Woningstichting bouwt dit jaar in Borsele minstens 110 huizen 1*11 ZELANDICA In Borssele klagen de mensen niet meer 15 •atfXsswi-a asj'-tssrsris ssflSS-SV Drees: „Besluit luchthaven kan niet eerder" v»4' K\ldKK"' --sSKs» TO^a?Snto''^°lS',tol,asld' dnl Internationale conferentie bij 'De Schelde' „ONS AUTOPARK ZAL BINNEN TIEN JAAR VERDUBBELD ZIJN" Hengel wedstrijd van Belgisch Loodswezen DRIE TALEN BIJ DE DOKTER WOENSDAG 26 APRIL 1972 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT IN HEINKENSZAND, 'S-HEERENHOEK EN 'S-GRAVENPOLDER PLANNEN BIJNA ROND BORSSELE De plannen voor sociale woningbouw in 1972 in de gemeente Borsele zijn prak tisch rond. De woningstichting Borsele gaat dit jaar in ieder geval bouwen in de kernen Hein- kenszand, 's-Gravenpolder en 's-Heerenhoek. Voor Heinkens- zand staan 50 woningwetwonin- j gen en 20 premie-corporatiewo ningen op het programma, die voor het overgrote deel neerge zet zullen worden in plan 'Wa tervliet I'. In 's-Heerenhoek zijn 10 woningwetwoningen gepland, die niet in het pas door gedepu teerde staten goedgekeurde be stemmingsplan 'Oost II' komen, maar in de omgeving van de Markt, in plan 'Oost I'. De woningstichting heeft van het con tingent 1972 dan nog 20 prciniecorpo- ratiewoningen en vermoedelijk 10 wo ningwetwoningen te verdelen. Een aantal zal in 's-Gravenpolder gebouwd worden, maar dat wordt geen grote hoeveelheid. Dr. ir. J. Nijman, voorzit ter v3n de woningstichting: „We voor zien in 's-Gravenpolder dit jaar geen groot contingent. Als het bestemings- plan 'Buitenleven' gereed is en er is vraag, dan komt volgend jaar de grote hap in 's-Gravenpolder*. Over de plaats naar de rest van de huizen komen, moet nog beslist worden. Bij de keuze van de woningstichting, wil men zoveel mogelijk rekening pro beren te houden met de wensen van de toekomstige bewoners. „We zouden zo verschrikkelijk graag van de bevol king willen weten, waar ze echt willen wonen. Anders moeten we gokken en dat kan alleen maar fout gaan", zegt ir. Nijman. Zoals gemeld, heeft de gemeente Borsele voor de jaren 1973 tot en met 1976 een woningtoewijzing gekregen van ruim 900 huizen: In de sociale sector 273 woningwet- en 150 premiecoyporatiewoningen en verder 360 particuliere premiewoningen en 150 eigen bouw. De woningstichting verwacht van het contingent jaarlijks giooaai zo n 50 premie-corporatie- en 90 woningwetwoningen te kunnen bou- 'w ,n 140 huizen 's een belang- f (ongeveer de helft) bestemd in l m verva"g|ng van oude huizen to dt diverse kerneni Van ,]et resta]lt zal een nume portie toevallen aan de selpB 1°TP0 'il de gemeente Bor- Bezwaar ;LW?nn^ticht,ns 'S met de keuze I* PtaTnS ,ST52e to" torn 2000 inwoners, verspreid gesteld dat ,e|» S?der andD™ tonsstiditine. B in w J w°" ton bet daar met mee eèns 80"e" "n van de vele b™!! - aamvcz'8hrid «Men en L ,»d"s'rt' het to bel m"eV t?. K"1" "'tod •«westichS „V" S d «to leT Nijman in dp 'Rens voorzit- gericht zijn om 1 J" p,aa,s op ,vat er in dp L- s1,,nd te houden 0^Isjenangende woningbouw' fode J* aismedeH' JrocS«^Van Sloffelen Pn Va„ dc Lsnc'alislcn minister Dices teverlppr" hebhen '»U wn snellere besflssK8 Ke,,,oit voor luchthaven. Het prohipon een nieuwe Paciteit van Schinhn va" c,e ca- Jet nJk in studie nm nog Kl:eec,s bij ®?ngeven wanneer hel ur 'e k,lnne" cies 'vol' zal ziinrJ vlleKveld pre- SehtohM "«"totonilbrm. ™d'&wS™h™tnt d0 geluidshinder S"* Min'mPLrS verbeteren en d^kIlmP'ocedures te K taSebMk ««"nwt jP oe toekomst, kan 1 