LGEN ZIJN OP
'HET ZWIN'
ERG ZUINIG
VERTROUWEN IN
ZWINCOMMISSIE
NIET GESCHONDEN
„Nederlands gedeelte slecht beheerd"
IATERDAO 7 APRIL 1973
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
17
j^Tet argusogen hebben Nederlandse en niet minder Belgische natuur
beschermers de laatste maanden de plannen gevolgd van de NV
Het Zeeuwse Land' om achter de duinenrij bij het Nederlandse Zwin
honderden zomerwoningen te bouwen. Nauwelijks had het Sluise ge
meentebestuur een gegadigde gevonden voor de bouw van de vakantie
verblijven die de toen nog zelfstandige gemeente Retranchement al in
1963 opnam in een bestemmingsplan voor de kuststrook, of de negatieve
reacties kwamen los. „Kom niet aan het Zwin" waarschuwden de ge
schrokken vrienden van het reservaat, dat vooral in het aan ongerepte
natuur arme België hoog staat aangeschreven. De Belgen zien nu hun
laatste schorrengebied (125 hectare) bedreigd door de bouwplannen
vlak bij het Nederlandse Zwingedeelte (25 hectare), dat altijd als buffer
heeft gefungeerd tussen de recreatiezone in Nederland en het reservaat
van onze zuiderburen. Het legioen toeristen dat jaarlijks rust zoekt aan
de kuststrook en daaraan de rust van de Zwinvogels opoffert is, ongeacht
de bouwplannen, trouwens toch §en doorn in het oog van mensen die
wel en wee van het Zwin ter harte gaat.
'Het Zeeuwse Landschap' (dat is niet hetzelfde als 'Het Zeeuwse Land'),
heeft als beheerder van het Nederlandse Zwin en dus direct belangheb
bende om die redenen gevraagd om eerherstel voor de internationale
Zwincommissie. In de vijftiger jaren stond die commissie het indammen
van de geul naar het Zwin in rif weg. Natuurbeschermers hopen op een
herhaling van die succesvoile bemiddeling. En al staan enkele leden van
de Zwincommissie nog niet te trappelen om na een rustperiode van meer
dan tien jaar weer rond de tafel te gaan zitten, het ministerie van crm
heeft wel positief gereageerd.
Zonder één vergadering van de commissie is er inmiddels onder druk
van de natuurbeschermers wel al het een en ander gebeurd met de
plannen van 'Het Zeeuwse Land', waartegen ook vaste bezoekers van de
camping 'Zwinhoeve' een krachtig protest lieten horen. Adviescommis
sies die nu in Middelburg het bestemmingsplan onder handen hebben
willen drastisch ingrijpen. Er zou met name een respectabele afstand
tussen de zomerwoningen en de duinenrij ln acht genomen moeten wor
den, het aantal woningen is flink verminderd en ze mogen niet te hoog
worden. Burgemeester mr. H. P. L. van den Beid van Sluis (die ucrhalen
over een bedreiging van het Zwin naar het rijk der fabelen heeft verwe
zen) vertelt dat in ieder geval minder dan 450 vakantiehuizen op basis
van het uit 1963 daterende plan van de grond zullen komen. „Geen com
mentaar" is de enige reactie daarop van directeur J. Lievense van 'Het
Zeeuwse Land'.
Met wat kanttekeningen die de toekomst van hi1 Zwin veilig stellen
zullen gs waarschijnlijk weinig oezwaren meer hebben tegen de plannen.
Gedeputeerde mr. J. F. Q. Schlingemann heeft het plan al een aardige
stimulans voor de bouwactiviteiten in West-Zeeuwsch-Vlaanderen ge
noemd. De kans dat er naast de zomerwoningen een kampeerterrein
komt als vervanging van 'De Zwinhoeve' is overigens vrij groot. Dat is
voor de actiegroep behoud 'Zwinhoeve' een blii geluid, voor de natuur
beschermers reden om op hun qul-vive te blijven.
KNOKKE „Wij, Belgen, moeten de Nederlanders niet al te
gauw op de vingers tikken als het om milieuaantasting gaat",
zegt conservator Guido Burggraeve van het natuurreservaat het
Zwin. De Nederlands-Belgische grens loopt dwars door dat 150
hectare grote paradijs voor vogels en je zou verwachten dat het
niet meer dan een denkbeeldige lijn is. Niets is minder waar.
