PLOEGLEIDER HENNIE SCHOUTEN: HOE DICHTER
BIJ DE FINISH HOE GEMENER DE MENSEN WORDEN
OVER SCHAATSMASSEUR COR NEDERVEEN:
IK WILDE DIE MAN ER NIET UITWERKEN
21
frico Noble wil aan de top komen door sportieve prestaties
Tourradio brengt rust
in de wlelerkaravaan
SCHOUTEN: SUPPORTERS VAN DE
WAAL EN V. D. BUNDER MOETEN
GEEN VIJANDIGE BENDE WORDEN
rellenmaken-herrieschoppen
alleen voor publiciteit....
schouten: correcte, rustige
man - nimmer opvliegend
EXPLOSIEF
HOBBELEN
AVONTUUR
ONAANTAST
BAAR
INGEVLOGEN
TE EERLIJK
POEN
DISCIPLINE
BIKKELHARD
VALSE MANIER
Toch een ander
450 vertrekkers
pOfjOÉRDAG 1 JUNI 1972 EXTRA PAGINA RONDE VAN MIDDEN-ZEELAND
PPOv Nf'AiF 7FFIJWSF COURANT
Hennie Schouten is sinds
het begin van dit seizoen
ploegleider van de Zeeuwse
formatie Trico Noble. Een
van onze verslaggevers
sprak met Schouten en
schreef daarover een arti
kel op deze pagina.
AARDENBURG Ploegleiders in de wielersport hebben
niet de naam lieve, zachtaardige jongens te zijn. Integendeel.
De krachttermen van bijvoorbeeld Kees Pellenaars hebben
het rauwe, woeste image van dit type sportleider bepaald.
En als Herman Krolt, overigens een zeer goedmoedige Am
sterdamse dikkerd, overweldigd door emoties in Olympia's
ronde van Nederland een sportjournalist een zeldzaam mooi
blauw oog slaat, kan men links en rechts opmerkingen ho-
ren als: .Het zijn toch bandieten, die ploegleiders'. Want tot
generaliseren is men gauw geneigd.
Omdat dit soort rellenmakers en herrieschoppers meestal de
grootste publiciteit krijgt (een twijfelachtige reclame voor
hun sponsor), valt een andere categorie ploegleiders minder
op: de gentleman-ploegleider. Want die bestaat! Daar is bij
voorbeeld de all ijd correcte Gé Peters van Caballero. En daar
is nu ook de 30-jarige Hennie Schouten, afkomstig uit Bad
hoevedorp en nu wonend in Aardenburg. Sinds het begin van
dit seizoen is hij ploegleider van de jonge, succesvolle forma
tie van Trico Noble uit Aardenburg. In Olympia's ronde
van Nederland maakten we hem acht dagen mee. De totaal
indruk: een correcte, bijna bescheiden man, altijd rustig, nim
mer opvliegend, maar in de koers wel uiterst alert om zijn
mannen naar de goede posities te dirigeren.
Ploegleider Hennie Schouten staat
daarmee in schrille tegenstelling tot
de wielrenner Hennie Schouten van
weleer. Jaren geleden maakten we het
in diezelfde Olympia's Ronde eens
mee dat Schouten door pech ver
achter was geraakt. Terwijl hij zich
gereed maakte om aan de achtervol
ging te beginnen maakte hij een zeer
explosieve indruk en eenmaal op de
fiets begon hij als een duivel te
njöen We weten nog als de dag van
gisteren dat hij de lange afrit van de
Bnenenoordbrug bij Rotterdam op de
smalle tubejes van zijn racefiets een
duizelingwekkende snelheid van meer
dan 80 km per uur bereikte en ten
done het peloton weer bereikte.
Hennie Schouten .zég-t cr nu zelf van:
,Jk was een renner" die zichzelf niet
kon beheersen. Ik kon niet rustig af
wachten en op een kans blijven loe
ien. Ik kletste d'er maar tegen aan en
ik keek dan maar wat er van kwam.
