De Schelphoek: dag vogels, dag bloemen?
Het was ernstig gemeend, dat bericht in de PZC
Jfc van woensdag 1 april 1953:
„De beslissing over de dichting van het Schelphoek-
gat is gevallen! De zgn. singeldijk, welke het gat zal
afsluiten, wordt Jandinwoarts gelegd, zo is in prin-
cipe besloten. De juiste lengte en plaats zijn nog
niet vastgelegd, doch daarover ial zeer binnenkort
worden beslist.
De singeldijk komt waarschijnlijk vlak langs Se-
XJ rooskerke, nétgeen echter niet betekent, dar de
gronden tussen de bestaande zeedijk en de nieuwe
dam worden opgegeven. De bedoeling is namelijk,
dat met het herstel van de vernielde dijk wordt be
gonnen wanneer de singeldijk gereed is en wan
neer aldus de grote stroming is afgesloten. Wel
komt het nieuwe Schelphoekgemaal voorlopig bui
tendijks te liggen, doch de machines zijn inmiddels
Vanzelfsprekend is het bericht over deze Schelp-
hoekdichting vooral in kringen van het waterschap
Schouwen met voldoening ontvangen, want nu zijn
immers de aanvangswerkzaamheden voor de
droogmaking van dit waterschap weer een stapje
verder gekomen. En daarnaar werd bijzonder ver
langd!
Zoals bekend heeft men ook overwogen of een
dijk buitengaats niet beter zou zijn, doch proeven
in het waterloopkundig laboratorium te Delft onder
leiding von prof ir Thijsse hebben aangetoond, dat
ondonks bepaalde voordelen verbonden aan bui
tendijks werken, een afsluiting aan de binnenzijde
van de zeedijk valt te prefereren. De factor klimaat
heeft bij de beslissing eveneens een rol gespeeld,
omdat bij slecht weer buitengaats niet gewerkt kan
worden."
Op 27 augustus bijna zeven maanden nadat het
reusachtige gaf in de Schelphoekdijk was geslagen
werd de ringdam ochfer dit gat met een Phoe-
nixcaisson gesloten. Het Schelphoekgat was het
grootste in het gehele rampgebied. Ongeveer ne
genduizend hectare land zonder binnendijken zo
gen elke vloed weer zo'n 1JO.OOO.OOO kubieke meter
water naar binnen. Het stroomgat werd na verloop
von enkele maanden veertig meter diep en ruim
vijfhonderd meter breed. Het hierboven weerge
geven bericht werd gevolgd door een hele reeks
berichten, verhalen en reportages. De Schelphoek
bleef lange tijd in het nieuws. De beslissing om
eén ringdam aan te leggen betekende hef prijs
geven van 250 hectare land. Het tussen 1 februari
(de rampnacht) en 27 augustus (de afsluiting) ont
stane kreken- en geulenstelsel kwam niet geheel
buitendijks te liggen. De Gemene Geul en de Oude
Geul onder meer hadden uitlopers, die zich tot
achier de ringdam uitstrekten. Ze v.ormden later
de basis van het 73 hectare Staatsnatuurreservaat
,De Schelphoek". Van de plannen om de 250 hec
tare buifengedijkf gebied in te polderen is weinig
terecht gekomen. Tussen de ringdam en de oude
zeedijk bevindt zich thans een belangrijke werk
hoven voor de afsluitingswerkzaamheden' van de
Oosterschelde.
Nadat de beslissing was genomen om het gebied
rond de binnendijkse kreken tot natuurreservaat
te bestemmen viel er letterlijk en figuurlijk een
stilte. Hef ontstaan van een natuurreservaat op een
plaats, waar voorheen landbouw werd bedreven,
was op zichzelf tamelijk uniek. Het herstel na de
ramp nad vrijwel nergens tot gevolg, dat het land
schap werd verfraaid, rijker werd gemaakt. Over
al probeerden de overheden, daarbij gesteund door
de inwoners, na de ramp herverkavelingen door te
voeren. Bochtige wegen werden rechtgetrokken,
kromme straatjes werden afgebroken en vervangen
door keurige saaie nieuwbouwwijkjes. Alles was ge
richt op een zo efficiënt mogelijk gebruik van de
grond. Het besloten karakter van juist de zwaarst
geteisterde dorpen verdween, om plaats te maken
voor planmatig opgezette wijken, die het dorpse
karakter verloren deden gaan. En toch waren de
mensen die zuidwest-Nederland na de ramp heb
ben opgebouwd vervuld van goede bedoelingen.
