„HET GAAT 0
DE RIJKDOM"
HEIMWEE NAAR EEN
VOLMAAKTE KERK
I.N.R.I.
VIJF
ONTWIKKELINGSPROJECTEN
VAN
BISSCHOPPELIJKE VASTENACTIE
TOEGEWEZEN
AAN ZEELAND
KAPELAAN E. ERPELINK IN SAS VAN GENT:
16
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 17 MAART 1972
In lint Under van de bisschoppelijke vastenactie van de rooins-katholleke
kerlc in Nederland zijn aan Zeeland vijf projecten toegewezen. Het zijn
de ontwikkelingsprojecten met een sociaal-economische achtergrond,
concreet gericht omwille van de herkenbaarheid. De organisatoren van
de vastenactie in Nederland hebben gemeend dat het bieden van concrete
projecten veel voordelen beeft boven een algemene inzamelingsactie.
Tot dio voordelen wordt o.m. gerekend dat men zich beperkt tot de
problemen van één land of tot één aspect van liet ontwikkelingsproces,
dat iiierdoor bet begeleidingsmateriaal duidelijk en overzichtelijk kan
worden gemaakt, dat een deelprobleem naar voren kan worden gescho
ven dat aansluit op de plaatselijke interessesfeer, dat er een heter begrip
ontstaat bij de gevers. Bezwaren als 'wat doen ze eigenlijk met mijn
geld' kunnen zodoende worden ondervangen.
Bij de bisschoppelijke vastenactie in deze vorm gnat het niet nlleen om
het geven zonder meer. De achtergrond van waaruit de actie is
voorbereid Is ook die van de bewustwording In Nederland zelf van de
problematiek tn de derde wereld. Ook vanuit deze hoek gezien is de keus
gevallen op een concreet project.
De rijf projecten die het dekenaat Zeeland toegewezen heeft gekregen
zijn:
de uanleg van drinkwatervoorziening in Indonesië (kosten 12.000
gulden), opgedragen aan West Zeeuwscli-Vlaanderen;
de scholing van plattelandsvrouwen in Chili (kosten 25.000 gulden),
opgedragen aan Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen;
de bouw van een agrarisch centrum in Ghana (kosten 15.000 gulden),
opgedragen aan de Zeeuws-Vlaamse kanaalzone.
dc watervoorziening voor een complex missiescholen in Zuid-West-
Arrika (kosten 20.000 gulden), opgedragen aan de Bevelanden.
de bouw van slaap- en kookruimten voor familieleden van ziekenhuis
patiënten in Malawi (kosten 8.000 gulden), opgedragen aan Walche
ren.
In totaal wordt van het dekenaat Zeeland een bedrag van 80.000 gulden
verwacht in het kader van de Vastenactie. De landelijke activiteiten
bestaat, naast de bisschoppelijke vastenbrief van 10 maart, uitsluitend in
het plaatsen van advertenties in de publiciteitsmedia. De inzamelingsac
ties gebeuren plaatselijk. In de laatste week van april zal de campagne
worden afgesloten.
Aan een van de vijf Zeeuwse projecten wordt op deze pagina verder
aandacht, besteed. Het is de bouw van een agrarisch centrum in de West-
Afrikaanse staat Ghana, toegewezen aan de regio Terneuzen - Sluiskil -
Sas van Gent. De actie wordt hier gecoördineerd door kapelaan E.
Erpelink te Sas van Gent.
F 15.000 UIT ZEEUWS-VLAAMSE KANAALZONE MOET DISTRICT B0LE AAN AGRARISCH CENTRUM HELPEN
SAS VAN GENT Het project-agrarisch centrum in Ghana is aan
gevraagd door missiepriester en landbouwdeskundige Kees Koning.
Sinds vier jaar werkt hij in het district Bole in het noorden van Gha
na, dat behoort tot het bisdom Tamale. De 55.000 bewoners zijn vrij
wel uitsluitend agrariërs met een geringe ontwikkeling. Er is slechts
één school voor voortgezet lager onderwijs. Onderwijzers moeten
vaak van elders komen. De grond is erg vruchtbaar, het regent er
voldoende maar slechts weinig grond is in cultuur gebracht.
Gevolg: vaak voedseltekorten. Een bete
re landbouw kan hierin verandering
brengen. Groenten ontbreken totaal, zo
dat de afzet verzekerd is. Door een
irrigatiesysteem kan men zelfs in de
droge tijd groenten kweken. De manier
waarop de bewoners nu varkens en
kippen houden geeft slechts beperkte
resultaten. Er zijn hokken en stallen
nodig om de boeren instructie te ge
ven.
