EN MAAR PEUKEN EN MAAR BALEN".... 21 Dick Bos, de terugkeer var een superheld H BOTSINGEN OM DE STRUCTUREN VAN DE KERK Einde van het Kerkelijk Jaar DOORGEKOOKTE SPERZIEBONEN EN STINKENDE SUDDERLAPPEN „IBOAO 25 NOVEMBES 1971 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT De doem, die pedagogen Jarenlang over het stripver haal legden, U langramerliand verdwenen en voor Jean Dulleu U kennelijk het moment gekomen om zich op de vervaardiging van beeldverhalen te werpen. Er zijn Inmiddels vier deeltjes Paulus de Boskabouter ln stripvorm verschenen. Zowel de tekeningen als de tekst zijn van Dulleu- De schrijver-tekenaar, die de geringe gestalte van de boskabouter ln de loop der Jaren grote faam bezorgde, heeft bij de strips gekozen voor de blokvorm: geen tekst ln de tekeningen, maar ln blokjes eronder en dat doet het leuk. BIJ het doorbladeren vraag Je Je wel af, ln welke stijl Dulleu nu eigenlijk tekent- De boskabou ter zelf Is meestal zeer schematisch, met een enkele Ujn, op papier gezet maar tussen die primitief aan doende beeldjes staan uiterst gedetailleerde tekeningen- Dulleu bereikt met belde methoden erg leuke resulta ten, maar doordat schematische en gedetailleerde teke ningen zijn samengebracht in één verhaal, ontstaat een wat onevenwichtig totaalbeeld. De schematische beeld jes passen het best bU de heer Boskabouter en de figuurtjes rond hem- Overigens ls dat volwassenpraat. Kinderen zullen zich er niet aan storen. Integendeel, ze zullen veel plezier hebben van de beeldverhalen rond Paulus. En daar gaat het tenslotte om. Unieboek NV heeft de stripver halen uitgegeven. Ze kosten 4,95 per deeltje- Paulus de Boskabouter in stripvorm de eerste helft van de tweede wereldoorlog Vreet Alfred Mazure van een Berlljnse uitgever het «noek om van zijn stripheld DIck Bos een Nazl- mlon te mjiken. De Dick Bos-serle, die Mazure ln 1941 was begonnen en die werd uitgegeven door Ten Hagen NV ln Den Haag, was In de dagen van de Duitse uitgever Indringend genoeg om ln grote oplage verspreid te worden onder de Wehrmacht. Wek Bos Is nooit een Nazi-spion geworden. Mazure «jjtrde. Zijn superman, die zich stelselmatig be- jtahleld met bestrijding van de misdaad, trad niet t« tot de misdadigers. De bezetters verboden na de weigering van de tekenaar verdere verspreiding nn het beeldverhaal. Wl« ds door de Arbeiderspers onlangs heruitgege ven detective-beeldverhalen van Mazure hij on dertekende met Maz nu onder ogen krijgt, vnagt zich niet zonder verbazing af, hoe het mogelijk ls geweest, dat een Duitse uitgever ln 1942 ooit propagandamateriaal voor de Nazi's kon zien ln een verschijning als Dick Bos. Bladerend ln de nieuwste uitgave met vier verhalen ln één boek kom Je een man tegen met veel vaardigheid ln de toepassing van hardhandige gevechtstechnieken, waarbij 'vliegende schaar' een vooraanstaande plaats krijgt- Maar een man zonder gezicht, zonder karakter. Het enige wat Dick Bos doet, is de misdaad in vele varianten te lijf gaan met een Ti-.ir.Lmnm aan zwakheden van eigen kant. De tek sten, die hij tijdens die bezigheid lanceert, geven geen blijk van geestelijke diepgang, het sarcasme van de held Dick Bos is veel te recht voor z'n raap en zijn daden benne alleen maar groot- Tas dat het? Op het eerste gezicht wel. Maar wie zich nog kan herinneren, hoe aantrekkelijk het was onder schooltijd in het geniep een Dick Bossie te lezen, weet wel beter. Natuurlijk werd de