PLOEGLEIDER HENNIE SCHOUTEN: HOE DICHTER BIJ DE FINISH HOE GEMENER DE MENSEN WORDEN OVER SCHAATSMASSEUR COR NEDERVEEN: IK WILDE DIE MAN ER NIET UITWERKEN 21 frico Noble wil aan de top komen door sportieve prestaties Tourradio brengt rust in de wlelerkaravaan SCHOUTEN: SUPPORTERS VAN DE WAAL EN V. D. BUNDER MOETEN GEEN VIJANDIGE BENDE WORDEN rellenmaken-herrieschoppen alleen voor publiciteit.... schouten: correcte, rustige man - nimmer opvliegend EXPLOSIEF HOBBELEN AVONTUUR ONAANTAST BAAR INGEVLOGEN TE EERLIJK POEN DISCIPLINE BIKKELHARD VALSE MANIER Toch een ander 450 vertrekkers pOfjOÉRDAG 1 JUNI 1972 EXTRA PAGINA RONDE VAN MIDDEN-ZEELAND PPOv Nf'AiF 7FFIJWSF COURANT Hennie Schouten is sinds het begin van dit seizoen ploegleider van de Zeeuwse formatie Trico Noble. Een van onze verslaggevers sprak met Schouten en schreef daarover een arti kel op deze pagina. AARDENBURG Ploegleiders in de wielersport hebben niet de naam lieve, zachtaardige jongens te zijn. Integendeel. De krachttermen van bijvoorbeeld Kees Pellenaars hebben het rauwe, woeste image van dit type sportleider bepaald. En als Herman Krolt, overigens een zeer goedmoedige Am sterdamse dikkerd, overweldigd door emoties in Olympia's ronde van Nederland een sportjournalist een zeldzaam mooi blauw oog slaat, kan men links en rechts opmerkingen ho- ren als: .Het zijn toch bandieten, die ploegleiders'. Want tot generaliseren is men gauw geneigd. Omdat dit soort rellenmakers en herrieschoppers meestal de grootste publiciteit krijgt (een twijfelachtige reclame voor hun sponsor), valt een andere categorie ploegleiders minder op: de gentleman-ploegleider. Want die bestaat! Daar is bij voorbeeld de all ijd correcte Gé Peters van Caballero. En daar is nu ook de 30-jarige Hennie Schouten, afkomstig uit Bad hoevedorp en nu wonend in Aardenburg. Sinds het begin van dit seizoen is hij ploegleider van de jonge, succesvolle forma tie van Trico Noble uit Aardenburg. In Olympia's ronde van Nederland maakten we hem acht dagen mee. De totaal indruk: een correcte, bijna bescheiden man, altijd rustig, nim mer opvliegend, maar in de koers wel uiterst alert om zijn mannen naar de goede posities te dirigeren. Ploegleider Hennie Schouten staat daarmee in schrille tegenstelling tot de wielrenner Hennie Schouten van weleer. Jaren geleden maakten we het in diezelfde Olympia's Ronde eens mee dat Schouten door pech ver achter was geraakt. Terwijl hij zich gereed maakte om aan de achtervol ging te beginnen maakte hij een zeer explosieve indruk en eenmaal op de fiets begon hij als een duivel te njöen We weten nog als de dag van gisteren dat hij de lange afrit van de Bnenenoordbrug bij Rotterdam op de smalle tubejes van zijn racefiets een duizelingwekkende snelheid van meer dan 80 km per uur bereikte en ten done het peloton weer bereikte. Hennie Schouten .zég-t cr nu zelf van: ,Jk was een renner" die zichzelf niet kon beheersen. Ik kon niet rustig af wachten en op een kans blijven loe ien. Ik kletste d'er maar tegen aan en ik keek dan maar wat er van kwam. Eenllnkebal was ik niet. Pionieren in de sport, steeds blijven aanvallen, daar hield ik van. Toen was het ook nog niet allemaal zulke keiharde bizz- nizz in de sport. Het was veel gezlli- ger omdat de belangen, de financiële belangen veel minder groot waren. Er was veel minder combine. Daarom knalde ik er zo vaak alleen in. En al zeg ik het zelf, ik was een bikkelhar de, ik kon enorm afzien en opgeven was er nooit bij". Vindt hij diezelfde mentaliteit nog wel terug bij de renners van nu? Hennie Schouten daarover: ..Nee die mentaliteit is er nauwelijks niet meer. Niet alleen bij ons in de ploeg, maar in de hele amateurwielersport, wordt er veel meer afwachtend gereden. Als er een beetje wind staat, hup met een ploegie van 15 man in de waaier en dan hobbelen we wel naar het einde toe. En alleen de laatste 10 km soms pas in de laatste 