1958 volk en betere boten Verenhistorie: roerig s va-u- ■eza/t- 3 januari: Als een van de eerste deltadijken in Zeeland wordt de nieuwe zee dijk bij Ellewoutsdijk opgeleverd 1 februari: Ter nagedachtenis aan de slacht offers van de februariramp van 1953 worden op de begraafplaat sen in Ouwerkerk en in Nieuwer- kerk monumenten onthuld 7 fe&Jkj: In St.^Maarfensdijk opent de commissaris der koningin in Zee land, jhr. mr. A F. C. De Casem- broot, '£e lagere technische school W-'Jief eiland Tholen 20 maart: De Nederlands hervormde ge meente van Wemeldinge krijgt voor het eerst in haar geschiede nis de beschikking over een kerk orgel. Een testamentaire clau sule had 170 jaar lang de plaat sing van een orgel in de kerk verhinderd 2 mei: De Provinciale Zeeuwse Courant (Middelburgse Courant) bestaat 200 jaar. Zeeland huldigt de tweehonderdjarige tijdens een receptie in het Schuttershof te Midaelburg 7 mei: In Haamstede opent directeur- generaal van de landbouw, ir. A. W. v. d. Plassche, een nieuwe proeftuin voor de fruitteelt. De eerste kamer aanvaard op de zelfde dag de deltawet 10 juni: De "Prinses Beatrix", de eerste grote veerboot voor de dienst tussen Vlissingen en Breskens wordt officieel overgedragen aan het provinciaal bestuur van Zeeland 13 juni: Zeeuwsvlamingen demonstreren op het Haagse Binnenhof voor vrije veren provinciale zeeuwse courant 12 juli: De dichter Hans Warren, letter kundig medewerker van de PZC, ontvangt de Van der Hoogtprijs van de Maatschappij der Neder landse letterkunde 5 september: In Biervliet wordt een gedenk steen voor Willem Beukelszoon onthuld 10 november: Provinciale Staten besluiten tot de opheffing van 61 polders en waterschappen op Zuid-Beve land en tot het vaststellen van een nieuw reglement van één nieuw waterschap aan de bouw van een tweede en zo mogelijk zelfs een derde veerboot. In feite dus een koppeling van verbete ring outillage-veertarieven. Geen vrijwillige stap van de Zeeuwen, geen instemming met een veertarlef, maar onder druk der omstandigheden ministeriële weigering om een tweede boot te bouwen gedaan. Hen soort ei van Columbus. Sinds 1957 'zijn alle verbeteringen aen de veerhavens en de Inzet van nieuwe veerboten na de "Prinses Beatrix" In 1958, volgde de "Prinses Irene" in 1960, de "Prinses Margriet" In 1964, de dubbeldeks veerboten "Prinses Christina" in 1968 en de "Prins Wil- lem-Alexander" in 1970 In meer of mindere mate ge koppeld geweest aan verhoging van de tarieven. Het ini tiatief van de kamer van koophandel maakte de veren zaak plotseling weer actueel. De staten trokken in 1957 hun motie van 1952 in. daarmee g.s. materiaal aanreikend om In onderhandeling te treden met de minister. Dit schreven g.s. toen aan Den Haag: "Onder de druk der omstandigheden heeft zich thans in de Zeeuwse sa menleving de gedachte baan gebroken, dat. hoeveel ook wordt gehecht aan het behoud van vrijdom der veren na de oorlog door de regering verleend, doch later beperkt de. naar eerlijke mening, rechtvaardige strijd moet worden gestaakt, indien deze zou lelden tot een ten slotte onoverzienbare schade aan een nog ingrijpender belang: de vervulling van de taak van de bootdiensten op een wijze, die aan de eisen van hef steeds groeiende ver keer afdoende beantwoordt In april 1958 wordt de koppeling in praktijk gebracht, het rijk stemt in met een tweede grote veerboot, maar dan moeten de tarieven worden opgetrokken. Het valt de staten van Zeeland, die drie weken later In vergadering