EN MAAR PEUKEN EN
MAAR BALEN"....
21
Dick Bos, de terugkeer var een superheld
H
BOTSINGEN OM DE
STRUCTUREN
VAN DE KERK
Einde
van
het
Kerkelijk
Jaar
DOORGEKOOKTE SPERZIEBONEN EN STINKENDE SUDDERLAPPEN
„IBOAO 25 NOVEMBES 1971
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
De doem, die pedagogen Jarenlang over het stripver
haal legden, U langramerliand verdwenen en voor Jean
Dulleu U kennelijk het moment gekomen om zich op
de vervaardiging van beeldverhalen te werpen. Er zijn
Inmiddels vier deeltjes Paulus de Boskabouter ln
stripvorm verschenen. Zowel de tekeningen als de
tekst zijn van Dulleu-
De schrijver-tekenaar, die de geringe gestalte van de
boskabouter ln de loop der Jaren grote faam bezorgde,
heeft bij de strips gekozen voor de blokvorm: geen
tekst ln de tekeningen, maar ln blokjes eronder en dat
doet het leuk. BIJ het doorbladeren vraag Je Je wel af,
ln welke stijl Dulleu nu eigenlijk tekent- De boskabou
ter zelf Is meestal zeer schematisch, met een enkele
Ujn, op papier gezet maar tussen die primitief aan
doende beeldjes staan uiterst gedetailleerde tekeningen-
Dulleu bereikt met belde methoden erg leuke resulta
ten, maar doordat schematische en gedetailleerde teke
ningen zijn samengebracht in één verhaal, ontstaat een
wat onevenwichtig totaalbeeld. De schematische beeld
jes passen het best bU de heer Boskabouter en de
figuurtjes rond hem-
Overigens ls dat volwassenpraat. Kinderen zullen zich
er niet aan storen. Integendeel, ze zullen veel plezier
hebben van de beeldverhalen rond Paulus. En daar
gaat het tenslotte om. Unieboek NV heeft de stripver
halen uitgegeven. Ze kosten 4,95 per deeltje-
Paulus de Boskabouter in stripvorm
de eerste helft van de tweede wereldoorlog
Vreet Alfred Mazure van een Berlljnse uitgever het
«noek om van zijn stripheld DIck Bos een Nazl-
mlon te mjiken. De Dick Bos-serle, die Mazure ln
1941 was begonnen en die werd uitgegeven door
Ten Hagen NV ln Den Haag, was In de dagen van
de Duitse uitgever Indringend genoeg om ln grote
oplage verspreid te worden onder de Wehrmacht.
Wek Bos Is nooit een Nazi-spion geworden. Mazure
«jjtrde. Zijn superman, die zich stelselmatig be-
jtahleld met bestrijding van de misdaad, trad niet
t« tot de misdadigers. De bezetters verboden na
de weigering van de tekenaar verdere verspreiding
nn het beeldverhaal.
Wl« ds door de Arbeiderspers onlangs heruitgege
ven detective-beeldverhalen van Mazure hij on
dertekende met Maz nu onder ogen krijgt,
vnagt zich niet zonder verbazing af, hoe het
mogelijk ls geweest, dat een Duitse uitgever ln 1942
ooit propagandamateriaal voor de Nazi's kon zien ln
een verschijning als Dick Bos. Bladerend ln de
nieuwste uitgave met vier verhalen ln één boek
kom Je een man tegen met veel vaardigheid ln
de toepassing van hardhandige gevechtstechnieken,
waarbij 'vliegende schaar' een vooraanstaande
plaats krijgt- Maar een man zonder gezicht, zonder
karakter. Het enige wat Dick Bos doet, is de
misdaad in vele varianten te lijf gaan met een
Ti-.ir.Lmnm aan zwakheden van eigen kant. De tek
sten, die hij tijdens die bezigheid lanceert, geven
geen blijk van geestelijke diepgang, het sarcasme
van de held Dick Bos is veel te recht voor z'n raap
en zijn daden benne alleen maar groot-
Tas dat het? Op het eerste gezicht wel. Maar wie
zich nog kan herinneren, hoe aantrekkelijk het was
onder schooltijd in het geniep een Dick Bossie te
lezen, weet wel beter. Natuurlijk werd de attractie
tijdens de lesuren op school vergroot, doordat niet
alleen de superheld, maar ook de lezer, die kennis
nam van zijn daden, gevaar liep nablijven en een
ernstige toespraak van de onderwijzer. Maar ook
als dat risico er niet was, als Je buiten de school
de daden van Bos onder ogen kreeg, was het
spannend. Dick Bos v/as inderdaad een houterig
getekend man, die het knokkend opnam voor ande
re houterig getekende mannen. Een gelaat, door
Maz getekend, vertoonde wel vaag lets van boos
heid, pijn, glimlach, maar expressie v/as er niet.
