'REIZENDE VOGEL' HANS FRIEDRICH
(HOECHST HOLLAND) VLIEGT
VOORGOED NAAR HUIS TERUG
FRANKRIJK
EXPLOITEERT
ZIJN
KUNSTSCHATTEN
Twee brieven van de
Nederlandse bisschoppen
DE CHRISTEN EN DE TOEKOMST
[tfERDAG 24 MAART 1973
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
19
fUSSINGEN-OOST - Diplom-inge-
$ur Hans Friedrich (65) is tegelijk
fljitser gebleven en Nederlander ge
erden, maar hij voelt zich Euro-
^an. „Zeven jaar geleden ben ik
Nederland gekomen met de ge
jachte: hoe zullen die Duitse indivi
dualisten hier vallen? Ik heb intus-
jen ontdekt dat de Nederlanders
rog grotere individualisten zijn",
lussen al die individualisten heeft
ia voorzitter van de raad van be
suur van Hoechst Holland NV een
note kring van vrienden gevonden,
ran wie hij op 30 maart in hotel
Britannia' in Vlissingen afscheid
gemt om zich daarna terug te trek-
hn in zijn woning in Kelkheim, aan
rand van het Taunusgebergte bij
ftankfurt. De heer Friedrich sluit
tjn carrière bij een groot chemisch
Bncern af. Hij gaat met pensioen.
jaar september kwam het personeels
kaan 'Hoechst Kontakt' bij de 65ste
srjaardag van de heer Friedrich met een
srra editie- Een acht pagina's omvattende
gtëlatie, waarin zijn persoon, zijn karak-
s, zijn betekenis voor het bedrijf, zijn
lading tegenover het nu 900 man tellende
püsoneel van de fabriek in Vlissingen,
rn eigenaardigheden en zijn hebbelijkhe-
breed werden uitgemeten. Twee direc-
isecretaresses ventileerden in een kolom-
stje onder de titel 'Wij weten' bij dat
iHes nog een paar zeer persoonlijke trek
os van de man naar wie het Sloegebied
k wel "Friedrichshaven* is genoemd. Eén
upenng uit dat rijtje willen we hier
finalen. „Wij weten dat zijn stemming
'sa afhangen van de produktiecijfers...".
SEsschien is de heer Friedrich, de direc-
die steeds zelfdiscipline, doorzettings-
wmogen en een stevige inzet voor het
tedrijf van zichzelf en van zijn medewer-
fis op alle mogelijke posten opeiste,
rèrdaad wel eens overgekomen als een
nn die alleen maar denkt en rekent in
pnuktie- en investeringscijfers. We stap-
nzijn kantoor in Vlissingen-Oost binnen
de ochtend dat Hoechst weer eens in
a nieuws was. Nu met de verklaring van
ié kant van de Vereniging Milieuhygiëne
Island, dat 'de fosfaatslakken, afvalpro-
riten op het. terrein van Hoechst flink
ndioactief zijn". Friedrich zucht maar
is, vooral omdat de verklaring is afge-
pen zonder dat men van de kant van de
Ï1IZ de moeite heeft genomen om even
Htact op te nemen met Hoechst. Hij
-4: „Wat mij zo verbaast en zo hindert
net gebrek aan wederzijds -vertrouwen
sj dit soort dingen. Bent u nu werkelijk
na gedachten dat ik hier rustig op mijn
joel zou zitten als ik wist dat er buiten
:p ons fabrieksterrein een gevaarlijke
rraling heerst?" Meer dan eens heeft de
Friedrich er lucht aan gegeven dat in
- publieke discussie ondernemers en di-
ïcties van bedrijven worden afgeschilderd
is mensen die er in dit soort zaken als
K belang van de volksgezondheid een
teel andere moraal en een heel ander
mntwoordelijkheidsgevoel op na houden
ieder ander.
