IM-
PROBLEMEN
SA
m
fp
Op
i
m
a
P^l
STROOMSNELHEID: BEPALEND
VOOR HET VANGEN VAN GUL
ANTON VAN DER WEU
FAVORIET VOOR DE
ZEEUWSE SCHAAKTITEL
21
li! Hl
11 ut
hp
5
.V
JCÏÈ
S3
ff
as
B
1
V*
1 H P
I f
lUAft, ZATERDAG 13 JANUARI 1973
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
lie! een minimuin aan schijven een probleem componeren met een maximale
-aarde en u beeft een mlnlprobleem. Worden daarvoor ten hoogste 2x7
vUJven gebruikt dan ontstaat er een miniatuur. Absolute grootmeester ln dll
i gtnrc Is de 78-Jarige A. A. Polman uit Almelo. Van hem plaatsen we ln
ome maandelijkse oploswedstrijd dan ook een tweetal vraagstukken, ont-
jttnd aan 'Het nieuwe Damspel'. Een tweetal van de alLroud problemist
Jjd Scheyen completeert deze serie, waarvan u de oplossingen zoals ge.
brulkelljk binnen twee weken kunt zenden aan ons adres Koninginneweg
10 te Goes. Maar eerst de oplossingen van onze vorige serie Stoelen met
jthljven). Winnaar werd de heer A. Corstanje te Goes.
I ko. i: 23-19 (32x32) 19x10, 21-17, 26x17, 31-27, 46.41. 48x10, 26x23, 50x48-43.
üo. 2: 47-42,25-20,20x9,23x5, (46x19) 5x4 (36-41) 4-10!
No. 3: 31-26 (33x24 gedw.) 26x6 (42.48 gedw.) 6.1 (48-26 gedw.) 47.42, 29-24,
I 1x34, 25x34.
m W'
m 9
-
77/
m. m.
m
m
m
s
m
m
<m m m
heffing", aldus red. M. van Dijk. No.
2 staat in het teken van totale ophef
fing.
3. H. H. Scheyen
No. 3
fflt 8 sch. op 18, 30, 34, 39, 40, 41,
44, 49.
iü
H
w
m
m
W-,
HP
m m
m
pp
s
m
m
m
m
m
H
m
K
m
w
m m
f1;
ji jsi
Wit 7 sch. op 25, 33, 34, 44, 47,
48. 50.
Zwart: 7 sch. op 12,15, 22; 28, 31, 32,
No. 4
m
m
m.
m
77
m
\M*
vM
m
9>
m
m
Het vissen op gul is in. Vooral nu in het afgelopen
seizoen de gul van de geweldige jaarklasse '68-69 in
grote hoeveelheid voor de kust is verschenen, is de
populariteit voor deze tak van hengelen zeer toegeno
men. Het aantippen van de goede vangstplaatsen van
de gul in het A.H.B. blad, heeft het op deze drukke
plaatsen nog drukker gemaakt. Bij vele van deze
nieuwkomers is hun eerste kennismaking met de gul
vangst op een sof uitgelopen. Menige hengelaar voelt
zich bij zijn thuiskomst dan ook bedot met de gedach
te van anders vangen ze volop gul, maar nu juist niet.
Vertel het maar aan een ander, maar mij maak je het
niet wijs.
Een zeer begrijpelijke redenatie, maar het is fout om
bij zoiets direct met een oordeel klaar te staan. De
oorzaken liggen dikwijls bij iets anders dan men lo
gisch zou denken. Veel van deze gelegenheidsvissers
langs de kust gaan van de gedachte uit, dat met de
vloed de gul en andere vis het strand opkomt en dat
men met de vloed de vis en dus ook de gul, moet van
gen. Dit is slechts een gedeelde waarheid. De gul zal
veelal na het maximum van de vloed, (dat is voor het
grootste gedeelte van de Nederlandse kust tvjee uur
voor hoog water) zich present melden. Ook de eerste
drie uren van de ebstroom zijn zeer gunstig voor de
gulvangsten. Direct na hoog water zet de ebstroom
zich al in alle hevigheid in.