Niettemin was Dick Bos Iemand. Een verklaring
zou kunnen zijn, dat hij altijd maar weer overwon
en dat de schoften immer het onderspit moesten
delven- Misschien ook lag daarin de reden, dat de
Duitse uitgever van destijds iets in Dick Bos zag.
Hij was nu eenmaal een onoverwinnelijke held en
dat zou hij allicht als Nazi-spion ill de ogen van
velen zijn gebleven. De Arbeiderspers heeft met de
heruitgave van de Dick Bosverhalen er zijn nu
drie deeltjes met elk vier verhalen duidelijk
gegokt op de jeugdsentimentele overwegingen van
de jongetjes en meisjes van toen, die de omvangrij
ke held destijds eigenlijk niet onder ogen mochten
krijgen. In de tekeningen noch in de 'oertekst' is
iets veranderd en dat ls prijzenswaardig. Men kan
het allemaal eens van een afstand zien: met een
glimlach naar toen- De deeltjes met vier verhalen
kosten ƒ10 wel ƒ11,50 het derde. En dat is nogal
veel. Het zal het Jeugdsentiment voor een cent
kon Je toen nog iets lekker» kopen bij sommigen
versterken.
HOE ENTHOUSIAST Ik ook was over 'Bleekers zomer',
het debuut van Mensje van Keulen, ik kan niet meer
mee met al de lof die ook nu over 'Allemaal tranen' wordt
uitgestort, en de hemel beware me voor "De Wereld van
Mensje van Keulen' die blijkbaar al via de televisie aan
de kijkertjes wordt voorgeschoteld, die wereld ken ik nu,
grondiger dan me lief Is. Geraniums en bokking en lekke
schoenen. Het is de wereld waar de Nederlandse litera
tuur nu net zo'n beetje aan ontgroeid raakte, de wereld
nn pruttelende etensrestjes op fornuizen, van leeglopende
ontevreden huisvrouwen, drenzerige kinderen en mannen
die van ellende haast niet thuis durven komen wegens de
sfeer die hen daar achter de beslagen ramen wacht, en
die dan maar in de kroeg of in een andere uitvlucht wat
respijt zoeken.
Er is niets veranderd, ik weet het wel, diezelfde taferelen
en toestanden die zich in de twintiger en dertiger jaren
afspeelden tussen bakeliet en pluche spelen zich nu af
tussen plastic en skai, maar moet dit nu echt weer
allemaal? Moeten we met de pothoedjes, geëpileerde
wenkbrauwen en cupidolipjes ook echt weer door al de
bijbehorende misère? Al dat gezeur van en over misselij
ke wijven en sullige kerels en hun rotjongen, dat
uitzichtsloze gemeier over toch niet veranderende situa
ties, dat getreiter gepest en onfrisse geteut? In kleine
dosis gepresenteerd is het te slikken (want Mensje van
Keulen schrijft goed en economisch) maar éénentwintig
maal hetzelfde refrein is absoluut te veel, waar je het
boek ook opslaat, altijd ls er dezelfde sfeer. Een paar
steekproeven:
,Pora schonk een kopje thee in terwijl ze met een vinger
het koordje met Pickwick-merkje tegenhield.
„Door", dacht ie. „vannacht was je dood. wat een
prachtige droom". Hij had zich zelf tastend in het donker
de trap op zien komen Toen ie bijna boven was, hoorde
hij haar zeggen: ..Hondje kontje". „Waar ben je. Door?"
vroeg ie Waarom heb je 't licht uitgedaan?" Met z'n
stok voelde hij langs de muren en hoorde hij hoe ze er
voorzichtig voor opzij schoof in de richting van de wc.