attractie tijdens de lesuren op school vergroot, doordat niet alleen de superheld, maar ook de lezer, die kennis nam van zijn daden, gevaar liep nablijven en een ernstige toespraak van de onderwijzer. Maar ook als dat risico er niet was, als Je buiten de school de daden van Bos onder ogen kreeg, was het spannend. Dick Bos v/as inderdaad een houterig getekend man, die het knokkend opnam voor ande re houterig getekende mannen. Een gelaat, door Maz getekend, vertoonde wel vaag lets van boos heid, pijn, glimlach, maar expressie v/as er niet. Niettemin was Dick Bos Iemand. Een verklaring zou kunnen zijn, dat hij altijd maar weer overwon en dat de schoften immer het onderspit moesten delven- Misschien ook lag daarin de reden, dat de Duitse uitgever van destijds iets in Dick Bos zag. Hij was nu eenmaal een onoverwinnelijke held en dat zou hij allicht als Nazi-spion ill de ogen van velen zijn gebleven. De Arbeiderspers heeft met de heruitgave van de Dick Bosverhalen er zijn nu drie deeltjes met elk vier verhalen duidelijk gegokt op de jeugdsentimentele overwegingen van de jongetjes en meisjes van toen, die de omvangrij ke held destijds eigenlijk niet onder ogen mochten krijgen. In de tekeningen noch in de 'oertekst' is iets veranderd en dat ls prijzenswaardig. Men kan het allemaal eens van een afstand zien: met een glimlach naar toen- De deeltjes met vier verhalen kosten ƒ10 wel ƒ11,50 het derde. En dat is nogal veel. Het zal het Jeugdsentiment voor een cent kon Je toen nog iets lekker» kopen bij sommigen versterken. HOE ENTHOUSIAST Ik ook was over 'Bleekers zomer', het debuut van Mensje van Keulen, ik kan niet meer mee met al de lof die ook nu over 'Allemaal tranen' wordt uitgestort, en de hemel beware me voor "De Wereld van Mensje van Keulen' die blijkbaar al via de televisie aan de kijkertjes wordt voorgeschoteld, die wereld ken ik nu, grondiger dan me lief Is. Geraniums en bokking en lekke schoenen. Het is de wereld waar de Nederlandse litera tuur nu net zo'n beetje aan ontgroeid raakte, de wereld nn pruttelende etensrestjes op fornuizen, van leeglopende ontevreden huisvrouwen, drenzerige kinderen en mannen die van ellende haast niet thuis durven komen wegens de sfeer die hen daar achter de beslagen ramen wacht, en die dan maar in de kroeg of in een andere uitvlucht wat respijt zoeken. Er is niets veranderd, ik weet het wel, diezelfde taferelen en toestanden die zich in de twintiger en dertiger jaren afspeelden tussen bakeliet en pluche spelen zich nu af tussen plastic en skai, maar moet dit nu echt weer allemaal? Moeten we met de pothoedjes, geëpileerde wenkbrauwen en cupidolipjes ook echt weer door al de bijbehorende misère? Al dat gezeur van en over misselij ke wijven en sullige kerels en hun rotjongen, dat uitzichtsloze gemeier over toch niet veranderende situa ties, dat getreiter gepest en onfrisse geteut? In kleine dosis gepresenteerd is het te slikken (want Mensje van Keulen schrijft goed en economisch) maar éénentwintig maal hetzelfde refrein is absoluut te veel, waar je het boek ook opslaat, altijd ls er dezelfde sfeer. Een paar steekproeven: ,Pora schonk een kopje thee in terwijl ze met een vinger het koordje met Pickwick-merkje tegenhield. „Door", dacht ie. „vannacht was je dood. wat een prachtige droom". Hij had zich zelf tastend in het donker de trap op zien komen Toen ie bijna boven was, hoorde hij haar zeggen: ..Hondje kontje". „Waar ben