KERKEN HELPEN
KERKEN
The Age of
Neo-Classicism,
KONING
leertiende tentoonstelling
m ée read van Europa
21
pfflOAG
18 NOVEMBER 1972
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
Op cl«- vergadering van het Centrale Comi
té van de Wereldraad van Kerken leidde
o_a. een negerin het onderwerp In, toen er
gesproken moest worden over opvoeding
en ontwikkeling. Ze begon te vertellen dat
ze enkele maanden geleden haar tweede
baby had gekregen, waarmee ze zeer ge
lukkig was- Maar dan sla je voor de vraag
van de voeding en de opvoeding. Dere
twee zijn niet te schelden, zo betoogde zU-
In de voeding ligt een stuk opvoeding en
ile opvoeding heeft ook te maken met de
voeding. Het ging haar echter niet om
kleine kinderen, maar die Jongste baby
van haar gebruikte ze bij wijze van gelij
kenis voor de problemen van de ontwikke
lingslanden, zoals wij ze nogal eens
noemen, de landen van de derde wereld.
Meestal zijn het de landen die na de
tweede wereldoorlog hun zelfstandigheid
hebben verkregen. BIJ een kind gaat de
voeding langzaam aan. Het krijgt niet
direct wat volwassen personen tot zich
kunnen nemen. En mét de voeding zal c«i
kind een heleboel moeten leren wat lang
zaam aan gaat. Aan alle kanten hebben de
kinderen nog hulp nodig. Zo Is het ook
met de ontwikkelingslanden. Ze zitten met
de voeding. Twee derde van de wereldbe
volking moet leven van 1 Z"i procent van
hel wereld Inkomen. Kén derde van de we
reld bevolking gebruikt daarvan 87'i pro
cent. Dit ls geen rrchtraarXre verdeling.
Op z'n minst 10 pet. van de wereldbevol
king heeft bepaald honger, terwijl 50 pet.
zich ondoelmatig voedt, wat niet gezond 1*
en wat lot uitdrukking komt In de zeer ho
ge percentages kinderen die sterven. Daar
komt nog bij dat de werkloosheid in de
landen van de derde wereld schrikbarend
toeneemt, wat daar nog heel wat erger Is
dan het ln ons land betekent zonder werk
te zijn. De spreekster op de vergadering
van het Centrale Comité noemde liet onver
antwoordelijk wanneer In deze landm in
eens met zware Industrieën zou worden be
gonnen. Daarvoor ls het volk nog niet rijp.
Het kan niet in ren tfwttnl Jaren bed d*
fase doormaken waarover de landen van
Europa vele reuwen hebben gedaan. Ze
kunnen hel wel wat vlugger doen. maar
toch zullen voeding en opvoeding gelelde-
lijk aan moeten van. Ze mor ten g. n
worden om zichzelf te ontwikkelen. Daar
mee hangt een heel stuk opvoeding samen-
Dat verhaal van die negerin schoot me
v/eer te binnen toen ik de project enkaart
van de actie voor het werk van de kerken
overzee doorbladerde: „Kom over de Brug
1972". Het gaat om een zelfde actie als die
we onder deze naam enige jaren geleden
hebben gehad. Er zal geld worden verza
meld voor meer dan 700 projecten die
gelegen zijn in meer dan 80 landen. ..Ze
venhonderd maal een stukje hoop. Zeven
honderd maal een stapje verder. Kom
over de Brug!", ln de eerste- helft van
december zal deze actie worden gehouden.
Hen hoopt voor de ruim 700 projecten
ruim 50 miljoen gulden bijeen te krijgen.
De vorige keer ging het bij deze actie om
iets minder dan de helft van dit milj oe
nengetal. Maar inmiddels is de waarde van
ons geld ook alweer een heel stuk gezakt.