bijeen komen, erg zwaar de voorwaarden van de minis ter te accepteren. G.S. worden naar Den Haag gestuurd om zes "verzachtingen" doorgevoerd te krijgen. Inmiddels steekt In het Zeeuwsvlaamse land de storm op. "Vrije veren", Is de leus, die men uit dit gewest te horen krijgt. Er volgt een protestoptocht naar Den Haag onder leiding van Honoré Colsen, maar de minister houdt het been stijf. Op 1 augustus 1958 worden de nieuwe tarieven ingevoerd. Minister Algera van verkeer en waterstaat Colsen zegt nu: "Mijn grote tegenspeler uit die dagen" heeft zijn zin gekregen. Zijn opvolger, Korthals, ver guldt de pil enigszins voor de Zeeuwsvlamingen: op 4 ok tober 1960 wordt voor enkele tarieven een geringe ver laging ingevoerd, voor de inwoners van Zeeuwsch-Vlaan- deren komt een speciale regeling (goedkope abonnemen ten voor voetgangers en fietsers en extra reductie op een twintig-vaartenboekje voor gemotoriseerd verkeer). In de volgende jaren worden nieuwe boten Ingebruik genomen en beginnen de veren over de Westerschelde hoe langer hoe meer "verlengstukken van wegen" te worden. Nu er grote, moderne boten varen blijkt de natuurlijke barrière hoe langer hoe minder een grens te zijn. Maar Intussen stijgen de tekorten op de Wester- scheldeveren onrustbarend. Als minister Drees aan het hoofd komt van verkeer en waterstaat en de tekorten zijn opgelopen tot dertien miljoen gulden per jaar komt hij plotseling met het voorstel de tarieven met niet minder dan 35 procent te verhogen. De geschiedenis herhaalt zich. Zeeuwsch-Vlaanderen staat opnieuw in rep en roer. Na eerst als "generale repetitie" op zaterdag 2 oktober 1971 een protesttocht door Zeeuwsch-Vlaanderen te heb ben gehouden o.m. wordt het veer Vllssingen-Breskens twee uur lang geblokkeerd gaan de Zeeuwsvlamingen opnieuw in optocht naar het Binnenhof: zaterdag 16 oktober 1971. Resultaat: nihil. Op 7 november 1971 nemen de staten van Zeeland na een langdurige, vaak verwarde discussie, een motie aan, waarin zij akkoord gaan met een verhoging van 25 procent. Twee dagen later komt minister Drees in de tweede kamer met een "vernuftige oplossing": geen verlaging van de door hem voorge stelde 35 procent, maar als een soort tegemoetkoming mag het provinciaal bestuur van Zeeland zelf beslissen wat het wil doen met de 1.7 miljoen gulden, die op de rijksbegroting staat voor het op te heffen veer Hoede- kenskerke-Temeuzen. De tarieven worden verhoogd, zij het, dat de verhoging beneden de voorgestelde 35 procent van de minister blijft: het wordt gemiddeld 15 tot 25 procent. Wat Zeeuwsch-Vlaanderen nu nog is over gebleven is het wenkend perspectief van een brugver- binding, waarvoor de plannen al in een vergevorderd sta dium zijn. Den Haag hoeft slechts het sein "go" te geven en de eerste spaden voor deze vaste oeververbinding over en onder de Westerschelde kunnen de grond in gaan. Een tolverbinding weliswaar, maar wanneer die eenmaal tot stand zal zijn gekomen, zal het "gesjacher" met de veertarieven in elk geval tot het verleden behoren. Zeeland is niet alleen een provincie met Westerechelde- veren, want In deze "ellandelijke provincie" komen meer veren voor. Ook bij die veren is de afgelopen vijfen twintig jaar het een en ander gepasseerd, al was het alleen maar, dat een aantal belangrijke "noordelijke veren" geruisloos verdween als gevolg van de uitvoering van de deltawerken en de bouw van de Zeelandbrug. Opgeheven veren: Kortgene-WolphaartsdIJk (1960) sis gevolg van de afsluiting van