'REIZENDE VOGEL' HANS FRIEDRICH (HOECHST HOLLAND) VLIEGT VOORGOED NAAR HUIS TERUG FRANKRIJK EXPLOITEERT ZIJN KUNSTSCHATTEN Twee brieven van de Nederlandse bisschoppen DE CHRISTEN EN DE TOEKOMST [tfERDAG 24 MAART 1973 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 19 fUSSINGEN-OOST - Diplom-inge- $ur Hans Friedrich (65) is tegelijk fljitser gebleven en Nederlander ge erden, maar hij voelt zich Euro- ^an. „Zeven jaar geleden ben ik Nederland gekomen met de ge jachte: hoe zullen die Duitse indivi dualisten hier vallen? Ik heb intus- jen ontdekt dat de Nederlanders rog grotere individualisten zijn", lussen al die individualisten heeft ia voorzitter van de raad van be suur van Hoechst Holland NV een note kring van vrienden gevonden, ran wie hij op 30 maart in hotel Britannia' in Vlissingen afscheid gemt om zich daarna terug te trek- hn in zijn woning in Kelkheim, aan rand van het Taunusgebergte bij ftankfurt. De heer Friedrich sluit tjn carrière bij een groot chemisch Bncern af. Hij gaat met pensioen. jaar september kwam het personeels kaan 'Hoechst Kontakt' bij de 65ste srjaardag van de heer Friedrich met een srra editie- Een acht pagina's omvattende gtëlatie, waarin zijn persoon, zijn karak- s, zijn betekenis voor het bedrijf, zijn lading tegenover het nu 900 man tellende püsoneel van de fabriek in Vlissingen, rn eigenaardigheden en zijn hebbelijkhe- breed werden uitgemeten. Twee direc- isecretaresses ventileerden in een kolom- stje onder de titel 'Wij weten' bij dat iHes nog een paar zeer persoonlijke trek os van de man naar wie het Sloegebied k wel "Friedrichshaven* is genoemd. Eén upenng uit dat rijtje willen we hier finalen. „Wij weten dat zijn stemming 'sa afhangen van de produktiecijfers...". SEsschien is de heer Friedrich, de direc- die steeds zelfdiscipline, doorzettings- wmogen en een stevige inzet voor het tedrijf van zichzelf en van zijn medewer- fis op alle mogelijke posten opeiste, rèrdaad wel eens overgekomen als een nn die alleen maar denkt en rekent in pnuktie- en investeringscijfers. We stap- nzijn kantoor in Vlissingen-Oost binnen de ochtend dat Hoechst weer eens in a nieuws was. Nu met de verklaring van ié kant van de Vereniging Milieuhygiëne Island, dat 'de fosfaatslakken, afvalpro- riten op het. terrein van Hoechst flink ndioactief zijn". Friedrich zucht maar is, vooral omdat de verklaring is afge- pen zonder dat men van de kant van de Ï1IZ de moeite heeft genomen om even Htact op te nemen met Hoechst. Hij -4: „Wat mij zo verbaast en zo hindert net gebrek aan wederzijds -vertrouwen sj dit soort dingen. Bent u nu werkelijk na gedachten dat ik hier rustig op mijn joel zou zitten als ik wist dat er buiten :p ons fabrieksterrein een gevaarlijke rraling heerst?" Meer dan eens heeft de Friedrich er lucht aan gegeven dat in - publieke discussie ondernemers en di- ïcties van bedrijven worden afgeschilderd is mensen die er in dit soort zaken als K belang van de volksgezondheid een teel andere moraal en een heel ander mntwoordelijkheidsgevoel op na houden ieder ander. man van alle Hoechst-ondememingen in ons land gaat de heer Friedrich met zijn echtgenote terug naar Duitsland Hij heeft in die periode in Nederland, de Nederlandse taal. het Nederlandse denkpa troon en de Nederlander in zijn omgeving Ieren kennen mei. een open opstelling, maar toch op een wat voorzichtige af stand. Het gesprek met de man die al in het Sloegebied te vinden was voordat daar één bouwkeet voor Hoechst was neergezet begint doorgaans in het Nederlands. Hij verstaat zijn gesprekspartner uitstekend, maar gaat van lieverlee zelf liever in het Duits over om dan plotseling te blijven steken op een woord, waarvoor hij geen goede Nederlandse vertaling heeft kunnen