5 km. zijn er dan een paar die niet al te sterk in de spurt zijn die proberen om nog alleen weg te komen". Hennie Schouten weet nog: „Dat was er bij ons echt niet bij. Als de kopgroep 15 man was en we kwamen op een smal weggetje, dan gingen we rijden als gekken om er nog een GOES Ook in de Ronde van Midden-Zeeland wordt zaterdag middag weer gewerkt met een 'tour-radio.' Dit communicatiesys teem wordt door de KNWL' (wïr- lerunie) ingezet in alle grote >vcd- slrijden-van-stad-tot-s'ad Olvm-iï- a's ronde van Nederland, klassie kers enzovoort). De heer Jan de Ron uil Den Haag heeft de laat ste jaren deze "tour-radio' sterk verbeterd. Het systeem is simpel. Alle vol gers (ploegleiders, organisatie, ju ry, rondearts, journalisten) heb ben in hun auto's een ontvanger. Zij kimnen de berichten ontvan gen van de wedstrijdleider en enkele andere jurywagens die met zenders zijn uitgerust. Bo vendien is ei1 een motorordonnan- ce in het, bezit; van een zender. Deze motorordonnance kan uiter aard zeer dicht hij de renners komen en alle ontwikkelingen op de voet volgen, Iedere ontsnap ping, iedere valpartij of andere gebeurtenis wordt onmiddellijk doorgeseind aan de wedstrijdlei ding, De wedstrijdleiding geeft bet dan weer onmiddellijk door aan de andere volgers. Het gmte voordeel van dit sys teem is dat er rust komt in de karavaan van talrijke volgauto's. Vroeger was de motorordonnan ce. gewapend met een bord waar op hij de rugnummers had ge schreven van renners die een voorsprong hadden genomen. Dat bord liet hij dan zien aan de passerende ploegleiders en ande re volgers. Daar dat nam zoveel tijd in beslag dat er vaak grote onrust in de karavaan ontstond. De ploegleiders wilden zelf naar voren om te zien of een of meer van hun renners bij een ontsnap ping betrokken waren. En ook andere volgers wilden zien wat er nu precies aan de hand was. Dat is nu anders. Via de 'tour radio' worden alle volgers exact op de hoogte gesteld van de gebeurtenissen. Precies wordt vermeld welke renners er bij be trokken zijn, nauwkeurig wordt, de voorsprong opgegeven en ook wordt verteld wie het meeste werk doet in de kopgroep en wie in het peloton fél vecht om de achterstand te niet te doen. Door deze vlotte communicatie wordt de wedstrijd voor de ren ners veiliger, want minder vaak worden zij gepasseerd door luid claxonnerende wagens van ploeg leiders en andere volgers, die pre cies willen zien wat. er aan de hand is. Nu er 'tour-radio' is komen de ploegleiders pas naar voren als de voorsprong van de kopgroep genoeg is en als er inderdaad een of meer van hun renners bij de ontsnapping be trokken zijn. stelletje af te koersen en het ploegie zo klein mogelijk te maken. Er werd veel meer geknokt. Maar als er nu 15 weg zijn en ze komen op een brede weg, dan gaan ze over de hele breedte van de weg in de waaier rijden, in plaats \an op de halve baan te rijden, zodat er een stuk of vijf in het kantje van de weg de pijp leeg zitten te rijden. Ik erger me er wel eens aan dat ze pas in de laatste vijf kilome ter gaan demarreren, want 10 km. vinden de heren soms nog te veel". Dan moet die onstuimige aanval van Trico Noble-renner Toine van de Bun dei' in die zware 'bergetappe in Lim burg in Olympia's ronde ploegleider Schouten wel goed hebben gedaan- Van de Bunder raasde 120 km. lang met een grote voorsprong voor het peloton uit maar werd tenslotle door enkele achtervolgers toen toch nog voorbijgestoken. Hennie Schouten: in een enorm tempo rijden. Maar als er dan iemand langszij komt die net iets harder kan, dan is liïj verkocht. Toine blijrt dan in hetzelfde tempo doorsjok ken. Hij wordt nog wel harder". Natuurlijk weet Hennie' Schouten ook dat het een kwestie van mentaliteit is: „In zo'n ronde van Axel vorige week. wint Toine met een solo. Hij is dan onaantastbaar. Maar owee als er dan toch één naast hem komt. aan denkt ie misschien: hé vandaag rijd ik