je. Door?" vroeg ie Waarom heb je 't licht uitgedaan?" Met z'n stok voelde hij langs de muren en hoorde hij hoe ze er voorzichtig voor opzij schoof in de richting van de wc. „Ophouwen. Door" zei hi) en stak de stok vooruit, die kennelijk vlak naast haar kwam, want ze schrok, sprong opzij en lazerde de trap af. Terwijl ie haar had horen vallen, was ie de kamer ingegaan, had geld uit een van de trommeltjes gepakt en was bedaard en opgelucht naar beneden gegaan. Pij glimlachte in de hitte die uit z'n kopje dampte, en keek naar haar. Jloor" dacht ie, „zoals je daar lag, met je armen en benen gespreid. Alles wat ik deed, was met m'n stok je rok omlaag trekken, waarna ik over je heen stapte om naar de kroeg te gaan" Hij stond op" (.Mondje kontje". Pag. 31) Iets met tomaten en uien zat ie te eten. Hij vond het lekker, hij hield van uien. jammer alleen dat ie het zich niet kon permitteren vanwege kantoor Dorie had ie verboden ooit iets met uien klaar te maken. Behalve op saterdag, maar de kans dat dat gebeurde was erg klein omdat zaterdag de 'makkelijke' dag was. twee broodmaal tijden dus. Maar Dorie och die kon nou al drie jaar eten wat ze wou en ze deed het toch niet, dat wist ie zeker. Ze zat veel te vast aan haar gewoontes. Na rooie kool was er yoghurt, na spinazie beschuitpap en na de zaterdagse broodmaaltijd zette ze de fruitschaal op tafel" (Begin van 'De vrouwen van Marius', pag. 14). „Emma zette de filter te druipen op een schoteltje. „Ze zouwen er toch om tien uur zijn" zegt ze en kijkt naar bulten. „Zullen we vast een kopje nemen"? vraagt hij en steekt de sigaar op. „Laten we nou nog even wachten. Dat staat zo ongezellig, zo'n halfvolle pot". „De koffie ruikt anders goed", probeert hij en blaast een dikke wolkEmma is achter het raam gaan zitten, haar handen stil in haar schoot. .JCwart over tien", klaagt ze, naar de klok kijkend en dan weer naar buiten. „Als er maar niks met de auto is". Hij knikt met zijn hoofd naar de koffiepot. „Emma, de pit is uit" „Hij zal op zijn". Ze staat onwillig op om een nieuwe te halen" ('Zondagochtend', pag. 74) „De bus rook naar dampende jassen. De ramen waren beslagen en hier en daar streperig afgeveegd. Thuis besloegen de ramen wanneer Nel de luchtbevochtiger inschakelde om haar huid en de planten te beschermen tegen verdorring door de centrale verwarming. Hij had een keer kwitanties zitten uitschrijven toen dat ding plotseling begon te loeien en zo spetterde dat ie vanwege de uitgevloeide inkt opnieuw moest beginnen. ..Eigen schuld", zei Nel. „Moet je maar in de slaapkamer gaan zitten". Hij was er sindsdien gaan zitten, met al z'n paperassen en z'n tikmachine, aan het tafeltje waar ie voor ie beginnen kon. iedere keer weer de naaimachine vanaf moest tillen"- (,De Breuk, tweede helft', pag. 58) Ik heb deze citaten echt niet gezocht, het is overal hetzelfde. Het zou veel meer moeite kosten, werkelijk fijne, tekenende regels bijeen te vinden, bijvoorbeeld uit hetzelfde 'De Breuk, tweede helft": .Hij schuifelde naar de volgende stang en omdat de bus met een ruk optrok, greep ie tijdens de wankelende beweging die als een rij vallende dominostenen door de meute passagiers voer. zich vast aan de juffrouw naast hem" (pag. 57) Nogmaals- deze verhaaltjes zijn niet slecht, ze zijn voor het overgrote deel eerder goed, maar als reclame en kritiek hier gaan handelen alsof het om de 'literaire gebeurtenis van het jaar' gaat. krijg ik eer