vinden. Dat geldt dan op een gegeven moment de omschrijving van zijn houding als Europeaan. „We hebben, ook tegenover onze vrienden altijd enig 'Rücksicht' geno men. Ik weet niet precies hoe ik dat uitleggen moet. We hebben altijd gewacht tot men over de drempel heen kwam. We hebben geprobeerd om zoveel mogelijk rekening te houden met de gevoelens die iemand ten opzichte van ons had". Hij filosofeert er even op door: „Rekening houden met elkaar. Ik geloof dat alleen in die sfeer afstanden en grenzen kunnen wor den weggevaagd. Zeeland is rijp voor de Europese gedachte. Vanouds ligt dat in een grensgebied natuurlijk wat eenvoudi ger dan elders Het zou plezierig zijn wanneer in het algemeen in de verhouding tussen Belgen en Nederlanders iets meer wederzijds begrip, iets meer consideratie zou kunnen doorspelen". Friedrich de man, die bij Hoechst in Vlissingen zoveel eerste palen heeft gesla gen typeert zichzelf graag als een 'reizende vogel'. Dat hij zich daarbij tot zijn pensionering steeds zeer wel heeft bevonden dankt hij voor een belangrijk deel aan zijn vrouw, die hem overal verge zelde. Zijn beweeglijkheid in de chemische industrie gaat al terug naar de jaren '30 toen hij achtereenvolgens meewerkte aan de montage en de produktiestart van mag- nesiumfabrieken in Engeland en in Noor wegen. In 1953 kwam hij bij Farbwerke Hoechst in dienst om al vrij snel daarna te worden uitgezonden naar een dochteron derneming in Brazilië. Een echte man voor de buitendienst was het. Een manager met groot improvisatietalent, een geboren onder handelaar. Met die kwaliteiten zette Hoechst hem op de kale vlakte aan de pas gegra ven Sloehaven neer. Of liever: die vlakte had hij zelf als de beste vestigingsplaats aan de Noordzeekust bij de leiding van het concern aanbevolen. Niet alleen de leiding van een groep Nederlandse onder nemingen beschouwt de heer Friedrich als de bekroning van sijn loopbaan, maar veel meer het bewijs dat Vlissingen voor Hoechst een basisgebied is voor een eco nomisch aanvaardbare vestiging. MENSEN RÜCKSICHT fó zeven jaar pionieren in Nederland als sleutelfiguur voor de nieuwe in Vlissingen-Oost. later als top- Hoe ziet u de werknemer bij zo'n mammoetbedrijf als dat van Hoechst? Friedrich: „Steeds heb ik geprobeerd om in het bedrijf het menselijk contact op de voorgrond te stellen. In alle mogelijke richtingen. Ik ga ervan uit dat 49% van het succes van een onderneming afhanke- ijk is van het antwoord op de vraag of je werkelijk gekwalificeerde, vertrouwde me dewerkers hebt, maar 51 procent is afhan kelijk van intermenselijke factoren. En dat is dan wederzijds. De mensen die bij een bedrijf als het onze werken moeten ook het gevoel hebben dat ze op de onderne ming kunnen dicht varen". Er wordt nogal eens getwijfeld aan het werkelijk nut van een basisinditstrie voor de streek, ivanneer nadelen en voordelen tegenover elkaar worden ge zet. Friedrich: „Vraag eens aan de zwijgende meerderheid wat zij denkt van de industri alisatie. Vraag het eens aan de midden stand op Walcheren en Beveland. Om nu gewoon even een bedragje te pikken: in 1973 laat Hoechst hier 61,2 miljoen in de streek achter. Aan salarissen, aan huur, aan transport, aan reparaties enzovoorts. Wanneer dat van de ene op de andere dag zou wegvallen, zou menigeen misschien toch maar even raar staan kijken. Ik ben ervan overtuigd dat het effect verder zal doorzetten. Dat zijn toch wel dingen om je even goed te realiseren als je praat over of als je twijfelt aan basisindustrie". Hoe ziet u de toekomstige ontwikke ling van Hoechst in Vlissingen? Er ligt hier dik 300 hectares voor het bedrijf beschikbaar, maar daarvan is op het ogenblik slechts een vijfde deel bezet. Friedrich: „We hebben nu alles bij