1967 De verkettering in de Oosterscheldekwestie Als er m Zeeland de laatste jaren één onderwerp is waarover men elkaar verkettert, dan is dat de afsluiting van de Oosterschel de: Er gaat geen week voorbij iof ergens wordt weer een informatieavond, een forum bijeenkomst, een conferentie georganiseerd, waar dan uitgerekend die ene deskundige ontbreekt die eigenlijk niet gemist had mo gen worden. Om de haverklap verschijnt er over de Oosterscheldekwestie een rapport, een pamflet of een nota 'waarin nu eindelijk alle relevante argumenten op een rijtje wor den gezet om de lezer in de gelegenheid te stellen zijn mening over het vraagstuk te geven'. En het opvallende is dan dat bij de uitleg van al die gegevens de buitenstaan ders telkens net iets deskundiger blijken te zijn dan de deskundigen zelf. Een paar we ken terug greep op een informatiemeeting in Sint-Maartensdijk een man naar de micro foon om vast te stellen hoe onverkwikkelijk hij het heen en weer gepraat over de af sluiting van de Oosterschelde wel vond: „Het enige nut van dit soort discussies tussen des kundigen van weerskanten, die elkaar geen hand willen geven, is dat ze nog troebeler worden dan ze al zijn..." Tekenend voor de sfeer, deze verzuchting. Alleen had hij een kwartiertje tevoren niet nagelaten om dui delijk te laten weten dat hij maar weinig fiducie had in de zuivere bedoelingen, waar mee de „andere partij" zijn zin wil krijgen Muurkranten met aanvallen op personen en instanties, meer en minder originele demon straties, plakakties, felle veroordelingen van deze manier van optreden, telegrammen, brieven, protesten en dan tenslotte de poli tieke tegenstellingen waarin het hele hoofd stuk van de afsluiting van de Oosterschelde is terecht gekomen. Het „welles-nietes" rond om de noodzaak om het deltaplan in 1978 af te ronden met een dam door de monding van deze zeearm heeft Zeeland een eigen stuk polarisatie verschaft dat er niet om liegt. Vergeleken bij wat er nadien allemaal van onder het stof is gehaald was het daar op 28 april 1967 in de Zierikzeese Concertzaal echt nog een kwestie van „lief zijn voor elkaar". Het Koninklijk Zeeuwsch Genoot schap der Wetenschappen organiseerde die dag een congres onder het motto „De Oos terschelde in de Delta". De bedoeling ervan was een wetenschappelijke benadering van de vraagstukken die er tot dan toe v/aren opgedoemd. Het verzet tegen de afsluiting sluimerde al jaren en wilde nu eindelijk wel eens serieus genomen worden. De ontevre denen wensten zich niet langer het zwijgen te laten opleggen. Maar hoe dan die con frontatie met „de mensen van waterstaat", de uitvoerders van hef deltaplan die bang waren dat een bijeenkomst van alle partijen zou ontaarden in een irrationele demonstra tie tegen wat in de deltawet was vastgelegd? Het Zeeuwsch Genootschop nam de hand schoen op en arrangeerde de ontmoeting tussen voorstanders en oppositie. Toen het initiatief er eenmaal was duurde het onge veer een jaar voordat hef congres er einde lijk kwam. Waterstaat kreeg in die periode het verwijt, dat ze „met opzet de zaak tai- neerde wegens gebrek aan feitenmateriaal, waarmee men de aanvallen op de Ooster- scheldedam zou moeten keren" (Elsevieris Weekblad). Vlak voordat het zover was wer den hoge verwachtingen uitgesproken. Het Algemeen Handelsblad noemde het congres een „uitdaging". Toen het achter de rug was klaagde hetzelfde blad over een „teleur stellende vertoning". Citaat uit het verslag: „Ondanks hef loffelijk streven naar een zui ver wetenschappelijk congres werd het een aaneenrijging van de bekende officiële, door rijkswaterstaat vaardig gehanteerde, maar voor de kritische luisteraar beslist niet altijd overtuigende argumenten. Verontrustend was, dat ondanks de voelbare tegenstond in de zaal tegen bepaalde stellingen van rijkswa terstaat en andere voorstanders van afslui ting, geen behoorlijke tegenargumenten, noch ter zake doende scherpe vragen tegen over de dikwijls onbevredigende uitspraken werden gesteld". Strijder van het eerste uur tegen de afsluiting van de Oosterschelde, Zevibel-voorzitter