man van alle Hoechst-ondememingen in
ons land gaat de heer Friedrich met
zijn echtgenote terug naar Duitsland Hij
heeft in die periode in Nederland, de
Nederlandse taal. het Nederlandse denkpa
troon en de Nederlander in zijn omgeving
Ieren kennen mei. een open opstelling,
maar toch op een wat voorzichtige af
stand. Het gesprek met de man die al in
het Sloegebied te vinden was voordat daar
één bouwkeet voor Hoechst was neergezet
begint doorgaans in het Nederlands. Hij
verstaat zijn gesprekspartner uitstekend,
maar gaat van lieverlee zelf liever in het
Duits over om dan plotseling te blijven
steken op een woord, waarvoor hij geen
goede Nederlandse vertaling heeft kunnen
vinden. Dat geldt dan op een gegeven
moment de omschrijving van zijn houding
als Europeaan. „We hebben, ook tegenover
onze vrienden altijd enig 'Rücksicht' geno
men. Ik weet niet precies hoe ik dat
uitleggen moet. We hebben altijd gewacht
tot men over de drempel heen kwam. We
hebben geprobeerd om zoveel mogelijk
rekening te houden met de gevoelens die
iemand ten opzichte van ons had". Hij
filosofeert er even op door: „Rekening
houden met elkaar. Ik geloof dat alleen in
die sfeer afstanden en grenzen kunnen wor
den weggevaagd. Zeeland is rijp voor de
Europese gedachte. Vanouds ligt dat in
een grensgebied natuurlijk wat eenvoudi
ger dan elders Het zou plezierig zijn
wanneer in het algemeen in de verhouding
tussen Belgen en Nederlanders iets meer
wederzijds begrip, iets meer consideratie
zou kunnen doorspelen".
Friedrich de man, die bij Hoechst in
Vlissingen zoveel eerste palen heeft gesla
gen typeert zichzelf graag als een
'reizende vogel'. Dat hij zich daarbij tot
zijn pensionering steeds zeer wel heeft
bevonden dankt hij voor een belangrijk
deel aan zijn vrouw, die hem overal verge
zelde. Zijn beweeglijkheid in de chemische
industrie gaat al terug naar de jaren '30
toen hij achtereenvolgens meewerkte aan
de montage en de produktiestart van mag-
nesiumfabrieken in Engeland en in Noor
wegen. In 1953 kwam hij bij Farbwerke
Hoechst in dienst om al vrij snel daarna te
worden uitgezonden naar een dochteron
derneming in Brazilië. Een echte man voor
de buitendienst was het. Een manager met
groot improvisatietalent, een geboren onder
handelaar. Met die kwaliteiten zette Hoechst
hem op de kale vlakte aan de pas gegra
ven Sloehaven neer. Of liever: die vlakte
had hij zelf als de beste vestigingsplaats
aan de Noordzeekust bij de leiding van
het concern aanbevolen. Niet alleen de
leiding van een groep Nederlandse onder
nemingen beschouwt de heer Friedrich als
de bekroning van sijn loopbaan, maar veel
meer het bewijs dat Vlissingen voor
Hoechst een basisgebied is voor een eco
nomisch aanvaardbare vestiging.
MENSEN
RÜCKSICHT
fó zeven jaar pionieren in Nederland
als sleutelfiguur voor de nieuwe
in Vlissingen-Oost. later als top-
Hoe ziet u de werknemer bij zo'n
mammoetbedrijf als dat van Hoechst?
Friedrich: „Steeds heb ik geprobeerd om
in het bedrijf het menselijk contact op de
voorgrond te stellen. In alle mogelijke
richtingen. Ik ga ervan uit dat 49% van
het succes van een onderneming afhanke-
ijk is van het antwoord op de vraag of je
werkelijk gekwalificeerde, vertrouwde me
dewerkers hebt, maar 51 procent is afhan
kelijk van intermenselijke factoren. En dat
is dan wederzijds. De mensen die bij een
bedrijf als het onze werken moeten ook
het gevoel hebben dat ze op de onderne
ming kunnen dicht varen".