Doch dit niet alleen maakt het grote
verschil uit met de vorige keer- Nu doen
;r meer kerken en kerkelijke groeperingen
aar. mee dan da: toen het geval was- Er
zijn er enkele bijgekomen en de belang
rijkste onder deze is de R-K Kerk in ons
land. De vorige keer was deze kerk r.og
niet zover dat ze in zo'n actie te zamen
met andere kerken kon optrekken. Ze
hadden nog een eigen actie en deze liep
eigenlijk geheel parallel met die van de
andere kerken. V/el is toen gezegd dat een
volgende keer alles gezamenlijk zou gaan
en zo geschiedt het dus dit jaar. Dit is iets
waarover we ons alleen maar kunnen
verblijden. In menig land waarvoor de
inzameling van "Kom over de brug' be
stemd is (ze liggen over heel de aardbol
verspreid) heeft men genoeg van een ker
kelijke gedeelaheid waarvan men niets
snapt. Sinds de landen van de derde
wereld zelfstandig zijn geworden, hebben
ook de kerken die er aldaar waren een
zelfstandig karakter gekregen, zo dit nog
niet eerder was geschied. Die kerken heb
ben het in menig geval niet gemakkelijk
gehad, want ze werden toch al gezien als
de godsdienst van de koloniale overheer
sers. Tegenover hun eigen volk waren deze
kerken wel gedwongen een eigen koers te
gaan varen en die koers is nogal eens dat
men een kerkelijke eenheid zoekt. De ker
ken worden er des te meer geloofwaardig
door wanneer zij niet de nadruk gaan
leggen op hetgeen hen scheidt, maar op dat
wat ze gezamenlijk hebben en dat is
tenslotte het meeste en voornaamste. En
zo ook is deze actie een teken voor ons
eigen land. maar ook voor de meer dan
tachtig landen voor wie de gelden bestemd
zullen zijn. In Christus' naam kunnen we
in ieder geval gezamenlijk iets doen. Het
gaat om een gezamenlijke opdracht-
Het gaat bij de actie 'Kom over de brug*
om kerkelijk werk. Ieder project heeft
iets te maken met een kerk in een land
overzee. Kerken in de landen van de derde
wereld doen een beroep op de kerken in
het westen, dat zijn over 't algemeen de
kerken van de vroegere koloniale mogend
heden. 'Kerken helpen kerken', is één van
de slagzinnen waarmee deze actie wordt
gevoerd. De verkondiging van het evange
lie is aan de kerk toevertrouwd. De pro
jecten waarvoor bijdragen worden ge
vraagd, zijn in vier groepen verdeeld en de
eerste is: "Voortgang van de verkondiging'.
Daarop volgen: uitbreiding var dienstbe
toon (scholen, centra, ziekenhuizen, enz.),
bevordering van gerechtigheid (vluchtelin
gen, christelijk instituut voor Zuidelijk
Afrika) en tenslotte: vernieuwing van de
gemeenschap radio-zendapparatuur, be
vordering van spaar- en kredietwezen, coö
peratie, bevordering van het gesprek, bijv.
tussen joden 'en Arabieren enz.) Een pre
cieze scheiding is hier natuurlijk niet al
tijd te maken. De genoemde terreinen
lopen ook in elkaar.