„Het Nederlandse gedeelte van het Zwin wordt toch niet zo goed
beheerd. De overheid doet er althans weinig aan", vervolgt Burg
graeve, een beetje aarzelend na z'n eerste opmerking, maar er
zijn voldoende feiten om onder die woorden een voor Nederland
'pijnlijk dikke streep te zetten. Het is ook voor leken geen al te
moeilijke opgave om de grenslijn in het gebied terug te vinden,
ook zonder grenspalen. Wordt in het Belgische gedeelte het ka
rakter van het schorrengebied veilig gesteld door jaarlijkse in
grepen het graven van meertjes, die dank zij sluizen het zoute
water lang vasthouden op Nederlands gebied krijgt de verzan
ding steeds meer greep op het Zwin. De 25 hectare aan de Neder
landse kant van de grenslijn leveren daarom een aanzienlijk ar
mere flora en fauna op dan de 125 door onze zuiderburen be
heerde hectaren. Belgische natuurbeschermers vinden dat op
zich nog niet zo erg, maar ze worden wel angstig als ook de
functie van het Nederlandse Zwin als bufferzone tussen het
natuurgebied in België en de recreatiestrook in West-Zeeuwsch-
Vlaanderen in gevaar komt.
Zelfs kampeerders, die al jarenlang
gewoon zijn him tent of caravan
neer ie zetten op de camping 'Zwin
hoeve' bij Retranchement, grijpen
terug op de waarde van het natuur
gebied nu hun vakantiedomein
wordt bedreigd door een plan van
de NV Het Zeeuwse Land' om ach
ter de duinenrij bij het Zwin zomer
woningen te bouwen. Bij Guido
Burggraeve wil dat er niet zo in:
„De recreatie is gewoon een bedrei
ging voor het Zwin, altijd geweest.
Vakantiegangers verpesten veel, nes
ten worden kapotgetrapt, vogels ver
jaagd, plantengroei verstoord en het
landschap ontsierd door tenten en
windschermen.
Ook een kampeerterrein bij het
Zwin kan funest zijn. Wat ons be
treft zou er beter niets zijn, al moet
ik zeggen dat die bebouwing wel een
enorme schaduwvlek is voor het
park. Hopenlijk kan de internationale
Zwincommissie daar een stokje
voor steken".
Men heeft er in België wel begrip
voor dat de aantrekkelijke kust
strook in West-Zeeuwsch-Vlaanderen
tot een zekere toeristenindustrie
heeft geleid. Wat de exploitatie van
de duinenrij aan de kust betreft
meer binnenvaren, maar er kwam
iets anders voor in de plaats. In een
brochure over het natuurgebied
schrijft graaf Lippens: „Doch, waar
de zeelieden zich gedwongen zagen
het Zwin te verlaten, daar kwamen
de ln het wild levende vogels, de
konijnen en de hazen hun tenten
opslaan". Dat ze dat nu nog altijd
kunnen doen is vooral de danken
aan het werk van de 'Compagnie
immobilière Le Zoute', die sinds
1924 alweer onder leiding van
graaf Lippens alles in het werk
stelt om het natuurgebied dat waar
devoller werd naarmate het natuur
lijke milieu elders zwaarder werd
belast, te beschermen. Op het poli
tieke vlak moest vaak druk uitgeoe
fend worden om voor het Zwin
catastrofale plannen te verijdelen.
De aanleg van een weg en een
tramlijn dwars door het gebied kon
zo geschrapt worden van een lijstje
overheidsplannen, waarop in de vijf
tiger jaren vooral een plan van het
waterschap Het Vrije van Sluis' in
TEKST: JAN JANSEN
FOTO'S: DICK FABER
weten de Belgen trouwens zelf ook
van wanten, maar het Zwin is daar
bij tot nu toe altijd ontzien. Belgi
sche natuurbeschermers laten zich
onder aanvoering van graaf Leon
Lippens (oud-burgemeester van
Knokke) dan ook prompt in het
harnas jagen als Nederlandse recrea
tieplannen roet in het eten van de
Zwinvogels dreigen te gooien. „Heel
begrijpelijk" zegt Burggraeve. „Voor
België is dit gebied zeer waardevol.
Het is praktisch het laatste schor
rengebied dat wij kennen. Er broe
den vogels die je op geen enkele
plaats in België meer tegenkomt".