toch niet zo goed en zijn moreel krijgt een klap en hij laat die ander soms winnen. Daar groeit ie nu over heen. Het bewijs leverde hij bijvoor beeld ook in die fantastische race naar de etappezege in de laatste rit van Olympia's ronde van Wieringen naar Amsterdam. Hij is toen zo onge- „Ja, zo mag ik het inderdaad zien. Soms moet je het avontuur zoeken en een alles bi niets spel spelen". Ploegleider Schouten speelde in die solo van' Toine van de Bunder een belangrijke rol. Want Toine had privé- moeilijkheden gehad: hij heeft een meisje in Middelburg en in de weken voor Olympia's ronde eindigde hij nog al eens achter Wim de Waal in de wielerkoersen. „Dat heb je van zo n verkering in iMddelburg", zei de fa milie er van. Toine trok het zich aan en reed in tic eerste etappen van Olympia's ronde niet al te best, om niet te zeggen als een 'natte krant', zoals het in de wielersport nogal eens genoemd. Hennie Schouten: „Toen die privé-moeilij kneden waren opgelost., ben ik als ploegleider naar hem toegegaan en heb ik gezegd: Toine. dit is de enige kans nog om wat te laten zien en om te tonen dat je echt nog wel de belofte bent waaro ver ze vorig jaar zoveel schreven. Ik veg: in geen klassieker in Holland heb je nog een prijsje gereden en dan mag je xvel acht of meer criteriums gewonnen hebben, maar daar wordt niet naar gekeken. Zoals je nu rijdt, zijn er wel 30 of 40 amateurs". Hennie Schouten: „Dat heeft hem goed gedaan. In die bergrit is hij er meteen ingevlogen. Later hebben ze me wel het verwijl gemaakt dat ik- hemn iet heb laten wachten op Theo de Leeuw, die ook alleen achter liem reed. Maar die zat nog 55 seconden achter Toine en ik dacht: dan kan ik hem wel laten wachten, maar dat is dan toch mooi weer 55 seconden verloven. Later kwamen ,To Vranckcn en Gerrie Kneteman bij De Leeuw. Toen dacht ik nog: misschien is Toine wel zo sterk om er bij te blijven. Maar liet tempo van die drie was toen iets te hoog voor Toine. Het is natuurlijk een enorm talent. Hij kan toch allemaal bekostigd worden. Maar ook zonder de wielersport heb ik m'n boterham wel". Schouten weet dan ook: „Er zijn ploegleiders, die als de resultaten van de renners uitblijven door gemene streken in het nieuws te komen. Ze vertellen dan ingewikkelde verhalen die helemaal niet waar zijn. Ik kan ook wel een hoop tramalant gaan maken als we eens een keer niet in de prijzen rijden. Dié sportjournalis ten in zo'n wielerronde worden ook vaak in de boot genomen door die ploegleiders met verhalen die nïe< waar zijn. Soms ontdekken ze dat die verhalen niet waar zijn, maar evenzo goed hangen ze aan die gasten hun lippen. Want ze zoeken ook sensatie". En na enig nadenken: „Ik 'oen er misschien te eerlijk voor om de zaak zo te verkopen. En bovendien: Trico No ble stopt veel geld in de wielersport, maar meneer Frans en meneer Ge rard zouden absoluu ook niet willen dat ik op die manier de firma in het nieuws breng. Met Ketting en Arnstel worden we nu gerekend tot de beste drie merkenploegen van Nederland maar we hebben die grote naam toch alleen bereikt door sportieve presta ties". Hennie Schouten wil wel kwijt dat het soms een hachelijke onderneming is om in een wielerevenement met iedereen goede vrienden te blijven. „De eerste dagen ga je met vriendelij ke mensen van het vertrek af in Olympia's ronde, maar hoe dichter het einde nadert, hoe dichter je bij de beslissing komt. hoe gemener de men sen soms worden. Je kent dan je eigen mensen vaak niet meer terug, want ze gaan met iedereen in de slag". Vrij vertaald: de renners gaan dan op eigen houtje combines aan met ande re. ploegen. Schouten wil wel een voorbeeld ge ven: „Ik lie btoch zelf gezien dat de jongens van Kroon om hun poen kwamen bij Ketting". (Ketting is de formatie die praktisch alles won in Olympia's ronde). Schouten: „Ik weet zeker dat die overwinning van Ketting toch wel een paar centjes gekost