Eenllnkebal was ik niet. Pionieren in
de sport, steeds blijven aanvallen,
daar hield ik van. Toen was het ook
nog niet allemaal zulke keiharde bizz-
nizz in de sport. Het was veel gezlli-
ger omdat de belangen, de financiële
belangen veel minder groot waren. Er
was veel minder combine. Daarom
knalde ik er zo vaak alleen in. En
al zeg ik het zelf, ik was een bikkelhar
de, ik kon enorm afzien en opgeven
was er nooit bij".
Vindt hij diezelfde mentaliteit nog
wel terug bij de renners van nu?
Hennie Schouten daarover: ..Nee die
mentaliteit is er nauwelijks niet meer.
Niet alleen bij ons in de ploeg, maar
in de hele amateurwielersport, wordt
er veel meer afwachtend gereden. Als
er een beetje wind staat, hup met een
ploegie van 15 man in de waaier en
dan hobbelen we wel naar het einde
toe. En alleen de laatste 10 km
soms pas in de laatste 5 km. zijn
er dan een paar die niet al te sterk in
de spurt zijn die proberen om nog
alleen weg te komen".
Hennie Schouten weet nog: „Dat was
er bij ons echt niet bij. Als de
kopgroep 15 man was en we kwamen
op een smal weggetje, dan gingen we
rijden als gekken om er nog een
GOES Ook in de Ronde van
Midden-Zeeland wordt zaterdag
middag weer gewerkt met een
'tour-radio.' Dit communicatiesys
teem wordt door de KNWL' (wïr-
lerunie) ingezet in alle grote >vcd-
slrijden-van-stad-tot-s'ad Olvm-iï-
a's ronde van Nederland, klassie
kers enzovoort). De heer Jan de
Ron uil Den Haag heeft de laat
ste jaren deze "tour-radio' sterk
verbeterd.
Het systeem is simpel. Alle vol
gers (ploegleiders, organisatie, ju
ry, rondearts, journalisten) heb
ben in hun auto's een ontvanger.
Zij kimnen de berichten ontvan
gen van de wedstrijdleider en
enkele andere jurywagens die
met zenders zijn uitgerust. Bo
vendien is ei1 een motorordonnan-
ce in het, bezit; van een zender.
Deze motorordonnance kan uiter
aard zeer dicht hij de renners
komen en alle ontwikkelingen op
de voet volgen, Iedere ontsnap
ping, iedere valpartij of andere
gebeurtenis wordt onmiddellijk
doorgeseind aan de wedstrijdlei
ding, De wedstrijdleiding geeft
bet dan weer onmiddellijk door
aan de andere volgers.
Het gmte voordeel van dit sys
teem is dat er rust komt in de
karavaan van talrijke volgauto's.
Vroeger was de motorordonnan
ce. gewapend met een bord waar
op hij de rugnummers had ge
schreven van renners die een
voorsprong hadden genomen. Dat
bord liet hij dan zien aan de
passerende ploegleiders en ande
re volgers. Daar dat nam zoveel
tijd in beslag dat er vaak grote
onrust in de karavaan ontstond.
De ploegleiders wilden zelf naar
voren om te zien of een of meer
van hun renners bij een ontsnap
ping betrokken waren. En ook
andere volgers wilden zien wat
er nu precies aan de hand was.
Dat is nu anders. Via de 'tour
radio' worden alle volgers exact
op de hoogte gesteld van de
gebeurtenissen. Precies wordt
vermeld welke renners er bij be
trokken zijn, nauwkeurig wordt,
de voorsprong opgegeven en ook
wordt verteld wie het meeste
werk doet in de kopgroep en wie
in het peloton fél vecht om de
achterstand te niet te doen.