Zij konden het ook niet helpen dat hef landschap
grotendeels naar de knoppen was. Het herstel
zou anno 1973 wel andere accenten hebben. Op dit
moment zou de aanleg van een natuurreservaat
zoals dat bij de Schelphoek aeen unicum meer zijn.
Toen nog wel. ledereen raakte in de ban van het
Deltaplan. Zeeland zou praktisch definitief tegen
overstromingsrampen worden beveiligd, de dam
men leverden prpchtige wegen op, aie deze pro
vincie uit het isolement zouden halen, de verzilting
kon worden teruggedrongen, eg achter de dammen
zouden prachtige recreatiegebieden ontstaan. Het
was bijna te mooi om waar te zijn. Wie in de vijf
tiger jaren iets durfde te zeggen over mogelijke
bezwaren werd weggehoond. Ze konden dat
stond bij voorbaat vast niet opwegen tegen de
enorm grote voordelen. Zeeland werd opgestoten
in de vaart der volken. Hoe vreselijk de ramp op
zichzelf ook was geweest, hef herstel en het Delta
plan, dat in het verlengde daarvan lag, brachten
Zeeland een nieuwe toekomst.
Pas later is men in brede kring gaan nadenken
over neveneffecten van die nieuwe toekomst. Enkele
maanden na de ramp was er in Yerseke weliswaar
al een comité opgericht om de belangen van de
oester- en mosselkwekers te behartigen in verband
met een mogelijke afsluiting van de zeegaten, maar
dat ging slechts om een zij het belangrijk
groepsbelang.
Hef zou tot halverwege de zestiger jaren duren
voor de mens last kreeg van zijn eigen vuil, van
overbevolking, van technologische ontwikkeling.
Voor Zeeland betekende dat concreet tegenstellin
gen tussen veiligheid en milieu, tussen economisch
belang en het belang van een landschaps-en stede-
schoon, tussen hef belang van zo kort mogelijke
verkeersverbindingen en ae waarde van natuurge
bieden. Er zijn nóg wel een handvol van deze
tegenstellingen te noemen.
De Schelphoek werd een beetje een vergeten hoek
je. Een mooi hoekje, dat wel. En uniek: een zout-
watergebied zonder getijbeweging. Bovendien werd
het na het verstrijken van de meest kwetsbare
fasen toen het werd opengesteld een niet
onbelangrijk recreatiegebied. We laten even de
heer J. W. F. Eckhardt, redacteur van het blad
Sterna van de natuur- en vogelwacht Schouwen-
Duiveland, aan het woord: ,Het grillige verloop
ven de kreekcever, de brede graslanen hierlangs
en de inmiddels hoge bebossing zorgen ervoor,
dat velen er kunnen verblijven zonder hinder van
elkaar te ondervinden". De heer Eckhardt schreef
in een extra-editie van Sterna, dat de heer P. Zorge
van Staatsbosbeheer had verklaard, dat „500 men
sen bijvoorbeeld zozeer in hef gebied worden op
genomen, dat er van drukte geen sprake is".
Die extra-editie van Sterna verscheen in maart van
dit jaar. Het blad geeft een uitvoerig gedocumen
teerd pleidooi voor behoud van het natuurgebied.