Er wordt nogal eens getwijfeld aan
het werkelijk nut van een basisinditstrie
voor de streek, ivanneer nadelen en
voordelen tegenover elkaar worden ge
zet.
Friedrich: „Vraag eens aan de zwijgende
meerderheid wat zij denkt van de industri
alisatie. Vraag het eens aan de midden
stand op Walcheren en Beveland. Om nu
gewoon even een bedragje te pikken: in
1973 laat Hoechst hier 61,2 miljoen in de
streek achter. Aan salarissen, aan huur,
aan transport, aan reparaties enzovoorts.
Wanneer dat van de ene op de andere dag
zou wegvallen, zou menigeen misschien
toch maar even raar staan kijken. Ik ben
ervan overtuigd dat het effect verder zal
doorzetten. Dat zijn toch wel dingen om
je even goed te realiseren als je praat
over of als je twijfelt aan basisindustrie".
Hoe ziet u de toekomstige ontwikke
ling van Hoechst in Vlissingen? Er ligt
hier dik 300 hectares voor het bedrijf
beschikbaar, maar daarvan is op het
ogenblik slechts een vijfde deel bezet.
Friedrich: „We hebben nu alles bij elkaar
in de vestiging Vlissingen een bedrag van
zo'n 450 miljoen geïnvesteerd, zonder
grondaankopen. Op het moment is de
investeringshausse een beetje ingezakt.
Kijk maar eens naar de situatie in Rijn
mond Toch ben ik ervan overtuigd dat de
situatie in West-Duitsland bij Hoechst en
bij Knapsack ons dwingen om hier in
Vlissingen-Oost fabrieken te bouwen, waar
aan wij nu nog niet denken".
GROOT C0MP1EX
Zonder dat hij daarbij praat over concrete
plannen want die zijn er nog niet
ziet de heer Friedrich in de toekomst een
gevarieerd chemisch complex van Hoechst
Holland NV in het Sloegebied voor zich.
Een modern en bijzonder efficiënt opgezet
geheel waarin naast de drie fosforovens
en de fabriek voor trevira-grondstoffen
ook bjjvooroeeid larrnaceuus-cne proöuk-
ten en verfstoffen zijn opgenomen Zo'n
complex is overigens niet alleen afhanke
lijk van de bedrijfseconomische gang van
zaken bij het grote Duitse chemische con
cern, van de situatie op de markt van
chemische produkten voor de heer
Friedrich zitten er ook twee duidelijk
Zeeuwse aspecten aan de hele toekomstige
ontwikkeling.
Hij wil die zo vlak voor zijn vertrek uit
Vlissingen nog wel even kwijt: „Een vaste
oeververbinding Westerschelde hebben wij
bij Hoechst ook hard nodig voor ons
bedrijf. Het is onze enige mogelijkheid om
de Zeeuws-Vlaamse arbeidsmarkt te berei
ken. En wij zouden niets liever doen dan
mensen uit oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen
aantrekken. Tenslotte moeten we er toch
van uitgaan dat we in ieder geval de basis
van ons personeelsbestand uit Zeeland
moeten zien te krijgen. Nu en vooral in de
toekomst".