Een factor die voor nog meer vangstkansen kan zorg
dragen is het springtij. De springtijen die om de veer
tien dagen optreden, zorgen voor zeer lage en zeer
hoge waterstanden, die tot gevolg hebben dat de
stroomsnelheid van het water die dagen aanzienlijk
toeneemt. Beschikt men verder over een goede uitrus
ting, d.w.z. een zeéhengel die een honderdmetervjorp
kan verwezenlijken, dan kan het niet anders of het
succes moet volgen. De theorie dat de stroomsnelheid
van het water bepalend is voor het vangen van gul.
wist ik vanwege mijn kennis van getijbeweging al eer
der, maar ik kon me er pas een paar maanden geleden
van overtuigen dat deze theorie in de praktijk klopte.
Bij een stroommeting voor de vuurtoren bij Haamste
de. werd behalve de stroommeetapparatuur, ook nog
een paar hengels in stelling gebracht, waar zo nu en
dan met toerbeurt op werd gelet. Die dag zou het
rond half vier in de namiddag hoog water zijn. De
vloedsnelheid liep die dag ter plaatse op tot 60 cm
per sec. hetgeeiï weinig stroom betekende. Juist rond
die 60 cm/sec., werden een paar kleine gulletjes ge
vangen, terwijl een paar hengelaars aan het strand
niemendal vingen. De animo voor het vissen aan
boord verslapte met het strijken van de uren en met
hoog water werd er prompt een hengel uit elkaar ge
haald en opgeborgen. Halsstarrig als ik in dat opzicht
ben liet ik mijn hengel staan, wachtend op de dingen
die zouden komen. De ebstroom zette die dag al spoe
dig hevig in en de stroomsnelheid liep weldra op tot
een dikke meter per sec. Dit was ook het moment dat
de eerste flinke gul zich aanmeldde. Nieuwsgierig als
ilc ben, moest ik natuurlijk even naar de maaginhoud
kijken. Deze bestond uit kleine platvisjes, garnalen en
een tap. Deze tap moest natuurlijk, onder hilariteit
van de anderen, direct aan de haak. Tien minuten lat
ter werd aan de haak met de tap de volgende flinke
gul binnengehaald. Na nog een gul aan de haak te heb
ben geslagen, was er geen tijd meer om te vissen,
maar de hengelaars op strand waren nu volop in actie
en er werden o.a. een paar knapen van meer dan tien
pond gevangen.
Een paar weken later stond ik samen met een vis-
vriend op het strand bij de vuurtoren van Haamstede.
We vingen, toen we even bezig waren, weldra ieder
eèn gul. Daarna werden slechts enkel grote botten aan
de gulhaken mee naar boven gebracht. Het hoogwa
tertijdstip zou die middag zo rond vijf uur vallen en
de conclusie luidde dat het wel zes uur zou worden
eer we weer gul zouden vangen. Het water zou dan
een uur zijn afgegaan, waardoor we met het aas weer
wat verder in zee konden komen, en de stroom zou
weer feller zijn. Om kwart over zes kregen wij het
druk en binnen drie kwartier sleurden we er met zijn
tweeën elf gullen uit. Zoals in verschillende voorgaan
de keren, bleek ook nu weer dat men bij het vissen
op gul cp het juiste moment aanwezig moet zijn: als
er veel stroom sicai. De stroom zorgt er voor dat er
van alles met het water wordt meegevoerd en dat de
zeebodem wordt losgewoeld. Hoe meer stroom, hoe
meer stoffen er van de bodem los komen. Bij dit los
woelen of omzetten van de zeebodem komt er natuur
lijk ook allerlei voedsel voor de vis vrij. Deze aanvoer
van voedsel activeert de gul en hoe feller de stroom,
hoe groter hei aanbod van voedsel is en hoe actiever
de vis wordt. Natuurlijk is de vis bij weinig stroom
ook wel aanwezig, maar dan is er minder voedsel te
vinden en houden ze rust, niet wetende dat er steeds
van die hengelaars zijn die pieren in het water plon
zen. Daarom is de stroomsnelheid bepalend voor de
gulvangst.
gl| Het lijkt langzamerhand wel zeker, dat de 'sterke klaver' zo-
S als die voorkomt ln de Italiaanse systemen en het moderne
J| Precisie-systeem 't pleit gewonnen hebben. Gebruikers van de
■M z g. 'natuurlijke' bledsystemen zullen moeten erkennen dat zij
f§ weliswaar vaak hetzelfde elndcontract bereiken als de 'klaver-
M bieders', maar dat zij vooral bij de hoge en zeer hoge contrao-
J§ ten de meerderheid van hun tegenstanders moeten erkennen.
