1946 Roep om nieuwe bloei 0 ER OP OF ER ONDER! Balans met tekort door - balans worden opgemaakt en er werd J ooit nog een redelijke plaats in het na-oorlogse krijgen? De toekomst voor de Zeeuw in 1946 zag er somber uit: jongeren zouden blijven wegtrekken om zich elders een bestaan op te bouwen, in het gunstigste geval zou wellicht enig toerisme naar de kust komen, vermoedelijk zou de landbouw de voornaamste pijler van de Zeeuwse economie blijven Op die punten begon men zich bezinnen en men begreep Zeeland diende een nieuw beeld van zichzelf te scheppen, het beeld van een provincie, die een bijdrage zou kunnen leveren tot de welvaart van Nederland En dit beeld moest in de discussie met overig Nederland met kracht en overtuiging naar voren worden gebracht Want het was .er op of er onder", het tekort móest worden weggewerkt. In opro«p tot Zttuwjche actie. Voor een beier en welvarender Zeeland. Iind ia 'r, rijk l*r><1 [.endlnpoi <J«nn* ïou 't fivndf#bied ó«r pf/vlr.cla kunnrn uitbreiden, er kan ir.dua'r.» komen, we heb- Vi 4t**r dsfrn te'.jben Immer* hel «Toole water mate belangwekkend. vIaH in da buurt e tile. I wat PZC 16 februori 1944 bijlage t.g v ingebnnknemlng 64-ziidige rotatiepers vrijdag 6 april 1973 "Bloedloos, moe, oud, verward en tenslotte vrijwel doodgeslagen, dat Is zoo ongeveer het beeld van Zeeland." Het Is een zinnetje uit de brochure "Er op of er onder", die in brede kringen de uitwerking van een zware brisant bom had. toen dit boekwerkje van vijfentwin tig paginaatjes in februari 1946 uitkwam. Het v/as bedoeld als "oproep tot Zeeuwsche actie voor een beter en welvarender Zeeland", doch het pakte In de eerste tijd wel even anders uit Stromen van kritiek werden uitgestort over de hoofden van de twee auteurs, jhr. Ir. J. de Ranitz. toen inspecteur voor de volkshuisves ting In Zeeland en Ir. M. de .Vink, directeur van de nog slechts twee jaren tevoren opgerichte Provinciale Planologische Dienst. De Zeeuwse "establishment" uit die dagen was laaiend op de twee jonge academici, die nota bene nog niet uit deze provincie afkomstig waren ook. Hoe v/as het mogelijk dat er zó over Zeeland geschreven kon worden. Vele pennen en nóg meer tongen kwamen In beroering om zich te v/eer te stellen tegen de "nieuwlichterij" van deze twee mannen, die overigens In feite toch alleen maar wilden vertellen dat er In Zeeland Iets moest gebeurèn. Zoals ze in de brochure schrijven: En.tóch. en tóch moet dit laind er, boven op! Het móet weer leeren weten, dat een .mislukte goed bedoelde daad, onderneming of wat dan ook, voor het geluk van zlchzelve en anderen honderdmaal beter is dan geen daad- En Zeeland kan er bovën opl" Ir. De Vink, nu bijna aan het eind van zijn loopbaan als directeur van de P.PD. 1 augustus gaat hij met pensioen moet mild lachend toegeven dat hij alles nu wel wat anders, voorzichtiger geschreven zou hebben. Maar beiden, waren er tóen heilig van over tuigd. dat het hard nodig was om de zaak wakker te schudden. De werkelijke situatie In Zeeland moest klaar en duidelijk worden weer gegeven, zonder er doekjes om te winden. Het ging er om de machine "aan te zwengelen" en daarom hadden jhr. De Ranitz het idee voor de brochure kv/am van hem en ir. De Vink hun verhaal bewust wat prikkelend ge schreven. "Maar het is de moeite waard ge weest", zegt Ir. De Vink nu. Het schokeffect was bereikt en nadali.de eerste-etormpjés "ge luwd waren, begon het getij zich te keren. Steeds meer mensen kregen ook oog voor - het constructieve gedeelte van de brochure. De- belangstelling was gewekt en vooral jonge ren en landbouwers wilden er méér van weten. Zo kregen beide auteurs druk werk om in alle delen van Zeeland hun denkbeelden over de toekomst van deze provincie nader toe te lichten. Groot was de belangstelling voor het in oktober 1946 door het departement Zeeland van de Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel georga niseerde tweedaagse congres over de ontwik kelingsmogelijkheden van deze streek. !r. De