Het natuurgebied de Schelphoek heeft zijn ontstaan
rechtstreeks te danken aan de ramp. Diezelfde
februariramp had tot gevolg, dat nu hef Deltapion
wordt uitgevoerd. De zeegaten zijn op de Ooster
schelde na allemaal afgesloten en over de dammen
komt een grote verkeersweg. Tussen de dammen
op de eilanden moet uiteraard ook ruimte worden
vrijgemaakt voor deze Dammenweg. En als nu de
plannen worden uitgevoerd, zoals ze nu op de
kaarten zijn ingetekend, betekent dit ongeveer het
verdwijnen van hef natuurreservaat. In het extra
nummer van Sterna schrijft Frans Beekman: „Het
zijn de grote biologische en landschappelijke waar
den van het Schelphoekgebied die ons als Nafuur-
en Vogelwacht Schouwen-Duiveland dwingen te
blijven protesteren tegen de doorsnijding van dit
landschap door de vierbaans Dammenweg". Hoe
wel planologen op zichzelf ook een afgesloten
Oosterschelde willen handhaven als barrière tussen
het verstedelijkte midden-Zeeland en het landelijke
noord-Zeeland gaf een man als ir. A. Beenhakker,
hoofd van de milieudienst van de Rijks Planologi
sche Dienst,in een lezing toe: „Het lijkt voors
hands nog illusoir om een dam zonder verkeers
verbinding te maken". Het lijkt onmogelijk om op
een dam géén weg aan te leggen.
Toen de minister van verkeer en waterstaat in 1969
het tracé van de Dammenweg over Schouwen vast
stelde protesteerde de natuur- en vogelwacht: „De
natuur- en vogelwacht is van mening, dat door
overstekende en laag overvliegende grotere vogels
vooral tijdens de vorstperioden wanneer hef
krekengebied vrij van ijs blijft, en dus vele vogels
aantrekt ongelukken op de weg kunnen worden
veroorzaakt, en dat onder de vogels veel slacht
offers zullen vallen. Voorgesteld wordt een meer
noordelijk tracé te kiezen, ook al om de in het
Schelphoekgebied rust zoekende recreanten en na
tuurliefhebbers te vrijwaren van een drukkè auto
weg met al z'n hinder". In de toelichting op het
Ontwerp-streekplan werd gesteld, dat de restanten
van het door Staatsbosbeheer aangelegde bos een
aardige stoffering 'van de weg zou vormen..'
In Sterna schrijft Frans Beekman: „Hoe durft men
in feite van compromis te spreken als we weten dat
eenderde deel van het reservaat in ieder geval op
de schop gaat en de rest onder zal gaan in ver
keerslawaai en vervuiling. Vergeet niet dat hier
een hoge weg komt met viaducten zeker van vijf
meter boven het maaiveld en op- en afritten". In
hetzelfde artikel haalt Frans Beekman het „paarse
boek" over de ontwikkeling van zuidwest-Neder-
land aan. In dat boek van de Rijks Planologische
Commissie wordt gevraagd om een .harmonische
integratie van de menselijk activiteiten in het na
tuurlijke gegeven" en over Schouwen-Duiveland:
„Dit gebied zal als open landelijk gebied gehand
haafd moeten worden, waar afwisselend natuur-
belangen, recreatieve functie en agrarische gebruik
domineren". Frans Beekman tekent hierover in
Sterna bij aan: „Men lette op de volgorde en be
denke dat het gaaf om hef enige beboste natuur
gebied met recreatieve functie in de open polder
tussen de Westhoek en Zierikzee!"
„De Schelphoek is als winst bij de herverkaveling
verkregen: samen met erf- en wegbeplantingen
werd hef opgenomen in hef landschapsplan. Met
veel kosten en moeite, onder deskundige leiding,
is het gegroeid tot een aantrekkelijk natuur- en
recreatiegebied", aldus weer Frans Beekman in
zijn pleidooi voor een tracé noordelijk van het
Schelphoekgebied.
Na de februariramp van 1953 volgde hef herstel.
Geen herstel van de oude situatie, maar vooral
een aanpassen aan de eisen des fijds. Na 1953
werd rond de binnendijkse kreken van de Schelp
hoek van de nood een deugd gemaakt. Waar eens
landbouwgrond was ontstond een natuurgebied.
Twintig jaar na de ramp dreigt die winst verloren
te gaan voor een andere eis van de tijd: goede
verkeersverbindingen, 't Is wel sneu dat die Dam
menweg, waarvan de noodzaak planologisch sterk
twijfelachtig is, nu juist dat unieke hoekje kapot
moet maken.