„Ophouwen. Door" zei hi) en stak de stok vooruit, die
kennelijk vlak naast haar kwam, want ze schrok, sprong
opzij en lazerde de trap af. Terwijl ie haar had horen
vallen, was ie de kamer ingegaan, had geld uit een van de
trommeltjes gepakt en was bedaard en opgelucht naar
beneden gegaan.
Pij glimlachte in de hitte die uit z'n kopje dampte, en
keek naar haar.
Jloor" dacht ie, „zoals je daar lag, met je armen en
benen gespreid. Alles wat ik deed, was met m'n stok je
rok omlaag trekken, waarna ik over je heen stapte om
naar de kroeg te gaan" Hij stond op" (.Mondje kontje".
Pag. 31)
Iets met tomaten en uien zat ie te eten. Hij vond het
lekker, hij hield van uien. jammer alleen dat ie het zich
niet kon permitteren vanwege kantoor Dorie had ie
verboden ooit iets met uien klaar te maken. Behalve op
saterdag, maar de kans dat dat gebeurde was erg klein
omdat zaterdag de 'makkelijke' dag was. twee broodmaal
tijden dus. Maar Dorie och die kon nou al drie jaar
eten wat ze wou en ze deed het toch niet, dat wist ie
zeker. Ze zat veel te vast aan haar gewoontes. Na rooie
kool was er yoghurt, na spinazie beschuitpap en na de
zaterdagse broodmaaltijd zette ze de fruitschaal op tafel"
(Begin van 'De vrouwen van Marius', pag. 14).
„Emma zette de filter te druipen op een schoteltje. „Ze
zouwen er toch om tien uur zijn" zegt ze en kijkt naar
bulten.
„Zullen we vast een kopje nemen"? vraagt hij en steekt
de sigaar op.
„Laten we nou nog even wachten. Dat staat zo ongezellig,
zo'n halfvolle pot".
„De koffie ruikt anders goed", probeert hij en blaast een
dikke wolkEmma is achter het raam gaan zitten, haar
handen stil in haar schoot. .JCwart over tien", klaagt ze,
naar de klok kijkend en dan weer naar buiten. „Als er
maar niks met de auto is".
Hij knikt met zijn hoofd naar de koffiepot. „Emma, de
pit is uit" „Hij zal op zijn". Ze staat onwillig op om een
nieuwe te halen" ('Zondagochtend', pag. 74)
„De bus rook naar dampende jassen. De ramen waren
beslagen en hier en daar streperig afgeveegd. Thuis
besloegen de ramen wanneer Nel de luchtbevochtiger
inschakelde om haar huid en de planten te beschermen
tegen verdorring door de centrale verwarming. Hij had
een keer kwitanties zitten uitschrijven toen dat ding
plotseling begon te loeien en zo spetterde dat ie vanwege
de uitgevloeide inkt opnieuw moest beginnen.
..Eigen schuld", zei Nel. „Moet je maar in de slaapkamer
gaan zitten".
Hij was er sindsdien gaan zitten, met al z'n paperassen
en z'n tikmachine, aan het tafeltje waar ie voor ie
beginnen kon. iedere keer weer de naaimachine vanaf
moest tillen"- (,De Breuk, tweede helft', pag. 58)
Ik heb deze citaten echt niet gezocht, het is overal
hetzelfde. Het zou veel meer moeite kosten, werkelijk
fijne, tekenende regels bijeen te vinden, bijvoorbeeld uit
hetzelfde 'De Breuk, tweede helft":
.Hij schuifelde naar de volgende stang en omdat de bus
met een ruk optrok, greep ie tijdens de wankelende
beweging die als een rij vallende dominostenen door de
meute passagiers voer. zich vast aan de juffrouw naast
hem" (pag. 57)
Nogmaals- deze verhaaltjes zijn niet slecht, ze zijn voor
het overgrote deel eerder goed, maar als reclame en
kritiek hier gaan handelen alsof het om de 'literaire
gebeurtenis van het jaar' gaat. krijg ik eer gevoel als
destijds toen de dichteres Neeltje Maria Min over het
paard werd getild: hier wordt een authentiek talent
eenvoudig de benen gebroken, voorland ontnomen, het
werken onmogelijk gemaakt.