Vink, die intussen voorzitter van het departe ment van Nijverheid en Handel was geworden, had enkele prominente deskundigen bereid gevonden een inleiding te houden. Onder hun gehoor vonden zij naast de commissaris der koningin, de gedeputeerden en veie Zeeuwen, ook talrijke nationale figuren. Zo was ook de toenmalige minister van sociale zaken, de heer Drees er speciaal voor naar Middelburg geko men. Deze sprak een openingsrede uit, waarna vier sprekers een inleiding hielden. Ir. C. Staf. toen wnd. directeur-generaal van de landbouw had het over de agrarische zaken, ir. F. Q. den Hollander, directeur van de Ned. Spoorwegen, over verkeers- en vervoersvraagstukken, en drs. G. A. Kohnstamm, chef van de afdeling technische en economische vraagstukken van het departement van economische zaken en dr. P. Schoenmaker, directeur van het centraal in stituut voor industrialisatie over de mogelijk heden en noodzaak van industrialisatie. Twee leerzame dagen, waarop de toekomstmogelijk heden voor deze provincie uitputtend bespro ken werden, zowel in de inleidingen als bij de daarop volgende gedachtenwlsselingen. De vraag van de brochureschrijvers "Er op of er onder" was toen al ten dele door de Zeeu wen beantwoord door hun steeds duidelijker hoorbare positieve reacties. De Zeeuwen had den gekozen voor: "Er opl"; de leeuw In het Zeeuwse wapen mocht niet ten onder gaan, zoals op de omslag van de brochure zo drei gend was uitgebeeld. "Het is de moeite waard geweest", zegt ir. De Vink Dat zullen vele critici van toen, nu zeker willen beamen. Want al kwamen dan die constateringen over de situatie in Zeeland voor sommigen aanvankelijk wat hard over en al leken de aangegeven mogelijkheden om deze provincie uit het slop te helpen, misschien wet al te fantastisch, het is frappant om te zien. hoeveel van de toen gedane suggesties reeds zijn geconcretiseerd. Neem bijvoorbeeld het Dne-eilanden-plan. da! nu alweer twaalf jaar geleden gerealiseerd v/erd. In de brochure bracht ir De Vink dit plan ais een van de meest spectaculaire sug gesties naar voren. De drie eilanden waarvan Walcheren en Zuid-Beveland slechts door de kwetsbare Sloedam met elkaar v/aren verbon den. moesten hecht aaneen gesmeed worden. Opheffing van het isolement werd namelijk In de brochure als een zeer essentiële voorwaar de voor een gezonde ontwikkeling van Zee land gezien Toegegeven, ir. De Vink dacht toen meer aan een echte droogmakerij Jn de Zandkreek, met een landwinst van ongeveer 3000 ha. De vaargeul had dan tot een kanaal uitgebaggerd moeten worden. Met de uitvoering van het Drle-landenplan in het kader van het Deltaplan zijn er echter toch altijd nog een 1000 ha grond gewonnen. En het vllegveld- 1n het Noordsloe is later ook op de plaats ge komen waar de heren het In hun brochure had den aangegeven. Met rond vijftig procent van de Zeeuwse be roepsbevolking In de landbouw, was het niet verwonderlijk dat In de brochure de agrarische sector sterke aandacht kreeg. Als oplossingen werden de inpolderingen van Zuldsloe, Braak man en Saeftlnge bepleit. Al moest ir. De ^/Ink zeven jaar later In een lezing voor het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen reeds con stateren dat Inpolderingen weinig uitkomst ga ven voor dat doel, omdat de winst werd opge heven door verlies als gevolg van wegenaanleg, woningbouw enzovoort, de inmiddels tot stand gekomen Inpolderingen van Zuldsloe en Braak man hebben aan de gehele ontwikkeling van deze streek toch wel een grote bijdrage gele verd. Nóg een paar agrarische puntjes uit de brochure, voor een economisch zo efficiënt mogelijk agrarisch grondgebruik moesten er herverkavellngsplannen komen, er moesten agrarische bestemmingsplannen worden opge steld en er moest meer scholing van agrarische arbeidskrachten en een Intensieve voorlichting in de agrarische bedrijfshulshoudlng plaats vinden. Suggesties die In de afgelopen kwart eeuw vrijwel volledig in daden zijn omgezet. Dan de mogelijkheden op industrieel gebied: "Als