de Zandkreek. Er Is een speciale "laatste vaart" aan de opheffing gewijd, die In de herinnering van degene die erbij waren lang zal voort leven. De toenmalige commissaris der koningin, Jhr. mr. A. F. C. de Casembroot had een muziekkorps besteld om luisterrijk afscheid van het oude. vertrouwde veer te kun nen nemen. Plotseling klonk de treurmars van Chopin door de duistere, kille avond- "De trieste klanken zweef den weemoedig over het klotsend water van de verbaas de Zandkreek." noteerde de PZC-verslaggever In de krant. De volgende dag beleefde Noord-Bevelend de roes van de öpênSfelBng'van dë weg over de Zandkreek- .dam. Vrolijke^ marsmuziek kondigde de "blijde tijdlnge" aan, dat NoorcJ-Bevêland eiland-af was. Voorts werden opgeheven: Veere-Kamperland (1961, een veerdienst voor voetgangers, (brom)fietsers en moto ren) als gevolg van de afsluiting van het Veeree Gat, Katse(veer)-Zierlkzêe (1965), overbodig geworden door de bouw van de Zeelandbrug. Op 3 januari 1972 werd de oergezellige, maar wat ver voerscapaciteit betreft beperkte veerdienst Hoedekene- kerke-Terneuzen uit de vaart genomen. Daar Ie toen nog wel het een en ander over te doen geweest, maar de "acties" voor behoud van dit veer haalden niets uit, al Is vermeldenswaard, dat gedurende korte tijd een parti culiere "pendeldienst" tussen Hoedekenskerke en Ter- neuzen werd onderhouden. Dit dienstje verzandde overi gens al spoedig. Goede herinneringen hebben vele Zeeuwen aan het veer Katseveer-Zierikzee (Luitje tot 1 juni 1958, toen de veer haven "De Va!" te Zierikzee in gebruik werd genomen). Vanaf 19 mei 1961 werd deze dienst over de Oosterschel- de van Katseveer naar Kats verlegd, hetgeen opnieuw een verkorting van de vaartijd betekende. De tocht over de Oosterschelde met de "Koningin Emma" was een hele belevenis, vooral in de tijd, dat vanaf Katse veer naar Het Luitje werd gevaren, een tocht van sen uur, soms zeventig minuten als de elementen weigerden hun medewerking te geven. De "Emma" was een veer boot oude getrouwen hadden het altijd over de spoor boot", overblijfsel uit de tijd, dat een dienst Mlddelburg- Wolphaartsdijk-Kortgene-Katseveer-Zlerikzee werd onder houden waar Iets van oe gezellige, gemoedelijke sfeer van een trekschuit hing. Vertoeven In de ouderwetse kajuit was als een tocht naar een lang vervlogen tijd. Het zou niemand verbaasd hebben als hij bij één van zijn overtochten nooit tegen iemand uit grootvaderstijd zou zijn aangelopen. Dat gevoel kreeg Je door dat "lekkere sfeertje" op de boot, zo verweg van de moderne, jachtige wereld. De kajuit van de "Emma": een oase van rust, waar gedienstige obers op verzoek koffie en snert ser veerden. Een geurige kop erwtensoep met allea-er-op-en- er-aan, zullen velen zich herinneren. Vandaar de (goed bedoelde) naam "snertboot" bij de vaste klanten. Op één van onze overtochten naar het Schouwse hebben we eens een passagier zeven koppen snert naar binnen zien wer ken. HIJ hoefde zich niet eens te hBasten. Dat kon alle maal op de "Emma". Maar het wa3 een absoluut record, wist de dienstdoende ober. Die tijd vol romantiek en nostalgie is voorgoed voorbij. Wat Zeeland thans aan veerdiensten rest is op o'e vingers van één hand te tellen. Snelle, moderne boten, sluiten aan op snelle, moderne verbindingen te land. Aan het snelbuffet kun je snél een kop koffie, erwtensoep of frisdrank bestellen om die al even snel te consumeren. In het hoofdstuk "moderne veren" en daarvan mag je toch spreken als je de