8j Het is pas zeven jaar geleden dat het onderstaande spel voor-
M kwam in de wedstrijd Italië-Engeland, maar reeds nu lijkt het
H door de Italianen geboekte resultaat 'gewoon' en dat van de
M Engelsen belachelijk.
JiLLU
wTarai
4> A H 9 5
V A 9 6 6 4 2
V 8
VBlOt
A 10 8 3
10 6 3
10 4 S 2
Géén
V 6 5 2
V 9 8 7 5
Wit 7 sch. op 16, 18, 19, 22, 31.
Wat no. 1 betreft: „Zwart mag kie-
Kn tussen knevelarij en totale op- Zwart: 7 sch. op 6, 7, 9, 10, 27, 29, 33.
.Nieuwe ideeën vinden gaat bij mij als vanzelf; dikwijls lijken de bewerkin
gen hierop dan simpel, maar men moet eerst zelf eens proberen en dan ziet
men pas, dat een betere belichaming dikwijls tegenvalt", aldus Scheyen. Dit
ls dan het antwoord op de gedachte, die zou kunnen postvatten bij no. 3. Een
simpele bewerking op een nieuw motief. Het gaat dan ook uitsluitend om
het motief.
Miniatuur no. 4 heeft een vrij diepe uitwerking, tengevolge van een drievou-
digo slagkeuze. Twee ervan monden uit in hetzelfde slotmotief, het derde
vormt de inleiding tot een partijachtige slotfase, waarbij voor zwart steeds
do meest logische zetten gekozen moeten worden. Zwart haalt zelfs nog een
dam en wit offert zijn dam. Ons respect niet alleen voor de maker, maar ook
voor degene, die erin slaagt diens bedoelingen op de voet te volgen. Wij zijn
benieuwd naar de goede oplossingen!
Noords doublet op vier schop
pen is natuurlijk wel een straf -
doublet, maar het is géén po-
litiebevel tot passen. Noord
kan best een aardig spel heb
ben zónder veel kracht in
schoppen: het is in deze situa
tie aannemelijk dat hij dou
bleert om 'enige algemene
kracht' aan te geven. Onder die
omstandigheden is het ook
veel beter dat zuid de kans
neemt op een eigen contract.
Het is mógelijk dat vier schop
pen down gaat, maar het is
veel waarschijnlijker dat NZ
vijf in klaver of harten kunnen
winnen zo geen zes in één
dezer kleuren. Zuid moet dus
vijf klaver bieden en noord
corrigeert tot vijf harten.
Noord had H 4, V V 8 5,
H 10 9 5 3 2, B 2. Vier
schoppen was één down ge
weest, vijf harten werd ge
maakt.
iiiiiiiiiii'iiJiiiiiiiiiiiiiiii'niiiiiiiiPiiiiiiMiiiiiiiiiiiii
I.II.IIII.I.MJII.II.I Hl
4 B 7 6
V H 7 3
H B 7 4
4» B 4 2
Oost gever, niemand kwetsbaar. Voor Engeland speelden als OW de ver
maarde spelers Schapiro - Reese, toch waarlijk geen kleine Jongens. Zij
boden: west opende met één harten en iedereen paste. Men zou oost
een verwijt kunnen maken, maar ln een 'gewoon' biedsysteem is dat on
billijk: oost heeft slechts 4 punten en elk bod dat hij doet kan grote
gevaren opleveren.
De Italianen Ticcl - D'Alelio hadden met de OW-spellen helemaal geen
moeite. West opende één klaver (17 of meer punten) oost één ruiten
(verplicht antwoord, dat minder dan 6 punten aangaf) west één harten
en nu kon oost veilig één schoppen bieden! Immers, hij had zijn
zwakte al kenbaar gemaakt en beloofde nu niet meer dan géén steun
voor harten en misschien niet meer dan een matig vlerkaartje ln schoppen.
Voor west waren deze Inlichtingen genoeg. De benodigde tien slagen wer
den zonder moeite gemaakt en de Britten hadden een duidelijk lesje in
goede bied techniek gehad.
Overigens speelt Terence Reese nu, in 1972, het z.g. Precisie-systeem óók!
BRIDGEVRAAG VAN DEZE WEEK:
Zuid gever, NZ kwetsbaar. Vlertallenwedstrijd.