Door deze vlotte communicatie
wordt de wedstrijd voor de ren
ners veiliger, want minder vaak
worden zij gepasseerd door luid
claxonnerende wagens van ploeg
leiders en andere volgers, die pre
cies willen zien wat. er aan de
hand is. Nu er 'tour-radio' is
komen de ploegleiders pas naar
voren als de voorsprong van de
kopgroep genoeg is en als er
inderdaad een of meer van hun
renners bij de ontsnapping be
trokken zijn.
stelletje af te koersen en het ploegie
zo klein mogelijk te maken. Er werd
veel meer geknokt. Maar als er nu 15
weg zijn en ze komen op een brede
weg, dan gaan ze over de hele breedte
van de weg in de waaier rijden, in
plaats \an op de halve baan te rijden,
zodat er een stuk of vijf in het kantje
van de weg de pijp leeg zitten te
rijden. Ik erger me er wel eens
aan dat ze pas in de laatste vijf kilome
ter gaan demarreren, want 10 km.
vinden de heren soms nog te veel".
Dan moet die onstuimige aanval van
Trico Noble-renner Toine van de Bun
dei' in die zware 'bergetappe in Lim
burg in Olympia's ronde ploegleider
Schouten wel goed hebben gedaan-
Van de Bunder raasde 120 km. lang
met een grote voorsprong voor het
peloton uit maar werd tenslotle door
enkele achtervolgers toen toch nog
voorbijgestoken. Hennie Schouten:
in een enorm tempo rijden. Maar als er
dan iemand langszij komt die net iets
harder kan, dan is liïj verkocht. Toine
blijrt dan in hetzelfde tempo doorsjok
ken. Hij wordt nog wel harder".
Natuurlijk weet Hennie' Schouten ook
dat het een kwestie van mentaliteit
is: „In zo'n ronde van Axel vorige
week. wint Toine met een solo. Hij is
dan onaantastbaar. Maar owee als er
dan toch één naast hem komt. aan
denkt ie misschien: hé vandaag rijd ik
toch niet zo goed en zijn moreel
krijgt een klap en hij laat die ander
soms winnen. Daar groeit ie nu over
heen. Het bewijs leverde hij bijvoor
beeld ook in die fantastische race
naar de etappezege in de laatste rit
van Olympia's ronde van Wieringen
naar Amsterdam. Hij is toen zo onge-
„Ja, zo mag ik het inderdaad zien.
Soms moet je het avontuur zoeken en
een alles bi niets spel spelen".
Ploegleider Schouten speelde in die
solo van' Toine van de Bunder een
belangrijke rol. Want Toine had privé-
moeilijkheden gehad: hij heeft een
meisje in Middelburg en in de weken
voor Olympia's ronde eindigde hij nog
al eens achter Wim de Waal in de
wielerkoersen. „Dat heb je van zo n
verkering in iMddelburg", zei de fa
milie er van. Toine trok het zich aan
en reed in tic eerste etappen van
Olympia's ronde niet al te best, om
niet te zeggen als een 'natte krant',
zoals het in de wielersport nogal eens
genoemd.
Hennie Schouten:
„Toen die privé-moeilij kneden waren
opgelost., ben ik als ploegleider naar
hem toegegaan en heb ik gezegd:
Toine. dit is de enige kans nog om
wat te laten zien en om te tonen dat
je echt nog wel de belofte bent waaro
ver ze vorig jaar zoveel schreven. Ik
veg: in geen klassieker in Holland heb
je nog een prijsje gereden en dan
mag je xvel acht of meer criteriums
gewonnen hebben, maar daar wordt
niet naar gekeken. Zoals je nu rijdt,
zijn er wel 30 of 40 amateurs".
Hennie Schouten: „Dat heeft hem
goed gedaan. In die bergrit is hij er
meteen ingevlogen. Later hebben ze
me wel het verwijl gemaakt dat ik-
hemn iet heb laten wachten op Theo
de Leeuw, die ook alleen achter liem
reed. Maar die zat nog 55 seconden
achter Toine en ik dacht: dan kan ik
hem wel laten wachten, maar dat is
dan toch mooi weer 55 seconden
verloven. Later kwamen ,To Vranckcn
en Gerrie Kneteman bij De Leeuw.
Toen dacht ik nog: misschien is Toine
wel zo sterk om er bij te blijven.
Maar liet tempo van die drie was
toen iets te hoog voor Toine. Het is
natuurlijk een enorm talent. Hij kan
toch allemaal bekostigd worden. Maar
ook zonder de wielersport heb ik m'n
boterham wel".