industriegebieden leenen zich de streek van de buitenhaven van Vlissingen met dlep- waterbedrljven Een tweede uiterst geschikt gebied ligt In het land van NeuzenDe ha- venpolitiek van Vlissingen worde krachtig ge steund men bouwe een tweede bunker- en Industriehaven Naast de ontwikkeling van de Vlissingsche haven bestede men ook alle aan dacht aan die van Temeuzen "Inderdaad, ook dat Is allemaal vrij aardig uitgekomen", zo stelt ir. De Vink nu vast. HIJ voegt er direct een waarschuwend woord aan toe. Er zijn thans verschillende andere factoren als milieubescherming die de aandacht vragen, doch men zai toch moeten waken voor een teruggang. "Zeeiands mogelijkheden liggen bepaald heel duidelijk op het gebied van het diepe vaarwater, daar zullen we mee moeten werken". Het is verleidelijk om In de brochure te blijven bladeren. Nog een paar opmerkingen van de auteurs onder het hoofdstuk: Structuur. Zij be pleitten daar: samenvoeging van gemeenten, van polders en verder het geheel door de pro vincie opstellen van streekplannen. Heel interessant èn vandaag nog zeer actueel Is de opmerking over een vaste verbinding over deWesterschelde, die er volgens de schijver8 op den duur diende te komen. Zij gingen daarbij uit van een door de toenmalige ingenieur van de prov. waterstaat in Zeeuwsch- Vlaenderen gekoesterd plan om de vaarweg tussen Antwerpen en Temeuzen te verbeteren. Daarbij werd tegelijk gedacht aan de inpolde ring van een aanzienlijk gebied, wat weer be sparing op de kosten van de zeewering zou opleveren. Dit plan dan voorzag In het uitbaggeren van een vaargeul langs de rand van de schorren van Saeftlnge en een voortzetting in westelijke richting door het schiereiland bij Walsoorden door te graven. Over het bestaande vaarwater zou dan een brug of tunnel kunnen komen. Het thans gedachte tracee voor brug en tunnel Is er niet zover vandaan. In de reeds eerder aan gehaalde lezing van ir. De Vink voor het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, op 22 januari 1953, enkele dagen voor de storm ramp welke In velerlei opzicht zo een grote ommekeer In Zeeland zou brengen, gaf de PPD-dlrecteur nog eens zijn visie op de toe komstmogelijkheden. Hij sprak er nogmaals over een veste oeververbinding over de Wes terschelde. Zou een tunnel op den duur toch niet voordeliger zijn, was toen zijn vraag. En hij wees daarbij op de verliezen van de provinciale stoombootdienst, welke reeds in de miljoenen liepen en overeenkomstig zijn verwachtingen, sindsdien nog wel groter zijn geworden. Hij noemde In diezelfde lezing ook de aanleg van een Moerdijkkanaal door Kreekrak en Een dracht (de thans in uitvoering zijnde Schelde- Rljnverblndlng), maar dat was toen volgens het PZC-verslag nog "een toekomstproject om van te duizelen Alleen de Zeelandbrug ontbrak In de conceptie, zoals Jhr. de Ranitz en ir. De Vink zich die hadden gedacht. De Vink nu: "Inderdaad, dat heeft dan onze stout ste verwachtingen overtroffen". Overigen i9 ir. De Vink bescheiden genoeg om zijn profetische gaven te relativeren. "Hel was nu eenmaal mijn vak en niemand had er zich voordien serieus in verdiept. Bovendien was men veelal onwetend van studies -welke elders over allerlei projecten in volle gang^ waren". Als bewijs toont hij ons nog een persoonlijk briefje dat hij van een hoofdinge nieur van de Rijkswaterstaat, dr. Van Veen ontving en dat hij nu "als een relikwie" be waart. Als secretaris van de stormvloedcom missie was deze dr. Van Veen betrokken bij de voorbereidingen van een Deltaplan. Zijn ge dachten had hij op een tekeningetje bij het briefje weergegeven: het huidige deltaplan wijkt er niet veel vanaf. Wanneer dit briefje ver zonden werd? Eind december 19451 In dit ver band nog een feitje: Op 3Ï oktober 1946 hield de droogmaker van Walcheren, ir. P. Ph. Jan sen, bij zijn benoeming tot hoogleraar In Delft zijn inaugurele rede over."Het Drie-Elanden- Plan". Hij had er al eerder een lezing over willen houden, doch dat was hem toen als waterstaatsingenieur