situatie met die van de eerste jaren na de tweede wereldoorlog vergelijkt komt het woord romantiek niet meer voor. Alles heeft zo zijn tijd. Zelfs bij de veerdien sten. Wegen per boot Het uiterlijk van Zeeland verandert in de tweede helft van de jaren vijftig Het moderne verkeer neemt hand over hand toe en dat leidt tot opstop pingen Opstoppingen vooral bij es sentiële verkeersschakels de veer- verbindingen over de Westerschel de Die verbindingen worden met schepen onderhouden, sinds vele eeuwen Na de oorlog zijn ze zo goed mogelijk aangepast aan de eisen van de nieuwe tijd, maar de ontwikkelin gen gaan razend snel: de beste op lossing zou een vaste verbinding zijn door of over de Westerschelde, maar zo lang die niet mogelijk is moet men de weg als het ware op een schip overbrengen Zo ontstaan moderne veerboten schepen met een .inge bouwde weg", waardoor het moge lijk wordt het oponthoud tussen bo ven en onder de Westerschelde enigszins te beperken. PZC 11 juni 1958 Vrijdag 13 juni 1958: demonstratie op hef Binnenhof in Den Hoog. Boven. Honoré Joseph Colsen uit Sluiskil, leider van de stri/d van de Zeeuwsvlomin- geni om vrije veren, recentelijk gefotografeerd bij oe 'Prins V/illem-Alexander', die de veerhaven von Perkpolder verlaat. m Een koninklijk schip. Dat was de ervaring van de eerste passagiers, die medio 1958 de eerste overtocht maakten tussen Vlissingen en Breskens met de gloednieuwe veerboot uit de prlnsesseklasse: de "Prinses Beatrix" Dinsdag 10 Juni 1958 werd de "Prinses Beatrix" voor de a Walcherse kust bij Westkapelle overgedragen aan het provinciaal bestuur van Zeeland. Lyrische Journalisten kwamen superlatieven tekort om de kwaliteiten van de vJ J eèrste grote ferryboot op één der Westerscheldeveren te j_ beschrijven. "Het grote rljdek lijkt op een enorme rol- P&v* schaatsbaan of zelfs op een atletiekzaal: de lengte is Vj] ruim honderd meter, zodat men hier de tachtig meter J 'horden zou kunnen lopenwas eén van de enthou- siaste beschrijvingen. En verbazing klinkt door in het kranteverslag over de proefvaart als we na vijftien jaren lezen: "Het is mogeiljk twee auto's tegeiijk te lossen en J te laden, terwijl de snelheid hier wordt bevorderd door een vernuftig systeem van verkeerslichten. "Dat is één aspect van de naoorlogse ontwikkelingen rond de veer diensten in het gebied, dat nog altijd bekend staat als "de Zeeuwse eilanden." Maar tegenover dat ene moment van vreugde over een belangrijke verbetering van de veerdiensten één uit een reeks van vele overigens staan ogenblikken, die onbarmhartig blootleggen, dat de geschiedenis van de veerdiensten en speciaal die over de Westerschelde A.sr éln is.'van .voortdurende' protestenj van dreigende v. jrioties in' de.staten van Zeeland, van Interpellaties In de staten-generaal en van een spontane volksbeweging, uit mondend in demonstraties op het Haagse Binnenhof (1958 en 1971). Slechts drie dagen nadat met zoveel tam-tam de eerste "grote veerboot" was blnnenhaald, trokken honderden demonstrerende Zeeuwsvlamingen naar Den Haag om kracht bij te zetten aan hun eis voor vrije veren. Want sinds het moment, dat een soort stilzwijgende koppeling tot stand was gebracht tussen tariefsverhoging en ver betering van de outillage en accommodatie, smeulde met name in het Zeeuwsvlaamse land het ondergrondse vuur van een nauwelijks te stuiten beweging voor vrije veren. Honoré Joseph Colsen uit Sluiskil, een eenvoudige vee handelaar, gewezen raadslid van Terneuzen, In 1950 