A. L. S. Lockefeer stelde later vast dat er in Zierikzee zeker honderd vragen onbe antwoord waren blijven liggen Er moest en zou een nieuw Oosterscheldecongres ko men! Daarover waren de teleurgestelden hef eigenlijk al tijdens deze ontmoeting eens. Waarom hef nier aan de verwachtingen had voldaan? Waarschijnlijk omdat velen erheen waren gegaan in de hoop dat de „andere partij" wel even te overtuigen zou zijn. Wat er gebeurde was iets totaal anders: er wer den grote massa's gegevens uitgewisseld Het was de eerste keer dat de afsluiting van de Oosterschelde voor een breed forum van alle mogelijke kanten werd benaderd: de relatie met de waterhuishouding, de land bouw, de economische ontwikkeling, maar ook met de ruimtelijke ordening en de land schappelijke ontwikkeling, de klap die aan de visserij wordt toegebracht en het verlies van een in biologisch opzicht uniek natuur gebied. Eigenlijk kwam hef erop neer dat de discussie-er door dit Oosterscheldecongres alleen maar moeilijker op geworden was. Het bestaan van de tegenargumentolie was officieel erkend, maar daarmee nog niet als gelijk aan gewicht geaccepteerd. Het Zeeuws Tijdschrift wijdde achteraf een extra-nummer aan het congres van het Zeeuwsch Genoot schap. Conclusie daarin over de vraag of hef al dan niet geslaagd was: „Het verzet is even sterk gebleven als de zekerheid dat de Oosterschelde zal worden afgesloten". In die sfeer beweegt zich de discussie over dit vraagstuk nog steeds. Alleen met dit ver schil dat serieuzer dan een jaor of tien terug wordt gezocht naar een mogelijkheid om een afdoende veiligheid voor het gebied achter de Oosterschelde tegen stormvloeden op een of andere manier te combineren met behoud van zoveel mogelijk van de waardevolle hy- drobiologische kwaliteiten van deze zeearm. De hele ontwikkeling die het idee om de Oosterschelde achter de deltadam te „verka velen" in bekkens heeft doorgemaakt is toch wel te beschouwen als een rechtstreeks effect van alle verzet tegen opnieuw een binnen meer met een weinig interessante waterkwa liteit Op het bewuste congres in 1967 kwam het hoofd van de afdeling waterhuishouding van de deltadienst, ir P. Sontema, met een schetsplan om de afgesloten Oosterschelde te verdelen in bekkens. Maar bij hem was op dat moment alleen sprake van een scheiding tussen zoetwaterbekkens en een bekken, speciaal bestemd voor de vervuilen de scheepvaart. Vier jcar is de zoals ie nogal duur heet comportimenteringsge- dachte daarna eigenlijk opgeborgen ge weest. Totdat in het voorjaar van 1971 de directeur van hef Delta-instituut voor Hydro- biologisch Onderzoek, dr K. F. Vaas in een PZC-interview het pion opperde om achter de Oosterschelde zo'n bekken van de ver kaveling op een of ondere manier zout te laten. Enfin, het heeft daarna allerlei plannen ,geregend". Het begon erop te lijken dat iedere zichzelf respecterende (aankomende) waterbouwer zo zijn eigen sluiscomplex in een Oosterscheldeaam begon te ontwerpen. Het verst gina daarbij de Delftse studenten werkgroep „Zeeuws Meer?" Zij kwam voor de dag met een druk gepousseerd en even hard bekritiseerd idee om in de dam een stormvloedkering te bouwen, waarmee al thans in een deel van de Oosterschelde de getijwerking in stand gehouden zou kunnen worden. De jongste suggestie in dit verband is die van de visserijbioloog dr R. Boddeke (RIVO). Hij pleit voor een inloafwerk in de Oosferschelaedam dat het mogelijk maakt om een tijverschil van ongeveer een meter te handhaven. Alleen onder dergelijke omstandigheden lijkt er ook voor de visserij nog iets mogelijk. Alle rapporten onder meer dat van het Yersekse hydrobiologisch instituut en de Oecologische Kring en alle ondersteuning van deze en andere ideeën hebben natuurlijk niet nagelaten om ook in de ambtelijke sfeer waterbouwers, water zuiveraars, planologen en (hydro)bioloaen dichter bij elkaar te brengen. Hef gaat te ver om de oprichting van een aparte afdeling milieuonderzoek von de deltadienst van rijkswaterstaat in 's-Heer Arendskerke als een bizarre grap te beschouwen en de medewer kers ervan als amateurs