elkaar in de vestiging Vlissingen een bedrag van zo'n 450 miljoen geïnvesteerd, zonder grondaankopen. Op het moment is de investeringshausse een beetje ingezakt. Kijk maar eens naar de situatie in Rijn mond Toch ben ik ervan overtuigd dat de situatie in West-Duitsland bij Hoechst en bij Knapsack ons dwingen om hier in Vlissingen-Oost fabrieken te bouwen, waar aan wij nu nog niet denken". GROOT C0MP1EX Zonder dat hij daarbij praat over concrete plannen want die zijn er nog niet ziet de heer Friedrich in de toekomst een gevarieerd chemisch complex van Hoechst Holland NV in het Sloegebied voor zich. Een modern en bijzonder efficiënt opgezet geheel waarin naast de drie fosforovens en de fabriek voor trevira-grondstoffen ook bjjvooroeeid larrnaceuus-cne proöuk- ten en verfstoffen zijn opgenomen Zo'n complex is overigens niet alleen afhanke lijk van de bedrijfseconomische gang van zaken bij het grote Duitse chemische con cern, van de situatie op de markt van chemische produkten voor de heer Friedrich zitten er ook twee duidelijk Zeeuwse aspecten aan de hele toekomstige ontwikkeling. Hij wil die zo vlak voor zijn vertrek uit Vlissingen nog wel even kwijt: „Een vaste oeververbinding Westerschelde hebben wij bij Hoechst ook hard nodig voor ons bedrijf. Het is onze enige mogelijkheid om de Zeeuws-Vlaamse arbeidsmarkt te berei ken. En wij zouden niets liever doen dan mensen uit oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen aantrekken. Tenslotte moeten we er toch van uitgaan dat we in ieder geval de basis van ons personeelsbestand uit Zeeland moeten zien te krijgen. Nu en vooral in de toekomst". 'Reizende vogel' Hans Friedrich en zijn echtgenote sluiten de Zeeuwse periode in hun leven af. Ze vestigen zich in een dorp op acht kilometer afstand van het immen se bedrijf van Farbwerke Hoechst in Frangfurt. Met uitzicht op de Jahrhundert- halle, het opvallende culturele centrum van het concern, ter gelegenheid van het eeuwfeest gebouwd. Veel heeft de heer Friedrich met de opzet van dit centrum te maken gehad. Hij komt, er nu weer in de buurt. Of hij nog van plan is contacten met Zeeland te onderhouden? Friedrich: „Ik hoop dat mijn huis in Kelkheim een pleisterplaats wordt voor veel van mijn vrienden als ze op vakantie naar het zuiden trekken. De ontmoeting met men sen. die steeds met je optrokken in je actieve periode is de mooiste herinnering die je daaraan later kunt overhouden" KEES VAN DER MAAS (Van onze correspondent) PARIJS Niet alleen voor de win- rt, maar ook voor het zomer- R toerisme is Frankrijk sedert eni- tijd hard bezig zijn voornaamste wncurrenten zoals Spanje, Italië, Zwitserland en Oostenrijk naar de Rrgulde kroon te steken. Zo heeft ür-France zojuist een contract afge- ten met de welbekende Club Me- öiterannee een der machtigste Schamen ter wereld op het gebied Rn de vakantieindustrie om te- amen Frankrijk als toeristenland 2 den vreemde en vooral in Ameri ka en Japan te verkopen. Men mikt ÏJ op een jaarlijkse toeloop alleen Ri uit die twee laatste landen van M.000 mensen voor wie ten be drage van rond 1.000 gulden per Wek, uit en thuis al diverse pro gramma's zijn ontworpen. Ds Franse toeristenbonzen zijn nu ook de conclusie gekomen dat Paris by =3ht door de geleidelijke bevrijding van &os tot in de verste achterhoeken ter preld, zo zoetjesaan als exclusieve vreem- ceiingenmagneet aan kracht heeft inge st En daarom willen ze nu ook nog uit paar andere vaatjes gaan tappen, die 3-nen dragen als: Frankrijk en de zee. Frankrijk van Molière. Frankrijks le- Sadarische vrouwen uit de geschiedenis de bedevaartsoorden der religie. Cultureel toerisme Vla diezelfde gedachtengang heeft de sogste baas van het commissariaat van Franse toerisme, Jean-Pierre