt. Die stap van het formele naar het
inhoudelijke vlak is een bijzonder lang
zaam en geleidelijk proces".
De moeilijkheid is dat de Israëlische
regering op deze Egyptische stap niet
adequaat heeft gereageerd, aldus prof.
Friedlaender. Het werd afgedaan als een
manoeuvre om Israël in stadia te elimine
ren. punt uit. Daarbij werd over het hoofd
gezien dat zo een stap van Egypte een
eigen dynamiek heeft. Het is een verande
ring in uitgangspunt. Wil de Egyptische
erkenning van Israël werkelijk inhoud
krijgen, dan is daar een positieve instel
ling aan Israëlische kant voor nodig. Wat
ik op het oog heb is een ontwikkeling in
fasen, waardoor langzamerhand een toe
stand wordt geschapen van vrede. Eerst
non-belligerentie dan handelsbetrekkingen
en uiteindelijk volledige betrekkingen. In
nul daarvoor zou Israël eveneens in fasen
de bezette gebieden moeten teruggeven.
Helaas is er geen proces op gang gekomen
dat in die richting gaat. Door het grote
wederzijdse wantrouwen is het waarschijn
lijk dat de status quo nog zeer lang zal
voortduren".
Het grootste obstakel voor vrede vor
men de Palestijnen, gelooft prof. Fried
laender. „De moeilijkheid is dat de menin
gen van de woordvoerders van de Palestij
nen zo ver afliggen van wat gematigde
Israëli's zeggen, dat het niet duidelijk is
hoe de kloof tussen Israël en de Palestij
nen overbrugd kan worden. De Palestijnen
hebben met de terreur een machtig wapen
in de hand, dat een vredesregeling kan
verhinderen. Aan de andere kant is zonder
de Palestijnen vrede niet mogelijk, want
zij zijn de bron van het conflict".
„Het is de vraag of de tijdsfactor in het
voordeel van Israël of van de Arabieren
werkt. Vanuit militair gezichtspunt werkt
de tijd in Israels voordeel, het Palestijnse
verzet kan daar ook niet veel aan verande
ren. Maar voor de Israëlische samenleving
heeft het voortduren van de huidige toe
stand zeer ernstige, mogelijk zelfs cat.as-
terofale gevolgen. Handhaving van de sta
tus quo betekent dat de bezette gebieden
onder Israëlisch beheer blijven, en dat het
proces van sluipende annexatie zich zal
voortzetten. Israël wordt dan een land van
drie miljoen joden en een minderheid van
bijna 1,5 miljoen Arabieren. Driehonderd
duizend in Israël en ruim een miljoen in
de bezette gebieden. Aangezien de Arabi
sche bevolking aanzienlijk sneller groeit
dan de joodse betekent dat dat de joodse
meerderheid over 25 jaar verdwenen zal
zijn".
„In het ongunstigste geval leidt dat tot
de Zuidafrikaanse apartheidssituatie, op
zijn gunstigst tot de situatie waarin de
negers in Amerika verkeren", zegt prof.
Friedlaender. „De joden zullen de toplaag
vormen, de Arabieren de waterdragers die
het „zwarte werk" doen. Van vreedzame
coëxistentie tussen joden en Arabieren in
Israël en de bezette gebieden valt op
langere termijn weinig goeds te verwach
ten.
De Israëlische politiek is gericht op
economische vooruitgang van de Arabieren
in de bezette gebieden, in de verwachting
dat zij daardoor hun nationale aspiraties
zullen vergeten. Wij weten van gelijksoor
tige situaties dat die hoop ijdel is. Welis
waar gaat een groot deel van de werkende
bevolking er economisch op vooruit, maar
daardoor zal een nieuwe intelligentsia ont
staan die politiek bewuster zal zijn, zich
heftiger anti-Israëlisch zal manifesteren,
dan weer heftiger onderdrukt moeten wor
den, enz. De secretaris van de Histadroet,
het nationale vakverbond, Ben Aharon
heeft deze integratiepolitiek terecht een
„tijdbom" genoemd.