be giftigd met de versierselen behorend bij het ridderschap in de Orde van Oranje Nassau, drager ook van een aantal Engelse onderscheidingen vanwege het redden uit de handen van de vijand van enkele piloten, die in vijan delijk gebied waren neergeschoten, deze Honoré Colsen leidde de Zeeuwsvlamingen in hun strijd om vrije veren Bijna 88 jaar is Colsen nu. de vlam van het verzet is In de loop der jaren gedoofd (hij deed al niet meer actief mee aan de vrije-veren-actie van 1971), maar onvermin derd is zijn belangstelling voor het wel en wee rond de Westerscheldeveren. Nog steeds is de hoogbejaarde Col sen het symbool van het Zeeuwsvlaamse verzet tegen de invoering en verhoging van de veertarieven. Op een winderige middag in februari is hij meteen bereid mee te gaan naar Perkpolder om op de van zand en zware Zeeuw se klei totstandgekomen nieuwe deltadijk rond de vernieuw de veerhaven weer en wind ie trotseren, teneinde de fotograaf in de gelegenheid te stellen een foto van hem te maken tegen het decor van de nieuwste aanwinst van de Westersch'eldeveerdiensten-. de dubbeldeksveerboot "Prins Wlllem-Alexander". Een boot nog groter en forser dan de "Beatrix" uit 1958. Vier rijen auto's kunnen tege lijk worden geladen en gelost om over het vernuftige systeem van verkeerslichten op de boot en langs de toe gangswegen tot de boot maar niet te spreken Colsen kan de schoonheid van de ferryboot tegen een achtergrond van donkere stapelwolken bewonderen. "Weet je," zegt hij plotseling, "dat er door de reducties op de bootkaartjes die de Zeeuwsvlamingen kunnen krij gen, ongeveer een miljoen gulden per jaar in het Zeeuws vlaamse land blijft. Eén miljoen gulden, een één met zes nullen. Dat hebben we te danken aan de acties, die wij in de loop der ]aren hebben gevoerd". Als hij, gewapend met zijn onafscheidelijke wandelstok, de pijp als vastge klonken tussen de tanden, de dijk afdaalt, mompelt hij: "Ja, we hebben veel bereikt in die jaren." Om er dan fel aan toe te voegen: "Maar ik vind. dat de veren voor de Zeeuwsvlamingen vrij moeten zijn. Dat is mijn mening en daar blijf ik bij." Vrije veren voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Wat nu een wensdroom is voor de bewoners van dit gebiedsdeel was kort na de oorlog werkelijkheid. In 1945 ging de toen malige Nederlandse regering er toe over vrij vervoer toe te staan op de Westerscheldeveren. De overwegingen waren: "In verband met de noodzakelijkheid de bevolking van Zeeuwsch-Vlaanderen gemakkelijker in contact te brengen met het overige gedeelte van Nederland, heeft de raad van herstel en wederopbouw uit de ministerraad besloten, dat de veren over de Westerschelde door een leder kosteloos moeten kunnen worden gebruikt." Het betekende, dat er voor een overtocht tussen Vlissln- gen-Breskens, Terneuzen-Hoedekenskerke en Krulningen- Perkpolder niet betaald behoefde te worden. Toen gede puteerde staten vervolgens de minister van verkeer en energie op het belang van de zg. noordelijke veren wezen waarvoor In feite dezelfde overwegingen golden kwam er van de kant van "Den Haag" een verfijning: "Van primaire betekenis Is de verbinding met Zeeuws- Vlaanderen dat over de weg slechts via België is te be reiken. De verbindingen over de Westerschelde moeten dientengevolge als een landsbelang worden beschouwd. Om deze reden heeft het rijk goedgevonden, dat deze veerverbindingen kosteloos worden en dat het hierdoor veroorzaakte hogere verlies voor rijksrekening zal komen. De overige