Doch. wat is het belangrijke bij al deze
ruim 700 projecten? Ze zijn niet uitge
dacht hier in Nederland, maar in de
landen en door de kerken zelf waarvoor
ze bestemd zijn. Voor het grootte deel
betreft het een stuk werk waarmee men
reeds bezig is en waarvoor men zelf
bereid is iets te doen. Er zijn bijvoorbeeld
heel v/at projecten waarvoor alleen maar
materialen worden gevraagd, soms me:
transportkosten erbij. Voor de rest zal
men het zelf wel klaren. Wanneer
om een waterleiding voor een ziekenhuis
of een vormingscentrum, dan zijn deze
beide er reeds en ze werken. Ons wordt
ƒ10.000,- gevraagd door middel van "Kom
over de brug' om daarmee een wa1'-: .oi
ling te kunnen aanleggen en we zullen
kunnen begrijpen dat dit nodig is voor
zulke centra. Doordat zending en missie
reeds tientallen jaren, soms énkele eeuwen
lang in verbinding hebben gestaan met de
volken waaraan het evangelie werd ge
bracht en doordat er kerkelijk een verhou
ding is gegroeid als van moeder tot doch
ter en omdat kerkelijk ontwikkelingswerk
toch weer enigszins anders ligt dan dat
van regeringen die daarvoor gelden uit
trekken. kan dit kerkelijk werk meestal
effectiever zijn en dit des te meer omdat
er reeds een bereide bodem is. De mensen
ginds zijn zelf reeds aan het werk cm
daarom vraagt het niet zulke enorme
bedragen als er meestal uit de bus komen-
Wie kan er hier voor een bedrag van
60-000 zorgen voor een kinderafdeling die
bij een ziekenhuis moet komen? Hoe pri
mitief wij het ook zouden willen doen, dat
spelen wij niet klaar. Vermoedelijk ook
zal het opvoedende karakter bij de kerken
groter zijn dan bij het werk dat van de
naties uitgaat, ornaat ln kerkelijk werk
meestal een groter offer wordt gevraagd
van hem die er zich in begeeft, dan anders
het geval is. Het woord 'dienst' heeft in de
kerk een bijzondere betekenis. Wanneer
dit woord niet meer als een opdracht
wordt verstaan, is de zin van het kerke-
werk eigenlijk reeds verdwenen. In deze
tijd kan geen enkele kerk zich meer per
mitteren te willen heersen. Zelfs de schijn
daarvan kan reeds tot gevaarlijke spannin
gen leiden. De kerk is helemaal terugge
worpen op het dienen en zo komt ze ook
tot ons in het project "Kom over de
brug"-
In deze actie wordt iets van ons gevraagd.
De vorige keer werd er een beroep gecsaa
op één procent van ons inkomen en zo zal
het ook nu wel weer zijn. Dat is een heel
bedrag!, zeggen we misschien in ons open
lijk of verkapt egoisme wanneer we .-.eb
ben uitgerekend hoeveel ons dat dan wel
gaat kosten. En dat, terwijl er van een
'offer' in de meeste gevallen nog niet kan
worden gesproken. En wat dan ook nog,
als we iets dat we zouden willen hebben
een beetje moeten uitstellen? Zal het geen
winst zijn in de zin als het evangelie
daarover spreekt? We geloven dat er in
deze tijd niets zo nuttig en nodig ls dan
dat we enigszins bezig zijn met de proble
men van de ontwikkelingslanden. We zijn
ian eens niet met onszelf bezig en het
verrijkt ons inzicht in de problematiek
.-an de tegenwoordige wereld waarmee we
tenslotte allen te maken hebben. Na het
bekend worden van de verkiezingsuitslag
in de Verenigde Staten van Amerika hoor
den we een commentaar voor de radio. De
spreker was van mening dat McGovern
verloren had omdat hij teveel een beroep
had gedaan op het ge-weten van het .Ameri
kaanse volk. Hij had teveel gepreekt en
dat kan niet in de politiek. Of dit juist is.
kunnen we niet beoordelen, maar wél we
ten we dat de kerk niet anders kan dan
een beroep doen op het geweten en zo zul-
ien we ook deze actse "Kom over de brug'
moeten zien. p.
De kerk heeft zo zijn eigen
jaarEen kerkelijk jaar
heet dat. Het loopt langza
merhand weer ten einde.
Een nieuw kerkelijk jaar
begint met de voorberei
dingstijd op Kerstmis, de
advent.
Op de laatste zondag van
het kerkelijk jaar. die spoe
dig komt. viert de katholie
ke kerk het koningschap
van Christus. Daarover wil
Ik nu iets schrijven.
Als je wilt weten wat er
diep in het hart van de
mens leeft, dan kun je mis-
ichien het best ie raden
gaan bij het spel van kin
ieren. Kinderen besluiten
op een goede middag om
'koning te gaan spelen': ze
maken van kisten een ver
hoog. ze zetten er een gro
te deftige stoel op, ze zoe
ken een grote lap die als
mantel dienst kan doen. ze
knippen van papier een
kroon en vechten dar.
verder heel de middag wie
koning mag zijn.