'Reizende vogel' Hans Friedrich en zijn
echtgenote sluiten de Zeeuwse periode in
hun leven af. Ze vestigen zich in een dorp
op acht kilometer afstand van het immen
se bedrijf van Farbwerke Hoechst in
Frangfurt. Met uitzicht op de Jahrhundert-
halle, het opvallende culturele centrum
van het concern, ter gelegenheid van het
eeuwfeest gebouwd. Veel heeft de heer
Friedrich met de opzet van dit centrum te
maken gehad. Hij komt, er nu weer in de
buurt. Of hij nog van plan is contacten
met Zeeland te onderhouden? Friedrich:
„Ik hoop dat mijn huis in Kelkheim een
pleisterplaats wordt voor veel van mijn
vrienden als ze op vakantie naar het
zuiden trekken. De ontmoeting met men
sen. die steeds met je optrokken in je
actieve periode is de mooiste herinnering
die je daaraan later kunt overhouden"
KEES VAN DER MAAS
(Van onze correspondent)
PARIJS Niet alleen voor de win-
rt, maar ook voor het zomer-
R toerisme is Frankrijk sedert eni-
tijd hard bezig zijn voornaamste
wncurrenten zoals Spanje, Italië,
Zwitserland en Oostenrijk naar de
Rrgulde kroon te steken. Zo heeft
ür-France zojuist een contract afge-
ten met de welbekende Club Me-
öiterannee een der machtigste
Schamen ter wereld op het gebied
Rn de vakantieindustrie om te-
amen Frankrijk als toeristenland
2 den vreemde en vooral in Ameri
ka en Japan te verkopen. Men mikt
ÏJ op een jaarlijkse toeloop alleen
Ri uit die twee laatste landen van
M.000 mensen voor wie ten be
drage van rond 1.000 gulden per
Wek, uit en thuis al diverse pro
gramma's zijn ontworpen.
Ds Franse toeristenbonzen zijn nu ook
de conclusie gekomen dat Paris by
=3ht door de geleidelijke bevrijding van
&os tot in de verste achterhoeken ter
preld, zo zoetjesaan als exclusieve vreem-
ceiingenmagneet aan kracht heeft inge
st En daarom willen ze nu ook nog uit
paar andere vaatjes gaan tappen, die
3-nen dragen als: Frankrijk en de zee.
Frankrijk van Molière. Frankrijks le-
Sadarische vrouwen uit de geschiedenis
de bedevaartsoorden der religie.
Cultureel toerisme
Vla diezelfde gedachtengang heeft de
sogste baas van het commissariaat van
Franse toerisme, Jean-Pierre Dannaud,
Een inventarisatie waarbij zeker geen
lage maatstaven werden aangelegd, heeft
nu een lijst van 94 Bourgondische kastelen
opgeleverd, die komende maanden voor
het belangstellende publiek geopend zullen
worden. Ze zijn tussen Parijs en Lyon
gelegen en om die in vergetelheid geraakte
monumenten als de kastelen van Bazo-
ches of Chevrenon in de Nièvre, Bontin in
de Yonne of Vantoux in de Cote d'Or
te bereiken, behoeft men de autosnelwegen
maar even te veriaten.
De ontdekking van die kastelen van
Bourgondië is intussen nog maar een eer
ste stap, en zo zal in 1974 de verkenning
van Auvergne op de agenda worden ge
schreven. Die bezoeken kunnen zowel indi
vidueel als met georganiseerde reisgezel
schappen worden afgelegd. Het is de be
doeling in heel Frankrijk speciale ver
keersbord} es te planten, die de beziens
waardigheden zullen signaleren. Gelijktij
dig wil men ook pogen de programma's
der vele kunstfestivals qua opzet en data
wat beter op elkander af te stemmen.
Zwakke punt
onlangs in de middeleeuwse abdij van
Fontenay in Bourgondië een ronde tafel
conferentie georganiseerd en geleid, waar
van het centrale thema luidde: het culture
le toerisme.
Gebleken is inderdaad dat vele buiten
landers bij het ontwerpen van hun vakan
tieplannen zich wel graag een duidelijk
doelwit voor ogen zien gesteld. Frankrijk
heeft op het stuk van gevarieerd natuur
schoon zowel als van oudheden en kunst
schatten niet weinig te bieden, maar de
exploratie en de exploitatie van al die
rijkdommen hebben tot dusver nog wel
eens iets te wensen overgelaten. Iedereen
die cultureel een beetje mee wil kunnen
spreken kent bij name, zo niet de visu,
natuurlijk de kastelen van de Loire. Maar
wie heeft ooit de kastelen van Bourgondië
verkend en bezocht?