Schouten weet dan ook: „Er zijn
ploegleiders, die als de resultaten van
de renners uitblijven door gemene
streken in het nieuws te komen. Ze
vertellen dan ingewikkelde verhalen
die helemaal niet waar zijn. Ik kan
ook wel een hoop tramalant gaan
maken als we eens een keer niet in
de prijzen rijden. Dié sportjournalis
ten in zo'n wielerronde worden ook
vaak in de boot genomen door die
ploegleiders met verhalen die nïe<
waar zijn. Soms ontdekken ze dat die
verhalen niet waar zijn, maar evenzo
goed hangen ze aan die gasten hun
lippen. Want ze zoeken ook sensatie".
En na enig nadenken: „Ik 'oen er
misschien te eerlijk voor om de zaak zo
te verkopen. En bovendien: Trico No
ble stopt veel geld in de wielersport,
maar meneer Frans en meneer Ge
rard zouden absoluu ook niet willen
dat ik op die manier de firma in het
nieuws breng. Met Ketting en Arnstel
worden we nu gerekend tot de beste
drie merkenploegen van Nederland
maar we hebben die grote naam toch
alleen bereikt door sportieve presta
ties".
Hennie Schouten wil wel kwijt dat
het soms een hachelijke onderneming
is om in een wielerevenement met
iedereen goede vrienden te blijven.
„De eerste dagen ga je met vriendelij
ke mensen van het vertrek af in
Olympia's ronde, maar hoe dichter
het einde nadert, hoe dichter je bij de
beslissing komt. hoe gemener de men
sen soms worden. Je kent dan je
eigen mensen vaak niet meer terug,
want ze gaan met iedereen in de slag".
Vrij vertaald: de renners gaan dan op
eigen houtje combines aan met ande
re. ploegen.
Schouten wil wel een voorbeeld ge
ven: „Ik lie btoch zelf gezien dat de
jongens van Kroon om hun poen
kwamen bij Ketting". (Ketting is de
formatie die praktisch alles won in
Olympia's ronde). Schouten: „Ik weet
zeker dat die overwinning van Ketting
toch wel een paar centjes gekost
heeft. Toen Wim de Waal in die rit
van Steenwijk naar Wieringen in de
kopgroep zat met Kees Priem en
Priem de kans had om Kneteman uit
de leiderstrui te rijden, heeft Liebregts
(ploegleider van Priem) mij ook een
hele grote aanbieding gedaan. Na af
loop van de etappe had ik daarover
een heel mooi verhaal kunnen vertel
len. Maar ja, zo gauw wil je iemand
niet zwart maken.
En verder: „Ik ken ook een combine
van Kroon in Olympia's ronde. Die
ploeg gaat eerst met de een in de slag
en nog in dezelfde etappe weer met
een ander. Noem dat maar eerlijk.
Het is vaste regel in Olympia's ronde:
de laatste dagen gaat de ene met de
ander in de slag. En niet alleen de
ploegen. De jongens onderling ook.
Dat is normaal. Dat gebeurt in een
criterium Dat is gewoon een soort
opleiding voor die jongens. Je weel in
Olympia's ronde op het laatst niet
meer wat je aan je eigen jongens
hebt. 's-Morgens bepraat je een punt
en dan is het allemaal ja-knikken en
niks zeggen en onderweg dan zitten ze
toch te handelen.
Voor ploegleider Hennie Schouten is
dat allemaal wel begrijpelijk, want er
staat soms vee! (geld) op het spel:
„Maar als Trico Noble als één forma
tie moet rijden om een bepaalde klas
sering van de ploeg of van dén renner
te verdedigen, dan verlang ik wel
discipline in de ploeg. En dat is wel
eens moeilijk, want het zijn in feite
allemaal individuelen. Maar we heb
ben bij Trico Noble gelukkig een
voortreffelijke verstandhouding. En ik
zal er voor vechten dat dat zo blijft".
veer twee kilometer lang aan het
spurten geweest, sprinters als Klaas
Balk moesten hem laten gaan en die
ontsnapte Rus haalde hij vlak voor de
finish in. Zo was hij grandioos win
naar in Amsterdam. Zoiets is enorm
voor de mentaliteit van een renner
als Toine van dé Bunder".