PALESTIJNSE TERREUR
„De Palestijnse terreur zal dit ongunsti
ge leefklimaat voor de Arabieren nog
versterken. Het is aan te nemen dat de
veiligheidsdienst deze terreur tegen perso
nen in het buitenland binnen draaglijke
proporties zal kunnen houden. Voor Is
raels leefklimaat is deze terreur fu
nest".
„De ontwikkeling van het Palestijnse
verzet is paradoxaal. Toen El Fatah in
Israël en de bezette gebieden opereerde, of
langs de grenzen Israëlische dorpen be
schoot, drukte dat minder op de Israëli
sche samenleving dan de huidige terreur
in het buitenland. Spectaculaire terreurda
den spreken veel meer tot de verbeelding
en verhogen het gevoel van onveiligheid.
Tegen de guerrilla kon Israël militair
effectief optreden. Bij de terreur is dat
veel moeilijker, zo niet onmogelijk. Dat
geeft een sterk gevoel van machteloosheid.
In het buitenland onveilig te zijn, is erger
dan onveiligheid thuis. Dat betekent dat de
militaire uitschakeling van het Palestijnse
verzet een boemerangeffect heeft gehad
dat voor Israël veel ernstiger is dan een
militair of semi-militair opererende bewe
ging".
„De terreur zal bijdragen tot een steeds
toenemende verharding van Israëls stand
punt., verbittering van de Israëlische men
taliteit en toenemend chauvinisme. Voor
een democratisering is in zo'n leefklimaat
geen plaats. Gevreesd moet worden dat de
kritiekloze eensgezindheid en de onver
draagzaamheid jegens andersdenkenden
zal toenemen en dat. de heksenjacht tegen
alles wat van het geijkte patroon afwijkt
zal toenemen"
In de zionistische droom moet Israël
het centrum zijn van het joodse volk. Het
moei de joden in de wereld voorgaan in
cultuur, geestelijke waarden. Het is duide
lijk dat prof- Friedlaender ook op dit
gebied pessimistisch is. „Noch op geeste
lijk noch op religieus gebied heeft zich in
Israël een vernieuwing voorgedaan- Religie
is in Israël geworden tot partijpolitiek. De
oorlog heeft ervoor gezorgd dat Israël een
land is met gevestigde belangen dat de
kant van de „law and order"-mentaliteit
kiest. Een land dat als grootste zorg
beveiliging heeft, schept niet het Juiste
klimaat voor vernieuwing. Terecht heeft
de voorzitter van het joodse wereldcon
gres dr. Nahum Goldmann opgemerkt dat
het. joodse volk door de stichting van de
staat Israël van het progressieve en revo
lutionaire kamp is overgegaan naar het
conservatieve kamp", aldus prof. Fried
laender.
Ook nieuwe impulsen van buitenaf via
immigratie kan Israël niet verwachten,
tenzij zich in het Westen ernstige gevallen
van antisemitisme zullen voordoen. Israël
is voor immigranten uit westerse landen
met een democratische traditie weinig
aantrekkelijk. De cijfers van een dalende
immigratie uit Amerika en Europa gedu
rende de laatste twee jaar wijzen daar op.
Daarentegen vallen van de immigranten-
stroom uit Rusland, volgens prof. Fried
laender. weinig vernieuwingen te verwach
ten. Uit Rusland komen veelal rechtsge
oriënteerde nationalistische joden die het
verstarringspatroon zullen bestendigen.
De algehele conclusie is daarom zorg
wekkend: ervan uitgaande dat het conflict
met de Arabieren nog lang zal duren
zullen de gevolgen daarvan op de Israëli
sche samenleving in ieder opzicht negatief
zijn, al zal de Israëli het materieel waar
schijnlijk wel steeds beter krijgen.
Foto's: de Kibboets Sde Nehemia; Kibboetslid met 'Kova tembel', gekke hoedje.
(Van onze correspondent, mr. Jaap van Weseli
JERUZALEM De kibboets. Iedereen heeft er wel van
gehoord, maar weinigen weten precies wat het is. Een
collectieve landbouwnederzetting met collectieve eigen
dom. waarin ieder lid zicli volledig in dienst van de
gemeenschap stelt. Een kleine kibboets telt 100 leden, een
grote 1000, de meeste zitten daartussenin.