Het zwakke punt van Frankrijk als
toeristenland blijft nog altijd hei logies
met een soms wat achterhaald comfcrt en
een sanitair dat eveneens in vorige eeuwen
is blijven steken, en waartegen de supe
rieure Franse keuken het voor vele buiten
landers toch nog af moet leggen. Ook die
achterstand hoopt monsieur Dannaud nu
zo snel mogelijk in te kunnen lopen,
doordat de regering de modernisatie van
de hotels voor 60 procent wil financieren.
En bovendien is het voornemen zo vee!
mogelijk Franse families in te schakelen,
die zich bereid tonen vreemdelingen als
betalende gasten onderdak te bieden.
Het culturele toerisme gaat van de
grondgedachte uit dat Frankrijk als baker
mat van de Westerse cultuur en bescha
ving nog neei wat ongebruikte pijlen op
de boog heeft. Pijlen die men in het
komende seizoen met succes in de richting
van het buitenland af denkt te zullen
schieten.
De roomvkatliollrkc bisschoppen hebben
bet nlel gemakkelijk- I)at hebben ur gr-
me«*n niet het opperhoofd van hun kerk
die moet laveren tussen de aloude traditie
en datgene wat zich in deze tijd als
noodzakelijke vernieuwing aandient. De
bisschoppen in bet algemeen en zeker die
In ons land. zitten met het probleem dat
zij andere geloofogemcenschapprn dan de
hunne als kerken willen erkennen. Het
tweede Vaticaans concilie heeft daartoe
officieel de weg geopend en In ons land
hebben de bisschorijM-n getracht van de
geboden gelegenheid gebruik te makrn.
liet pastoraal concilie in Noordwijkerhout
hebben zij dan ook niet alleen willen zien
als een zaak zuiver van bun kerk alleen.
Zowel bij de voorbereiding als op dit
concilie /elf zijn de andere kerken er bi|
betrokken. Men van de protestantse gede
legeerden vertelde ine eens hoezeer het
advies van de andere krrken hij de voor
bereiding ernstig was genomen en wan
neer op het concilie een van hen namens
de vertegenwoordigers van de andere ker
ken sprak, was het duidelijk dat er geluis
terd werd, Dan was het stiller dan stil,
zoals Je dat ook kunt meemaken in een
kerkdienst wanneer leks wordt gezegd
waarbij heel de gemeente zich ten diepste
In trokken weet. Op het pastoraal overleg
In Januari van dit jaar hebben wc dat zo
niet weer meegemaakt.
De bisschoppen In ons land hebben daar
naast ook telkens weer uitgesproken hun
verbondenheid aan de wereldkerk en aan
de H. Vader in Rome. Dit bindt hen, zowel
in hun woorden als in hun daden en dat
geeft moeilijkheden. We kunnen denken
aan het verplichte celibaat voor priesters,
welke kwestie er nog altijd ligt', sinds de
bisschoppen zich hebben uitgesproken na
voorgaand advies van het pastoraal conci
lie. nu ruim drie jaar geleden- Zij hebben
deze kwestie in Rome aanhangig gemaakt,
en sindsdien weten ze dat hun houding
niet in alle opzichten met dank is aan
vaard, Over de nieuwe catechismus hoor je
tegenwoordig niet meer. maar de zaak van
cie OMO-cursus voor het catechetisch on
derricht op de middelbare scholen in het
zuiden van ons land, ligt er nog altijd.