verscherpen de geluidsoverlasf r. mindorinE van ran de fngehrnUf worden ver I® u'g'ypen au hP d11® van ">eu- de Douglas DC-io, de B°eing-747 en s"llf»tol oude kernen noodzakelijk, zodat het totale woningbestand niet vermindert. Het heeft ook een economisch voor deel: de algemene middelen die in een kern geïnvesteerd zijn, straten, riole ring. verlichting, enzovoort, blijven in gebruik en een kern zal niet uitdro gen", aldus ir. Nijman. Een tweede zaak waar de woning stichting nauw mee geconfronteerd wordt, is de groei van de totale gemeente. Dr. ir. Nijman: „Het streek plan van 1966 zegt ervan dat Hein- kenszand en 's-Gravenpolder de groei polen moeten zijn. Maar sinds 1966 zijn de kaarten wel wat anders ge schud, het verschil zie je in het streekplan van 1966 en de ontwikke- lingsschets uit 1971. Daar komt uit dat de bevolking van Borsele zal groeien met lVs procent per jaar, dat is ongeveer de helft minder dan het streekplan aangaf". Voor de voorzitter van de woningstichting zijn deze cij fers factoren waar hij nadrukkelijk rekening mee wil houden. „Je moet heel voorzichtig zijn dat je niet teveel bouwt en oppassen voor lege huizen. Daarom proberen wij een methodiek te vinden om tegelijk in verschillende kernen contingenties van 10 te bou wen. Kleinere huizen, met een aan vaardbare huurprijs voor het jonge gezin". Voorspellen Ir. Nijman vindt het 'onverantwoord' om voor bepaalde dorpen in de ge meente Borsele een geweldig grote groei te voorspellen. Hij ziet de ker nen Heinkenszand en 's-Gravenpolder niet uitgroeien tot dorpen van elk zo'n 8000 inwoners, en dat hoeft voor hem overigens niet zo nodig. „Laten we niet proberen om van Heinkens zand een grote stad te maken. Het platteland is per definitie een stuk van Nederland waar de minste voor zieningen zijn. Maar het is per defini tie ook dat deel waar de meeste mensen gelukkig wonen. Er moeten in de gemeente Borsele kernen blijven waar niks gebouwd, waar je heel voorzichtig moet opereren. Instand houden: ja dat wel. Maar de Zak van Zuid-Beveland is echt niet zo'n achter gebleven gebied". Waarbij ir. Nijman dan nog aantekent dat hij voor Hein kenszand een duidelijk tertiaire kern functie ziet. „En die zal 's-Gravenpol der nooit krijgen, dat is een typisch forensendorp". De voorzitter van de woningstichting constateert ook dat er in de gemeente voor wat betreft de woningzoekenden weinig achterstand is. „Er was een lijst van woningzoekenden van over de 300. We hebben gezegd: we willen een echte lijst. Er is nu een nieuw systeem ingesteld, waarbij iemand een waarborgsom moet storten van 25. Krijgt men een luiis in een andere gemeente, dan wordt er 15 terugbe taald en anders wordt het met de huur verrekend. We hebben nu een lijst van dik onder de 200. Per 1 januari 1972 lag het in de buurt van de 160 tot 170. Wat natuurlijk belang rijk blijft, is dat je weet waar de mensen willen wonen, dan kun je er met de planning rekening mee hou den", aldus ir. Nijman. „ZILVEREN BR00DMAND VOOR VERDIENSTEN NA RAMP VAN 1953 DEN HAAG (ANP) Maandagmiddag is in Den Haag de 'zilveren brood- mand' uitgereikt aan ir. J. A. P. Fran ke, oud-directeur-generaal van de voed selvoorziening bij het ministerie van; landbouw en visserij. De 'zilveren broodmand' is een onder scheiding. die de Nederlandse Vereni ging van Meelfabrikanten ten hoogste éénmaal per jaar de vorige keer was! in 1969) pleegt, toe te kennen aan per sonen of instellingen die zich naar; haar oordeel in bijzondere mate ver-I