gevoel als destijds toen de dichteres Neeltje Maria Min over het paard werd getild: hier wordt een authentiek talent eenvoudig de benen gebroken, voorland ontnomen, het werken onmogelijk gemaakt. Want 'Allemaal Tranen' is niets meer dan een bundeltje aardige verhaaltjes uit de typisch Hollandse wat prutteli ge sector waar je dan beslist nog wel een zwak voor moet hebben om er zoveel van te kunnen verwerken. Doch laten we gezellig aanschuiven op het.skai om de doorgekookte sperziebonen en stinkende sudderlappen van een plastic bord op de keukentafel te eten en ons vervol gens verdiepen in de alkoofgeheimen van Marie en opa, moeder Stien en tante Betje, want Mensje van Keulen schotelt die nog wel met een vleugje humor voor, en mogelijk is ze er, na eenentwintig keer oefenen, ook wel voor een poosje, of wie weet voorgoed, van bevrijd. Veel beter vind ik de novellenbundel 'Circus Melancholia' van Guus Luijters. Luijters' wereld is wel enigszins te vergelijken met die van Mensje van Keulen, maar hij schept zelf minder behagen in het kleinburgerlijke, bene pene, uitzichtsloze. Bij hem is er een ontsnappingsmoge lijkheid, hetzij in het gekke, irrationele, hetzij in de drank, want er v/ordt heel wat afgedronken in dit negental verhalen Ook hier vrij veel jeugdherinneringen: verder heel laconieke, halfdronken erotische belevenissen en evocatieve stukken, ontstaan \iit herinneringen aan de diensttijd. Het beste vind ik "Palen laden' (het is ook het langste verhaal, een 25 bladzijs), waarin op bijzonder knappe manier de landerige wereld van de dienst wordt opgeroe pen, met heel het jargon, de gedragscode, bijvoorbeeld: „Ik dronk in een teug mijn pilsje leeg en wenkte de bediende. „Jij nog?" „Zet maar neer". Ik stak twee vingers op. Wat een kolere ochtend" „Koud zeker", zei Arie grijnzend. „Wat hebben jullie gedaan?" „Denk even na", zei ik. „Jouw naam stond onder het lijstje dat ik van die blauwe meekreeg". „Hij heeft weer de hele ochtend op je zitten schelden. Hij kan het nog steeds niet hebben dat jij aan die filleroefe- ning bent ontsnapt". „Ik ben geen filler" zei ik. „En maar peuken en maar balen", neuriede Robbie. „Ach Jezus nog aan toe. Waarom pak je je gitaar er niet bij", zei ik. „One meat ball" kreunde Arie. „Kan jij eigenlijk nog iets anders spelen. Robbie?" „En waarom was je je niet eens?" vroeg ik. ,J)e douches zi)n meteen rechts als je je kamer uitkomt". Volgende week krijg ik mijn ster", zei Robbie. „En dat betekent: nog twee maandjes, nog zestig poepie days. Hoelang jij nog. filler? Als ik jou eerst maar mijn plunjebaai naar het station zie dragen" (pp. 2817) Guus Luijters hoort gelukkig nog niet tot die groep hevig overschatte schrijvers van korte verhalen waaraan ons land opeens zo overrijk is. als je het geloven mag (Waasdorp, Mensje van Keulen, Biesheuvel etc.) Je mag hem nog zelf ontdekken mogelijk valt het mee. Mensje vsn Keulen: Allemaal Tranen, f 10; GuusSlulJters: Circua Melancholia, t lo. Bel de uitgaven: Arbeiderspers. Amsterdam. Kr is weer al een kwestie ln de Kooma-Kalholiekr Kerk in «lis IsikI Hel houdt maar niet op. En bet rit er In dat dit wel so sal doorgaan. Kn weer al is het een kwretl» waarmee ook andere kerken te maken hebben. Dat I* tegenwoordig e»n gewone saak. Er kan kerkelijk eigenlijk niets meer gebeuren bi) ren deel van de cbrtstenbrM die ons land rijk ls. of andere delen rijn er bij betrokken, aorn» re-chtatreeks, aoms riJdrUnga