Foto's; het herstel na de ramp leverde een uniek
natuurreservaat op bij de Schelphoek (linies), een
iets minder unieke vierbaansVseg komt er wellicht
voor in de plaats
va-ri
eem
1 februari Noord-Beveland heeft voor het
Een overstromingramp treft zuid- eerst in de geschiedenis leiding
west-Nederland: 1835 mensen water
verliezen het leven, er staat
153.000 hectare land onder wa- 9 maart
ter, op 89 plaatsen zijn de dijken
doorgebroken
8 februari
Nationalé rouwdag
2 maart
Sloedam weer open voor het ver
keer
3 maart
De PZC wordt weer in Vlissingen
gedrukt
21 maart
De bevolking van Krabbendijke
keert op eigen risico naar haar
woonplaats terug
21 april
Het laatste dijkgat bij Bath ge
sloten
21 juni
In een houten noodkerkje wordt
in Ouwerkefk de eerste kerk
dienst sinds de ramp gehouden
24 juli
Het laatste stroomgat bij Krui-
ningen gesloten
27 augustus
De ringdam bij de Schelphoek
gesloten
30 september
Koningin Juliana opent bij Kou-
dekerke de verpleeginrichting
„Der Boede"
9 oktober
Landbouwminister dr S. L'. Mans-
holt installeert de Herverkave
lingscommissie Zeeland
16 oktober
De tweede kamer aanvaardt
zonder hoofdelijke stemming de
Watersnoodwet
7 november
Het laatste dijkgat dat bij
Ouwerkerk wordt afgesloten
•Dit „zwaar tempeest"
Op 1 februari 1953 sloegen zee
en storm toe. In Zuidwest-Neder
land verdronken achttienhonderd
vijfendertig mensen, van wie acht
honderd drieënzeventig in Zee
land, mannen, vrouwen, kinderen.
Het aantal slachtoffers op Schou
wen-Duiveland bedroeg alleen al
vijfhonderd vijfentwintig. In dit
gewest kwamen ruim veertigdui
zend hectare onder water te staan,
tweeënzeventigduizend mensen
werden geëvacueerd in het zuid
westen. In de drooggebleven ge
bieden stroomden öTe eerste da
gen na de ramp honderden en
nog eens honderden vluchtelingen
binnen, verslagen mensen die de
dood in de ogen hadden gezien
en soms apathisch waren van ver
driet over de dood van hun
naaste verwanten. Vaak ook ver
keerden ze in een martelende on
zekerheid over het lot van hun
famitie en vrienden. Verbindingen
waren verbroken en oude ver
trouwde relaties functioneerden
niet meer. In sommige gemeen
schappen kwam het tot gezags-
crises en tot conflicten, er heerste
een sfeer van onzekerheid. Hel
„zwaar tempeest" - zoals in het
Wilhelmus een ramp wordt aan
geduid - werd ervaren als een
bittere verschrikking. Maar on
middellijk was de oude veerkracht
van de mens in. de delta herken
baar: het herstel werd energiek
aangevat. Op 7 november 1953
waren de dijken dicht. „De slagen
aan ons grondgebied en aan onze
welvaart toegebracht, zullen wor
den hersteld, maar de wond in
veler hart is nog open", zei ko
ningin Juliana na de sluiting. Dat
laatste geldt tot vandaag toe.
BESLISSING AFGEKOMEN
SCHELPHOEKGAT WORDT AAN
POLDERZIJDE AFGESLOTEN
t .-del In» "ini:"tn'on"
louw? rt/u» wrd'su tpetOTvoa O» 1 nomtan "ini' «ilimidtjki "ïcrücn to
cdoolVig to oamellJV ï»r m»ï fcm irntuHuiH /taj 1f Wr.necxUd' mr. A-
ifgS^sgiS? Hg «SjjS-ssjMïJi
PZC 1 april 1953
provinciale
zeeuwse
courant
bijlage t.g v ingebruikneming
64 zijdig r L ti-.pen
vrijdag 6 april 1973