De kïbboetsiem zijn aangesloten bij een politieke partij,
de meesten bij de drie socialistische bewegingen, die
Israël kent. Hun produkten worden op de markt gebracht
via een coöperatie. De grootste en bekendste is de
Tnoeva, de coöperatieve zuivelonderneming. Niet alle
kibboetsiem zijn even welvarend. Daarom heeft de kib
boetsbeweging een speciale kas, waar iedere kibboets
naar draagkracht in moet bijdragen, ter wille van de
zwakke broeders. Israël telt 240 kibboetsiem, met een
totale bevolking van ongeveer 90.000 bewoners.
In Opper-Galilea ligt de kibboets Sde Nehemia, ge
noemd naar de Nederlandse zionistische leider uit de
eerste helft va.n deze eeuw, Nehemia de Lieme. Als je in
Sde Nehemia komt is de kans groot, dat je je met
Nederlands kunt behelpen. Sde Nehemia werd in 1942
opgericht door een groep Nederlandse pioniers. Zij kwa
men naar de moerassen van Opper-Galilea, waar toen nog
een uiters: onaangenaam en ongezond klimaat heer
ste.
Jitschak Pimentel. één van de oprichters van de ki'o
boets, komt oorspronkelijk uit Amsterdam. Hij is leraar
in de kibboets. In 1933 ging hij naar het toenmalige
Palestina, en was in 1942 een van de mede-oprichters van
Sde Nehemia
Waar de Russen met hun kolchozen niet in waren
geslaagd, dat presteerden de Israëli's wel. Geen uitbuiting
van de arbeider door loonarbeid, die volgens het winst-
principe automatisch leidt tot uitbuiting van de arbeid
De pioniers in de kibboets vormden de ruggegraat van de
Israëlische maatschappij. Zij leverden de politieke leiders:
Ben Goerion. Eshkol. Israëls eerste twee premiers kwa
men uit de kibboetsiem. Ook minister van defensie Dajan.
vice-premier Allon komen uit de kibboets. De kibboetsiem
vormden het bolwerk, dat de grenzen verdedigde en de
kibboets gaf inhoud aan de zionistisch-socialistische ideo
logie. De gebruinde pionier met het vermaarde „kova
tembel", hetgeen „gekke hoedje" betekent, werkend op het
land was de verpersoonlijking van de Israëli, de nieuwe
jood, die in tegenstelling tot de gettojood tot lichamelijke
arbeid in staat was.
In 1973 is dat voor een groot deel geschiedenis. De
invloed van de kibboets op het maatschappelijk bestel is
duidelijk gedaald. In 1948 leefde 10 procent van de
Israëlische bevolking in de kibboets, nu is dat nog maar 4
procent. In 1948 was de gemiddelde leeftijd 30 jaar, nu is
dat 50 jaar. Vijfentwintig jaar geleden ging 10 tot 15
procent van de kinderen, die in de kibboets geboren
werden weg om in de stad te gaan wonen. Nu is dat 40
procent. De pioniersgeest bestaat niet meer, de kibboets
is verburgerlijkt. Jonge mensen hebben andere idealen, op
materiële zaken gericht.
Om de mensen in de kibboets te houden heeft de
kibboets water in de ideologische wijn moeten doen. Dat
valt vooral de streng ideologische kibboetsiem van de
linkse Mapam moeilijk. Was het vroeger zo dat alleen het
nut voor de kibboets bepalend was voor de beroepskeuze,
nu speelt persoonlijke voorkeur een veel grotere rol-
Ook het privé-eigendom wordt niet meer zo ideologisch
Finentel: „De grootste strijdvraag is geweest of de kibboets
loonarbeiders in dienst mag nemen. Dat is tegen het
wezen van de kibboets, dat is duidelijk. Ook hier bleek de
praktijk sterker dan de leer. De kibboets moet meedraai
en in de nationale economie. Dat betekent dat de
landbouw langzamerhand plaats moet maken voor de
industrie. Wij hebben behalve appelboomgaarden een
grote plasticfabriek. Als wij geen loonarbeiders in dienst
zouden nemen, zou de fabriek moeten inkrimpen. Dat
betekent dat de kibboets minder verdient en de welstand
lager wordt. Ik zou dat niet zo'n bezwaar vinden, maar
de jongeren willen dat niet- Die zijn op hun comfort
gesteld. Mooie huizen, een mooi clubgebouw, een nieuwe
eetzaal. Dat betekent dat we geen keus hebben. Als we
niet toegeven gaan ze weg".