Vroeger lag bet anders Dan kon mm. wanneer mm ln één kerk in de nesten sat, la andere kerken daarom muiven Tegenwoordig kan dat niet meer. want alle kerken rik ten met elkaar ln deaelfde nesten. De scheidslijnen lopen niet meer tusam de verscWV lende kerken door, maar ie lopen er doorheen en so rie Je bed vanseif wei gebeuren dat het mulvm ophoudt, want elke kwestie dte er. ln wHkr kerk daa ook. rich voordoet, sal men In andere kerken rich kunnen afvragen: ritten ws feitelijk niet met hetzelfde probleem? De kwestie die er dan nu weer ls gerezen betreft de open communie ln een bepaalde wijk van de gemeente Rijswijk. In die vrij nieuwe wijk ls er een nog al hartelijke samenwerking ontstaan tussen de her vormde. de gereformeerde en de rooms- katholieke kerk. In deze laatste kerk wilde men bij deze samenwerking niet onvoor zichtig te werk gaan en men had daartoe de hulp ingeroepen van de Slnt-Wlllibrord. vereniging, die door het blaachoppencolle ge ln ons land is aangewezen als de Instantie voor oecumenische aangelegenhe den- Men heeft dit keer die bijstand des te meer begeerd, omdat men op bijzondere, op sacramentele wijze uitdrukking wilde geren aan de verbondenheid die er kerke lijk in deze wijk was gegroeid. Men wilde hiermee een teken stellen van wat men tezamen ziet en belijdt als het hart van het christelijk geloof en de opdracht die daaruit voortvloeit. Een open communie ls er ln die Rljswljkse wijk reeds Jaren. Leden van de drie kerken nemen onbe schroomd deel aan eikaars Avondmaal- eucharistlevierlng- Dit heeft geen moeilijk heden gegeven. Wel moet hierbij gezegd dat de gere'orm-erde wijkkerkeraad zich wat ging distantiëren, omdat men ln eigen synode nog niet klaar was met het denken daarover. Doch aan eigen gemeenteleden werd geheel de vrijheid gelaten of rij ln een andere kerk dan de hunne aan het Avondmaal-eucharistie wilden deelnemen. Zo is men ln Rijswijk z'n gang gegaan met de open communie- Het woord 'Inter communie' heeft men angstvallig verme den. Daartoe moeten de kerken en niet de plaatselijke gemeenteparochies een beslis sing nemer.- Men heeft gezocht naar iets tussen open-communie en intercommunie ln. Het zou een gezamenlijke dienst rijn. De hervormde predikant zou de prediking ver zorgen en mede deelnemen bij de uitrei king van de tekenen der eucharistie- Daan tegen echter maakte bisschop Simonls be zwaar en zo ls het dan ook geschied dat dit niet doorging. Maar wel heeft men brood en wijn laten uitdelen door 27 personen, gewone gemeenteleden. B uit elke deelnemende kerk. Nu zou er waarschijnlijk geen haan naar hebben gekraald (men deed dit in Rijswijk al enkele Jaren zo) ware het niet dat deze dienst per televisie de ether was Ingegaan. Ook de bisschop van Rotterdam kon zien wat er ln rijn eigen bisdom geschiedde. De uitdeling door die 27 moet hem nog erger zijn geweest dan dat een predikant had meegeholpen. Die 27 rijn voor hem natuurlijk helemaal volslagen leken geweest en onaanvaardbaar. Boven dien was die open communie in feite een bedekte intercommunie geworden. Het feit dat men dit zo al enige Jaren heeft gedaan verandert daaraan natuurlijk niets- Rijs wijk ls bekend geworden, maar ons ls verzekerd dat men op vele plaatsen ln ons land op soortgelijke wijze 'maaltijden des Heren' viert en dat het vooral Jongeren zijn die daaraan deelnemen. Blijkbaar be antwoorden dergelijke vieringen aan een behoefte. Men wil er mee te kennen