Er om vechten wie koning
mag zijn. Dat doen .kinde
ren en dat doen wij. Ko
ningzijn is de baas zijn. is
heerser zijn. je eiger. haan
koning-laten-krcaien.
Het grote woordenboek
van Van Dalen noieert ach
ter KONING: alleen-rege
rende vorst dat is dus
een man die met niemand
rekening hoeft te houden,
hij regeert alleen, iedereen
is hij de baas. zoals een
leeuw, die koning van het
dierenrijk heet.
Met dat beeld van koning
schap leven wij. Daarnaar
proberen wij. Wij zoeken
'hogerop ie komen' om
'neer te kijken' en 'mensen
onder ons te hebben-
Maar dan profeteert Chris
tus een heel ander koning
schap. Ht; is een koning
die dient. Hij zegt: de laat
ste is de eerste, de armste
is de rijkste, en wie zich
vernedertkomt hogerop.
Wij zijn Jezus zelf koning
gaan noemen, want wat hij
leerde, leefde hij ook. Hij
was geen 'leeuw in het
woud', hij was een koning
die iedereen ten dienste
was een koning die maal
tijden aanrichtte waaraan
iedereen mocht aanzitten:
geleerden en imbecielen,
goeden en mislukkelingen,
protestanten en katholie
ken. gezonder, en zieken,
petrussen en judassen, ou
deren en jongeren, u en ik-
Omdat Jezus nooit kozing
wilde worden, is hij het
geworden. Boodschap voor
ons. De koning is nood.
leve de koning dat kan
ook doorgedacht worden
naar Jezus Christus toe.
Vincent Schoenmakers.
C-oe*.
ET IS EEN tentoonstelling om in te verdwalen. Tweeduizend dingen
njn er te bekijken, van reisschetsj es tot empirestoelen, van kolossale
t&lderijen tot Wedgwoodvazen. Alles verdeeld over de vele zalen in de
Royal Academy en in het Victoria en Albertmuseum in Londen. Het is
de 14de tentoonstelling van de raad van Europa. Een voorbeeldige ten
toonstelling, kundig samengesteld en prachtig gepresenteerd. Ik zei: om
ja te verdwalen, letterlijk. Het is of je in de verleden tijd zelf wordt bin-
-/gevoerd, je leert er kijken door de ogen van de mensen die toen leef-
cel Je stikt er soms haast in, het is goeddeels duf, verschrikkelijk af-
sauwelijk, en dat is het natuurlijk altijd geweest.
De opstond fn Caïre
Meer hoogtepunten? Een fraaie naaktteke-
ning van de Deen Kobke (678) (van
Kobke kan ik nog een licht schilderijtje
laten zien: een kijkje op een meer bij
Kopenhagen, no. 169, eerlijk gezegd ook
volop romantiek, het werd geschilderd in
1838, in 1840 stierf Friedrich!); de indruk
wekkende portretbuste die Bartohni van
zijn vrouw maakte (297) het allerliefste
intieme portretje dat Francesco Hayez
maakte van de zieke Carolina Zucchi in
1825, in négligé in haar bed, en vlak
daarnaast het verrassende buitenportret
van de juist zo kerngezonde en kittige
jonge mevrouw Dannecker door G. G.
Schick uit 1802 (no. 237).
En natuurlijk heb ik met veel plezier
gekeken naar de twee zilveren medailles
van Lageman en Menger die Middelburg
(Zeeuws Museum) uitleende, want de Ne
derlandse bijdrage aan deze schitterende
tentoonstelling is verder allerbedroe
vendst.
Het is niet doenlijk in een zo kort bestek
iets meer dan kanttekeningen te maken bij
deze fantastisch rijke tentoonstelling. Een
heel tijdperk komt hier werkelijk weer tot
leven. We zullen, voor zover dat nog nodig
is, waarden moeten herzien. Erkennen dat
mensen als David en Canova, wélke in
vloed ze ook mogen hebben gehad, zoveel
ste rangs figuren zijn, en dat een Houdon,
een Joseph Wright, een Chinara, veel gro
tere kunstenaars zijn. Natuurlijk wisten
we dat allang, maar het !s prettig, dat nog
eens educatief gedemonstreerd te zien. Al
betwijfel ik of dit de eigenlijke bedoeling
is geweest van deze tentoonstelling.