heeft. Toen Wim de Waal in die rit van Steenwijk naar Wieringen in de kopgroep zat met Kees Priem en Priem de kans had om Kneteman uit de leiderstrui te rijden, heeft Liebregts (ploegleider van Priem) mij ook een hele grote aanbieding gedaan. Na af loop van de etappe had ik daarover een heel mooi verhaal kunnen vertel len. Maar ja, zo gauw wil je iemand niet zwart maken. En verder: „Ik ken ook een combine van Kroon in Olympia's ronde. Die ploeg gaat eerst met de een in de slag en nog in dezelfde etappe weer met een ander. Noem dat maar eerlijk. Het is vaste regel in Olympia's ronde: de laatste dagen gaat de ene met de ander in de slag. En niet alleen de ploegen. De jongens onderling ook. Dat is normaal. Dat gebeurt in een criterium Dat is gewoon een soort opleiding voor die jongens. Je weel in Olympia's ronde op het laatst niet meer wat je aan je eigen jongens hebt. 's-Morgens bepraat je een punt en dan is het allemaal ja-knikken en niks zeggen en onderweg dan zitten ze toch te handelen. Voor ploegleider Hennie Schouten is dat allemaal wel begrijpelijk, want er staat soms vee! (geld) op het spel: „Maar als Trico Noble als één forma tie moet rijden om een bepaalde klas sering van de ploeg of van dén renner te verdedigen, dan verlang ik wel discipline in de ploeg. En dat is wel eens moeilijk, want het zijn in feite allemaal individuelen. Maar we heb ben bij Trico Noble gelukkig een voortreffelijke verstandhouding. En ik zal er voor vechten dat dat zo blijft". veer twee kilometer lang aan het spurten geweest, sprinters als Klaas Balk moesten hem laten gaan en die ontsnapte Rus haalde hij vlak voor de finish in. Zo was hij grandioos win naar in Amsterdam. Zoiets is enorm voor de mentaliteit van een renner als Toine van dé Bunder". Hennie Schouten wil wel bekennen dat hij 'naar buiten uit' als ploegleider een zachte, misschien bescheiden in druk maakt: „Maar toch is er met mij niet. te schipperen. Als je in zo'n evenemenl als Olympia's ronde zit, kun je het beste met de jongens praten als je aan tafel zit. Als we dan over de afgelopen etappe spreken en over de tac-ciek van de volgende dag, dan is mijn ja. ja en mijn nee nee. Ik kan dan bikkelhard zijn". Als voorbeeld liaalt hij aan: „Na de Omloop van de Baronie hadden we problemen met Wim dc Waal. Hij voelde er niets voor om de Ronde van Noord-Holland te rijden. Toen heb ik tegen meneer Frans (directeur Frans van Turenhout van Trico No ble) gezegd: dat wil ik uitgepraat hebben, want die jongen heb ik daar in Noord-Holland nodig. En achteraf is Wim blij geweest dat hij de op dracht kreeg om er te rijden, want hij won nota bene die Ronde van Noord-Holland". Hennie Schouten verder nog over de problemen van het ploegleiderschap: „Ik ben niet het mannetje om op een valse manier in de publiciteit te ko men. Bij mij ligt het ook anders dan bij veel ploegleiders. Ik werk als onderhoudsmonteur bij Trico Noble. Dat is een volle dagtaak. Daarnaast heb ik de wielersport als liefhebberij, waarvoor ik natuurlijk ook wel een vergoeding krijg. Maar ik hoef er niet. van te leven, zoals bijvoorbeeld Piet Liebregts, die een huisgezin heeft waarbij hij vandaan gegaan is. Hij zit nu bij een andere vrouw waarbij hij ook twee kinderen heeft. Dat moet AARDENBURG De vaak explo sieve rivaliteit tussen Wim de Waal uit Axel en Toine van de Bunder uit IJzendijke en vooral tussen hun supportersploegen is voor Trico Noble-ploegleider Hen nie Schouten een begrijpelijk maar toch wel een storend ele ment in de Zeeuwse wielersport. Hennie Schouten analyseert: „Er is aan deze kant en vooral in Zeeuwsch-Vlaanderen toch wel een andere mentaliteit dan waar ik vandaan kom (Badhoevedorp) en waar ik meestal koersen heb gefietst. De business, het geld. speelt hier in de wielersport een grote rol. Dat heb ik in mijn tijd als amateurrenner nooit zo meege maakt. En die geldzaken maken soms dat de renners hier