dienstel ijk hebben gemaakt voor de' voedselvoorziening. De huidige voorzitter der vereniging ir. P. Taselaar. eerde de heer Franke onder meer omdat hij met name na de watersnoodramp in febnv ri 1953 ge toond heeft wat er met doortastend heid en improvisatievermogen te be reiken viel om de levensomstandighe den in de getroffen gebieden te nor maliseren. Op 2 en 3 mei vindt te Vlissingen een conferentie plaats over schecpstand- wieloverbrengingen. Ongeveer 35 experts uit Duitsland, Engeland. Frankrijk. Zweden. Noorwe gen, Duitsland en de Verenigde Staten van Amerika zullen tezamen met luin collega's bi.j de Koninklijke Maat schappij 'De Schelde ervaringen uitwisselen op dit specialistische ter- rein van scheepsmachinebouw. De conferentie van deze groep wordt voor de 8e maal gehouden, waarbij ditmaal 'De Schelde' als ontvangende en organiserende partij optreedt. 'De Schelde' behoort tot de zeer wei nige fabrieken in de wereld, die zich op dit gebied gespecialiseerd hebben. De KMS heeft hiermee een internatio nale reputatie verworven. De tandwieloverbrengingen, waarom het hier gaat, dienen om het toerental van de sneldraaiende voortstuwings turbines van een schip te reduceren tot op het veel lagere toerental van de scheepsschroef- Vermogens van ettelijke tienduizenden paardekrachten en tandwieldïameters van 4 tol 5 me ter zijn hierbij eerder regel dan uit zondering. Bovendien dient daarbij nog vermeld te worden dat de tanden met snelheden van 300 kilometer per uur en hoger elkaar grijpen, hetgeen een uitermate hoge nauwkeurigheid van de bewerkingen vereist. Om hier aan te kunnen voldoen zijn niet alleen speciaal ontworpen machines nodig, doch bij 'De Schelde' ziin deze bo vendien in een afzonderlijke fabrieks hal opgesteld, waarin het gehele jaar een gelijkblijvende temperatuur wordt gehandhaafd. De tandwielkasten worden in com pleet samengebouwde staat door De Schelde afgeleverd en per schip naar hun bestemming in binnen- en buiten land verzonden. Bijgaande afbeelding van een tandwielkast met cci. gewicht van 130.000 kg geeft een idee van de indrukwekkende afmetingen van dit bijzondere Schelde-produkt. WERELDOMROEP MAAKT OPNAMEN VAN DIENST IN GROTE KERK GOES GOES Zondagmorgen wordt in de Maria Magdalena- Grote Kerk in Goes een kerkdienst gehouden die wordt uitgezonden door de Wereldomroep. In deze dienst wordt in het raam van de Unctad-conferentie in Chili aan dacht besteed aan de problematiek' van arm en rijk. Het thema van de dienst luidt: 'Be vrijdend heil en bindend recht'. Het informatiecentrum voor ontwikke lingssamenwerking te Goes en de her vormde werkgroep werelddiakonaat zullen in de dienst voorlichting geven De dienst wordt zal de dienst om half vijf Nederlandse tijd, dit is half vier Greenwich-tijd, uitgezonden naar Afri ka, het Midden-Oosten, Zuid-Azië en Europa. Ir. H. Wierenga te Middelburg: Een normale ontwikkeling MIDDELBURG „Wij zijn overrom peld door de massa-motorisering en het heeft oi.'s in een toestand van ver legenheid gebracht. We moeten er re kening mee houden dat ons autopark in 19811 verdubbeld zal zijn en in hel jaar 2000 het drievoudige van nu zal zijn". Deze uitspraken deed de heer ir. H. Wierenga, hoofdingenieur-direc teur van de provinciale waterstaat te Zwolle, vrijdagavond tijdens de jaar vergadering van de gereformeerde po litieke jeugdsludieclub Midden-Zeeland ir.' het gebouw 'De Schakel' te Middel burg, waar hij sprak over het onder werp 'Verkeer in de toekomst'. Ir. Wierenga