Kees Koning wil nu beginnen met een
agrarisch centrum waar theoretisch en
praktisch wordt geleerd wat voor een
gemengd landbouwbedrijf nodig is- Bo
vendien moet het centrum adviezen
gaan geven. Hij wil beginnen met klei
ne groeperingen. In totaal ls voor het
project een investering van 27.250 gul
den nodig. Hierin zijn begrepen de
bouw van het centrum (opslagplaatsen,
garage, lesruimte en kantoor), de afras
tering van de tuin tegen het wild en de
bouw van kippenhokken en varkensstal
len. Van de 27.250 gulden waarvoor de
vastenactie in Nederland het project
heeft goedgekeurd, moet de Kanaalzone
in Zeeuwsch-Vlaanderen een bedrag van
15.000 gulden op tafel leggen.
,Dat bedrag van 15 mille is gebaseerd
op wat hier de laatste jaren in de
Kanaalzone is ingezameld on het kader
van de vastenacties en op het aantal
parochianen in Terneuzen, Sluiskil, Sas
van Gent, Philippine, Axel en Wesldor-
pe. Het is dus een ervaringscijfer." zegt.
kapelaan E. Erpelink die daarom ver
wacht dat het bedrag er in de Kanaal
zone ook nu zeker zal komen. Op
verschillende manieren zal in de regio
informatie worden gegeven aan de pa
rochianen. Aan alle kerkgangers is in
middels al een uittreksel van de vasten
brief van het Nederlandse epicopaat
uitgereikt- Deze brief had als thema de
Inkomensongelijkheid en de noodzaak
tot een rechtvaardiger verdeling. Ver
der is er het pastoraal werkschrift van
waaruit tijdens de zondagse kerkdien
sten zal worden gepreekt. Alle mede
werkers aan de vastenactie krijgen
voorts stencils met uitvoerige informa
tie over het project-Bole-
De motor achter de vastenactie in Sas
van Gent is mevrouw R. Vereecken. Zij
zegt: „We moeten er wel ons best voor
doen maar die 15.000 gulden komen er
zeker. Ik geloof niet dat de twee acties
die hiervoor een beroep op de mensen
hebben gedaan kom over de brug en
kerkopbouw nadelig zullen werken
op deze Vastenactie. Je moet wel op de
mensen af gaan. We zullen de nadruk
leggen op de bewustwording. Deze ont
breekt nog vaak in brede lagen van het
kerkvolk. Al zijn er wel enkele gezinnen
die een heel jaar sparen om wat in
het zakje van de Vastenactie te doen".
Kapelaan Erpelink verwacht response
op de act.ie, „al is die nooit te peilen".
„Men geeft, maar je komt nauwelijks te
weten van waaruit men geeft. En bo
vendien: bewustwording of niet. Kees
Koning in Ghana moet die 15 mille
hebben. We zullen bij de huis-aan-hius-
collecte tijdens de derde en laatste
week van de vasten de mensen nog
eens duidelijk maken waarom het. gaat:
christelijke rechtvaardigheid, het delen
van rijkdom met degenen die het niet
zo breed hebben. We zullen ook de
gevolgen van een negatieve houding
aanscherpen. Want doe je niets dan
krijg je de derde wereld op je kop".
Mevrouw Vereecken heeft geconsta
teerd dat de idee van de vasten niet
meer zo sterk leeft. „Vroeger werden
de vastenplichten streng nageleefd want
men kende zijn plichten tegenover de
kerk- Nu ziet men dat niet zo meer en
bovendien heeft iedereen het tegen
woordig erg comfortabel. Maar in
plaats van starre plichten komt het nu
aan op een verdieping van de waarden.
Hierop zal ook het accent liggen van
de vastenactie".
In de tweede helft van de zeventiende eeuw leefde er In ons land een ds. Wilhelmus
Anselaar. Van 1G59 lot 1075 stond hij in drie gemeenten in Zeeland. Daarna verhuisde hij
naar Zuid-Holland om tenslotte In Amsterdam te belanden, waar hij gestorven is. I)|c
man heeft enltre beroering verwekt in kerkelijk Nederland, omdat hij beweerde dat
er geen vaststaande, onveranderlijk geldende uitleg van de Bijbel zou zijn. Die was er.
volgens hem ook nooit geweest en ze zou er ook nooit komen. Althans weer wordt bij de
exegese voortgebouwd op datgene wat voorgaande geslachten van exegeten hebben ge-
leerd.