geven dat men geen zin meer ziet in het geschei den optrekken. Er ls nu eenmaal een groeiende wens om het gezamenlijk kerk- zijn tot uitdrukking te laten komen. Wan neer men zou moeten wachten tot de kerken het onderling helemaal eens zijn. kan men wachten tot Sint-Juttemls. En daarom zoekt men het op het plaatselijke vlak. Dit alles ls een facet van hetgeen er gaande ls. kerkelijk en interkerkelijk. Sinds het tweede Vaticaans concilie is men, althans in de R-K Kerk in ons land. grote nadruk gaan leggen op de persoonlij ke verantwoordelijkheid van de christen- En tegelijk hebben we kunnen waarnemen dat men ln verschillende parochies een eigen weg ls gegaan- Vandaar dat er een zeker onderscheid is gekomen tussen de ene parochie en de andere Over het algemeen heeft men da', tweede Vaticaans concilie als een bevrijding gevoeld wat betreft de verhouding tot andere kerken. Die waren er immers ook vertegenwoor digd. Men is over een grens heengegaan waarbinnen het geweten dikwijls gevangen werd gehouden. Wie Iets gelezen heeft over het congres van de Open-Kerk-bewe- glng dat op 5 november te Utrecht ls gehouden, zal hebben bemerkt dat men ook daar sterke nadruk heeft gelegd op de persoonlijke verantwoordelijkheid en ook daar ls zo iets gezegd dat intercommunie helemaal niet als een knelpunt wordt ge voeld. maar dat het een knelpunt wordt „door de afwijzende houding van de offi ciële kerkfunetlonariMen" En bot* men weer op tegen de kerk als instituut. In dit alies •.inden we een verwerken van bepaalde gegevens van bet tweede Vati caans conciile. waarvan «en gedeelte la doorgevloeid en verder verwerkt op het Nederlandse pastorale concilie Daaraan la zo maar geen halt meer toe te roepen. Ook te begrijpen ls dat er groepen komen waar men zich des te meer vastklemt aan het instituut van de kerk zoals men dat vroeger gekend heeft. Daar voelt men rich pijnlijk getroffen wanneer van het oude kerkelijk Instituut iets wordt afgeknab beld. Wanneer d« verhouding tot andere kerken een andere wordt en men als gelijken met elkaar heef', leren omgaan, is er reeds een stukje afgeknabbeld var. ds vroeger dikwijls zo hoogmoedige houding dat men eigen kerk als de enige, de ware, zag B'.J de Open Kerk beweging heeft men het gehad over ,4e macht van de struc- tuu.-k< dat is m hun ogen de hiërarchie met alles wat daarbij behoort, de pauselij ke nuntius incluis. Die macht over de zielen is niet gering. In de hervormd» synode heelt men het deze week gehad over het ambt ln de kerk Achter het ambt in de protestantse kerken staat ook heel de structuur van die kerken- Wanneer men het niet eens kan worden hoe mer, dat ambt moet zien. blijkt daaruit dat er verschillende gedachten zijn hoe de kerk ln de toekomst zal ir.o--.en functioneren. Op de synode van de Gereformeerd» Ker ken ls men weer eens druk bezig gewee-g met de belijdenis van de kerk. Ook daar blijkt dat men niet een gelijke visie beeft. Maar achter die belijdenis staat ook weer een bepaalde structuur van de kerk en terwijl men over de belijdenis spreekt, gaat het er ook om hoe de kerk zal moeten functioneren om !r. deze zo snel veranderende tijd leiding te kunnen blijven geven- Laten we bij alles wat we kunnen op- en aanmerken toch niet vergeten dat zij. die op het ogenblik leiding moeten geven, het deed er niet toe in welke kerk. een buitengewoon moeilijke taak hebben. Leiding geven is vooruitzien naar d» toe komst. terwijl een