Hennie Schouten wil wel bekennen
dat hij 'naar buiten uit' als ploegleider
een zachte, misschien bescheiden in
druk maakt: „Maar toch is er met
mij niet. te schipperen. Als je in zo'n
evenemenl als Olympia's ronde zit,
kun je het beste met de jongens
praten als je aan tafel zit. Als we dan
over de afgelopen etappe spreken en
over de tac-ciek van de volgende dag,
dan is mijn ja. ja en mijn nee nee. Ik
kan dan bikkelhard zijn".
Als voorbeeld liaalt hij aan: „Na de
Omloop van de Baronie hadden we
problemen met Wim dc Waal. Hij
voelde er niets voor om de Ronde
van Noord-Holland te rijden. Toen
heb ik tegen meneer Frans (directeur
Frans van Turenhout van Trico No
ble) gezegd: dat wil ik uitgepraat
hebben, want die jongen heb ik daar
in Noord-Holland nodig. En achteraf
is Wim blij geweest dat hij de op
dracht kreeg om er te rijden, want
hij won nota bene die Ronde van
Noord-Holland".
Hennie Schouten verder nog over de
problemen van het ploegleiderschap:
„Ik ben niet het mannetje om op een
valse manier in de publiciteit te ko
men. Bij mij ligt het ook anders dan
bij veel ploegleiders. Ik werk als
onderhoudsmonteur bij Trico Noble.
Dat is een volle dagtaak. Daarnaast
heb ik de wielersport als liefhebberij,
waarvoor ik natuurlijk ook wel een
vergoeding krijg. Maar ik hoef er niet.
van te leven, zoals bijvoorbeeld Piet
Liebregts, die een huisgezin heeft
waarbij hij vandaan gegaan is. Hij zit
nu bij een andere vrouw waarbij hij
ook twee kinderen heeft. Dat moet
AARDENBURG De vaak explo
sieve rivaliteit tussen Wim de
Waal uit Axel en Toine van de
Bunder uit IJzendijke en vooral
tussen hun supportersploegen is
voor Trico Noble-ploegleider Hen
nie Schouten een begrijpelijk
maar toch wel een storend ele
ment in de Zeeuwse wielersport.
Hennie Schouten analyseert: „Er
is aan deze kant en vooral in
Zeeuwsch-Vlaanderen toch wel
een andere mentaliteit dan waar
ik vandaan kom (Badhoevedorp)
en waar ik meestal koersen heb
gefietst. De business, het geld.
speelt hier in de wielersport een
grote rol. Dat heb ik in mijn tijd
als amateurrenner nooit zo meege
maakt. En die geldzaken maken
soms dat de renners hier een
andere mentaliteit krijgen".
Spelen de supportersclub van De
Waal en Van de Bunder daarin
ook een grote rol? Schouten: „In
étappewedstrijden heb je er niet
zo last mee. Dan bepraat je de
tactiek met de jongens, ze komen
in een bepaalde sfeer en ze trek
ken ook niet meer zo met de
supporters op. Maar in de criteri
ums en de klassiekers hier in de
buurt hebben de supporters een
heel grote invloed op de jongens".
Schouten bkent: „Dat lean ik me
wel voorstellen. Als ik een Van de
Bunder ben ik kom thuis en die
supporters vragen: en wat ben je
geworden?, en ik zeg: ik ben vijf
geworden en ik moet ook zeggen:
De Waal is drie geworden, dan is
dat. een echte teleurstelling. Het
is mooier als ik als Van de
Bunder kan zeggen: ik ben vijf
geworden maar De Waal is tien
geworden. Dat komt door de riva
liteit tussen die supporters".