HANS WARREN
Heer bij Kopenhagen
zo onhandig zittend als Davids Cupido, en
die een bloederig verband van zijn sieriijk
geheven kwabbige been lospeutert, onder
tussen vreselijk pijnlijk in de verte sta
rend. Hoe krijg je 't bij elkaar. Ik kan
niet alle lachers memoreren, maar één
moet nog, dat was een sculptuurtje. no.
378, 'Nid d'Amours' geheten, van Antoine-
Denis Chaudet. Het is een rond marmeren
vogelnestje met een massa naakte kinder
tjes erin, in allerlei lodderige houdingen,
rollend en slapend en krabbelend en ont
wakend.
Nee, voor de werkelijk heel mooie en
goede dingen moet je vaak bij de
minder bekenden zijn, want ook al die
gladgelikte antikiserende sculpturen van
Canova, Thorwalösen en confraters bezor
gen je prompt een depressie. Een echt
genie is Houdon. Zijn bustes zijn haast
uitsondering meesterwerken Ik
geef als voorbeeld de kop van de oude
Voltaire (390) een karakteruitbeelding zon
der weerga. Er is trouwens op het gebied
van de beeldhouwkunst veel te genieten
als men goed zoekt. Een groot meester is
ook Joseph Chinard. Van hem is er een
schitterend zelfportretje in terracotta, 59
cm. hoog, ten voeten uit staand en gekleed
in een soort antieke toga. Het kopje
prachtig gedaan (no. 342). Heel mooi is
ook no. 345, een verrukkelijk kinderpor
tret, Fanny Perrin spelend met een
bloemslinger.
Bij de schilderijen noteerde ik een heel
origineel werk van de steeds meer in de
belangstelling komende Engelse schilder
Joseph Wright (of Derby), De tombe van
Vergilius bij maanlicht' (283) trouwens
ook zijn 'Academie bij lamplicht' (282) is
heel boeiend. Er hangen nog al wat 'acade
mies', de dufheid slaat je er uit tegen,
maar Wright heeft een kostelijke tour de
force uitgehaald door het beeld, waarnaar
de studenten moeten tekenen (een zittende
nymf, die alles beheerst) zowel 'levend' als
een beeld te maken. Met geweldig genoe
gen zag ik ook één van m'n lievelingsschil-
derijen uit het Louvre terug, dat daar
bijna altijd in de depots is opgeborgen,
namelijk de 'Naaktstudie' van Hippolyte
Flandrin (no. 85). Het is een schilderij dat
vanaf 1837, toen het ontstond, felle voor-
en tegenstanders heeft gehad, tot op de
dag van vandaag. Ik acht het een meester
werk, een ingehouden 'Griekse droom', he
lemaal in zichzelf besloten, ontoegankelijk,
nostalgiek. Het volmaakt mooie, krachtige,
heel mannelijke naakt is gezeten tegen een
lege zee, even een oprijzende rots rechts.
Wel moet ik bekennen dat ik wat ik
verder van Flandrin ken. als de fresco's in
Saint-Germain des Prés en andere religieu
ze onderwerpen, heel lelijk vind- Maar had
hij nooit iets anders geschilderd dan deze
studie, die hij notahene als een toegift bij
zijn 'contraprestatie'-schilderijen van 1837
inleverde, ik zou hem toch altijd dankbaar
zijn.
M een wonderlijke wereld, die tweede o
so cerebrale herleving van de oudheid. De
i«5te de Renaissance, is krachtig, lijkt
tóuwd door dieprood, levend bloed. De
tjwde, het neo-classicisme, is slap, sier-
bloedeloos, het heeft iets kwijnends,
cririi, ban zó overgaan in de sentimen-
uSi: 'van de romantiek. Hoe kan het
Dien: lussen rococo en romantiek, wat
-. dêê-ussen te verwachten anders dan
artificieel stoer doen, show, toneelspel.
ia de Napoleontische tijd: programma?