Een gedeeltelijke oplossing voor de kibboets is om
vrijwilligers te laten werken voor kost en inwoning. Dat
is vooral in de zomer aantrekkelijk voor studenten en
jeugdgroepen uit het buitenland. Met weinig geld kunnen
zij hun vakantie op deze wijze in Israël doorbrengen. Sde
Nehemia biedt plaats aan 60 vrijwilligers, en gezien de
Nederlandse traditie zijn dat veelal groepen uit Neder
land.
Jitzchak Pimentel: „Israël is een welvaartsstaat aan het
worden, nog niet op het niveau van Nederland, maar
laten we zeggen Italië. Idealisme maakt in een welvaarts
staat plaats voor materialisme. Dat is in Israël niet
anders".
Kinderen worden in de kibboets collectief opgevoed. Zij
slapen, eten en drinken en gaan naar school met hun
leeftijdgenoten. De ouders werken de hele dag en na het
werk 's middags komen de kinderen thuis bij de ou
ders-
Jitzchak Pimentel: „Het is niet zo dat in de kibboets
het gezinsleven minder hecht is, zoals wel eens wordt
gedacht. Na hun werk hebben de ouders niets meer te
doen, en dan kunnen ze alle tijd aan de kinderen
besteden. Toch zijn er ook bij ons een paar dingen
veranderd. Sinds kort slapen de kinderen bij de ouders
thuis en niet meer in het kinderhuis. Het bleek, dat
kinderen bang zijn Dat uitte zich onder andere in
bedwateren Zowel de kinderen, als de moeders hebben
liever dat de kinderen thuis slapen. Voor de kibboets
heeft dat vergaande gevolgen. Het betekent dat de
vrouwen minder kunnen werken, omdat ze meer tijd aan
de kinderen moeten besteden"-
A1 is de kibboets op zijn retour, hij heeft nog vele
.oordelen. Zo komt jeugdcriminaliteit in de kibboets
nauwelijks voor. Het aantal leidinggevende personen in de
:>amenleving, dat uit de kibboets komt, is nog steeds
relatief hoog, al is de tijd voorbij dat uit de kibboets
komen een aanbeveling is.
Na de Zesdaagse oorlog heeft de kibboets een nieuwe
stimulans gekregen. In de bezette gebieden worden in een
snel tempo nederzettingen gesticht. Zij beginnen meestal
militair of para-militair. Nachal gehe'.en. maar worden
naar verloop van tijd kibboetsiem. Dat geldt in Israël als
het nieuwe pionierswerk.
Het is alweer een paar maanden geleden dat de kerkeraad van de christelijke gerefor.
meerde kerk te Alphen aan de Rijn aan al haar 'zusterkerken' een brief heeft gezonden
waarin hij zijn diepe bezorgdheid uitsprak over de ontwikkelingen binnen eigen kerli-
verband. Vooral maakt deze kerkeraad zich zorgen over de prediking. Deze gaat steed,
meer lijden aan vervlakking. In zijn brief beschrijft deze kerkeraad hoe vroeger
christelijke gcrcf. prediking er uit zag. „De schrift werd op eenvoudige wijze verklaart
en toegepast op het persoonlijke leven. De noodzakelijkheid van de wedergeboorte en
van de werking van Gods Geest om deel te krijgen aan Christus en zijn weldaden, maak
te een wezenlijk deel uit van de verkondiging van Gods woord. De leiding die de Heeft
met zijn volk houdt, kwam naar voren. Ernstig werd gewaarschuwd tegen zeMn-drot
De welmenende roepstem tot bekering werd niet gemist".