Dannaud, Een inventarisatie waarbij zeker geen lage maatstaven werden aangelegd, heeft nu een lijst van 94 Bourgondische kastelen opgeleverd, die komende maanden voor het belangstellende publiek geopend zullen worden. Ze zijn tussen Parijs en Lyon gelegen en om die in vergetelheid geraakte monumenten als de kastelen van Bazo- ches of Chevrenon in de Nièvre, Bontin in de Yonne of Vantoux in de Cote d'Or te bereiken, behoeft men de autosnelwegen maar even te veriaten. De ontdekking van die kastelen van Bourgondië is intussen nog maar een eer ste stap, en zo zal in 1974 de verkenning van Auvergne op de agenda worden ge schreven. Die bezoeken kunnen zowel indi vidueel als met georganiseerde reisgezel schappen worden afgelegd. Het is de be doeling in heel Frankrijk speciale ver keersbord} es te planten, die de beziens waardigheden zullen signaleren. Gelijktij dig wil men ook pogen de programma's der vele kunstfestivals qua opzet en data wat beter op elkander af te stemmen. Zwakke punt onlangs in de middeleeuwse abdij van Fontenay in Bourgondië een ronde tafel conferentie georganiseerd en geleid, waar van het centrale thema luidde: het culture le toerisme. Gebleken is inderdaad dat vele buiten landers bij het ontwerpen van hun vakan tieplannen zich wel graag een duidelijk doelwit voor ogen zien gesteld. Frankrijk heeft op het stuk van gevarieerd natuur schoon zowel als van oudheden en kunst schatten niet weinig te bieden, maar de exploratie en de exploitatie van al die rijkdommen hebben tot dusver nog wel eens iets te wensen overgelaten. Iedereen die cultureel een beetje mee wil kunnen spreken kent bij name, zo niet de visu, natuurlijk de kastelen van de Loire. Maar wie heeft ooit de kastelen van Bourgondië verkend en bezocht? Het zwakke punt van Frankrijk als toeristenland blijft nog altijd hei logies met een soms wat achterhaald comfcrt en een sanitair dat eveneens in vorige eeuwen is blijven steken, en waartegen de supe rieure Franse keuken het voor vele buiten landers toch nog af moet leggen. Ook die achterstand hoopt monsieur Dannaud nu zo snel mogelijk in te kunnen lopen, doordat de regering de modernisatie van de hotels voor 60 procent wil financieren. En bovendien is het voornemen zo vee! mogelijk Franse families in te schakelen, die zich bereid tonen vreemdelingen als betalende gasten onderdak te bieden. Het culturele toerisme gaat van de grondgedachte uit dat Frankrijk als baker mat van de Westerse cultuur en bescha ving nog neei wat ongebruikte pijlen op de boog heeft. Pijlen die men in het komende seizoen met succes in de richting van het buitenland af denkt te zullen schieten. De roomvkatliollrkc bisschoppen hebben bet nlel gemakkelijk- I)at hebben ur gr- me«*n niet het opperhoofd van hun kerk die moet laveren tussen de aloude traditie en datgene wat zich in deze tijd als noodzakelijke vernieuwing aandient. De bisschoppen in bet algemeen en zeker die In ons land. zitten met het probleem dat zij andere geloofogemcenschapprn dan de hunne als kerken willen erkennen. Het tweede Vaticaans concilie heeft daartoe officieel de weg geopend en In ons land hebben de bisschorijM-n getracht van de geboden gelegenheid gebruik te makrn. liet pastoraal concilie in Noordwijkerhout hebben zij dan ook niet alleen willen zien als een zaak zuiver van bun kerk alleen. Zowel bij de voorbereiding als op dit concilie /elf zijn de andere kerken er bi| betrokken. Men van de protestantse gede legeerden vertelde ine eens hoezeer het advies van de andere krrken hij de voor bereiding ernstig was genomen en wan neer op het concilie een van hen namens de vertegenwoordigers van de andere ker ken sprak, was het duidelijk dat er geluis terd werd, Dan was het stiller dan