Jdrei een plaatje af, een lap van een
ailaerij, 5 bij 3.50 meter, 'De opstand in
Cairo' van GIrodet, geschilderd ln 1810 (de
«stand vond in 1798 plaats). Napoleon
bei: het direct, moet het gezegd?
direct dit: Is dit neo-classicisme? Ik
-een be: pure romantiek. Daar kunnen de
scheen "over verschillen, alhoewel ik
Exrvsriaasd (0f toch niet??) weer eens
b: «wang» portret van Georges Anthony
Ëgeshram (no. 211), door Prud'hon. Mét
Kt portret van keizerin Joséphine in La
IMmaison wel het mooiste wat Prud'hon
ooit maakte. Georges Anthony was een
intrigerende jongeman, die een avontuur
lijk leven heeft geleid en er nog avontuur
lijker uitziet. Hij staat naast zijn paard,
iet lijkt wel een dubbelportret. Het is een
vexhrikkelljk romantisch portret met
es: avontuur en die weemoed en dat
traaSi: (geschilder in 1796) en waar
na i iet voor het laatst? Niet in Dijon,
war tet thuishoort, maar... op de ten-
toastEïag The Romantic Movement',
vijlde in deze Raad van Europa-exposities,
in Londen, in 1959. Gecontroleerd hoor:
het was er no 289. Waarmee ik maar zeggen
wil dat u nu ook van mij niet mag
verwachten dat ik grenzen ga trekken
tussen neo-klassiek en romantiek, het
loopt overal in elkaar over, vaak bij één
en dezelfde figuur.
Doch terug naar Girodet en zijn 'Opstand
in Cairo'. Hij was één van de beste
leerlingen van David, en hij kon schilde
ren, geweldig. Er zijn in dit schilderij
partijen, zoals in de kleding van de bezwij
mende Oosterse prins die door de grote
Moor ondersteund wordt, of de gevallen
Moor linksonder, die ronduit meesterlijk
zijn. De kleuren zijn diep en mooi, zo'n
stilleven op de voorgrond is grandioos. En
het geheel werkt enkel op je lachspieren.
Het is slecht, en dan nog heel slecht,
toneel, een ordeloze troep, een rare, bevro
ren boel. En dat geldt voor het overgrote
deel van al die heroïsche klassicistische
schilderijen, die van David incluis: zelfs
zijn fameuze "Eed van de Horatii' is goed
geënsceneerd toneel. En ze konden zo
anders: zie dat magnifieke portret dat
diezelfde Girodet in 1797 van de Senegale
se infaniteriekapitein Jean-Baptiste Belley
maakte. Origineel van opzet, met die buste
van de filosoof Raynal ernaast, het zwaar
dédaigneuze gezicht van de voorname ne
ger, de grootse kleurtegenstellingen van
zeemkleur en oudrose tegen de donkere
huid (no. 106). Of kijk naar het melancho
lieke zelfportret van David (no. 65) uit de
Uffizi, totaal geen toneel, een aarzelend,
onzeker zelfonderzoek. Zelfs een parade
Houdonbuste van Voltaire
paardje als de Dood van Marat' (68) is
weer toneel, zij het dan van een superbe
soort. Veel fijner zijn zijn werken ook
vaak als ze niet afgekomen zijn, zoals De
dood van het jongetje Barra' (67) en het
beroemde portret van madame Récamier.
Tot welke ontsporingen hij in staat is
toont 71, de 'Amor en Psyche', een aller-
onsmakelijkst stel blote jongelui op een
empire-praalbed, vooral het jongetje met
zijn stomme lachje en lodderige pretoog
jes, zijn rose biggekleur en allerongemak-
kelijkste houding werkt flink komisch.
Trouwens, voor lachers was er wel ge
zorgd, de hoofdprijs voor belachelijke on
smakelijkheid mag misschien naar no. 13,
"Philoctetes op Lemnos' van J. Barry, een
driekwart naakte baardige reus, haast net