Want 'Allemaal Tranen' is niets meer dan een bundeltje
aardige verhaaltjes uit de typisch Hollandse wat prutteli
ge sector waar je dan beslist nog wel een zwak voor
moet hebben om er zoveel van te kunnen verwerken.
Doch laten we gezellig aanschuiven op het.skai om de
doorgekookte sperziebonen en stinkende sudderlappen van
een plastic bord op de keukentafel te eten en ons vervol
gens verdiepen in de alkoofgeheimen van Marie en opa,
moeder Stien en tante Betje, want Mensje van Keulen
schotelt die nog wel met een vleugje humor voor, en
mogelijk is ze er, na eenentwintig keer oefenen, ook wel
voor een poosje, of wie weet voorgoed, van bevrijd.
Veel beter vind ik de novellenbundel 'Circus Melancholia'
van Guus Luijters. Luijters' wereld is wel enigszins
te vergelijken met die van Mensje van Keulen, maar hij
schept zelf minder behagen in het kleinburgerlijke, bene
pene, uitzichtsloze. Bij hem is er een ontsnappingsmoge
lijkheid, hetzij in het gekke, irrationele, hetzij in de
drank, want er v/ordt heel wat afgedronken in dit
negental verhalen Ook hier vrij veel jeugdherinneringen:
verder heel laconieke, halfdronken erotische belevenissen
en evocatieve stukken, ontstaan \iit herinneringen aan de
diensttijd.
Het beste vind ik "Palen laden' (het is ook het langste
verhaal, een 25 bladzijs), waarin op bijzonder knappe
manier de landerige wereld van de dienst wordt opgeroe
pen, met heel het jargon, de gedragscode, bijvoorbeeld:
„Ik dronk in een teug mijn pilsje leeg en wenkte de
bediende.
„Jij nog?"
„Zet maar neer". Ik stak twee vingers op.
Wat een kolere ochtend"
„Koud zeker", zei Arie grijnzend. „Wat hebben jullie
gedaan?"
„Denk even na", zei ik. „Jouw naam stond onder het
lijstje dat ik van die blauwe meekreeg".
„Hij heeft weer de hele ochtend op je zitten schelden. Hij
kan het nog steeds niet hebben dat jij aan die filleroefe-
ning bent ontsnapt".
„Ik ben geen filler" zei ik.
„En maar peuken en maar balen", neuriede Robbie.
„Ach Jezus nog aan toe. Waarom pak je je gitaar er niet
bij", zei ik.
„One meat ball" kreunde Arie. „Kan jij eigenlijk nog iets
anders spelen. Robbie?"
„En waarom was je je niet eens?" vroeg ik. ,J)e douches
zi)n meteen rechts als je je kamer uitkomt".
Volgende week krijg ik mijn ster", zei Robbie. „En dat
betekent: nog twee maandjes, nog zestig poepie days.
Hoelang jij nog. filler? Als ik jou eerst maar mijn
plunjebaai naar het station zie dragen" (pp. 2817)
Guus Luijters hoort gelukkig nog niet tot die groep hevig
overschatte schrijvers van korte verhalen waaraan ons
land opeens zo overrijk is. als je het geloven mag
(Waasdorp, Mensje van Keulen, Biesheuvel etc.) Je mag
hem nog zelf ontdekken mogelijk valt het mee.
Mensje vsn Keulen: Allemaal Tranen, f 10;
GuusSlulJters: Circua Melancholia, t lo. Bel
de uitgaven: Arbeiderspers. Amsterdam.
Kr is weer al een kwestie ln de Kooma-Kalholiekr Kerk in «lis IsikI Hel houdt maar
niet op. En bet rit er In dat dit wel so sal doorgaan. Kn weer al is het een kwretl»
waarmee ook andere kerken te maken hebben. Dat I* tegenwoordig e»n gewone saak.