Die situatie kan stimuleren maar
er zijn ook bedenkingen. Schou
ten daarover: „Ik x-ind het zo
jammer dat die supporters er
vaak zo'n kabaai van maken,
soms tot vechtpartijen toe. Ze
zijn toch voor de sport bï.j de
wielersport maar ze gaan er toch
een vijandelijke bende van ma
ken. Het zou veel mooier zijn. als
ze achter alle Zeeuwse renners
stonden. Nu willen ze prestaties
van één man en ze zijn blind
voor de rest. Maar het mooiste
zou toch één gTote supportersver
eniging zijn voor alle Zeeuwse
renners En dat hoeft dan nog
niet eens alleen voor de renners
van Trico Noble te zijn".
Hennie Schouten ziet ook dat ge
vaar: „Zo'n renner voelt zich ver
plicht aan zijn supportersvereni
ging en hij gaat dan alle koersen
in de buurt rijden. Op de duur
rijdt zo'n jongen vijf of zes wed
strijden in 'één week. En het is
natuurlijk ondoenlijk voor een
menselijk lichaam om iedere dag
weer in zo'n criterium te klap
pen, want er zijn criteriums bij.
waarin ze nog veel meer moeten
afzien dan in een klassieker".
„Het gevaar is dat die jongens
volledig leeg gereden raken. En je
kunt het nu al merken: ze voelen
niet eens zoveel voor een klassie
ker als de Ronde van Midden-
Zeeland maar ze doen mee om
dat ze zich verplicht voelen tegen
over de firma. Ook al omdat ze
in een avondcriterium poen pak
ken: 75 gulden reisvergoeding,
een paar maal per week en dan
nog eens 150 gulden in het week
einde. Als die wielercomités dat
willen geven, dan moeten die jon
gens dat aanpakken. Ze zouden
wel gek zijn als ze het niet
deden. Al mag het niet. Maar het
wordt overal gedaan".
Wim de Waal en Toine van de
Bunder kunnen het zich dan ook
wel permitteren niet te werken.
Als je het vraagt geven ze wel
een beroep op 'maari, zegt Schou
ten, „als je ze nodig hebt kun je
ze altijd bereiken. Ik heb altijd
voor tenminste halve dagen ge
werkt. Maar dat kan nu niet
meer in de top van het amateur-
wielrennen. Als je die topsport
doet dan is het ondoenlijk om
ook nog te werken. Dat is te veel
voor het lichaam, ook al is het
niet zulk zwaar werk".
Hennie Schouten: na die zware valpartij stopte ik er mee.
Gestopt na een
gebroken neus
AARDENBURG "Een gebroken
neus en een snee in m'n been van wel
'!0 centimeter lang waar je wel twee
vingers in kon leggen, zo diep". Dat
waren onder meer de verwondingen
lie de nu 30-jarige Hennie Schouten
jpliep in 1967 bij een massale valpar-
ij ('met een mannetje of 50') in de
londe van Zuid-Holland. Hennie
ichouten (nog altijd vele littekens in
liet gezicht van die en andere valpar-
ijen) hakte toen de knoop door en
icslool te stoppen als wielrenner.
Ju zit hij toch weer midden in de
vielersport: hij woont in Aardenburg
waar hij onderhoudsmonteur is bij
t'rico Noble maar waar hij vooral in
Ie openbaaheid treedt als ploegleider
an dit merkenteam. Hoe is het con-
act tussen Hennie Schouten en Trico
Noble tot stand gekomen. Schouten
daarover:
„Na m'n val in de Ronde van Zuid-
Holland werd ik benaderd door me
neer Middelink (wegcoaeh van de
KNWl die vroeg of ik ploegleider
van Vredestein wilde worden. Midde
link zelf wilde z'n handen vrij hebben
in verband met het belangrijke olym
pische jaar lfltiS. Dat heb ik toen
gedaan en ik ben twee jaar ploeglei
der bij Vredestein geweest. Het derde
jaar werd het Vredesteip-Locomotief
en hel vierde jaar ging hel niet meer
door. Ik had er toen ook geen zin
meer in".
Toch bezweek Hennie Schouten weer
voor de verleiding van de wielersport:
„Vorig jaar had Trico Noble een me-
kanieker nodig voor Olympia's ronde.