GESCHIEDENIS
De geschiedenis van het Zwin is er
een van een in vroeger eeuwen zeer
drukbevaren zeearm, die eens tot
diep in Vlaanderen doordrong, maar
later door verzanding en inpoldering
steeds minder betekenis kreeg als
scheepvaartroute. Al ruim een eeuw
geleden in 1872 maakte de
aanleg van een internationale dijk
aan de zuidelijke grens van het
huidige Zwin helemaal een einde
aan de bevaarbaarheid. Schepen
kunnen sindsdien het Zwin niet
België voor de nodige opschudding
zorgde. Het waterschapsbestuur
nam zich na de tweede wereldoorlog
voor de geul, waarlangs het Zwin
bij vloed met zout water werd over
stroomd af te sluiten. Alleen dank zij
hevige protesten van vooral Belgi
sche natuurbeschermers werd de
geul een levensader voor het
Zwin opengehouden. Als conces
sie moeten de Belgen de dijk achter
het natuurgebied verstevigen en ver
hogen, maar die prijs betaalden ze'
ZWINLEVEN
„Nederland heeft meer prachtige na
tuurgebieden overgehouden. Wij in
België moeten het doen met het
Zwin. Is het dan niet logisch dat we
er zuinig op zijn", verduidelijkt con
servator Burggraeve. die zich in
dienst van de 'Compagnie immobiliè
re' een brede kennis van flora en
fauna van het Zwin heeft eigen ge-
Het leven in het Zwin typeert het
gebied: regelmatig door zout water
overstroomde schorren, waarin ture
luur, kluut, scholekster, visdiefje
zich prima thuis voelen dank zij een
Een groep kleine
die in België maar zelden
gezien worden, koos in de
afgelopen winter het Zwin
als verblijfplaats. De vogels
zijn erg schuw en hebben
dan ook een rustige over
winteringsplaats nodig.
CONSERVATOR
GUIDO BURGGRAEVE:
recreatie bedreiging voor het
Zwin
weelderige groei van schorreplanten
als lamsoor (de 'zwinneblomme'),
zeekraal, zeeaster, schorrekruid en
Engels slijkgras. Deze vogels en
planten zijn typerend voor het Zwin,
maar allesbehalve de enige. In to
taal zijn in het reservaat al over de
honderd broedende vogelsoorten ge
teld, die in voor- en najaar nog eens
gezelschap krijgen van talrijke trek
vogels, op zoek naar rust en voed
sel.
Opdringerige kokmeeuwen geven bij
een wandeling in hei onbeschermde
gedeelte van het Zwin (ongeveer
drievijfde van de totale oppervlak
te) schreeuwerig blijk van him aan
wezigheid. Andere vogels zijn be
scheidener. „We moeten maatregelen
nemen, anders zouden die brutale
meeuwen alles in beslag nemen. Zo
hebben we bijvoorbeeld ruimte ge
maakt voor het visdiefje door de
vegetatie weg te halen op eilandjes
waar de kokmeeuw broedt en er
schelpjes op te gooien. Dan krijg je
een milieu dat geschikt is voor an
dere soorten. De kolonie visdiefjes
sterk bedreigd door watervervui
ling (ook -n het Zwin spoelt regel
matig olie aan) is zo in enkele
jaren gebracht van 40 op 109 broed-
paren". Guido Burggraeve vertelt
het niet zonder trots. Zo'n baas, de
Compagnie Le Zoute zorgt met
kunstmatige ingrepen jaarlijks
voor zo'n miljoen francs voor
een milieu dat een grote bevolkings
dichtheid in het Zwin gararandeert.
Door het graven van nieuwe meer
tjes, het veranderen van de water
loop. het weghalen van vegetatie en
het aanbrengen van sluizen die het
zoute water kunnen vasthouden ont
staat een schorrengebied, dat genoeg
gevarieerd is om aan veel gasten
onderdak te bieden. De duinenrij
waarin konijnen welig tieren en
weer andere vogels de pijpen maar
wat graag tot nest bombarderen
is aan de noordzijde een markante
begrenzing van het Zwin.