Over de bisschopsbenoemingen behoeven
we niets te zeggen. De verbondenheid aan
de wereldkerk is niet altijd een gemakke
lijke zaak. Daar komt nog bij dat de
bisschoppen, zoals iedere synode in hun
respectievelijke kerk, te maken kregen
met de uiteenlopende gedachten van voor-
uitstrevenden en verontrusten. In ieder ge
val wilden ze de eenheid van hun kerkpro
vincie bewaren. Gezien het feit dat dit ook
binnen hun college niet meer zo gemakke
lijk is. komen ze tot een wikken en wegen
wanneer ze menen dat er iets gezegd moet
worden. Dit kan meebrengen, dat men in
de andere kerken hun woorden soms met
instemming begroet, maar soms ook dat
hun woord als een onbegrepen klank voor
hen verklinkt. Van beide hebben we dit
jaar een voorbeeld beleefd.
Om met het laatste te beginnen: ln januari
heeft het Nederlandse bisschoppencollege
een schrijven doen uitgaan aan alle pasto
res. Daarin spraken zij zich uit over de z.g.n.
'open communie'. Lidmaten van andere
kerken, die in hun kerk hef recht hebben
deel te nemen aan het avondmaal, mogen
in de r-k eredienst deelnemen aan de
viering van de eucharistie. Dit is, althans
in sommige plaatsen en streken van ons
land. een tamelijk gebruikelijke zaak ge
worden. zoals men in protestantse kerken
daar tegenover een 'open avondmaal' kent.
Hoe men er ook verder over moge denken,
deze vieringen zijn in ieder geval tekenen
dat men zich aan weerskanten als christe
nen a?n elkaar verbonden gevoelt- Men
doet dit om daarmee tot uiting te laten
komen dat men zich dichter bij elkaar
weet Ln dit sacrament. Wie de vroegere
verhouding gekend heeft toen iedere kerk
een eigen ghetto vormde en dit vooral tot
uiting kwam in de viering van avondmaal-
eucharistie, kon dit niet anders zien dan
als een vooruitgang. Het sacrament dat
een verenigingspunt had moeten zijn ron
dom Christus, was geworden tot het grote
scheidingspunt en het' was een verademing
toen hierin wat verademing kwam. Nu
heeft de paus vermanende woorden laten
horen over de toelating van niet-rooms-
katholieken tot de viering van de eucharis
tie- Het kwam er op neer dat deze in
ieder geval met de leer van zijn kerk over
de eucharistie volledig moesten kunnen
instemmen. Het komt ons voor dat de
Nederlandse bisschoppen zich in hun
schrijven aan de pastores, zij het op enige
afstand, hebben willen aansluiten bij het
woord dat in Rome geklonken heeft. Zo
schrijven zij: „En hoezeer wij onze zus
ters en broeders van andere christelijke
kerken waarderen en respecteren, hoezeer
wij hun deelname aan onze eucharistievie
ring als werkdadig teken van eenheid
wensen, voor ons blijft de vraag, in hoe
verre wij dit kunnen aanvaarden, zonder
tekort te doen aan de bedoelingen van de
Heer".
Natuurlijk zal de vraag naar boven komen:
is er dan geen onderscheid meer tussen
mis en avondmaal? Het concilie van Tren-
te in de 16e eeuw en de Heidelbergse
catechismus uit diezelfde tijd, zullen weer
r de dag
1 gehaaid
op wijzen dat ook in ae ra-vi vim r.erKen
in on* land deze kwestie met zo maar 1*
opgelost Dit is waar. Toch moeten we
niet voorbijgaan aan het feit dat er .sinds
dien een hele ontwikkeling is geweest en
dat deze Juist op het punt van de sacramen
ten een theologische 'oespluing heeft ge
kregen Er ls een akkoord over de doop
en over de huwelijksbevestiging. Men is
bezig met hef sacrament van avondmaal»
eucharistie. De betekenis van dit sacra--
ment is allerminst vervlakt wanneer m«-n
het ziet als sacrament van de eenheid
rondom Christus. Man heeft de tegenstel
lingen gezocht ln de protestantse kerken
tegenover Rome. Dit vooral, hoewel do
protestantse kerken het onderling ook niet
eens waren. Is men er zo zeker van dat ln
één van de protestantse kerken dit sacra
ment door allen op dezelfde wijze wordt
gezien en beleefd? Wanneer de vraag
wordt gesteld wat dit sacrament voor hen
die er aan deelnomen betekent, dan zullen
er geen gelijkluidende antwoorden komen.