wees er op dat alle be-, staande prognoses in Nederland onbe trouwbaar zijn gebleken. Hij meende dat men daarom moet afgaan op de vergelijkende cijfers in andere landen. Daaruit blijkt dat de autodichtheid in Nederland in 19GG gelijk was aan die in Amerika in de jaren 1924-.1941 en gelijk aan Zweden in 1958. „We lopen achter bij Amerika en andere landen, maar we lopen niet in. Wat bij ons nu gebeurt is de normale ontwikkeling en we weten dus wat we behoudens onvoorziene omstandigheden verwach ten kunnen", stelde de heer Wierenga. Hij meende dat factoren als de lengte ..Wie waren de watergeuzenHeel algemeen gezegd, waren 'zij 'kapers' en om de inname van Den Bricï te begrijpen moet men eerst iets iceten van het verschijnsel kaapvaart". Nu de herdenkingen van Den Briel en Vlissingen achter de rug zijn en in sommige opzichten weer nieuwe dingen aan de beeldvorming zijn toegevoegd, heeft het wellicht zin een artikel aan te halen dat wijst op het groeien van een legende. In Spiegel historiael van april heeft C. Wilson een artikel gepubliceerd over Den Briel 1572. Wilson is professor in de moderne geschiedenis aan de Universiteit van Cambridge en heeft boeken geschreven over de republiek en de beschaving in de 17e eeuw en over koningin Elizabeth en de opstand in de Nederlanden. Maar eerst iets over de kaapvaart en de geuzen, De Fransen, Engelsen en de Nederlanders hielden zich van de 16e tot de 18e eeuw hiermee bezig. De staat, koning of landsvorst bezaten in de beginperiode zelf geen schepen en verstrekten aan particuliere scheepseigenaren vergunningen of kaper brieven, die machtiging gaven om in hun naam te handelen. De kapers moesten de scheepvaart van de vijand bestoken en tevens droegen zij bij tot de staatsinkomsten omdat zij een bepaald bedrag moesten betalen van de buitgemaakte goederen. In de jaren voor 1572 was er altijd wel sprake geweest van een invasie op een of ander punt door de watergeuzen. Het was een denkbeeld van Lodewijk van Nassau en de geuzen-admiraals, maar het werd gedwarsboomd door gebrek aan voorraden, organisatie, discipline en verbindingen. Wilson vraagt zich af of de landing bij Den Briel volgens plan of toeval geschiedde. Het is bijna een vraag naar de zin van de historie. Lumey uit de Engelse havens verdreven op last, van Elizabeth, had voedsel en water nodig. Den Briel lag er minder opvallend, minder belangrijk en minder versterkt dan Vlissingen of Enkhuizen. Maar toen de stad eenmaal veroverd was, vormde het een strategisch bruggehoofd. U kent. het vervolg: Vlissingen van binnen uit, sleutel van de Schelde, Enkhuizen volgde, sleutel van de Zuiderzee, Verder volgden een aantal Hollandse steden en niet te vergeten Veere. De inneming van Den Briel was volgens Wilson het onderdeel van een vage strategie, die onvrucht baar was 'totdat zij door een waarachtig toeval werd getroffen'. Wij volgen de geschiedschrijver Motley niet: meer na die Den Briel met de slagen bij Marathon of Thermopylae vergelijkt. Nog op een andere wijze worden wij gewezen op de geschiedenis van Den Briel. Vlissingen en Veere. namelijk in de vie romancée van Jaap ter Haar: Jacob Simonsz. de Rijk. Watergeus, die kort geleden is verschenen. Ter Haar is de laatste tijd vooral bekend om zijn vaderlandse geschiedenis in vier delen, die voor feiten en entourage door geleerden van naam omringd wordt. De roman over de geuzen, waarin vrijwel alle personen in werkelijkheid hebben geleefd, is een boeiende geschiedenis