stil, zoals Je dat ook kunt meemaken in een kerkdienst wanneer leks wordt gezegd waarbij heel de gemeente zich ten diepste In trokken weet. Op het pastoraal overleg In Januari van dit jaar hebben wc dat zo niet weer meegemaakt. De bisschoppen In ons land hebben daar naast ook telkens weer uitgesproken hun verbondenheid aan de wereldkerk en aan de H. Vader in Rome. Dit bindt hen, zowel in hun woorden als in hun daden en dat geeft moeilijkheden. We kunnen denken aan het verplichte celibaat voor priesters, welke kwestie er nog altijd ligt', sinds de bisschoppen zich hebben uitgesproken na voorgaand advies van het pastoraal conci lie. nu ruim drie jaar geleden- Zij hebben deze kwestie in Rome aanhangig gemaakt, en sindsdien weten ze dat hun houding niet in alle opzichten met dank is aan vaard, Over de nieuwe catechismus hoor je tegenwoordig niet meer. maar de zaak van cie OMO-cursus voor het catechetisch on derricht op de middelbare scholen in het zuiden van ons land, ligt er nog altijd. Over de bisschopsbenoemingen behoeven we niets te zeggen. De verbondenheid aan de wereldkerk is niet altijd een gemakke lijke zaak. Daar komt nog bij dat de bisschoppen, zoals iedere synode in hun respectievelijke kerk, te maken kregen met de uiteenlopende gedachten van voor- uitstrevenden en verontrusten. In ieder ge val wilden ze de eenheid van hun kerkpro vincie bewaren. Gezien het feit dat dit ook binnen hun college niet meer zo gemakke lijk is. komen ze tot een wikken en wegen wanneer ze menen dat er iets gezegd moet worden. Dit kan meebrengen, dat men in de andere kerken hun woorden soms met instemming begroet, maar soms ook dat hun woord als een onbegrepen klank voor hen verklinkt. Van beide hebben we dit jaar een voorbeeld beleefd. Om met het laatste te beginnen: ln januari heeft het Nederlandse bisschoppencollege een schrijven doen uitgaan aan alle pasto res. Daarin spraken zij zich uit over de z.g.n. 'open communie'. Lidmaten van andere kerken, die in hun kerk hef recht hebben deel te nemen aan het avondmaal, mogen in de r-k eredienst deelnemen aan de viering van de eucharistie. Dit is, althans in sommige plaatsen en streken van ons land. een tamelijk gebruikelijke zaak ge worden. zoals men in protestantse kerken daar tegenover een 'open avondmaal' kent. Hoe men er ook verder over moge denken, deze vieringen zijn in ieder geval tekenen dat men zich aan weerskanten als christe nen a?n elkaar verbonden gevoelt- Men doet dit om daarmee tot uiting te laten komen dat men zich dichter bij elkaar weet Ln dit sacrament. Wie de vroegere verhouding gekend heeft toen iedere kerk een eigen ghetto vormde en dit vooral tot uiting kwam in de viering van avondmaal- eucharistie, kon dit niet anders zien dan als een vooruitgang. Het sacrament dat een verenigingspunt had moeten zijn ron dom Christus, was geworden tot het grote scheidingspunt en het' was een verademing toen hierin wat verademing kwam. Nu heeft de paus vermanende woorden laten horen over de toelating van niet-rooms- katholieken tot de viering van de eucharis tie- Het kwam er op neer dat deze in ieder geval met de leer van zijn kerk over de eucharistie volledig moesten kunnen instemmen. Het komt ons voor dat de Nederlandse bisschoppen zich in hun schrijven aan de pastores, zij het op enige afstand, hebben willen aansluiten bij het woord dat in Rome geklonken heeft. Zo schrijven zij: „En hoezeer wij onze zus ters en broeders van andere christelijke kerken waarderen en respecteren, hoezeer wij hun deelname aan onze eucharistievie ring als werkdadig teken van eenheid wensen, voor ons blijft de vraag, in hoe verre wij dit kunnen aanvaarden, zonder tekort te doen aan de bedoelingen van de Heer". Natuurlijk zal de vraag naar