Dit zelfs niet in één gemeente Wat' men er
ook van zegt, hot blijft altijd slechts een
poging om Iets te zeggen van wat eigenlijk
onzegbaar ls. Je kunt protestanten tegen
komen die doen alsof zij in Gods raad
hebben g'-ze'.-n. Zij schijnen precies te
weten wat Gods bedoekrig Is Van hen
hebben we altijd enige afstand genomen,
met hoeveel beslistheid zs; ook spraken en
zo zullen we ook maar enige afstand
nemen van het woord van de bisschoppen
wanneer zij het hebben over „de bedoelin
gen van de Heer". Hot andore schrijven
van de Nederlandse bisschoppen bobben
we met alle instemming gelezen. We be
doelen de bisschoppelijke vastenbrief die
dit jaar ls uitgekomen onder de trek
„welvaart, verantwoordelijkheid, versobe
ring". Het komt ons voor dat deze brief
ook in andere kerken van ons land volop
weerklank zal vinden omdat hij een punt
aanraakt waarmee wij allemaal te maken
hebben- Die brief heeft ook niet het op
schrift 'beminde gelovigen', zoals dat vroe
ger gebruikelijk was. Hij valt bij oris zo
maar Ineens met de deur in huis. Het
maakt alles cie indruk dat de bisschoppen
deze brief hebben geschreven voor. na
mens, tot 'de kerken', zoals zij op de
eerste bladzijde verschillende malen wor
den aangeduid. Het zou ons niet verbazen
wanneer dit schrijven, eer dat het uitging,
aan vertegenwoordigers van andere kerken
ter beoordeling is voorgelegd. Het is een
goede vastenklank en wat we reeds meer
hebben opgemerkt., komt ook nu weer bij
ons op. Zou het nl. niet mogelijk zijn dat
een vastenactie in deze trant door andere
kerken werd overgenomen? Vroeger kende
men in de R. K. Kerk een 'vastenwet'. Die
werd opgelegd en wie een oude moraalthe
ologie naslaat, kan zien welk een plaata
dat- vasten met al z'.n dagen en bepalingen
in deze kerk innam. Dat is nu verleden
tijd geworden. Deze brief ts 'uitdrukkelijk
bedoeld als een bijdrage tn het gesprek
over versobering en consumptiemaatschap
pij, dat al langer door christenen en niet-
christenen wordt gevoerd". Die brief wil
een algemeen gesprek, een discussie op
gang brengen in een tijd waarin de wel
vaartsstaat hoog gewaardeerd staat» en we
daarentegen voort leven met het bange
gevoel of we zo toch wel ln de rechte
koers liggen en of het zo maar al kan
voortduren. In een drietal hoofdstukken
vinden we heel wat stof bijeen die heft
overdenken waard is. Het eerste hoofdstuk
gaat over: „versobering en consumptie
maatschappij". De vraag kan niet meer
ontgaan worden of wij ons „geen breidel
moeten vormen op de neiging tot produto
tie zonder meer en ons geen beperkingen
moeten opleggen in ons streven naar meer
consumptie, naar meer comfort". Proble
men van achtergebleven groepen ln eigea
samenleving, van gastarbeiders en ontwik
kelingslanden komen hier o. a. ter sprake,
Het tweede hoofdstuk heet: „De Bijbel
over welvaart en samenleving". Zulk een
kapittel zocht je vroeger tevergeefs in zulk
een vastenbrief, ook al stonden er dan wel
texten in. In het derde en laatste hoofd
stuk vinden we de toepassing als in een
ouderwetse preek: ..Een betere maatschap-
pij?" „Als christenen hebben we niet het
recht ons berustend neer te leggen bij het
feitelijke ontwikkelingsproces van onze
maatschappij, ais zou öi: zich fataal, als
een noodlot, aan ons voltrekken. De evan
gelische oproep tot 'innerlijke omkeeri
en dat is toch op enigerlei wijze tot
weerstand bieden verdraagt geen berus
ting en geldt nu nog. Misschien is het wel
een van de meest kostbare impulsen die
van de christelijke levensin'.erpretatie kan
uitgaan." Er zal een 'men'-aliteitshervor-
ming" moeten plaatsvinden. Wij met onze
rijkdom zullen het 'delen' moeten leren op
de wijze zoals de kerkvader Ambrosius
het reeds schreef in de 4e eeuw: „Wanneer
u aan de arme geeft, geeft u niet van üw
bezit, maar van het zijne." Alles met
elkaar is deze vastenbrief een goed en
behartenswaardig woord.