geworden, die ons verplaatst in wat de mensen heeft bezield. Bezield is het goede woord. Ons inlevingsvermogen is beperkt. Wat de wetenschapsman dikwijls niet kan de man die alleen wetenschap bedrijn, is soms voorbehouden aan de romancier. Ik heb. om een voorbeeld te noemen, nooit meer begrepen van Fouché, de man van alle politiezaken onder Napoleon, dan uit het boek van Zweig. Op een bepaald punt moeten wetenschap, verbeelding en de kunst van schrijven elkaar de hand reiken. Helemaal inleven in 1572 zal en kan niemand gegeven zijn. VVVWSA/VWVWVVV\*A/VVVVWVVVVVWV\A/V>A'VvVVWWsAA/VVV van het wegennet, bevolkingsdichtheid, inkomen enzovoorts geen remmende,; factoren zijn. Wel is volgens hem de: conjunctuur van enige invloed. „Men heeft niet onderkend dat het aantal auto's in ons land zich op Ame rikaanse wijze zou ontwikkelen en daarom lopen we ver achter bij onze planning", zo zei hij. Ir. Wierenga ging ook na wat de functie van het open baar vervoer kan zijn: het streekver voer en de spoorwegen zitten met. het personenvervoer in de rode cijfers en, er zit geen groei meer in. Er zijn wel: prognoses waarbij men aanneemt dat het bouwen van steden langs spoor wegen het openbaar vervoer zal stimu-| leven, maar de heer Wierengfi ver-; wacht daar niet veel van. Het openbaar vervoer kan volgens hem nooit zo com-i fortabel zijn dat het de auto-uitbrei-1 ding afremt. Zoekende naar een ver gelijkbaar voorbeeld met ons land.; meende hij dat te hebben gevonden in de staat New-Jersey bij New York.! waar men een zelfde ontwikkeling kent. Bij het bespreken van de vraag wat gedaan kan worden om de ontwikke-, ling af te remmen, stelde spreker dat het zwaarder belasten van de auto vooral de economisch zwakkeren treft. Hij meende dat het beter is de tweede1 auto zwaar te belasten. „We dienen er ook rekening mee te1 houden dat de leeftijd van de auto snel terugloopt. In 1955 werd een auto nog 12 jaar oud. nu is hij na 7 jaar oud en na 9 jaar een wrak. Gezien het aantal draai-uren is een auto snel versleten", aldus ir. Wierenga. die ook inging op de bezwaren tegen het autogebruik als stank, geluidshinder, onveiligheid en gebruik van de openbare weg. „Ieder verwacht het van zijn buurman en daarom zullen alleen strenge wette lijke maatregelen iets uithalen om het dodencijfer in ons land te drukken. In Amerika rijdt men anders, daar is men met de auto geboren", aldus ir. Wieren ga. Sociaal kwaad Parkeren noemde de inleider in feite een sociaal kwaad. ,„41s er i'iet gepar keerd werd, zouden de straten veel veiliger en breder zijn. Alen heeft niet tijdig onderkend dat de auto niet op straat hoort, maar in een garage. Dit kan zo niet doorgaan. De oplossing is alleen dc bouw van grote parkeergara ges", zo zei hij. Bij de bouw van wegen voert men nu plannen uit van soms tien jaar gele den en daarom lopen we ver achter, zo stelde ir. Wierenga. Hij pleitte daarom voor de aanleg van ruime dubbelbaans- wegen met brede bermen, zonder ob stakels. Ir. Wierenga had voor de aanvang van zijn lezing stencils verstrekt met diver se tabellen, zodat de aanwezigen hem op de voet konden volgen wanneer hij vergelijkingen maakte met andere lan den. Na de pauze was er gelegenheid tot het stellen van vragen. De vergadering stond onder leiding van de heer M. K. Smit. Zaterdag werd de tweede hengelwed- strijd vanaf het strand gehouden voor het kampioenschap van de hengelvere- niging van het Belgisch Loodswezen te Vlissingen. Er werden in totaal 29 vissen gevangen. Uitslag: 1 Hans van Geersdaele 389 punten. 