Er kan kerkelijk eigenlijk niets meer gebeuren bi) ren deel van de cbrtstenbrM die ons
land rijk ls. of andere delen rijn er bij betrokken, aorn» re-chtatreeks, aoms riJdrUnga
Vroeger lag bet anders Dan kon mm. wanneer mm ln één kerk in de nesten sat, la
andere kerken daarom muiven Tegenwoordig kan dat niet meer. want alle kerken rik
ten met elkaar ln deaelfde nesten. De scheidslijnen lopen niet meer tusam de verscWV
lende kerken door, maar ie lopen er doorheen en so rie Je bed vanseif wei
gebeuren dat het mulvm ophoudt, want elke kwestie dte er. ln wHkr kerk daa
ook. rich voordoet, sal men In andere kerken rich kunnen afvragen: ritten ws feitelijk
niet met hetzelfde probleem?
De kwestie die er dan nu weer ls gerezen
betreft de open communie ln een bepaalde
wijk van de gemeente Rijswijk. In die vrij
nieuwe wijk ls er een nog al hartelijke
samenwerking ontstaan tussen de her
vormde. de gereformeerde en de rooms-
katholieke kerk. In deze laatste kerk wilde
men bij deze samenwerking niet onvoor
zichtig te werk gaan en men had daartoe
de hulp ingeroepen van de Slnt-Wlllibrord.
vereniging, die door het blaachoppencolle
ge ln ons land is aangewezen als de
Instantie voor oecumenische aangelegenhe
den- Men heeft dit keer die bijstand des te
meer begeerd, omdat men op bijzondere,
op sacramentele wijze uitdrukking wilde
geren aan de verbondenheid die er kerke
lijk in deze wijk was gegroeid. Men wilde
hiermee een teken stellen van wat men
tezamen ziet en belijdt als het hart van
het christelijk geloof en de opdracht die
daaruit voortvloeit. Een open communie ls
er ln die Rljswljkse wijk reeds Jaren.
Leden van de drie kerken nemen onbe
schroomd deel aan eikaars Avondmaal-
eucharistlevierlng- Dit heeft geen moeilijk
heden gegeven. Wel moet hierbij gezegd
dat de gere'orm-erde wijkkerkeraad zich
wat ging distantiëren, omdat men ln eigen
synode nog niet klaar was met het denken
daarover. Doch aan eigen gemeenteleden
werd geheel de vrijheid gelaten of rij ln
een andere kerk dan de hunne aan het
Avondmaal-eucharistie wilden deelnemen.
Zo is men ln Rijswijk z'n gang gegaan
met de open communie- Het woord 'Inter
communie' heeft men angstvallig verme
den. Daartoe moeten de kerken en niet de
plaatselijke gemeenteparochies een beslis
sing nemer.- Men heeft gezocht naar iets
tussen open-communie en intercommunie
ln. Het zou een gezamenlijke dienst rijn. De
hervormde predikant zou de prediking ver
zorgen en mede deelnemen bij de uitrei
king van de tekenen der eucharistie- Daan
tegen echter maakte bisschop Simonls be
zwaar en zo ls het dan ook geschied dat
dit niet doorging. Maar wel heeft men
brood en wijn laten uitdelen door 27
personen, gewone gemeenteleden. B uit
elke deelnemende kerk.
Nu zou er waarschijnlijk geen haan naar
hebben gekraald (men deed dit in Rijswijk
al enkele Jaren zo) ware het niet dat
deze dienst per televisie de ether was
Ingegaan. Ook de bisschop van Rotterdam
kon zien wat er ln rijn eigen bisdom
geschiedde. De uitdeling door die 27 moet
hem nog erger zijn geweest dan dat een
predikant had meegeholpen. Die 27 rijn
voor hem natuurlijk helemaal volslagen
leken geweest en onaanvaardbaar. Boven
dien was die open communie in feite een
bedekte intercommunie geworden. Het feit
dat men dit zo al enige Jaren heeft gedaan
verandert daaraan natuurlijk niets- Rijs
wijk ls bekend geworden, maar ons ls
verzekerd dat men op vele plaatsen ln ons
land op soortgelijke wijze 'maaltijden des
Heren' viert en dat het vooral Jongeren
zijn die daaraan deelnemen. Blijkbaar be
antwoorden dergelijke vieringen aan een
behoefte. Men wil er mee te kennen geven
dat men geen zin meer ziet in het geschei
den optrekken. Er ls nu eenmaal een
groeiende wens om het gezamenlijk kerk-
zijn tot uitdrukking te laten komen. Wan
neer men zou moeten wachten tot de
kerken het onderling helemaal eens zijn.
kan men wachten tot Sint-Juttemls. En
daarom zoekt men het op het plaatselijke
vlak.
