1949
Van Waterlandkerkje begint de victorie
w
UW
Het moet op deze pagina gaan over wat zo breed
heet de sociale ontsluiting van het platteland. En In
Zeeland begint op dat punt van Waterlandkerkje
de victorie. Vijftien oktober 1949: in Waterland
kerkje wordt de eerste schooltandverzorgingsdienst
op het Zeeuwse platteland geïnstalleerd. In de
krant van 17 maart staat het zo mooi: ,,De aan
leiding tot de oprichting van deze schooltandartsen
dienst was een lezing van de schoolarts, In Oost
burg gehouden, over de gezondheidstoestand van
de schoolgaande kinderen in Oostburg en waaruit
bleek, dat bij ongeveer zestig procent van deze kin
deren caries werd geconstateerd. ,,Er zijn contac
ten gelegd en werkcommissies ter voorbereiding
gelegd en In het verslag van de Installatie wordt
gezegd „Begonnen wordt met de allerklein
ste schoolkinderen en men heeft de lagere school
van het eenvoudige en vriendelijke dorpje Water-
landkerkje gekozen om daar aan te vangen met de
schooltandverzorging". Er komen, In de loop van
de volgende jaren, meer stichtingen voor school
tandverzorging In Zeeland. In Oost-Zeeuwsch
Vlaanderen. Op de Bevelanden. Op Schouwen-
Dulveland. Op Tholen-St. Phlllpsland als onder
deel van de dienst West-Brabant en drie op Wal
cheren, Middelburg, Vlissingen en het platteland.
Ziekenfondsen, gemeenten, kruisverenigingen, tand
artsen, de Inspectie van de volksgezondheid en
het onderwijs werken erin samen en In de zestiger
jaren verschijnen door bevallige assistentes be
stuurde dental-cars op de Zeeuwse wegen. De
diensten bestrijken vooral de vrijwillig deel
nemende leerlingen van de lagere scholen,
want het aantal in Zeeland gevestigde en beschik
bare tandartsen is te gering om ook nog aan een
kleutertandverzorging te kunnen denken. Het tekort
aan tandartsen Is zegt men bij de inspectie
voor de volksgezondheid een probleem, „het
tekort is relatief groter dan het landelijke gemid
delde." Er stond recentelijk een bericht in de kran
ten. dat het tekort aan tandartsen in Rotterdam re
latief aanzienlijk groter Is dan het landelijk gemid
delde Stad en platteland ze hebben in 1973
meer raakvlakken dan In 1949.
De sociale ontsluiting van het platteland. Negen
tiennegenenveertig. Je kunt er ook een heel andere
kant mee op. Déze: in 1949 was In Zeeland één
van de tien woningen of boerderijen nog niet op
het electriclteltsnet aangesloten. Zestigduizend
panden hadden electriciteit, de bewoners van ruim
achtenvijftighonderd hulzen zaten 's avonds bij een
olielamp en konden bijvoorbeeld niet electrisch
koken. In 1967 zet de PZEM een streep onder het
plan zoveel mogelijk onrendabele percelen aan te
sluiten, het percentage aansluitingen ligt dan op
99,9: ledereen, die de kosten ervoor over had, is
dan op het electrlclteitsnet van de provincie aange
sloten. Nu, in 1973, zijn er nog altijd enkele tien
tallen woningen meestal veraf gelegen boerde
rijtjes die het zonder energie moeten doen.
Schrijnende gevallen voor wie de kosten van
aansluiting te hoog worden, zegt men bij de
PZEM. Maar niettemin: het Zeeuwse platteland is
op dit terrein al ettelijke jaren ontsloten. Meer dan
107.000 woningen en bedrijven zitten „op het net".
Het aantal onrendabele percelen Is te verwaarlo
zen. Het blijkt uit een opmerking in een recente
vergadering van aandeelhouders van de PZEM,
men doet er de suggestie of het mogelijk is de
belangrijkste terreinen van zomerwoningen in de
provincie op het electrlciteitsnet aan te sluiten om
zo mee te helpen het toeristenseizoen te verlen
gen- de behoefte aan. een-sociale ontsluiting-ven-
het platteland is vervangen door de behoefte aan
rendabel te maken ontsluiting van het platteland.
Ziet u nog weieens een schilleboer In de straat?
Sommige dorpen In Zeeland hebben er nog één,
er staat meestal een trèkker voor hun wagen.