weg te schrijven. Feitelijk is het idee van een zout comport. - ment achter een Oosterscheldedam al oen geaccepteerde zaak geworden. Het gaat nu nog om het hoe en het wat ervan. En ook de uitkomsten van die studie zullen rvet lang meer op zich laten wachten. Los gezien van waf er aan argumenten die moeten pleiten tegen de afsluiting van de Oosterschelde de laatste jaren allemaal op elkaar is gestapeld, blijft toch ook de vraag onbeantwoord of er van de kant van de uitvoerders von de deltawet (de opeenvol gende ministers van verkeer en waterstoet en hun staf van de rijkswaterstaat) wel altijd een even gelukkig voorlichtingsbeleid is ge voerd. Te lang (in de periode van 1965 tot 1969) is rijkswaterstaat de discussie met de oppositie uit de weg gegaan. De ministers Suurhoff, Bakker en Drees hebben vaak de indruk gevestigd alsof 2e alleen maar te maken hadden met het parlement. Er werden allerlei ongelukkige manoeuvres gemaakt bij de informatie van het publiek. Men sprak en redeneerde in onaantastbare waarheden, maar vergat uit te leggen waarom die waar heden als zo waar moesten worden gezien. Het gesol met een 'spreekverbod' oan een ambtenaar van het ministerie van landbouw en visserij en dat met een overal bekende, maar toch als geheim bestempelde nota van het rijksinstituut voor visserijonderzoek heeft in de hele .Oosterscheldekwestie een stuk ongeloofwaardigheid ingevoerd. Opvallend in de historie van net verzet tegen de afsluiting van de Oosterschelde is ook de verschuiving van hef protest van net minis ters naar het parlement. En in de twee kort achter ons liggende verkiezingsperiodes naor dat van de partijpolitiek. Dat wos vooral het werk van de actiegroepen in en buiten Zeeland, die eigenlijk de activiteiten van de Studiegroep Oosterschelde (onder leiding van de heren A. L. S. Lockefeer en ir. J. Loeff „op straat" brachten. Hef gebeurde allemaal vrij systematisch. Lijsttrekkers kregen op hun verkiezingstoernee door Zeeland strijk en zet de vraag voorgelegd: hoe is Uw stand punt in deze kwestie? hoe staat U tegenover een hernieuwd onderzoek naar alle facetten van de afsluiting van de Oosterschelde? Dat de actiegroep „Oosterschelde Open" niet verzuimde de bewuste politici later oan hun - beloftes of toezeggingen te herinneren heeft kortstondige minister van verkeer en water- stoat W. Drees jr. ondervonden. Het is hem stevig onder de neus gewreven dot hij in april 1971 in Zierikzee toezegde een com missie van onderzoek oan het werk te zullen zetten en dat nadien niet waar heeft ge maakt. Een politieke daad naar aanleiding van een initiatief von de Vereniging Milieuhygiëne Zeeland was ook het twee daags Oosterscheldecongres, dat op 26 en 27 mei vorig joor in „Hedenesse" 'werd gehou den. Daor werd duidelijk dat het er in d# hele kwestie niet meer om gaat of rijks waterstaat of de op dat moment verantwoor delijke minister een „waterdicht" technisch verhaal kan leveren over de noodzaok om het deltaplan te voltooien. De bezoekers van dot tweede Oosterscheldecongres" kwemen tot de ontdekking dot er in feite twee ideologieën tegenover elkaar stonden. D e van de biologen-, grote aarzeling en huiver om in de natuur in te grijpen. En die van de waterstaatsmensen: het wonen in de delta s op zich al een ingreep in de natuur, dit woongebied moet geconsolideerd en defini tief verdedigd worden. Het blijft een opval lende zaak en zoiets is als element in het gehele patroon van het verzet tegen de af sluiting van de Oosterschelde niet weg te praten dot men bij woterstaat de discussie over dot verschil in ideologiën zolang Is ontlopen. Het steeds moor weer uitgestel de rapport von rijkswaterstaat „Het del taplan in het licht van de lootste onf- wikkelingen" (1971) was doorvon een duide lijk voorbeeld. Een gortdroge, moeilijk toe gankelijke opsomming van technische dog ma's. De polemiek werd er duidelijk in ge schuwd. In het politieke wereldje begint het er nu voorjaar 1973 eindelijk op te lijken dat men met de Oosterscheldekwes' e niet lan ger kiekeboe wil speien. Nadat er in de staten van Zeelond vorig