Dit was inderdaad het bekende oude pa
troon van de prediking en dit niet alleen
in de christelijke gereformeerde kerken,
maar ook elders. De indeling van de
Heidelbergse catechismus, ellende, verlos
sing en dankbaarheid, was in vele predi
king terug te vinden en al wordt het niet
meer zo welonderscheiden gezegd, we me
nen te mogen opmerken dat dit nog de
achtergrond is van de evangelieverkondi
ging in het algemeen. We zouden ook niet
weten hoe het anders moest. Ook al volgt
men het oude schema niet meer zo strak
als dit vroeger nog al eens het geval was,
dezelfde zaken komen toch naar voren.
Het laatste punt was vroeger de toepas
sing: hoe komen wij daartoe of zo iets.
Dat was het gebed en het gebod. Dat
kwam na de tussenzang meestal en dan
zag je echte beoordelaars met de ellebo
gen op de bank vóór hen leunen, want nu
kwam het er op aan. Die tussenzang is
meestal verdwenen en de toepassing komt
gewoonlijk niet meer als een apart onder
deel achteraan Soms komt ze helemaal
vooraan zelfs, maar meestal vind je die
door heel de prediking heen. Toch is het
oude patroon meestal nog wel terug te
vinden, doch je moet er nu meer naar
zoeken.
Die oude verdeling van de prediking in
betrekkelijk vaste, ailtijd weer terugkeren
de punten, kunnen we niet zo waarderen.
Ze behoorde vroeger tot de vaste gewoon
ten en alles wat 'gewoonte' geworden is,
verliest zijn kracht. Dat is in de kerk bij
de prediking niet anders. We vragen ons
af hoeveel getrouwe kerkgangers, ook in
de christelijke gereformeerde kerk van
Alphen aan de Rijn, er niet hebben zitten
luisteren met de gedachte: nu weten we
het wel. Het verrassingselement is ook bij
de prediking belangrijk. Dat houdt de
aandacht gevangen. Doch dit wil niet zeg
gen dat de prediking geen indeling mag
hebben. We zouden er zelfs voor willen
pleiten, al was het alleen maar om in
enkele punten, in enkele woorden die uit
de tekst zelf genomen kunnen zijn, aan de
hoorders een houvast te geven voor het
onthouden. Een goede preek moet je weer
over kunnen vertellen. Al is dit dan niet
letterlijk, je moet er toch zoveel van weer
kunnen geven dat de hele gang van de
prediking is blijven haken, met toepassing
en al. Maar het belangrijkste is en blijft
dat die prediking of een stukje daarvan, je
in de ziel heeft gegrepen en wel zó, dat je
er niet meer van loskomt. Het kan wezen
dat dit verzet oproept. Dat is waarlijk niet
het slechtste, want van het evangelie zal
altijd blijven gelden dat het is 'niet naai
de mens', ook niet naar de kerkelijke
mens. De Heilige Geest mag er waarlijk
wel aan te pas komen. De kerkeraad te
Alphen aan de Rijn spreekt daarom ook
van 'de welmenende stem tot bekering' en
van de 'innerlijk vernieuwende werking
van de Heilige Geest', waardoor wij ons
'de weldaden des verbonds kunnen toeëige-
In die brief, welke vanuit Alphen aan de
'zusterkerkraden' is toegezonden zitten ook
nog andere elementen dan de 'wezensele
menten van het geloofsleven'- Deze kerke
raad is niet gelukkig met de groeiende
contacten met de vrijgemaakten-buiten-ver-
band- Daarover maakt hij zich bezorgd,
want deze kerkeraad is bang dat de predi
king daardoor wordt besmet en men moet
toch wel blijven weten dat de reden
waarom de christelijke gereformeerden een
eigen kerkformat.ie hebben gevormd, niet
mag vervlakken en dat gevaar bestaat er
blijkbaar, volgens de kerkeraad te Alphen,
wanneer de contacten te nauw worden
aangehaald en dit zelfs blijkt in de predi
king. Toen iq 1892 de kerken van de
Afscheiding in. 1834 zich gingen verenigen
met die welke uit de Doleantie van 1886
waren voortgekomen, zijn er predikanten
en gemeenteleden geweest die zich niet bij
deze vereniging konden aansluiten op kerk
rechtelijke, historische en dogmatische
gronden. Zij hebben toen gevormd de
Christelijke Gereformeerde Kerk (enkel
voud).