een andere mentaliteit krijgen". Spelen de supportersclub van De Waal en Van de Bunder daarin ook een grote rol? Schouten: „In étappewedstrijden heb je er niet zo last mee. Dan bepraat je de tactiek met de jongens, ze komen in een bepaalde sfeer en ze trek ken ook niet meer zo met de supporters op. Maar in de criteri ums en de klassiekers hier in de buurt hebben de supporters een heel grote invloed op de jongens". Schouten bkent: „Dat lean ik me wel voorstellen. Als ik een Van de Bunder ben ik kom thuis en die supporters vragen: en wat ben je geworden?, en ik zeg: ik ben vijf geworden en ik moet ook zeggen: De Waal is drie geworden, dan is dat. een echte teleurstelling. Het is mooier als ik als Van de Bunder kan zeggen: ik ben vijf geworden maar De Waal is tien geworden. Dat komt door de riva liteit tussen die supporters". Die situatie kan stimuleren maar er zijn ook bedenkingen. Schou ten daarover: „Ik x-ind het zo jammer dat die supporters er vaak zo'n kabaai van maken, soms tot vechtpartijen toe. Ze zijn toch voor de sport bï.j de wielersport maar ze gaan er toch een vijandelijke bende van ma ken. Het zou veel mooier zijn. als ze achter alle Zeeuwse renners stonden. Nu willen ze prestaties van één man en ze zijn blind voor de rest. Maar het mooiste zou toch één gTote supportersver eniging zijn voor alle Zeeuwse renners En dat hoeft dan nog niet eens alleen voor de renners van Trico Noble te zijn". Hennie Schouten ziet ook dat ge vaar: „Zo'n renner voelt zich ver plicht aan zijn supportersvereni ging en hij gaat dan alle koersen in de buurt rijden. Op de duur rijdt zo'n jongen vijf of zes wed strijden in 'één week. En het is natuurlijk ondoenlijk voor een menselijk lichaam om iedere dag weer in zo'n criterium te klap pen, want er zijn criteriums bij. waarin ze nog veel meer moeten afzien dan in een klassieker". „Het gevaar is dat die jongens volledig leeg gereden raken. En je kunt het nu al merken: ze voelen niet eens zoveel voor een klassie ker als de Ronde van Midden- Zeeland maar ze doen mee om dat ze zich verplicht voelen tegen over de firma. Ook al omdat ze in een avondcriterium poen pak ken: 75 gulden reisvergoeding, een paar maal per week en dan nog eens 150 gulden in het week einde. Als die wielercomités dat willen geven, dan moeten die jon gens dat aanpakken. Ze zouden wel gek zijn als ze het niet deden. Al mag het niet. Maar het wordt overal gedaan". Wim de Waal en Toine van de Bunder kunnen het zich dan ook wel permitteren niet te werken. Als je het vraagt geven ze wel een beroep op 'maari, zegt Schou ten, „als je ze nodig hebt kun je ze altijd bereiken. Ik heb altijd voor tenminste halve dagen ge werkt. Maar dat kan nu niet meer in de top van het amateur- wielrennen. Als je die topsport doet dan is het ondoenlijk om ook nog te werken. Dat is te veel voor het lichaam, ook al is het niet zulk zwaar werk". Hennie Schouten: na die zware valpartij stopte ik er mee. Gestopt na een gebroken neus AARDENBURG "Een gebroken neus en een snee in m'n been van wel '!0 centimeter lang waar je wel twee vingers in kon leggen, zo diep". Dat waren onder meer de verwondingen lie de nu 30-jarige Hennie Schouten jpliep in 1967 bij een massale valpar- ij ('met een mannetje of 50') in de londe van Zuid-Holland. Hennie ichouten (nog altijd vele littekens in liet gezicht van die en andere valpar- ijen) hakte toen de knoop door en icslool te stoppen als wielrenner. Ju zit hij toch weer midden in de vielersport: hij woont in Aardenburg waar hij onderhoudsmonteur is bij t'rico Noble maar waar hij vooral in Ie openbaaheid treedt als ploegleider an dit merkenteam. Hoe is het con- act tussen Hennie Schouten en Trico Noble tot stand gekomen. Schouten daarover: „Na m'n val in de Ronde van Zuid- Holland werd ik benaderd door me neer Middelink (wegcoaeh van de KNWl die vroeg of ik ploegleider van Vredestein wilde worden. Midde link