Wij mensen trekken dik
wijls een wissel op de
toekomst, in allerlei vor
men. Emigranten verlaten
huis en familie en ver
trouwde omgeving. Waar
om? Omdat ze hopen op
een nieuw, een beter, een
rianter bestaan voor zich
zelf en voor hun kinderen.
En daarvoor duiken ze in
het onbekende, gaan ze een
waagstuk aan. En hoeveel
mensen verlaten tegen
woordig niet hun geboorte
streek. omdat elders werk,
verdienste, geld, een toe
komst wacht?
Eer. oude volkswijsheid
zegt: Hoop doet leven'.
Wat kan een mens niet
aan. wat kan hij niet door
staan. wat kan hij zich niet
ontzeggen, als er maar
hoop gloort, als de belofte
van beter, van mooier zich
reëel aan hem voordoet!
Wat waar is in het gewone
leven van alledag en voor
wat vaak wel in hei mate
riële vlak ligt. dat is even
goed waar, als het gaat
over geestelijke zaken, op
godsdienstig terrein. Eigen
lijk zijn christenen in hoge
mate van die mensen die
een wissel trekken op de
toekomst. Want een chris
ten die vervuld is van God
en Jezus Christus, blijft ge
loven en hopen. Hij gelooft
in een belofte. Hij hoopt
op de vervulling.
Abraham wordt beschouwd
als de vader van alle gelo
vigen. Hij vertrouwde op
Gods belofte: dat zijn nage
slacht talrijk zou zijn. dat
hij een nieuw land zou
krijgen. En in dat vertrou
wen brak hij met zijn ver.
leden, met zijn omgeving,
met zijn familie, mei alle
banden, en hij begaf zich
op weg in het onbekende.
In Jezus Christus heeft
God ook aan ons grootse
dingen beloofd: een wereld
van rechtvaardigheid, van
vrede, van onderlinge lief
de. van geluk.
Jezus Christus heeft ons
dat uitzicht geboden. Hij
streed zelf tegen ziekte, g
brek. liefdeloosheid en
haat. discriminatie- Maat
Hij toonde ons in zijn op
treden ook de juiste wegt
een standvastig, conse-
quent vasthouden aan de
wil van Zijn Vader, cie
Hem geroepen had om
dienstbaar te zijn, zichzelf
weg te cijferen en hele
maal voor anderen te zijn.
Geloven in een betere w&
reld, hopen op een nieuws
aarde, dat is christelijk. Je
zelf afvragen: leef ik zó,
dat door mij dis nieuwe
wereld en die nieuwe aarde
dichterbij komt. ook dat is
christelijk En jezelf af
vragen: wat heb ik ervoor
over. niet dat k beter
word. maar dat de mens
heid beter wordt. Durf ik
ets te doen als Abraham,
ïls Jezus Christus, om
kods koninkrijk op aarde
iichterbïj te brengen, om
Ie werken aan de vervul
ling van Gods beloften?-
J. Bierkens, Hansweeri,