2 Erik Nie- rynck 361. 3 Ronny Hamers 231. 4 F. van Geersdaele 165. 5 F. Roman 164. 6 J. van de Kreeke 159. 7 Rudy Hamers 156. 8 Y. Luca 155. 9 L. Nierynck 131, 10 L. Debeen 126. De derde hengelwed- strijd voor dit kampioenschap wordt gehouden vanaf het strand bij de i derde overgang (Huvers) op zondag 14 mei, aanvang 9.00 uur. ADVERTENTIE J BLOtt-KAPEUE HOME BEST VOORUWONNENHUS SHOWROOM BIEZELINGSESTRAAT 2 - TEL. 01102-1200 HET DORP LEERT LEVEN MET INDUSTRIE BORSSELE Vraag iemand in Borssele hoe het leven er na de komst van de industrie is, en negen van de tien keer zal het antwoord zijn: „We mogen niet mopperen, het valt allemaal wel mee." Want de inwoners van het Zuidbevelandse plattelandsdorpje Borssele klagen niet meer. Men heeft vrijwel zonder morren aanvaard dat de agrarisch getinte omgeving in weinig jaren veranderde in aen gebied voor de zeehavenindustrie, compleet met roken de schoorstenen en 'eeuwige vlammen'. De mensen in het dorp leren leven met de industrie: „En bovendien zorgt het voor werk en meer mensen",zeggen ze in Borssele mon ter. Een blik op de cijfers leert dat voor het eerst sinds een reeks van jaren het inwonertal van het dorp steeg, met 40 mensens in 1971. Men kwam van 1525 op 1565. Boogert), deKorstanjes, Wittes en de Huizens na de oorlog lange jaren doorkabbelen. „Er was een bloeiend verenigingsleven, met muziek, zang, korfbal en latei- voetbal. Er was een verbouwd verenigingsgebouw en een open bare en een bijzondere school", weet Boogert. „Van 1945 tot zo 1965 was het een heel normaal dorp, zonder problemen en zon der voordelen op andere dorpen, behalve dan dat de twee bedrij ven er zaten om voor 't loonzak je te zorgen". Er gebeurde dus weinig schok kends in Borssele. evenals in zo vele andere specifieke platte landsgebieden. Men werkte er, ontspande zich via de vele vereni gingen en men ging er naar de kerk. vrij frequent, want Borssele was (en ïsu een sterk kerks dorp. Vooral de gereformeerde gemeente is fors vertegenwoor digd, gevolgd door de gerefor meerde kerk en zo'n 500 tot 600 hervormden. De katholieke inwo ners trof men vooral in de bui tengebieden aan. ongeveer 250. En die waren dan voor wat het geloof betreft gericht op de paro chie 's-Heerenhoek. Veel van de nieuwe inwoners zijn arbeiders die werken aan de op bouw van de industrieën in het nabije Sloegebied. Fransen, Duit sers en Joegoslaven. Daar passen de autochtonen in Borssele zich wat voor aan: niets voor niets werkte vorige zomer in de super markt een deel van de week een gastarbeider die Joegoslavisch sprak. En de camping 'Estancia' aan de Catalijneweg, die het an ders van de verdwaalde toerist moest hebben, is nu het hele jaar volop bezet met de huizen op wielen van arbeiders aan fabriek of kerncentrale. Het lijkt er zowaar op dat het dorp, genoemd naar Bor. de god van de waterbeheersing, een nieuw bloeitiidje beleeft. En ou dere Borsselenaren vinden dat fijn: zij denken nog met huiver aan de crisisjaren toen er in de landbouw geen droog brood te verdienen viel. De gemeentesecre taris van de gemeente Borsele met één s). M. F. Boogert, kwam in die tijd (1937) als se cretaris naar Borssele. „Het was toen een puur agrarisch dorp. met rond de 1.500 inwoners. In de winter hadden we maanden lang 100 tot 200 inwoners die kwamen stempelen en met een weekloontje van acht gulden naar huis gingen. Achteraf gezien was dat een bijzonder droevige toe stand. Het feit dat er morgens