WISSELWERKING
Graaf Lippens vond dat eigenlijk
meer mensen van die unieke plan
ten- en vogelwereld zouden moeten
genieten, maar hij zag aan de ande
re kant de grote gevaren van onbe
perkte recreatiemogelijkheden- Van
uit die gedachten is gewerkt naar ae
ideale situatie van nu:
Het natuurgebied is omheind, maar
een groot deel is vrij toegankelijk
voor publiek. In de beschermde zo
nes kunnen vogels van de meest
uiteenlopende pluimage voor hun na
geslacht zorgen. Aan de rand van
het natuurgebied waar in 1933
een koninklijke villa werd opgeirok
ken richtte Leon Lippens een
recreatiepark in, waarin meer dan
honderd inheemse vogelsoorten in
middels al gewoon zijn geraakt aan
de blikken van enkele honderddui
zenden bezoekers per jaar (350-000
in 1972). Veel Belgische scholieren
kregen er al 'aanschouwelijke' biolo
gielessen en toeristen zoeken rust in
het vogelpark, waar wetenschaps
mensen interessante experimenten
met uit hun natuurlijk milieu ver
dreven vogels op touw hebben gezet.
Klepperende ooievaars vormen
steeds meer paren en grauwe gan
zen hebben zelfs al buiten het na
tuurgebied genesteld, tot diep in
Zeeuwsen-Vlaan deren toe. Op het
ogenblik probeert men om de ook ai
door milieuvervuiling bedreigde aal
scholver in het beschermde Zwin
overlevingskansen te bieden. Wat de
bezoekers van dit vogelparadijs in
de kas van de 'Compagnie' doen
vloeien wordt er weer uitgehaald
om vogels te beschermen. ,x.en fan
tastische wisselwerking", vindt con
servator Burggraeve. „Het is niet te
hopen dat de Nederlandse plannen
zo'n reservaat zullen aantasten".
minder zullen storen. Sinds toeriser.
het eerste reservaat van Het Zeeuw
se Landschap' ontdekten is dat toe
zicht er al, maar het is onvoldoende
gebleken. Over de verzanding van
het Nederlandse Zwingedeelte maakt
drs. Wolff zich niet al teveel zor
gen. zolang de aanvoergeu! maar
diep genoeg blijft. Wel deelt hij cie
ongerustheid van Belgische collega's
over de aantasting van de bufferzo
ne door een al te zware toeristische
druk.
„Als er bij het Zwin zomerwoningen
moeten komen zal dat op een be
hoorlijke afstand van de duinen
moeten gebeuren", vindt de heer
Wolff, die namens 'Het Zeeuwse
Het stormweer van de laatste dagen
heeft het zeewater weer tot ver in
het Zwin opgestuwd.
Landschap' een verzoek richtte aan
liet ministerie van crm om de inter
nationale Zwincommissie in ere te
herstellen. Die ZwincommLwde be
middelde In de vijftiger Jaren met
succes tcien het waterschap de geul
naar het Zwin wilde indammen. De
Zeeuwse natuurbeschermers vinden
dat er nu weer een ta3k is wegge
legd voor de commissie. Crm rea
geerde positief: het eerste succesje
voor de voorvechters van het unieke
Zwin.
SUCCESJE
Als het aan de Zeeuwse natuurbe
schermers ligt, gebeurt dat ook niet.
Drs. W. J. Wolff, secretaris van 'Het
Zeeuwse Landschap' (niet te verwar
ren met 'Het Zeeuwse Land') maakt
duidelijk dat de Belgische belangen
op dit vlak ook die van zijn vereni
ging zijn. Besloten is daarom al om
het toezicht 'in het Zwin te intensive
ren, zodat recreanten de vogels wat
DRS. W. J. WOLFF
Belgische en Nederlandse vrien
den van het Zwin hebben ver
trouwen in de internationale
Zwincommissie. 'Het Zeeuwse
Landschap', beheerder van het
Nederlandse Zwin, gaf daar on
langs blijk van door bij het mi
nisterie van CRM eerherstel voor
de commissie te bepleiten- Direc
te aanleiding tot dit verzoek: de
plannen om achter de duinenrij
bij het Zwin op Nederlands ge
bied zomerwoningen te houwen,
Belgische zowel als Nederlandse
natuurbeschermers verwachten
van die bebouwing een negatieve
uitwerking op het natuurreser
vaat. Ze hebben goede hoop dat
de Zwincommissie de plannen
kan verijdelen of tenminste kan
voorkomen dat de recreanten een
drastische aanslag plegen op de
rust van de Zwinvogels.