Maar de schillen gaan meestal dezelfde weg als
de rest van het huisvuil: de plastic zak in, Van
paard-en-wagen tot plastic zak, van schilleboer tot
reinigingsdienst da's ook een stukje sociale
ontsluiting ven het platteland. Een zorgvuldig ge
pland stukje ontsluiting, want die relnlglngswagen
draait niet losjes de straat In. Er zit een hele orga
nisatie achter. Een nauwkeurig uitgezette route,
vandaag hier en morgen daar en overmorgen ginds.
Een gemeenschappelijke regeling tussen de ge
meenten in een regio. En een systeem van reini
gingsrechten, want service moet worden betaald,
dat spreekt. Er zijn meer van die brokjes sociale
ontsluiting, gemeenschappelijke regelingen voor
bouw- en woningtoezicht, voor samenwerking van
brandweerkorpsen, vleeskeuringsdiensten. Maar
met de reinigingsdienst heeft ledereen vrijwel
wekelijks te maken dienstverlening voigens
een vastomlijnd programma, soepel en efficiënt,
wijzigingen in het schema worden van te voren be
kendgemaakt. Zo'n soepel functionerend apparaat
brengt alleen de persoonlijke service een enkele
keer wat in het gedrang, zoals die man In Grijps-
kerke ondervond want regels zijn regels. Hij
had z'n tuintje gefatsoeneerd en de verwijderde
takken eruit getrokken struikjes in een plastic zak
op de stoep gezet. Maar de mannen van de rei
nigingsdienst lieten z'n zak de volgende dag netjes
op de stoep staan, omdat er in hun Instructie
stond, dat ze in Grijpskerke waren om huisvuil
op te halen. En daar de man een welwillend type
was. brak hij alle takken en struiken In kleine
stukjes en plaatste de zak de week daarop op
nieuw op de stoep. En toen lieten de mannen van
de reinigingsdienst 'em staan, omdat ze in Grijps
kerke waren om grof vuil op te halen. Want dat
krijg je wel regels zijn regels waar geor
ganiseerd aan dienstverlening wordt gedaan.
Ds H. M. Strating, directeur van het provinciaal
kerkcentrum van de Nederlandse Hervormde kerk
in Zeeland: „Natuurlijk is de ontsluiting van het
platteland niet zonder gevolgen voor de kerken
gebleven. Ik weet nog. ik kwam in '46 op Zuid-
Beveland en het volgende jaar maakten we voor
het eerst een reis met de jongellngsvereniging.
Rotterdam en Den Haag. Toen we terugwaren,
kwamen er ouderen bij me vragen: mogen we dat
ook eens een keer. Er waren erbij, die nog nooit
naar Noord-Beveland waren geweest. Wel, die
mensen hebben nu auto's, hun kinderen rijden op
brommers en het licht gaat er 's vands niet meer
om negen uur uit. Maar een simpel gevolg van
die toegenomen mobiliteit en die ontsluiting Is
wel, dat er zondags twee kerkdiensten 's morgens
worden gehouden Inplaats van één 's ochtends
en één 's middags of 's avonds. En de modrene
communicatiemiddelen hebben de mensen geleerd
zelfstandiger te denken, daardoor is een stuk
traditie bezig uit de geloofsbeleving te vallen, ze
wordt meer toegespitst op de inhoud dan op de
vorm. Ik heb het gevoei. dat die ontsluiting in
Zeeland positiever ervaren is dan elders. Neem
de hervormde kerk, er zijn vijf vrouwelijke predi
kanten, dat is procentsgewijs het hoogste aantal
in Nederland. En dan zitten hier een aantal jonge
predikanten die, nou ja. laat ik zeggen, die in hun
uiterlijk en optreden afwijken van hetg angbare
beeld van de predikant. Men accepteert dat ten
volle. De ontsluiting van de laatste jaren impliceert
natuurlijk ook een stuk ontkerstening. Maar men Is
met nieuw elan aan de gang. Je moet meer doen
aan vormingswerk dan aan het oude pastoraat,
maar er zijn gemeenschappen, waar je het span
ningsveld tussen oud en nieuw nog vindt, je kunt
wel jeugdkerkweekends op Hedenesse houden,
maar je moet opk blijven zoeken naar een opzet
waarin zowel Jongeren als ouderen aan hun trek
ken komen. We blijven als kerken de ontwikke
lingen volgen, met de rooms-katholleken zijn we
bezig aan een Industriepastoraat, In drie delen van
Zeeland Is overleg gaande over streekgemeenten,
hetzij vla een regionale, hetzij vla een geestelijke
verbreding met hervormden en gereformeerden.