De zuidspeler heeft:
Géén V AH 10 964 4 A V 10 8753
4 Géén 4 AH 10 984 4 A
Zuid één harten west vier schoppen noord doublet
Wat moet zuid doen?? Antwoord elders op deze pagina.
Het Zeeuws kampioenschap is in volle gang. Er zijn ditmaal in de hoofdklas wat meer deelnemers
dan in de voorafgaande jaren, maar toch nog te weinig. In totaal zijn het er elf; vijf uit Zeeuwsch-
Vlaanderen en zes uit overig Zeeland. De belangstelling in de eerste klas is nog minder: zes deelne
mers. Hoewel het schaakleven in Zeeland bloeit als nooit tevoren, blijft de belangstelling voor de
persoonlijke titels helaas onder de maat.
Tot de favorieten voor de hoofdklas behoort ongetwijfeld Anton van der Wey uit Goes. In het afgelo
pen jaar speelde hij mee in een Nederlands team, dat deelnam aan een toernooi in Engeland (de
Glorney Cup). Hij behaalde daar 3 punten uit vijf partijen, een uitstekend resultaat. Zeer goede
prestaties levert hij ook aan het tweede bord van Goes I, dat in de landelijke tweede klas uitkomt.
Daarnaast heeft hij een abonnement op de provinciale jeugdtitel.
Dat Anton voor de senioren geen enkel ontzag heeft, bewees hij ook in het snelschaakkampioenschap
van Zeeland, waar hij 'oude rotten' als Gommers en Den Hamer achter zich liet.
I
w
i
I
1
i
4
t
1
i
I
l
m
1
'Wi
4!
H
m
Jxl;
Veel beter was 26Kg7! Wit stond
dan voor een moeilijk probleem. Klei
ne winstkansen heeft hij in het eind
spel na 27. f4 ef4: 28. Te7: Te7: 29.
Df4: Df4: 30. Lf4:, Als zwart 27
Ph5 speelt, komt hij als volgt in het
nadeel: 27Ph5 28. fe5: Le5: 29.
Te5:! Te5: 30. Te5: Te5: 31. Pe4ü en
de dreiging 32. d6 levert wit groot
voordeel op. (Materiaal!)
Mocht wit niet tevreden zijn met een
klein eindspelvoordeel, dan kan hij
met 27. g4! de stelling onder druk
houden.
27. Lli2-g3!, Pf6-h5; 28. Lg3-h4, f7-f5.
Nog de beste oplossing. Na 28
Pf4 29. Lf6f Kg8 kan wit zowel een
voudig met 30. Td2 als fraai met 30.
g3ü beslissend voordeel behalen.
29. Lh4xe7, Te8xe7.
Wit staat nu de kwaliteit voor, maar
het is nog niet gemakkelijk. Boven
dien gaat de tijdnood een woordje
meespreken. En de tijdcontrole is
nog ver. (50e zet). De witspeler laat
zich niet van zijn stuk brengen en
loodst het voordeel door de moeilijke
tijdnoodfase.
30, Te2-c2, Ph5-f6; 31. f2-f3, Te7-f7; 32.
Ld3-fl, Pf6-h5; 33. g2-g4!, Ph5-f4; 34.
Dcl-c3, Dc7-c8; 35. Pc3-e2, f5xg4; 36.
Pe2xf4!, e5xf4: 37. De3-c3t. Kh8.g8: .38-
h3xg4, Dc8-d8; 39. Lfl-d3, Ld6-el; 40.
Tc2-h2, Le7-f6; 41. Dc3-c2, Lf6-d4t; 42.
Kgl-hl, Ld4-e3; 43. Ld3-e4, Dd8-f6; 44.
Dc2-d3, Df6-d6; 45. Telxe3!, f4xe3; 46.
Dd3xe3, Dd6-f4; 47. De3xf4, Tf8-f4; 48.
Th2-e2, Kg8-f7; 49. Kgl-g2, Tf4-f6; 50.
Kg2-g3, Tf6-d6.
Hier werd de partij na vijf uur spe
len afgebroken en later door zwart
opgegeven. De zwarte stellling is in
derdaad hopeloos. B.v. 51. Kf4 Kf6 52.
g5f Ke7 53. Th2.
OPLOSSING OPGAVE NR. 1 VAN
VORIGE WEEK: 1Dglfü
m
«1
S
Opgave no. 2: Mat in drie zetten. Een
probleem van Heuacker.