Iedere tijd zal de Bijbel weer op eigen
wijze leren en dit kan ook niet anders
omdat iedere tijd zijn eigen vragen en
problemen heeft. De Here Jezus heeft de
schriften van heti Oude Testament immers
ook op een andere wijze gelezen dan de
schriftgeleerden van zijn dagen dat deden,
hoeveel hij zelf dan ook van hun wijsheid
mocht hebben overgenomen. Dit was zo
heel in het kort. zijn redenering en we
menen dat daartegen niet veel is in te
brengen. Niettemin ontmoette zijn stand
punt een heftige tegenstand. Er waren
zeer rechtzinnige godgeleerden en met, hen
gemeenteleden, die hier tegenop kwamen,
Ze voelden zich in hun diepste en heiligste
overtuigingen aangetast. Waar bleef je,
wanneer or niet één, voor alle tijden
vaststaande, uitleg van de Heilige Schrift
was? Waarop kon men dan nog gaan
bouwen? In welk een onzekerheid moeten
wij dan voortgaan? Waar blijft, dan de
vaste grond van het geloof?
Tot een tuchtzaalc is het in deze kwestie
niet gekomen. Er moest heel wat meer
beroering zijn, wilde de provinciale over
heid toestemmen in een proces van leer-
tucht. want deze had toen ook in zulke
kerkelijke aangelegenheden een beslissende
stem. De nationale synode van Dordrecht
eou immers ook nieti gehouden zijn. indien
er niet eveneens staatkundige twisten wa
ren geweest. Tegenwoordig hebben de ker
ken het heel wat gemakkelijker wanneer
zij een tuchtzaak aanhangig willen maken.
Aan de andere kant echter hebben zij het
er moeilijker mee, omdat zij wel weten
dati een kerk met de strenge uitoefening
van de tucht nooit bereikt wat zij wil
bereiken. We zien dat bij de Vrijgemaakte
Gereformeerde Kerken. Dan worden er
martelaars gemaakt en er zullen altijd
heel wat kerkleden zijn die. hoewel ze van
de zaak zelf misschien niet te veel snap
pen, zich plaatsen aan de kant van de
slachtoffers. Ook al blijven ze rustig in
hun kerk, innerlijk zijn ze toen niet zo
rustig en ze zijn allerminst volgzame
schapen. Nog nooit heeft men met de
kerkelijke tucht verschil van gedachten
kunnen onderdrukken. Trouwens, in welke
gemeenschap van mensen komt geen ver
schil van gedachten voor?
Zoals we de vorige week reeds hebben
geschreven, gaat het bij de verontrusten in
de Gereformeerde Kerken, die zich hebben
gegroepeerd en voortaan hun kerk willen
zien als een modaliteiten-kerk, zoals de
Nederlandse Hervormde Kerk er een is. om
de handhaving van de kerkelijke tucht. Zij
zijn van oordeel dat hun eigen synode
deze niet handhaaft en 'allerlei wind van
leer' in de kerken toelaat. De kwestie van
de belijdenis en de handhaving daarvan, is
in de Gereformeerde Kerken altijd zeer
hoog opgenomen. 'Conform de belijdenis'
was een uitdrukking die je daar nog al
eens kon tegenkomen. Voor heel wat be
trekkingen in en buiten de kerken eiste
men een ondertekening van de drie formu
lieren van enigheid, de Nederlandse Ge
loofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechis
mus en de Artikelen tegen de Remonstran
ten. Die werden dan ondertekend zoals
men akkoorden van benoemingen en daar
bij behorende instructies voor het werk
dat gedaan moest, worden, ondertekende.
Dat behoorde er nu eenmaal bij en we
geloven niet dat men een onderzoek deed
of de inhoud van die belijdenissen inder
daad werd gekend. We hebben eens het
verhaal gehoord van een organist die alles
ondertekend had wat men hem voorlegde
en toen vroeg: is er nog meer te onderte
kenen? Een belijdenis is echter heel wat
anders dan allerlei zakelijke akkoorden.
Wanneer je een belijdenis niet van harte
kunt uitzingen, is de ondertekening geen
fluit waard.