En dan Is er van de kant van de kerken al Jaren
geleden Ingesprongen op het recreatlewerk. Ik
vind eigenlijk, dat we In die recreatie teveel heb
ben gedaan, dat we instuiven hebben georgani
seerd, die in feite tot het werk van de WV's
horen. En dat vind Ik voor de toekomst In de
recreatiegebieden van veel belang: een kruidenier
e enslager zitting geven In een kerkeraad en als
kerken vertegenwoordigd zijn In de VW's. Het
ligt naar mij mening op de weg van de kerken
om de mensen gemotiveerd vanuit het evan
gelie de weg te wijzen hoe ze goede gastheren
kunnen zijn, hoe de gasten op een christelijke
manier behandeld kunnen worden. En daarnaast:
een Christen in een recreatiegebied zal ook op
zondag present moeten zijn, waarom kan een arts
wel weekenddienst hebben en één van de slagers
of kruideniers In een recreatiedorp niet? De so
ciale ontsluiting Is in de kerken al een heel eind
gevorderd, maar ze zal In de toekomst met een
Grevellngen en een Zeeuwse Meer nog verder
gaan. O ja, nog een verhaal uit '47, toen we met
de ouderen in het dorp op reis gingen. We wan
delen in Den Haag, zonnig weer, de terrassen zit
ten vol mensen. Komt er een wuufje naar me toe
en zegt: „Dominee, werke de mensen 'Ier niet?"
Maar dat hebben we achter de rug."
Ze staan de laatste jaren in een lange rij Zeeuw
se dorpen, en dorpjes, op vaste dagen, op vaste
punten en over het algemeen voor vaste
klanten: bibliobussen. Een initiatief, dat in 1968
door de Provinciale Bibliotheken Centrale werd
genomen en door subsidiërende gemeenten werd
geschraagd om de inwoners van dorpen zónder
vaste bibliotheek toch aan lectuur te helpen. Een
stukje sociaal-culturele ontsluiting van het platte
land eigenlijk. Met de bibliotheek de boer op:
vijfentwintighonderd boeken staan er In de bus tot
de beschikking van de lezers, driemaal zoveel
boeken zijn over het algemeen „onder de mensen"
en de klanten kunnen een beroep doen op het
bezit van bijvoorbeeld de provinciale bibliotheek,
de muziekbibliotheek, het Zeeuws documentatie-
West-Zeeuwsch-Vlaanderen, één voor „Oost",
één voor Vlissingen eri Valkenisse en één'voor
Borsele en Kapelle, dit najaar komen er twee
bussen bij, één ervan ie voor Kapelle want de
bus van Borsele is eens gekwalificeerd als „de
drukst bezochte bibliobus van Nederland." Iedere
bus rijdt van 's maandags tot en met 's vrijdagmid
dag plus twee avonden in de week en doet drie
of vier dorpen per dag, zo'n half uur staantljd per
vijfhonderd Inwoners. De uitleningen in de biblio
bussen tonen, dat op .Beveland de voerkeur be
staat voor oorlogs- en streekromans, dat in
Zeeuw6ch-Vlaanderen „realistische lectuur" hoge
ogen gooit en dat-in Vlissingen de grootste vraag
naar literatuur Is gesitueerd. In 1972 leenden in
de bus van Borsele 2600 mensen bijna 148.000
boeken (romans, studiewerken, jeugdboeken en
jeugdstudieboeken). Ruim 2100 mensen uit Vlis
singen en Valkenisse leenden bijna 124.000 boe
ken. De Oost-Zeeuwsvlaamse bus noteerde 1323
bezoekers, die goed waren voor 71.000 uitleningen
en In West-Zeeuwsch-Vlaanderen haalden 131!
inwoners 82.000'boeken uit de bibliobus.
De sociale ontsluiting van het platteland, stad en
land groeien naar elkaar toe. Een maandagochtend
Ik rijd zoals sinds kort elke maandag m'n
dochtertje (3'/2) een een buurjongetje (2'/j) van
Zoutelande naar Middelburg, naar de peutercrèche.