Wit: Ka7 Dg3 Tg2 Tf2 Lf3 Lgl pion
g4 (1).
Zwart: Khl en Tf2 (2).
Oplossing volgende week.
HORIZONTAAL 1. altijd groene boom 2. mening 10. bijbelse figuur 11. eind
12. marionet 14. riviertje in Friesland 15. aanwijzend voornaamwoord 16.
ondergevel 17. op grove manier; ruw geschat (Ital.) afk. 19. hevig 20. deel
van de bijbel (afk.) 22. geliefde van Zeus 23. zoon van Jacob (O.T.) 25. Ne
derlandse provincie (afk.) 26. touw (Indon.) 29. bedrag 31. insekt 32. Ia3g
en drassig land 34 insekt 36. snoer om papieren aan te rijgen 37. waardena-
piertje 38. buil 39. op de manier van (2 woorden) 40. begrip 41. heem 42,
akelige 45. afgesneden tak 47. voorzetsel 49. deel van Mongolië ói. sajet 53.
heden 54. snavel 56. ouderwetse meisjesnaam 57. deksel 59. denkbeeld 60
Rijksmark (afk.) 61. tegen de wil van 62. gelofte 63, vragend voornaam
woord 64. snorbaard 65. staren
VERTICAAL 1. natuurlijke begaafdheid 2. lane van sommige insekten 3.
snelle 4. zwartbruine verfstof 5. echtbreuk 6. gezinslid 7. familielid 8. invor
deren en ontvangen 9. grootste inlandse hert 10. echtgenoot 13. bejaarde 18.
kenteken 21. Dravidlsche taal (Z.O. India) 22. lichaamsplooi 24. reeks 27,
slingerplant 28. muziekinstrument 30. deel van de rug 32. vrucht 33. uitroep
van benauwdheid 35. Iepen 36. doodkalm 37. zeeagaat 38. superlatief van
goed 40. stuk 43. element Argentum (afk.) 44. Ierland 46. met dons e d. ge
vulde zak 48. bewoner van Medië 50. imker 51. naakt 52. reptiel 55. gebed
58. uniek 63. wij
"toonder een partij van hem uit de
c "-•:j Goes-Venlo (éVs-SVa).
d. Wey. Zwart: G. v. Megen.
e7-e5; 3. Pgl-
5. d2-d4, e5x
kiest een tamelijk passieve
maar het is niet eenvoudig
hiervan op korte termijn te
Prollterert
9. Lcl-
d4-d5!,
Lf'Mi2,
le damevleugel
De bedoeling is
Ld7 en b5 te
echter een slag
a2-a3, Le7-f8; 15. Le2-d3, Lc8-d7;
b7-bli; 17. Tal-bl, Ta8-b8;
lol-b2, Dd8-c7; 19. Tfl-bl, Pg6-c5.
inger weer-
het karak-
ingrljpend
anders moe
bijvoorbeeld
mevleugel een duchtig woordje mee.
20. Pf3xe5, d6xe5; 21. b4-b5',
Wit sluit nu de damevleugel herme
tisch af. Hij heeft uitstekend gezien,
dat hij in net centrum nu meer kans
op succes heeft.
21a6-a5; 22. Tbl-el, Lf8-d6; 23.
Dd2-cl, Te8-e7; 24. Tb2-e2, Tb8-e8; 25.
Dcl-bl!
Wit blijft met kleine dreigingen wer
ken. Nu dreigt hij met Lh2-Lg3-Lh4
de druk nog meer te versterken. Bo
vendien komt e.v. Lf5 in aanmerking.
2 5g7-g6?!.
Zwart wil Lf5 voorgoed verhinderen,
maar verzwakte aldus de koningsvleu
gel.
26. Dbl-cl
Nog sterker was direct 26. Lg3. Bij
voorbeeld: 26. Lg3 Ph5 27. Lh4 f6 (27.
Pf4 28. Td2 Pd3: 29. Dd3: Lf5
30. De2 Td7 31. g4) 28. Lg6: hg6: 29.
Dg6:f Pg7 30. Pe4 en de zwarte stel
ling stort Ineen.
Nog een variant is 26. Lg3 Kg7 27.
Lh4 h6 28. Del! Th8 29. Pe41
2 6Kg8-h8?