Ze vroegen mij en met veel plezier
heb ik dat toen gedaan. Cor Neder-
veen, bekend als masseur van de
Nederlandse schaatsploegen, was toen
ploegleider. Ik moet echt zeggen: die
man heeft buitengewoon hard ge
werkt. maar hij had totaal geen kaas
gegeten van de wielersport"
Na Olympia's ronde kwam er dan ook
een ander voorstel voor Schouten:
..Trico Noble vroeg mij of ik geen
ploegleider wilde worden. Maar ik zei;
ik wil Nederveen er niet uitdringen.
Inmiddels was ik al wel gaan werken
bij Trico Noble, W3nt ik was gereed
schapmaker van mijn beroep en ze
zochten een vakman. Meneer Frans
van Turenhout nodigde me toen weer
uit voor een gesprek. Hij zei: als jij
geen ploegleider bij ons wilt worden,
nemen we toch een ander. Toen heb
ik maar besloten het te doen".
Na de ambachtsschool kreeg Schouten
zijn opleiding (twee jaar) bij de KLM
(bemetel) en werkte eerst als vlieg-
tuigplaatbankwerker. Maar omdat hij
bij de KLM bijzonder moeilijk vrij
kon krijgen voor de wielersport
(„je moest het dagen van tevoren op
een formulier aanvragen"), stapte hij
over naar een stalenmeubelf3briek in
Badhoevedorp waar hij 12 jaar werkte.
Nu woont hij dus samen met vronw
en twee dochtertjes (van wie de jong
ste tijdens de afgelopen Olympia's
ronde geboren werd) in Aarden burg:
..M'n vrouw is een echte Amsterdamse
maar ze is hier al helemaal gewend.
Het zou alleen een beetje beter
strandweer moeten worden".
Al voor zijn 14e jaar fietste Hennie
Schouten bij De Bataaf uit Halfweg
in clubverband. Bekende renners als
Gerard Wesseling (winnaar Olympia's
toer). Mik Snijder (winnaar Olympi
a's toer). Dick Enthoven maakte hij
in die club mee. In Medemblik won
hij zijn eerste wedstrijd als adspirant:
„Ik weet het nog precies: Ab Gelder
mans won daar toen bij de amateurs,
maar ik, als adspirantje, kreeg net
zo'n grote krans als Geldermans". Bij
de nieuwelingen won Schouten twee
jaar achter elkaar per jaar 14 koer-
Eén van die nieuwelingenoverwinnin
gen sprong er uit. Een kampioenschap
van Nederland voor die categorie was
er toen nog niet, wel een officieuze
titelstrijd. Dat. gebeurde op het circuit
van Zandvoort: 450 vertrekkers
waren er, Hennie Schouten won! Hen
nie Schouten, die als amateur ook
verschillende criteria won, wil wel
bekennen: „Als amateur heb ik nooit
een grote klassieker of een etappe in
een grote wedstrijd als Olympia's toer
gewonnen. Wei was ik er vaak heel
dicht bij: in de Ronde van de Haar
lemmermeer ben ik 2e geweest, in de
Ronde van Friesland ook, steeds met
banddikte verslagen. In de Ronde van
Overijssel werd ik 3e na Karstens en
Van de Vleuten. In 1965 ben ik naar
Warschau-Berlijn-Praag geweest. En
de Tour de l'Avenir heb ik gereden
en uitgereden, want opgeven deed ik
nooit. Bij de wereldkampioenschappen
in San Sebastian ben ik mee geweest
voor de 100-meter-ploegentijdrit. Ook
heb ik de Ronde van België nog
gereden, Gerrit Schulte was toen
ploegleider. En Olympia's toer heb ik
zelf ook vijf keer gereden".
Als amateur was Hennie Schouten *in
dienst' van verschillende merkenploe
gen. De langste tijd was hij bij Am-
stel onder leiding van Herman Krott.
Als ploegleider kent Hennie Schouten
het klappen van de zweep dan ook
wel: „Ik heb in allerlei merken- en
landenploegen ontzettend veel ploeg
leiders meegemaakt. Daar leer je spe
lenderwijs veel van. Daarom weet ik
nu zelf als ploegleider ook wel wat er
gebeuren moet".