Dit alles ls een facet van hetgeen er
gaande ls. kerkelijk en interkerkelijk.
Sinds het tweede Vaticaans concilie is
men, althans in de R-K Kerk in ons land.
grote nadruk gaan leggen op de persoonlij
ke verantwoordelijkheid van de christen-
En tegelijk hebben we kunnen waarnemen
dat men ln verschillende parochies een
eigen weg ls gegaan- Vandaar dat er een
zeker onderscheid is gekomen tussen de
ene parochie en de andere Over het
algemeen heeft men da', tweede Vaticaans
concilie als een bevrijding gevoeld wat
betreft de verhouding tot andere kerken.
Die waren er immers ook vertegenwoor
digd. Men is over een grens heengegaan
waarbinnen het geweten dikwijls gevangen
werd gehouden. Wie Iets gelezen heeft
over het congres van de Open-Kerk-bewe-
glng dat op 5 november te Utrecht ls
gehouden, zal hebben bemerkt dat men
ook daar sterke nadruk heeft gelegd op de
persoonlijke verantwoordelijkheid en ook
daar ls zo iets gezegd dat intercommunie
helemaal niet als een knelpunt wordt ge
voeld. maar dat het een knelpunt wordt
„door de afwijzende houding van de offi
ciële kerkfunetlonariMen" En bot*
men weer op tegen de kerk als instituut.
In dit alies •.inden we een verwerken van
bepaalde gegevens van bet tweede Vati
caans conciile. waarvan «en gedeelte la
doorgevloeid en verder verwerkt op het
Nederlandse pastorale concilie Daaraan la
zo maar geen halt meer toe te roepen.
Ook te begrijpen ls dat er groepen komen
waar men zich des te meer vastklemt aan
het instituut van de kerk zoals men dat
vroeger gekend heeft. Daar voelt men rich
pijnlijk getroffen wanneer van het oude
kerkelijk Instituut iets wordt afgeknab
beld. Wanneer d« verhouding tot andere
kerken een andere wordt en men als
gelijken met elkaar heef', leren omgaan, is
er reeds een stukje afgeknabbeld var. ds
vroeger dikwijls zo hoogmoedige houding
dat men eigen kerk als de enige, de ware,
zag B'.J de Open Kerk beweging heeft men
het gehad over ,4e macht van de struc-
tuu.-k< dat is m hun ogen de hiërarchie
met alles wat daarbij behoort, de pauselij
ke nuntius incluis. Die macht over de
zielen is niet gering. In de hervormd»
synode heelt men het deze week gehad
over het ambt ln de kerk Achter het ambt
in de protestantse kerken staat ook heel
de structuur van die kerken- Wanneer men
het niet eens kan worden hoe mer, dat
ambt moet zien. blijkt daaruit dat er
verschillende gedachten zijn hoe de kerk
ln de toekomst zal ir.o--.en functioneren.
Op de synode van de Gereformeerd» Ker
ken ls men weer eens druk bezig gewee-g
met de belijdenis van de kerk. Ook daar
blijkt dat men niet een gelijke visie beeft.
Maar achter die belijdenis staat ook weer
een bepaalde structuur van de kerk en
terwijl men over de belijdenis spreekt,
gaat het er ook om hoe de kerk zal
moeten functioneren om !r. deze zo snel
veranderende tijd leiding te kunnen blijven
geven- Laten we bij alles wat we kunnen
op- en aanmerken toch niet vergeten dat
zij. die op het ogenblik leiding moeten
geven, het deed er niet toe in welke kerk.
een buitengewoon moeilijke taak hebben.