boven komen: is er dan geen onderscheid meer tussen mis en avondmaal? Het concilie van Tren- te in de 16e eeuw en de Heidelbergse catechismus uit diezelfde tijd, zullen weer r de dag 1 gehaaid op wijzen dat ook in ae ra-vi vim r.erKen in on* land deze kwestie met zo maar 1* opgelost Dit is waar. Toch moeten we niet voorbijgaan aan het feit dat er .sinds dien een hele ontwikkeling is geweest en dat deze Juist op het punt van de sacramen ten een theologische 'oespluing heeft ge kregen Er ls een akkoord over de doop en over de huwelijksbevestiging. Men is bezig met hef sacrament van avondmaal» eucharistie. De betekenis van dit sacra-- ment is allerminst vervlakt wanneer m«-n het ziet als sacrament van de eenheid rondom Christus. Man heeft de tegenstel lingen gezocht ln de protestantse kerken tegenover Rome. Dit vooral, hoewel do protestantse kerken het onderling ook niet eens waren. Is men er zo zeker van dat ln één van de protestantse kerken dit sacra ment door allen op dezelfde wijze wordt gezien en beleefd? Wanneer de vraag wordt gesteld wat dit sacrament voor hen die er aan deelnomen betekent, dan zullen er geen gelijkluidende antwoorden komen. Dit zelfs niet in één gemeente Wat' men er ook van zegt, hot blijft altijd slechts een poging om Iets te zeggen van wat eigenlijk onzegbaar ls. Je kunt protestanten tegen komen die doen alsof zij in Gods raad hebben g'-ze'.-n. Zij schijnen precies te weten wat Gods bedoekrig Is Van hen hebben we altijd enige afstand genomen, met hoeveel beslistheid zs; ook spraken en zo zullen we ook maar enige afstand nemen van het woord van de bisschoppen wanneer zij het hebben over „de bedoelin gen van de Heer". Hot andore schrijven van de Nederlandse bisschoppen bobben we met alle instemming gelezen. We be doelen de bisschoppelijke vastenbrief die dit jaar ls uitgekomen onder de trek „welvaart, verantwoordelijkheid, versobe ring". Het komt ons voor dat deze brief ook in andere kerken van ons land volop weerklank zal vinden omdat hij een punt aanraakt waarmee wij allemaal te maken hebben- Die brief heeft ook niet het op schrift 'beminde gelovigen', zoals dat vroe ger gebruikelijk was. Hij valt bij oris zo maar Ineens met de deur in huis. Het maakt alles cie indruk dat de bisschoppen deze brief hebben geschreven voor. na mens, tot 'de kerken', zoals zij op de eerste bladzijde verschillende malen wor den aangeduid. Het zou ons niet verbazen wanneer dit schrijven, eer dat het uitging, aan vertegenwoordigers van andere kerken ter beoordeling is voorgelegd. Het is een goede vastenklank en wat we reeds meer hebben opgemerkt., komt ook nu weer bij ons op. Zou het nl. niet mogelijk zijn dat een vastenactie in deze trant door andere kerken werd overgenomen? Vroeger kende men in de R. K. Kerk een 'vastenwet'. Die werd opgelegd en wie een oude moraalthe ologie naslaat, kan zien welk een plaata dat- vasten met al z'.n dagen en bepalingen in deze kerk innam. Dat is nu verleden tijd geworden. Deze brief ts 'uitdrukkelijk bedoeld als een bijdrage tn het gesprek over versobering en consumptiemaatschap pij, dat al langer door christenen en niet- christenen wordt gevoerd". Die brief wil een algemeen gesprek, een discussie op gang brengen in een tijd waarin de wel vaartsstaat hoog gewaardeerd staat» en we daarentegen voort leven met het bange gevoel of we zo toch wel ln de rechte koers liggen en of het zo maar al kan voortduren. In een drietal hoofdstukken vinden we heel wat stof bijeen die heft overdenken waard is. Het eerste hoofdstuk gaat over: „versobering en consumptie maatschappij". De vraag kan niet meer ontgaan worden of wij ons „geen breidel moeten vormen op de neiging tot produto tie zonder meer en ons geen beperkingen moeten opleggen