Dat optimisme is gemakkelijk te
rechtvaardigen:
De commissie bemiddelde met
succes toen rond 1950 het water
schap Het Vrije van Sluis', de
geul, waarlangs het natuurreser
vaat geregeld moet zout water
wordt gevoed, wil indammen en
tegen de internationale afspra
ken in zelfs daadwerkelijk met
dat werk begon. Als het water
schapsbestuur toen zijn zin had
gekregen, had de doodsteek voor
het Zwin als uniek schorrenge
bied betekend. Het kwam er niet
van. Nederland werd verplicht de
geul weer open te gooien en een
stuk dijk dat al was opgeworpen,
werd tijdens de februaristorm
van 1953 door de elementen ge
slecht.- Later kwamen de buurlan
den via de Zwincommissie over
een, dat de dijk aan de zuidkant
van het Zwin op Deltahoogte zou
worden gebracht en da: Neder
land verder het natuurgebied zo
veel mogelijk ongemoeid zou la
ten. Na een jarenlange periode
van actief onderhandelen dom
melde de internationale commis
sie in. Er was geen aanleiding
meer om rond de tafel te gaan
ziiten, maar de Zwincommissie
bleef officeel wel bestaan. .He:
Zeeuwse Landschap' heef: die
omstandigheid gretig benut om
de commissie nog eens voor he:
karretje te spannen, en ook CRM
voelt wel iets voor eerherstel.
Maar intussen weten enkele leden
van de commissie nauwelijks nog
dat ze lid zijn. Eén van de men
sen die er uit hoofde van zijn
functie zitting in heeft, maar nog
nooit een vergadering heeft mee
gemaakt. is ir. J. Zuurdeeg, hoofd
ingenieur-directeur van rijkswa
terstaat Zeeland. Hij hc-eft er
geen bezwaar tegen om verande
ring te brengen in die situatie.
„Een commissie die nooit bij elk
aar komt kun je beter opheffen.
We moeten in ieder geval eens
praten over de samenstelling en
óe taak van de commissie. At*
wij de recreatieplannen moeten
begeleiden zou het wei nuttig zijn
om ook een planoloog aan de
commissie toe te voegen" Op
het ogenblik ontbreekt die in
breng in de commissie, waarin
bovendien enkele vacatures (door
overlijden i opgevuld zouden moe
ten worclen- Wat ir. Zuurdeeg
betref: mag het. al heeft hij zijn
twijfels over het nut om de
Zwincommissie de recreatieplan
nen te laten beoordelen. „Ik heb
het idee dat in het vooroverleg
aan Nederlandse zijde ook al be
zwaren zijn gerezen tegen de
bouwplannen. Men wil wat wijzi
gingen aanbrengen, die vooral de
zomerwoningen op voldoende af
stand van de óuinerij moeten
houden. Of het ln het voordeel is
van het Zwin als er helemaal niet
gebouwd wordt betwijfel ik. Ook
vakantiegangers van de campings
kunnen de rust in het gebiedver-
storen. dat maakt weinig ver
schil. De vogels hebben wel één J
gelukje: recreanten zijn lui. te lui
om diep in het Zwin te wandelen.
De schade zal wellicht meeval
len", gelooft de heer Zuurdeeg.
De gouverneur van de 3elgische
provincie West-Vlaanderen, 1'
van de internationale Zwincom
missie ridder P. van Outryve g"Y-
öewal.'e stelt voorop dat het
Zwin 'gevrijwaard moet worden'.
..Het natuurreservaat beeft een
bescbermingsgordel nodig. De
bouw var. zomerwoningen doet
daar geen goed aan", laat de
gouverneur weten. Overigens
houdt hij zich in zijn commen
taar een beetje op de vlakte. Het
gerucht dat de Zwincommissie in
ere hersteld zou worden, dat ook
België bereikte 3 voor hem aan
leiding geweest opheldering te
vragen aan de Zeeuwse commis
saris der koningin mr. J. van
Aartsen- Hij wacht nu op ant
woord en neem: officieel nog
geen standpunt in. Een voorzich
tige rear-ie van ridder Van Ou
tryve: „He: is de vraag of dit wel
een taak is voor de Zwineommis-
sie. D:c- is uiteindelijk met een
heel ander doel in het leven ge
roepen".