belangrijk deel van de beminde gelovigen gewetensvol alleen maar terug zie: naar het beeld van het verleden- De vorige week ls er ln Rome een congres (of ik weet hoe het genoemd moe*, worden) gehouden van wat wel genoemd wordt 'd» zwijgende kerk' Zij die deze uitdrukking hanteren, menen dat de grote meerderheid van het kerkvolk daartoe behoort. „De kerk van het stilzwijgen, de katholieken behorend tot de massa die zegt geen stem te kunnen laten horen, hebben ln Rome op spectaculaire wijze hun stilzwijgen verbro ken". Zij zijn bijeengekomen om hun geloof aar. kerk en traditie te belijden ZIJ wilden zich „openlijk opsteller, tegen he dendaagse nieuwlichterijen en afwijkingen van de orthodoxie". Zo lezen we ln de krant. Alles moet blijven zoals het vroeger was. Meer dan 5000 uit heel Europa zijn er zo in Rome bijeengeweest. En dat, terwijl de wereld waarin wij moeten le ven. zo snel verandert. Eveneens de vorige week is er bi Utrecht een 'getuigenisbijeenkomst' geweest. Die bijeenkomst ging uit van de Nederlands» afdeling van de ICCC 'de International» Raad van Christelijke Kerken, de tegen hanger van de Wereldraad van Kerken). Het ging tegen .net verval op het terrein van kerk en theologie, de zedelijke verwor ding en in het algemeen de verllnkslng van het openbare leven". Op die getulgenisbU- eenkomst is op alle mogelijke wijze wan trouwen gezaaid, terwijl men zich zelf blijkbaar beschouwt als gehoorzaam on derworpen aan h^-t gezag van Gods Woord. Men weet zich blijkbaar op bet smalle pad dat ten leven leidt. Tussen 4.000 en 5.000 waren er naar Utrecht gekomen om zo te getuigen- Onze gedachten gaan weer terug naar Rijswijk en we zien weer voor ons die open-communie, die meer was dan dat. Men heeft daar iets gedaan dat kerkorde- lijk helemaal niet kon. We hebben zowel van Rijswijk als van Rome, als van Utrecht alleen maar een kranteverslag gelezen, maar ons hart is ln Rijswijk gebleven omdat men hier Iets heeft ge daan tot verzoening van de zo zeer ver scheurde christenheld. Het lijkt echter wel dat de structuur van de kerk vereist dat er onmiddellijk groot alarm moet worden geslagen wanneer er zo iets gebeurt. Waar om? AANTEKENING 't Heeft in 't gemaan weinig nut. want geen zin over God tot vermoeiens te praten. immers tot praters gaat Hij nauwlijks in.' Al kün je het niet je kunt het wel laten. Tot door stofmist van menslijke ontrouw betraand heenbreken aangezichtstrekken als van een man die behoedzaam een vrouw stil nadert om haar zacht voor zich te wekken Want de zon aan de hemel, de wolken hebben genoegzaam aan mensen onthuld hoe mild onderhoudend het geduld is waarin Hij zijn Naam kwam te vertolken. Nu kunnen mensen hun begaafdheid daarop rich ten. een voorstad van het Nieuw Jerusalem te stich ten. JERUSALEMSGEWTJS Kuituren in mensen, te snellen en te tragen. losjes uit eikaar aan 't vallen zie je sterk afhellen Langs steilten van een zeer konstant gevaar. Maar wie 't onhoorbaar sprekend Woord verstaat, die wordt verrast herboren door God die hartelijk bekoort wie buiten Hem zich vindt verloren. Gij takelt ons ter plaatse omhoog voorbij veeltalige kuituren en geeft ons uw verhuld vertoog dat ons veel zinneloze uren vergoedt En uit vervreemdxngsfalen voert Gij ons op. Jerusalemsgewijs, opdat een doelloos, zwervend dwalen ver jonge tot een glansbeschenen reis. P. J. PENNINGS. AXEL

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1972 | | pagina 21