Na de laatste wereldoorlog heeft men er
een meervoud 'Kerken' van gemaakt. De
'plaatselijke broederschap behoefde zich
dan niet langer 'gemeente' te noemen,
maar kan ook 'Kerk' heten. Eén van de
dogmatische verschilpunten waarom zij
met de vereniging niet konden meegaan
was de kwestie van doop en verbond
Gods. Dit geschilpunt was weer opnieuw
een kwestie toen in de laatste oorlogsja
ren de scheiding tussen synodalen en vrij-
gemaakten in de geref. kerken tot stand
kwam. Wat dat betreft, behoeft men zich
dus niet hang te maken voor nauwere
contacten met de vrijgemaakten-buiten-ver-
hand, komend uit een ander klimaat dan de
chr. geref. kerken en het zal wel zo zijn
dat, van hen uit gezien, hier 'vervlakking'
wordt geconstateerd. Genoemd wordt V.
punt van de toeëigening des heils'.
Er is echter nog iets wat in die brief uil
Alphen wordt aangeraakt. De kerkeraad
aldaar maakt zich ernstige zorgen 'over de
verandering in levensstijl van de chrisleilj.
ke gereformeerden'. In de kerk is er niet
altijd meer de geboden eerbied. „En bui
ten de kerk is er niet meer het onder
scheid met de wereld. In vele gezinnen
voert de wereldheerschappij mede door de
moderne publiciteitsmedia" Men dringt e;
dus op aan niet in de 'wereld' op te gaan.
Welbewust wil men te Alphen van eige
kerken een afgesloten geheel maken;
in de wereld, dat kan nu eenmaal niet
anders, doch niet van de wereld. Dat b
een probleem voor iedere christen. Man:
dit bereik je niet door krant, radio, teler,
sie enz. uit huis te bannen. Die wereld z:
tenslotte in ons aller hart. Dit weet roe;
ook wel in de chr. geref. kringen k
daarom spreekt de kerkeraad te Alpha-,
over een prediking die is 'toegepast op ha:
persoonlijk leven', waarbij wedergeboorte
en bekering kernwoorden zijn-
De vraag die hier naar voren komt is, ol
de prediking niet meer moet zijn dan eer,
toepassing van het evangelie op het per.
soonlijk leven. Dit accent zal zeker niet
kunnen ontbreken, maar de roeping van
de kerk van de gemeente in deze wereld,
blijft, er toch ook. We hebben te maken
met de politiek bijvoorbeeld en als we wél
zijn ingelicht stemt men in de chr. gerei,
kerken gedeeltelijk op de ARP en gedeelle-
lijk op de SGP, wat dan wel zeer tekenend
is. Maar, om op die prediking terug te
komen: kan deze alleen worden toegepas:
op het persoonlijk, leven? We hebben
laatst zitten lezen in preken van Bemar-
dus Smytegelt (1665-1739) zoals die zijn
opgetekend door Maria Boter. Daarin j
veel te vinden van die prediking gericht ar,
het persoonlijk leven, zoals de kerkeraad
van Alphen die wenst. Maar het viel or.-
op hoeveel er ook in te vinden was van
samenleving in Middelburg zoals hij üi;
kende. Dit is eigenlijk een vanzelfspreke-
de zaak, want de prediking van het evai
gelie kan niet tijdloos zijn. En dit slaat oj
meer dan alleen op bepaalde technisch,:
wonderen die we tegenwoordig in onze
huizen hebben. Er is een tijd geweest dat
predikanten preekten tegen de fiets en ca
auto, Daar glimlachen we nu om. Toch zat
er wel iets in. Er is een tijd geweest dat
men zich in bepaalde kringen keerde tegen
de radio alsof deze het kwaad hij uitstek
was. Ook daar zat iets in, hoewel tegen
woordig nagenoeg ieder een radio in huis
heeft- De vrees voor 'de moderne publici
teitsmedia' is eveneens weer begrijpelijk.