Leiding geven is vooruitzien naar d» toe
komst. terwijl een belangrijk deel van de
beminde gelovigen gewetensvol alleen
maar terug zie: naar het beeld van het
verleden-
De vorige week ls er ln Rome een congres
(of ik weet hoe het genoemd moe*, worden)
gehouden van wat wel genoemd wordt 'd»
zwijgende kerk' Zij die deze uitdrukking
hanteren, menen dat de grote meerderheid
van het kerkvolk daartoe behoort. „De
kerk van het stilzwijgen, de katholieken
behorend tot de massa die zegt geen stem
te kunnen laten horen, hebben ln Rome op
spectaculaire wijze hun stilzwijgen verbro
ken". Zij zijn bijeengekomen om hun
geloof aar. kerk en traditie te belijden ZIJ
wilden zich „openlijk opsteller, tegen he
dendaagse nieuwlichterijen en afwijkingen
van de orthodoxie". Zo lezen we ln de
krant. Alles moet blijven zoals het vroeger
was. Meer dan 5000 uit heel Europa zijn
er zo in Rome bijeengeweest. En dat,
terwijl de wereld waarin wij moeten le
ven. zo snel verandert.
Eveneens de vorige week is er bi Utrecht
een 'getuigenisbijeenkomst' geweest. Die
bijeenkomst ging uit van de Nederlands»
afdeling van de ICCC 'de International»
Raad van Christelijke Kerken, de tegen
hanger van de Wereldraad van Kerken).
Het ging tegen .net verval op het terrein
van kerk en theologie, de zedelijke verwor
ding en in het algemeen de verllnkslng van
het openbare leven". Op die getulgenisbU-
eenkomst is op alle mogelijke wijze wan
trouwen gezaaid, terwijl men zich zelf
blijkbaar beschouwt als gehoorzaam on
derworpen aan h^-t gezag van Gods Woord.
Men weet zich blijkbaar op bet smalle pad
dat ten leven leidt. Tussen 4.000 en 5.000
waren er naar Utrecht gekomen om zo te
getuigen-
Onze gedachten gaan weer terug naar
Rijswijk en we zien weer voor ons die
open-communie, die meer was dan dat.
Men heeft daar iets gedaan dat kerkorde-
lijk helemaal niet kon. We hebben zowel
van Rijswijk als van Rome, als van
Utrecht alleen maar een kranteverslag
gelezen, maar ons hart is ln Rijswijk
gebleven omdat men hier Iets heeft ge
daan tot verzoening van de zo zeer ver
scheurde christenheld. Het lijkt echter wel
dat de structuur van de kerk vereist dat
er onmiddellijk groot alarm moet worden
geslagen wanneer er zo iets gebeurt. Waar
om?
AANTEKENING
't Heeft in 't gemaan weinig nut. want geen zin
over God tot vermoeiens te praten.
immers tot praters gaat Hij nauwlijks in.'
Al kün je het niet je kunt het wel laten.
Tot door stofmist van menslijke ontrouw
betraand heenbreken aangezichtstrekken
als van een man die behoedzaam een vrouw
stil nadert om haar zacht voor zich te wekken
Want de zon aan de hemel, de wolken
hebben genoegzaam aan mensen onthuld
hoe mild onderhoudend het geduld is
waarin Hij zijn Naam kwam te vertolken.
Nu kunnen mensen hun begaafdheid daarop rich
ten.
een voorstad van het Nieuw Jerusalem te stich
ten.
JERUSALEMSGEWTJS
Kuituren in mensen, te snellen
en te tragen. losjes uit eikaar
aan 't vallen zie je sterk afhellen
Langs steilten van een zeer konstant gevaar.
Maar wie 't onhoorbaar sprekend Woord
verstaat, die wordt verrast herboren
door God die hartelijk bekoort
wie buiten Hem zich vindt verloren.
Gij takelt ons ter plaatse omhoog
voorbij veeltalige kuituren
en geeft ons uw verhuld vertoog
dat ons veel zinneloze uren
vergoedt En uit vervreemdxngsfalen
voert Gij ons op. Jerusalemsgewijs,
opdat een doelloos, zwervend dwalen
ver jonge tot een glansbeschenen reis.
P. J. PENNINGS. AXEL