Bij die belijdenis is ook nog iets anders te
bedenken dan alleen dat ondertekenen,
wat reeds een zeer oude traditie is. Ze is
niet, de hoogste autoriteit die de kerk
kent. Het hoogste beroep is en blijft in de
kerken van het Calvinistische type altijd
het- beroep op het Woord. Gods. Daarin ligt
nu de oorzaak van heel wat moeilijkheden
die er zo in de loop van de laatste eeuwen
in de derken van ons land zijn geweest.
Hoe wordt de Heilige Schrift gelezen? Van
hier uit kunnen we het verstaan dat Wil
helmus Anselaar beroering verwekte met
zijn stelling dat er geen vaststaande, on
veranderlijke uitleg van de Bijbel is. En
hier wringt ook de schoen wanneer er nu
weer sprake is van de handhaving van de
kerkelijke tucht die door de verontrusten
in de Gereformeerde Kerken van hun
Generale Synode wordt geëist.
De kerkelijke tucht is te onderscheiden in
levenstucht en leertucht. Van beide kunnen
we zeggen dat zij hebben gefaald, niet
alleen in een enkele kerk, maar in alle. De
tucht op het leven werd praktisch slechts
in enkele gevallen toegepast. Wanneer er
sprake was van openbare dronkenschap en
wanneer het zevende gebod was overtre
den. Dat waren wel de twee belangrijkste.
Er waren gevallen dat deze tucht goed
heeft gewerkt, maar er zijn ook gevallen
aan te wijzen dat zielen ten diepste zijn
geschaad. Soms werd het een stuk sensa
tie in de kerk, waarvoor tegenwoordig de
bioscoop zorgt. De verontrusten stellen
hun synode nu niet. in gebreke wat de
levenstucht, maar wat de leertucht aan
gaat. Die leertucht strekt zich vooral uit
over ambtsdragers en onder hem vooral
over de predikanten. Die leertiuoht heelt ln
het gereformeerd protestantisme steeds
een belangrijke plaats ingenomen. Op de
vraag naar de ware kerk werd geant
woord: zij is daar, waar het evangelie op
de rechte wijze wordt gepredikt, waar de
sacramenten op de juiste wijze worden
bediend en waar de tucht, wordt! gehand
haafd. Deze drie zag men in nauwe samen
hang. Afgescheiden en Dolerenden zagen
dat, niet meer in de hervormde kerk en ze
zagen dit terecht niet,. Hun stond een ander
beeld van de kerk voor ogen, een betere
kerk. De Akte van Afscheiding en Weder
keer heeft een voorwaarde tot die weder
keer, namelijk 'totdati de Nederlandsche
Hervormde Kerk terugkeert tot de waar
achtige dienst des Heeren'. En daarbij zou
de leertucht een belangrijke plaats moeten
innemen om uit te zuiveren wat er in ds
kerk niet hoort- De Afgescheidenen en ds
Dolerenden waren een kerkelijke elite
groep. Zij wilden een kerk waarin moge
lijk was wat in de hervormde kerk niet
meer mogelijk was. Op deze werd dan ook
neergezien als een valse kerk.
Met die leertucht hebben de Gereformeer
de Kerken inmiddels ervaring opgedaan.
Zij hebben beleefd de kwestie van ds.
Netelenbos in Middelburg, de synode van
Assen 1926, waarna het Hersteld Verband
ls ontstaan en de moeilijkheden gedurenda
de oorlogsjaren toen de scheuring met ds
Vrijgemaakte Gereformeerde Kerken tot
stand kwamen. In al deze drie gevallen
ging het om de belijdenis die gehandhaafd
moest worden, maar meer nog ging het
om de vraag: hoe lezen we de Schrift? Is
er één vaststaande, onveranderlijk gelden
de uitleg van het bijbelwoord? En zo ligt
het in feite nu ook weer. De verontrusten
in de Gereformeerde Kerken roepen op
tot trouw aan schrift en belijdenis. Zij
roepen om handhaving van ae kerkelijke
tucht. „Nu immers de Synode Jammerlijk
heeft gefaald, zal men toch in ieder geval
plaatselijk als ambtsdragers zijn beloften
dienen na te komen (zoals bijvoorbeeld
het toezicht oefenen op de leer), en zo te
komen tot een de facto afsnijding van alle
valse leraren." Alleen wanneer dit gebeurt,
zien zij het licht weer dagen over hun
kerken en zien zij weer vóór zich het
visioen van de ware kerk, „zodat onze
Gereformeerde Kerken weer eindelijk echt
Gemeente des Heren kunnen worden." Al
dus ds. Van Benthem in zijn antwoord aan
prof. K. Runia.