in ons streven naar meer consumptie, naar meer comfort". Proble men van achtergebleven groepen ln eigea samenleving, van gastarbeiders en ontwik kelingslanden komen hier o. a. ter sprake, Het tweede hoofdstuk heet: „De Bijbel over welvaart en samenleving". Zulk een kapittel zocht je vroeger tevergeefs in zulk een vastenbrief, ook al stonden er dan wel texten in. In het derde en laatste hoofd stuk vinden we de toepassing als in een ouderwetse preek: ..Een betere maatschap- pij?" „Als christenen hebben we niet het recht ons berustend neer te leggen bij het feitelijke ontwikkelingsproces van onze maatschappij, ais zou öi: zich fataal, als een noodlot, aan ons voltrekken. De evan gelische oproep tot 'innerlijke omkeeri en dat is toch op enigerlei wijze tot weerstand bieden verdraagt geen berus ting en geldt nu nog. Misschien is het wel een van de meest kostbare impulsen die van de christelijke levensin'.erpretatie kan uitgaan." Er zal een 'men'-aliteitshervor- ming" moeten plaatsvinden. Wij met onze rijkdom zullen het 'delen' moeten leren op de wijze zoals de kerkvader Ambrosius het reeds schreef in de 4e eeuw: „Wanneer u aan de arme geeft, geeft u niet van üw bezit, maar van het zijne." Alles met elkaar is deze vastenbrief een goed en behartenswaardig woord. Wij mensen trekken dik wijls een wissel op de toekomst, in allerlei vor men. Emigranten verlaten huis en familie en ver trouwde omgeving. Waar om? Omdat ze hopen op een nieuw, een beter, een rianter bestaan voor zich zelf en voor hun kinderen. En daarvoor duiken ze in het onbekende, gaan ze een waagstuk aan. En hoeveel mensen verlaten tegen woordig niet hun geboorte streek. omdat elders werk, verdienste, geld, een toe komst wacht? Eer. oude volkswijsheid zegt: Hoop doet leven'. Wat kan een mens niet aan. wat kan hij niet door staan. wat kan hij zich niet ontzeggen, als er maar hoop gloort, als de belofte van beter, van mooier zich reëel aan hem voordoet! Wat waar is in het gewone leven van alledag en voor wat vaak wel in hei mate riële vlak ligt. dat is even goed waar, als het gaat over geestelijke zaken, op godsdienstig terrein. Eigen lijk zijn christenen in hoge mate van die mensen die een wissel trekken op de toekomst. Want een chris ten die vervuld is van God en Jezus Christus, blijft ge loven en hopen. Hij gelooft in een belofte. Hij hoopt op de vervulling. Abraham wordt beschouwd als de vader van alle gelo vigen. Hij vertrouwde op Gods belofte: dat zijn nage slacht talrijk zou zijn. dat hij een nieuw land zou krijgen. En in dat vertrou wen brak hij met zijn ver. leden, met zijn omgeving, met zijn familie, mei alle banden, en hij begaf zich op weg in het onbekende. In Jezus Christus heeft God ook aan ons grootse dingen beloofd: een wereld van rechtvaardigheid, van vrede, van onderlinge lief de. van geluk. Jezus Christus heeft ons dat uitzicht geboden. Hij streed zelf tegen ziekte, g brek. liefdeloosheid en haat. discriminatie- Maat Hij toonde ons in zijn op treden ook de juiste wegt een standvastig, conse- quent vasthouden aan de wil van Zijn Vader, cie Hem geroepen had om dienstbaar te zijn, zichzelf weg te cijferen en hele maal voor anderen te zijn. Geloven in een betere w& reld, hopen op een nieuws aarde, dat is christelijk. Je zelf afvragen: leef ik zó, dat door mij dis nieuwe wereld en die nieuwe aarde dichterbij komt. ook dat is christelijk En jezelf af vragen: wat heb ik ervoor over. niet dat k beter word. maar dat de mens heid beter wordt. Durf ik ets te doen als Abraham, ïls Jezus Christus, om kods koninkrijk op aarde iichterbïj te brengen, om Ie werken aan de vervul ling van Gods beloften?- J. Bierkens, Hansweeri,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1973 | | pagina 19