zelf wilde z'n handen vrij hebben in verband met het belangrijke olym pische jaar lfltiS. Dat heb ik toen gedaan en ik ben twee jaar ploeglei der bij Vredestein geweest. Het derde jaar werd het Vredesteip-Locomotief en hel vierde jaar ging hel niet meer door. Ik had er toen ook geen zin meer in". Toch bezweek Hennie Schouten weer voor de verleiding van de wielersport: „Vorig jaar had Trico Noble een me- kanieker nodig voor Olympia's ronde. Ze vroegen mij en met veel plezier heb ik dat toen gedaan. Cor Neder- veen, bekend als masseur van de Nederlandse schaatsploegen, was toen ploegleider. Ik moet echt zeggen: die man heeft buitengewoon hard ge werkt. maar hij had totaal geen kaas gegeten van de wielersport" Na Olympia's ronde kwam er dan ook een ander voorstel voor Schouten: ..Trico Noble vroeg mij of ik geen ploegleider wilde worden. Maar ik zei; ik wil Nederveen er niet uitdringen. Inmiddels was ik al wel gaan werken bij Trico Noble, W3nt ik was gereed schapmaker van mijn beroep en ze zochten een vakman. Meneer Frans van Turenhout nodigde me toen weer uit voor een gesprek. Hij zei: als jij geen ploegleider bij ons wilt worden, nemen we toch een ander. Toen heb ik maar besloten het te doen". Na de ambachtsschool kreeg Schouten zijn opleiding (twee jaar) bij de KLM (bemetel) en werkte eerst als vlieg- tuigplaatbankwerker. Maar omdat hij bij de KLM bijzonder moeilijk vrij kon krijgen voor de wielersport („je moest het dagen van tevoren op een formulier aanvragen"), stapte hij over naar een stalenmeubelf3briek in Badhoevedorp waar hij 12 jaar werkte. Nu woont hij dus samen met vronw en twee dochtertjes (van wie de jong ste tijdens de afgelopen Olympia's ronde geboren werd) in Aarden burg: ..M'n vrouw is een echte Amsterdamse maar ze is hier al helemaal gewend. Het zou alleen een beetje beter strandweer moeten worden". Al voor zijn 14e jaar fietste Hennie Schouten bij De Bataaf uit Halfweg in clubverband. Bekende renners als Gerard Wesseling (winnaar Olympia's toer). Mik Snijder (winnaar Olympi a's toer). Dick Enthoven maakte hij in die club mee. In Medemblik won hij zijn eerste wedstrijd als adspirant: „Ik weet het nog precies: Ab Gelder mans won daar toen bij de amateurs, maar ik, als adspirantje, kreeg net zo'n grote krans als Geldermans". Bij de nieuwelingen won Schouten twee jaar achter elkaar per jaar 14 koer- Eén van die nieuwelingenoverwinnin gen sprong er uit. Een kampioenschap van Nederland voor die categorie was er toen nog niet, wel een officieuze titelstrijd. Dat. gebeurde op het circuit van Zandvoort: 450 vertrekkers waren er, Hennie Schouten won! Hen nie Schouten, die als amateur ook verschillende criteria won, wil wel bekennen: „Als amateur heb ik nooit een grote klassieker of een etappe in een grote wedstrijd als Olympia's toer gewonnen. Wei was ik er vaak heel dicht bij: in de Ronde van de Haar lemmermeer ben ik 2e geweest, in de Ronde van Friesland ook, steeds met banddikte verslagen. In de Ronde van Overijssel werd ik 3e na Karstens en Van de Vleuten. In 1965 ben ik naar Warschau-Berlijn-Praag geweest. En de Tour de l'Avenir heb ik gereden en uitgereden, want opgeven deed ik nooit. Bij de wereldkampioenschappen in San Sebastian ben ik mee geweest voor de 100-meter-ploegentijdrit. Ook heb ik de Ronde van België nog gereden, Gerrit Schulte was toen ploegleider. En Olympia's toer heb ik zelf ook vijf keer gereden". Als amateur was Hennie Schouten *in dienst' van verschillende merkenploe gen. De langste tijd was hij bij Am- stel onder leiding van Herman Krott. Als ploegleider kent Hennie Schouten het klappen van de zweep dan ook wel: „Ik heb in allerlei merken- en landenploegen ontzettend veel ploeg leiders meegemaakt. Daar leer je spe lenderwijs veel van. Daarom weet ik nu zelf als ploegleider ook wel wat er gebeuren moet".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1972 | | pagina 21