De Heilige Schrift; zal nooit door ieder
gelijk worden gelezen. Elk mens die met
de Bijbel leeft, heeft nu eenmaal bepaalde
woorden waardoor hij getroffen, gegrepen
ls en van daar uit leest hij de andere.
Doch dit niet, alleen. De omstandigheden
waaronder wij leven en dat wat, we per
soonlijk hebben meegemaakt, hebben een
bepaalde en nog al eens een beslissende
invloed. Daar komt nog bij de positie die
wij bekleden. Een man die leeft in zijn
vakvereniging zal de Bijbel met andere
ogen lezen dan een landbouwer. De eerste
kan uit de gelijkenis van de arbeiders in
de wijngaard, een collectief arbeidscon
tract lezen. „Toen hij het met de arbeiders
eens geworden was voor een schelling "s
daags.' De ander zal misschien meer ge
troffen zijn door wat er staat over regen
en droogte. Zo leest ieder zijn eigen Bijbel
en legt ze uit. Maar boven dit alles uit
gaat voor hen, die zich aan de kerk
gebonden weten, een verlangen, een heim
wee naar de ware, de volmaakte kerk, de
bruid die voor haar bruidegom versierd is.
Het beeld dat ons in Handelingen 2 van de
gemeente te Jerusalem getekend wordt,
zweeft ons voor ogen. Dit heimwee blijft,
hoewel we weten dat een ideaal nooit
werkelijkheid zal worden. Ook de gemeen
te te Jerusalem, zoals uit het vervolg
blijkt, is niet, zo ideaal gebleven, zo ze dit
ooit geweest is. De verontrusten zijn bezig
met de ware kerk. Ze zijn teveel bezig
met een kerk die door mensen wordt
gemaakt en door hen zuiver moet worden
gehouden en misschien te weinig met de
kerk die ons in artikel 27 van de Neder
landse Geloofsbelijdenis wordt getekend,
de kerk die er vanaf het begin der wereld
geweest is en die door de Here God wordt
bewaard en staande gehouden. Dit ls de
Kerk die wij belijden en die heeft geen
leertuchtprocessen nodig om in stand te
blijven.
b.
Wie is de koning der jo
den?
Is het Saulde eerste? Van
de schouder af hoger dan
elke andere Israëliet.
Is liet David? De jongste
zoon van laai. Hij was een
man vaar Gods hart.
Is het. Salomo? De xoijze,
de rijlce. Zijn regering is
de gouden eeuw van Israël.
Is het de Knecht van de
Heer wit Jes. 53? Geen ge
daante noch heerlijkheid.
Is het Herodes? Hoe kan
hij 't licht verdragen? Durf-
tie wel een razzia onder
'onnoz'le zielen'.
Is het die man. ivaarmee
soldaten spelen hun ko
ningsspel: met. scharlaken
mantel om en een doornen
kroon op begroeten ze
Hem met hun 'Wees ge
groet. gij Koning der Jo
den'.
Is dat 'm: Zie uw Koning.
zegt Pilatus.
Boven het hoofd van de
middelste gekruisigde laat
hij schrijven: 'Jezus, de
Nazerëeër. de Koning der
Joden'. Joh, 19:19.
Waar is de Koning der Jo
den? De vraag der wijzen
wordt met dit opschrift be
antwoord: Kijk, daar, die
middelste aan het kruis.
Iedereen kan het lezen in
het hebreeuws, in het latijn
en in het grieks.
Zijt gij het Die komen
zou?, de vraag van Johan
nes de Doper ligt op veler
lippen.
In het concentratiekamp
staat een jood. gekleed in
zijn gebedsmantel, tegelijk
zijn doodskleed, achter
hem staan de spottende
soldatenNu, waar is de
Messias, die Koning van
jullie, dat die komen en
jullie verlossen. En de
jood, hij bidt zijn gebed
van alledag: „Hoor, Israël,
de Heer uw God is enig".
Als een lam legt hij zich
ter slachting neer en krijgt
het genadeschot.
Zo de Koning, zo de onder
daan.
Zie uw Koning, de gekrui
sigde en de ten derde dage
opgestane en Die komen
zal.
Komt, jood en heiden,
komt laten wij aanbidden
die Koning-
'De Lord, if you can 't bear
the cross, then you can 't
wear the crown'.
H. B. de Neeling
Honlenisse.