jaar zomer via moties met moeilijke teks'en was vastgesteld dat alle consequenties van de dam op nun merites moeten worden bekeken, zonder dat overigens het werk oan de cfsluitlng wordt stilgelegd of getemporiseerd, is in het aan vankelijke regeerakkoord van de drie pro gressieve partijen (PvdA, D'66 en PPR) een Oosferscheldeolinea opgenomen „dat de af sluiting in afwachting van nader onderzoek moet worden getemporiseerd en zonodig ge stookt". Inmiddels heeft het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen na het congres von 1967 afgelopen winter een lezingencyclus gevrijd oon de Oosterscheldeproblemofiek. Opnieuw een poging om wetenschappelijke, objectieve informofie te geven. De politieke kanten van de zaak werden in dót gezelschap duidelijk buiten de deur gehouden. Of het moest dan zijn de uitspraak van een von de Inleiders: „Van deze hele kwestie blijft een poliriek» kater over Als er steeds mgar weer op Iedere ploot» iets anders buiten de deur gehouden moet worden blijft er natuurlijk clrijd we! één ge geven om goed in het viz er ie houden; de stand van de werkzaamheden in de monding van de Oosterschelde op het moment de' i» de kwestie aansnijdt. (Luchtfoto Aero Ca mera). 9 januari Première van 'Joantje', een film over het volksleven uit het land van Cadzand naar het gelijknamige toneelstuk van Cor Schijve 7 februari In Rilland-Bath wordt het tehuis voor demente bejaarden "De Werfkampen" in gebruik genomen. Het is gevestigd in het voor malig Capucljner klooster 20 maart De PZC opent in Terneuzen een nieuw redactie- en admini stratiekantoor Na veel protesten worden bij 's-Gravenpolder de 'monumentale' vier linden omgehakt 28 april Het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen houdt in Zie rikzee een congre9 over "De Oosterschelde in de delta" 17 mei Begin van de werkzaamheden voor de aanleg van de nieuwe Schelde-RIjnverbinding voor de binnenvaart 9 juni Officiële herdenking van 'Middelburg 750 jaar stad'. Opening van een tentoonstelling die de nadruk legt op de positie van Middelburg in het deltagebied 1 juli De Stichting Vaste Oeververbinding Westerschelde gaat van start. In deze stichting werken Nederlandse en Belgische in stanties samen 14 september Groothertog Jean van Luxemburg en groothertogin Josephine- Charlotte brengen een bezoek aan Zeeland 21 september Prins Claus stelt de nieuwe fabriek van Billlton Chemische in dustrie in het Sloegebled bij Vlisslngen In bedrijf 17 oktober Een zware storm veroorzaakt veel schade in Zeeland; in de boulevard van Vlissingen wordt een gat van 20 meter geslagen 31 oktober Op de scheepswerf 'De Merwede' in Hardlnxveld wordt de eerste dubbeldeksveerboot voor de Westerschelde (de 'Prinses Christina') te water gelaten 6 december 'Waar de zee het land "ontmoet', een nieuwe film over Zeeland gaat in première va-??, Herbezinning gevraagd Nog een voorbeeld van enige herbezinning binnen Zeeland is het wel juist de Ooster schelde af te sluiten? Het is een vraag die vanaf de eerste publikaties over het deltaplan in Zeeland is gesteld. In het begin voornameli|k uitslui tend in de kringen van de oester- en mosselkwekers, maar in de loop van de jaren kregen zij gezelschap van milieu-deskundigen. Zij be toogden dat de afsluiting van de Oosterschelde zou leiden tot het verdwijnen van een uniek ecologisch systeem. En met klem van argumenten vroegen zij regering en parle ment opnieuw afsluiting van de Oosterschelde in over weging te willen nemen Tegenover hun argumentatie stelden de waterstaats mensen dat het bodem systeem van Zeeland bijzon der slecht is; er kunnen steeds weer onverwachte ca lamiteiten optreden. Een eer ste treffen tussen vóór- en tegenstanders tijdens een officiële bijeenkomst deed zich - overigens in een rusti ge sfeer - voor in Zierikzee, waar het Zeeuwsch Genoot schap der Wetenschappen een congres over de Ooster schelde organiseerde PZC 29 april 1967 provinciale zeeuwse courant bijlage t.g.v. ingebruikneming 64-zijdige rotatiepers vrijdag 6 april 1973

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1973 | | pagina 63