niet toegestaan. Waren de auteurs van "Er op of er onder' zulke "nieuwlichters", zoals zij aanvankelijk werden afgeschilderd? Foto's: woar 27 jaar geleden op werd aange drongen: industrialisatie bij Temeuzen, Dow Chemical (boven, foto Adri van Wvngen) en het industriegebied in het Zuid-Sloe (lucht foto Wim Riemens). provinciale zeeuwse courant Het bestuur van de Stichting Hef» stel Zeeland 1945 houdt onder voor zitterschap van de commis#ari# der Koningin, jhr. mr. J. V/. Queries van Ufford zijn installatievergadering. Be sloten wordt de rijksregeling voor vergoeding oorlogsschade Ir. studie te nemen en met de drie andere ge teisterde provincies een actie te voeren om de onbil'ijkheden w de regeling weggenomen te krljgen. Voorzitter8 van de regionale advtee- commleeies worden de heren J. van Dongen, Oostburg. R Gerritsen. Zle- rikzee en J. L. Verhagen, Vllselngen B16 februari Jhr. Ir. J. de Ranitz en ir. M. de Vink geven onder de titel "Er op of er onder" een brochure uit, waarin zij een oproep doen tot Zeeuwse actie voor een beter en welverender Zee land. Tot de voorgestelde plannen behoren o m. het drie-eilanden-plan, inpoldering ven Zuidsioe en Saeftin- ge, vaste oeververbinding tussen Zeeuwach-Vleanderen en het vaste land. 18 februari Bij kb ven 18 februari wordt mr B. Kolff. referendaris bij het havenbe drijf der gemeente Rotterdam, be noemd tot burgemeester van Vlissin gen. 22 februerl De Dienst Droogmaking Walcheren deelt, na een inspectie van o.m. het laatste sluitgat door de directeur- generaal ir. W. J. H. Harmsen. mee dat de dijken definitief dicht zijn. Het gevaar voor een doorbreek btj Rammekena is geweken. De commissaris der koningin In Zee land, Jhr. mr. J, W. Quaries van Ufford viert in tegenwoordigheid van tien ambtegenoten, zijn 25-jartg ambtsjubileum, met een receptie in "de Korenbeurs" te Goee. De vol gende deg maken de tien commfaea- rissen der koningin met hun gsstheer een tocht over het drooggevallen Walcheren. Het detachement der Koninklijke Ma rine te Vlissingen wordt opgeheven. De laatste manschappen verlaten de stad. 8 mei De tijdelijke raad der gemeente Mid delburg hecht 2ijn goedkeuring aan de plannen tot herbouw van het stad huis neer het ontwerp van Ir. A_ van der Steur uit Rotterdam. 2 juli Bij de Kon. Mij. "de Schelde" ie Vllaalngen wordt bouwnummer 214. het casco van het passagiersschip det de gehele oorlog het stadsbeeld heeft beheerst, te water gelaten. Mevr. Wed. E. E. Ruys-van Houten doopt dit vlaggeschip van de Rot terdamse Lloyd met de naam van haar in de bezetting gefusileerda echtgenoot. Willem Ruys Bzn. 4 en 5 juli De Zeeuwse Landbouw Maatschappd viert het honderdjarig bestaan o.m. met een tentoonstelling In Goes, die door minister Mansholt wordt ge opend in tegenwoordigheid van ko ningin Wlihelmlna. De vorstin ontvangt bij deze gelegenheid het eerst# exemplaar van het door dr. P. J. Bouman geschreven gedenkboek. 17 juli De vereniging van burgemeester#, secretarissen en ontvangers tn Zeeuwsch-Vlaanderen richt zich met een ad'es tot de ministe-raad met een pleldoui tot inpoldering van d# Braakman, a's zijnde het eer.ige af doende middel om de'zeer slechte verbindingen tu9schen Oost en West Zeeuwsen-Vlaanderen te ve'be'eren en om voor geheel Zeeuwsch-Vaan- I de'en bete-e verbindingen met overig Nederland te kunnen scheppen". 3 augustus De Engelse generaal Hakewefl Smith onthult op de Oranjedijk te Vlissin gen een gedenksteen ter herinnering aan het feit dat de 52e Lowland Division deer op 1 november 1944 vanuit Breskens landde. 4 en 5 oktober Het departement Zeeland van d# Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel organiseert een tweedaags provin ciaal congres te Middelburg, gewijd aan de ontwikkelingsmogelijkheden ki de toekomst voor Zeeland. 12 oktober Tot burgemeester van Middelburg wordt benoemd jhr. mr. V/. C. Sant berg tot Essenbura. toen nog buw gemeester van Krabbendijka.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1973 | | pagina 41