waren dat er zo'n 180 man kwa men stempelen was verschrikke lijk". zegt Boogert (57). „Mis schien kan men daardoor begrij pen in deze tijd met brood op de plank door de industrie dat de mensen die de 'goeie oude tijd' hebben meegemaakt, blij zijn met de ontwikkelingen. Jon gere mensen hebben die tijd niet meegemaakt en het is begrijpe lijk dat die wat andere opvattin gen hebben over de industrie". Boogert vertelt dat hij zelf de puur-agrarische tijd, met veel werklozen, niet zo lang heeft meegemaakt. „In de oorlog kreeg .ie de verplichte burgerinzet, de bunkerbouw en dergelijke. Wat belangrijk was puur econo misch gezien voor het huishoud boekje dat er ineens belang rijk hogere lonen betaald werden, De ellende van het stempelen was in de eerste oorlogsjaren gauw verdwenen". Verandering kerncentrale, in de geest van 'dat is als het ware een atoombom'. Deze ongerustheid lieert een aan tal jaren intern de gemoederen bezig gehouden, maar het heeft niet tot acties geleid". Volgens Boogert wist het ge meentebestuur aan de bevolking duidelijk te maken dat een dorp als Borssele niet gesloopt kan worden, waardoor acties voorko men werden. „Borssele is inder tijd wel ongerust geweest, maar het is nooit zo nadrukkelijk naar buiten uitgedragen dat men zelf verwachtte dat het dorp onleef baar zou worden. Gelukkig maar, want wie van zichzelf uitroept 'het is hier onleefbaar', verpest de eigen zaak, zonder dat het nodig is. Zoiets leidt ertoe dat de mensen van buiten niet meer ko men". Dat de inwoners van Bors- sele toch wel graag wilde weten wat er te gebeuren stond, blijkt uit de ernome belangstelling voor een hoorzitting over de kerncen trale-bouw. PZEM. Siemens en gemeentebestuur informeerden er de burger. Boogert: „Het was enorm druk. In de hele tijd dat ik in Borssele woon, heb ik nooit zoveel mensen in het verenigings gebouw opgepropt gezien". Hij stelt dat de hele zaak tijdens die hearing zo 'openlijk en duidelijk' uit de doeken is gedaan, dat vanaf die avond de ongerustheid in Borssele over de kerncentrale tot een 'paskwil' is teruggevallen. Ook nu anno 1972 is die ongerustheid over de aanwezig heid van een kerncentrale bij de keukendeur voor de inwoners van Borssele niet actueel, ver haalt Boogert. „Ik heb er van niemand iets over gehoord en als er werkelijk ongerustheid zou zijn, dan had ik dat wel verno men ik dacht niet dat er reden tot ongerustheid was. Er is bij voorbeeld een technisch verschil tussen Dodewaara en Borssele in Dodewaard staan nogal wat instrumenten en machines binnen de reactorruimte, in Borssele is alies wat mogelijk was buiten ae reactor gehouden". Bedrijven En ook na de oorlog bleef Bors sele de narigheid van veel winter werklozen bespaard. „We hadden het geluk dat er twee bedrijven in het dorp kwamen, die van niks wat geworden zijn", meent Boog ert. Dat zijn het autobedrijf van Bram de Muynck en de machine fabriek'constructiebedrijf van Toon van den Ende. Bedrijven die nu goed zijn voor een paar honderd man. waarvan de mees- ten in Borssele wonen. „Deze be drijven hebben ervoor gezorgd dat Borssele een dorp van 1.500 inwoners gebleven is en dat het niet terugviel tot de helft daar van. En dat is voor een van wat", vindt secretaris Boogert. Zo bleef het dorp van de Wal- houts („We hebben ze eens geteld en kwamen tot in de 200", vertelt De veranderingen in het woon- en leefklimaat tekenden zich geleide lijk af, zo'n 12 jaar geleden ver scheen een schets van econoom drs. M. C. Verburg. waarin