Ze zitten achterin en de één vertelt de ander
over een kindermiddag, die zaterdag op het dorp
is gehouden als uitvloeisel van. een feestelijk ge
beuren bij de plaatselijke bank. Nee. Bromsnor was
er niet vertelt m'n dochtertje desgevraagd
maar Klukluk was er wel, en Klukluk deed gek. Wat
deed Klukluk dan? Klukluk zong. Ajax wint de
wereldcup. Ze heffen het lied gezamenlijk en in
vereniging luidkeels aan en gaan bij de ruïne van
Hoogelande eendrachtig over op een ander werkje.
Eie, eie, ele, eie, eie, 't stikt hier van de bije
zingen ze en ughe, ughe, ughe, ughe, ughe, 't
stikt hier van de mugge. Ik ken het lied niet, maar
navraag op de krant leert, dat het de tekst is van
een gevierd carnavalswerkje. Toen ik 3Y2 was,
wist ik trouwens ook niet wat een peutercrèche
was en reed ik niet vrijwel dagelijks mee In een
auto. Het platteland is langzamerhand zéér ont
sloten. Hoe sterk stad en land naar elkaar toe
groeien zie je het best bij schemer, als je met
de trein uit de randstad komt. Voor de ramen van
al die stadsflats gloeit dan de beeldbuis op en
als de trein bij Rilland door de Volkertpolder rijdt,
zie je verweg uit een paar huisjes diezelfde
blauwige gloed komen, want het grote oog van
Bussum is overal. Stad en platteland zijn naar
elkaar toegegroeid. De koninginnefeesten op de
dorpen zijn niet meer wat ze geweest zijn. De
verenigingen hebben steeds meer moeite om
bij de jaarlijkse uitvoering een toneelstuk met
eigen leden op de planken te brengen. En let
op over een paar jaar houden ze op Walcheren
geen derde kerst, geen derde pasen en geen
pinkster drie meer.
16 februari
Het zeehospitium 'Zonneveld' te Oost-
kapelle bestaat 40 jaar
30 moarj
Gedeputeerde Staten van Zeeland
hechten hun goedkeuring aan het ont
werp van jhr. mr. T. A. J, W. Schorer
voor een officiële Zeeuwse vlag
30 april
Het carillon van Goes, dat door de
Duitsers was weggehaald maar is te
ruggevonden, is na de restauratie in-
De diesel-elektrische dienst in Zeeland
is door de directie van de Nederlandse
Spoorwegen geopend
20 juli
De commissaris der Koningin in Zee
land legt de eerste steen voor de nieu
we watertoren in Oostburg; in 1944
werd de Oostburgse waterforen door
terugtrekkende Duitse troepen opge
blazen
21 september
De minister van waterstaat deelt mee,
dat op de veren over de Westerschel-
de in het vervolg een matig tarief zal
worden geheven
15 oktober
In de openbare lagere school te Wa
terlandkerkje wordt de eerste school
tandverzorgingsdienst op het platte
land van Zeeland geïnstalleerd
14 november
Voor het eerst na de oorlog loopt een
olietanker de haven van Vlissingen
binnen, met 13.000 ton stookolie, be-
slemd voor het bunkerstation van de
SHV
19 november
Op de werf van de kms 'De Scheide'
wordt de nieuwe veerboot van de
Provinciale' Stoomboot Diensten, de
'Prins Bernhard' te water gelaten
1 december
Een kazerne te Middelburg wordt, ter
gelegenheid van het zilveren jubileum
van de COAK met enige plechtigheid
in gebruik genomen
Vervagende
grenzen
Stad en platteland: sinds de
bouw van de toren van Babel
twee gescheiden werelden.
Maar de grenzen ertussen zijn
in deze technologische tijd
vervaagd. De stad drong en
dringt het platteland binnen,
het platteland verstedelijkt:
via het moderne verkeer, de
wegenbouw, de communi
catiemedia, maar ook in het
voorzieningerjgeil. In dit op
zicht heeft het platteland de
achterstand op de stad in
gelopen. ook in Zeeland. .De
mens van deze tijd is in de
letterlijke zin van het woord
een kosmopoliet geworden",
zegt Harvey Cox, „de gehele
wereld werd zijn eigen stad,
en zijn stad is uitgedijd tot aan
de grenzen van de wereld."
DE SCHOOLTANDVERZORGING
OP HET ZEEUWSE PLATTELAND
Eerste dienst werd geïnstalleerd In Zeeuwscti-Vlaanderen
PZC 16 oktober 1949
provinciale
zeeuwse
courant
bijlage t.g.v. ingebruikneming
64-zijdige rotatiepers
vrijdag 6 april 1973
/fö