Voor ieder blijft de vraag hoe hij dra
gebruikt. Met of zonder televisie enz. kun-
nen we er niet van los komen dat we t:
maken hebben met de 'wereld' waarin wi
nu eenmaal moeten leven. Wie kan zich
van deze wereld afzonderen, met alles sv,
daarin is? Zelfs in de kloosters bleek di:
niet mogelijk te zijn, laat staan in fis
samenleving van een kerk, die ook ces
stukje wereld is en zal blijven. In de
prediking kan men toch niet doen also!
we daarmee niet te maken hebben. Ieder
christen zal dikwijls met de vraag zitten
hoe zijn houding moet zijn.
Zij die in 1940 predikant waren werden er
met de neus opgedrukt dat de kerkedienr.
met meer te maken had dan met de
noodzakelijkheid van de wedergeboorte en
de roepstem tot bekering. De predikers
stonden voor het gebed voor de overheid
en met name het gebed voor de koningin
Ze hadden te maken met een bezettende
macht en de daarmee samenhangende
godsdienst van het nationaal-socialisme.
Daarop is door de predikers verschillend
gereageerd, wat aanleiding gaf tot ver-
deeldheid in de gemeente. Ook zonder dat
er veel gezegd werd kreeg de prediking
een geladenheid, welke direct te maken
had met; de omstandigheden waaronder we
moesten leven. En of zij het willen of niet,
de chr. geref. kerken krijgen ook te ma
ken met de totaal veranderde positie van
de vrouw in onze samenleving, met de taal
die zich ontwikkelt en waarom wij de
dingen niet meer zo zeggen als in de 17e
eeuw, hoewel de statenvertalers welbewust
gekozen hebben voor de volkstaal die
toen gesproken werd. Zij krijgen te maken
met een wereld die in een telkens wee:
versnelde technische vooruitgang zit en
daardoor uiteenvalt in machtsblokken zo
als die vroeger niet denkbaar waren Zij
krijgen ook te maken met al de bedreigin
gen die daaruit voortvloeien. Ook al wiliö
we ons daarvoor afsluiten, het zal nie»
mogelijk blijken.
'En in dien nacht vingen ze
niets'. Joh. 21 3.
De discipelen hadden bij de
opstanding van Christus de
opdracht gekregen om naar
Galilea te gaan, aldaar zou
den ze Hem dan zien. En
nu vinden we lien in de
vroege morgen op de zee
van Tiberias. Het zijn enke
le bekende en onbekende
volgelingen van de Heiland,
die daar de hele nacht aan
het vissen geweest zijn.
Het wachten op de Heere
duurde zo lang. Maar daar
had de Heere zijn bedoe
ling mee. Hij wil zijn disci
pelen nog eenmaal een duï
delijke les geven. Toen hij
namelijk zijn discipelen
riep om Hem te volgen,
heeft Hij hen gezegd, dat
ze vissers van mensen zou
den worden. En dat is nu
zeer aanstaande. Nog even
en zij zullen uitgezonden
worden om het evangelie
te gaan prediken. Dat kan
echter maar op een manier
gebeuren, n.l. in afhanke
lijkheid van de Opgestane
Heere.
In deze nacht oefenen ze
nog eens hun oude beroep
uit, maar het is zonder re
sultaat. De discipelen heb
ben lege netten. En dan is
daar een vreemdeling die
de raad geeft om het net
nan de andere zijde van
het schip uit te werpen. En
als de discipelen in gehoor
zaamheid doen wat er ge
zegd wordt, dan is er rijke
vangst. Dat is voldoende
om te ontdekken wie de
vreemdeling is. Het is de
Heere.
Dit is een lering voor de
discipelen en voor ons al
len. Alles in ons leven Is
ïedoemd tot mislukken als
het niet gedaan wordt tij
lehoorzaamheid aan hal
hevel van Jezus Christus,
Trouwens weten we er nté
dikwijls van'.
Lege netten is het maar al l
ie vaak in alle opzichten en
:lan door eigen schuld.
Maar wie gehoorgeveni 1
aan de raad van de Heere,
ons in Zijn Woord gegeven,
'eert leven, leert ook steeds
weer de Heiland belijden
zn die gaat de geschonken I
zegeningen tellen.
'Vat is het steeds weer no
dig dat we onze lege nel
len zien. want dat doet ons
zoeken en vinden de rijk
dom in Christus de Verre-
zen Vorst van Pasen.
H. A. Samson