spra ke was van een industriegebied langs de noordelijke oever van de Westerschelde. Secretaris Boogert werd er als één van de eersten bewust mee geconfron teerd. wat later ontstond ook bij de bevolking belangstelling voor de plannen. ..De reactie in Bors sele op die schets was tweezijdig: het ene gedeelte zei 'dan gaan we vooruit, er komt werk. laat maar komen' en een ander deel zei 'jammer, we waren content met de landbouw en een paar bedrij ven'. Wat de grootste groep was. viel niet te zeggen, in beide kam pen waren wat extreme menin gen, met. een grote tussengroep ertussen", herinnert Boogert zich. Volgens hem was de visie van het. gemeentebestuur in die tijd er één van afwachten en zien wat het wordt. „Toen gold alleen maar de economie, iedereen wil de de welvaart verbeteren, er moest industrie komen. Pas veel later is men aan cle nadelen van de industrie gaan denken. Maar toen we aan de nadelen van de rokende .schoorstenen gingen den ken, hadden we al leren leven met, de voordelen van de indus trie, die er al stond", constateert Boogert. Na de schets van econoom Ver burg. werden de industrieplannen zij het nog in langzaam tempo wat concreter: er werd een Sloehaven gegraven, de werf van de Schelde kwam op gang en ook in Borssele waren er vooral jongere mensen die zich op die ontwikkelingen, nok qua oplei ding. afstemden. Dè grote veran deringen kwamen rond 1965. liet moment dat ook het ontwerp voor de PZEM-kerncentralc van cle tekentafels rolde. Secretaris Boogert: „Er was daardoor wel wat ongerustheid, mede omdat er berichten de ronde deden dat Borssele door de bulldozer ge sloopt zou worden. Ook was er onzekerheid over de houw van de Toekomst Terug van de kerncentrale naar het Borssele van nu. In het dorp zelf lijkt weinig veranderd voor cie oppervlakkige toeschouwer, zij het dat het decor niet meer be staat uit bomen en grazende koeien, maar uit de staketsel van de i chemische i industrie. De in woners zelf zien wel vernaderin gen: de plaatselijke arts zet met een vrij weekeinde in drie talen op ae deur wie vervangt en er zijn nieuwe gezichten bij geko men. Ook is het verenigingsleven teruggelopen, onder meer werd de fanfare opgeheven. „Maar dat heeft hoegenaamd niets me: de industrie te maken", stelt Boo gert. „Er zijn andere leefgewoon ten in de maatschappij gekomen, zoals televisie en een betere ver plaatsbaarheid". Autochtonen vertellen dat het nog steeds prettig wonen is in Borssele en dat men alleen bij noord-westenwind iets merkt van de nabijheid van concerns als Hoechst en Pechiney. „Borssele ligt gunstig op de windrichting, het geluid en de rook waaien allemaal van ons af", is een veel gehoorde opmerking in het, dorp dat ongeveer 4 kilometer van Hoechst en zo'n 1.5 kilometer van de kerncentrale vandaan ligt. Hoe ziet Boogert de toekomst van liet dorp, dat al in 732 na Christus in de kronieken ge noemd werd? „Sloe II hoeft voorlopig niet te komen. Komt het wel, dan zie ik nog niet zo gek veel veranderen in Borssele. Ik geloof niet dat ze Borssele op gaan ruimen of dat het onleef baar wordt en dan moeten ze natuurlijk niet dc industrie tegen de kerktoren aanbouwen. Ik \norzie dat Borssele de grootte die het nu heeft met een gematigde groei om de autochto ne bevolking op te vangen zal houden. Ook in de laatste struc tuurschets van de provincie wordt hel niet als een dood dorp aangemerkt". Foto: Borssele: een dood dorp?

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1972 | | pagina 15