door de provincie geëxploiteerde veerdien sten zijn zeker van grote provinciale betekenis, het lands belang is hierbij echter niet in die mate betrokken als bij de drie veren over de Westerschelde". Aldus berichtte de minister van verkeer en energie gedèputeerde staten van Zeeland. Eén vrijbrief derhalvé-voör vrije veren tot iri lengte van dagen? Al in 1949 kwam de aap uit de Haagse mouw. Toen de zaak in de tweede kamer ter sprake werd gebracht, sprak de minister van verkeer en waterstaat over "een bijdrage tot herstel van het door de oorlog zo zwaar getroffen Zeeuwsch-Vlaanderen, derhalve als een maat regel van tijdelijke aard." In 1949 volgde de eerste aan slag op het principe van vrije veren op de Westerschelde: voor eerste-klaspassaglers werd een tarief Ingevoerd, evenals voor auto's. Intussen gaf het vervoersaanbod op de Westerschelde veren een steeds maar groeiende lijn te zien, waarbij evenredig de tekorten groter werden. Zo groot zelfs, dat de tekorten het bedrag te boven ging, dat de regering voor de instandhouding van de Westerscheldeveren beschik baar wilde stellen. Van regeringswege werd dan ook in 1952 een nieuwe poging gedaan de vrijdom van tarieven althans wat daarvan restte ongedaan te maken. Gemor in Zeeland, brieven over en weer tussen Den Haag en Middelburg over de vraag of de exploitatie van de veren al dan niet in handen van het rijk moet komen. Na veel heen en weer gepraat komt Den Haag met deze oplossing: de provincie Zeeland draagt twintig procent in het tekort bij. De zaak kan dan verder bij het oude blijven. Het Haagse voorstel blijkt slecht te vallen in Zeeland. De staten spréken in een motie van 30 juni 1952 hun "diepe verontwaardiging" uit. omdat zij hierin een verdere aantasting zien van de vrijdom van tarieven. Voor gedeputeerde staten van Zeeland een duidelijke indicatie, dat zij niet moeten toegeven bij verdere pogingen de veertarieven aan te passen. Maar er gebeurt toch het een en ander: de gratis tweedeklas voor passagiers wordt, wanneer bestaande boten worden omgebouwd, be- nedendeks gebracht. Gevolg: weinigen voelen er voor in "de donkere catacomben" van de veerboten af te dalen en betalen noodgedwongen hun overtocht Bij een veel te kleine vervoerscapaciteit en een sterk toenemend aanbod met name het gemotoriseerde ver keer begint aan een spectaculaire opmars wordt de behoefte aan nieuwe en grotere veerboten sterk gevoeld, Eind 1953' komt vanuit Zeeland het verzoek voor de bouw van twee nieuwe schepen van elk honderd meter lang voor de veren Krulningen-Perkpolder en Vlissingen- Breskens. De wachttijden In met name drukke perloden lopen soms op tot enkele uren, de druk om de veer diensten uit te breiden Is groot. De "onderhandelingen" met de minister van verkeer en waterstaat verlopen stroef. Pas na iange tijd geeft de minister zijn toestem ming voor het maken van een voorontwerp. Begin 1956 gaat het sein op groen: Zeeland mag één boot bouwen. Om "conjuncturele redenen" weigert de minister toe stemming voor de bouw van een tweede boot In Zeeland voelt men zich met de rug tegen de muur gedrongen. De Zeeuwse kamers van koophandel komen, zij het met grote aarzeling, met het voorstel In te stemmen met "een matig tarief", als de regering tenminste zijn fiat wil geven „Prinses Beatrix" werd overgedragen Zeelands provinciaal bestuur bijlage t.g.v. ingebruikneming 64-zijdige rotatiepers vrijdag 6 april 1973

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1973 | | pagina 53