17
Allman Brothers Band
brengt ode aan Duane
Nieuwe Mothers-elpee
weinig representatief
'Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan,' derde roman van BeaVianen
BREAD BLIJFT MUZIKAAL ALTIJD
MAAR WEER TUSSENIN HANGEN
Nieuwe single
Ulonica Voice
of Freedom
OUWERE KNAAP
BANGLA TWEE
XATPRDAG 8 APRIL 1972
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
PLAATSBESPREKINGEN:
WOUT BAREMAN
nte HOESFOTO'S:
5 K CHARLES STRIJD
adï
De Amerikaanse formatie
Bread is een van die typische
tussengroepen, die qua presta
ties veel interessantere muziek
maken dan pakweg Black
Sabbath of Middle of the Road,
maar die toch blijven hangen
op een bepaalde graad van po
pulariteit die net niet tot aan
groot succes reikt.
Al enkele jaren maakt Bread luchti
ge, prettig aandoende, met veel or
kest en mooie zang gecompleteerde
muziek. De singles 'If' en 'Let your
love go' zijn waarschijnlijk bij velen
bekend, maar het werden nooit
enorme hits en een plaats in een
top-tien zat er helemaal nooit in.
Hoe zou dat komen, vraag je je af,
als je de elpee 'Baby I'm a want
VLISSINGEN Op het
Bovema label is onlangs
de nieuwe single van Mo
nica the Voices of Free
dom uitgekomen. De titel
van de nieuwe plaat van
het zangeresje uit Den
Haag en de veertien Zuid-
Molukse jongeren uit Sou
burg luidt 'Paula'.
Het nummer is geschreven
door Monica Verschoor, dis
tegenwoordig zij het zon
der de Voices of Freedom
ook live optreedt. Vorig jaar
november oogstten Monica
the Voices of Freedom succes
met de single 'Empty Words',
die op diverse hitparades een
hoge notering haalde. Insi
ders verwachten dat ook de
nieuwe single het goed zal
doen.
you' draait. De Bread-muziek gaat
waarschijnlijk net iets te ver om
commercieel een klapper voort te
brengen en is aan de andere kant
waarschijnlijk weer te inhoudloos
om het oudere publiek, dat de Top-
Pop-uitzendingen ontgroeid is, ern
stig te kunnen bekoren. 'If' was een
heel lief nummer. De uitvoering
was, zoals trouwens alles van de
.Bread-muziek, puntgaaf, maar ,;e
miste dat 'iets' dat een hit-single
kenmerkt. Bovendien was het toch
weer wat te gemaakt om, laten we
zeggen, 'progressief' te zijn. Bread
mist een gezicht. Overigens is het
waarschijnlijk dat de volgende elpee
van de formatie veel imponerender
zal zijn dan 'Baby I'm a want you'.
Pianist Larry Knechtel, die ook te
horen was op 'Bridge over troubled
water' van Simon Garfunkel, zal
daar wel voor zorgen. Op deze nieu
we elpee doet hij die verwachtingen
voor straks al wat groeien. Het
nummer 'Mother Freedom' is daar
van een goed voorbeeld. We gaan al
flink de roek-kant op. Bread wint
aan inhoud. Het is fijn dat te horen.
Mike Botts. James Griffin. David
Gates en Larry Knechtel zijn ras-
musici met uitermate goeie stern-
kunt verwachten al je 'Baby I'm a
want you' is dat vooral erg goed te
horen. We hebben het al eens gezegd
bij de bespreking van elpees van
Richie Havens en we zeggen het nu
weer: Bread moet zich eens wat
minder gaan bedienen van die hon
derden violen en alle andere orkest-
grappen en zeker van de koortjes en
dan blijft er een groep over, die een
fijne sfeer op kan roepen, zonder
dat daaraan een orkest van honderd
man te pas moet komen. Zet Bread
nu op e'én lijn met de Engelse
Hollies en je weet precies wat je
kunt verwachten als je 'Baby i'm a
want you' in huis haalt.
'Baby I'm a want you - Bread
(Elektra ELK 212 100).
i de Allman Brothers Band dc belangrijkste
rock en roll-formatie van de laatste vijf .jaar. In elk
geval is liet zeker dat de groep zich van het gros van
alle andere groepen in Amerika onderscheidt door het
feit dat het een formatie is. die al jaar en dag
musiceert zoals de leden van de groep leven. Een
groep uit het leven gegrepen, zullen we maar zeg
gen
De Allman Brothers Band is bij een select gezelschap
in Nederland bekend. Zoals zo vaak, lijkt dat vrij
onrechtvaardig, want de muziek die de Allman Bro
thers maken doet zeker niet onder voor bijvoorbeeld
Greatful Dead of Canned Heat. Het is een formatie,
die overtuigende, swingende rock ten gehore brengt.
Het is een soort stoomwals, die over je heen komt.
Alles zonder mankementen gebracht door een hechte
formatie. Twee drummers, twee solo-gitaristen, een
basgitarist. slaggitarist en organist, kortom ae bezet
ting staat borg voor alles omverwerpende, sterk ritmi
sche muziek. De Allman Brothers Band maakt, muziek,
die vooral op z'n best is tijdens live-optredens. Het
meest ideaal voor ae Allman Brothers lijkt het op het
toneel stappen, er allemaal zin in hebben en eindeloos
improviseren, zonder dat de muziek vaak is doorgeno
men. Broer Dyane Allman is vorig jaar bij een motor
ongeluk omgekomen. Gregg Allman bleef achter en
zorgde met de andere leden van de groep voor een
dubbel-elpee. die imponerend, oneindig en tot barstens
toe sfeervol is. De dubbel-elpee "Eat a Peach' is
opgedragen aan Duane, die samen met zijn broer
Gregg de groep drie jaar geleden oprichtte. Van de
Allman Brothers Band zijn nu vier elpees door Capri
corn Records op de-markt gebracht.
Eat a Peach-Allman Brothers Band (Capricorn
67501).
Cocker en Leon Russell met de Shelter People uithaal
den.
Het is vooral Don Nix, die op de voorgrond treedt, in
de eerste plaats door zijn zang in zeker twee-derde
van de nummers op de beide elpees, maar ook door het
feit dat hij het dubbel-album produceerde. Samen met
de andere 'ster' Jeanie Greene, was Don Nix trouwens
ook actief op de Bangla Desh-concerten van Harrison.
De muziek is vol van '...in the sky. Lord', 'Jesus on the
Mainline' en ga zo maar door. kortom, werk dat bol
staat van de godsdienst. Les Humphries Singers ten
voeten uit, maar dan Amerikaans, dus met veel meer
volume en wat negro-achtig aandoend. Weer een verge
lijking leidt dan zonder meer naar de Edwin Hawker
Singers. Als je nummers als 'My Fathers House' en
Going down' hoort, denk je aan zulke formaties al
snel. nietwaar? Maar bijna twee elpees met steeds dat
aoordrammende geweld van al die mengsels van
moderne religieuze muziek gaat op den duur wat
irriteren. Eén elpee was voldoende geweest en zeker
ook overtuigend, want de grote hoeveelheid musici,
zangers en zangeressen, samen de Alabama State
Troupers vormend, staat gelukkig ook borg voor een
flinke kwaliteit.
(Elektra ELK 62 010).
Het lijkt een dubbel-album dat een vervolg is op het
grote Bangla Deshconcert van Harrison en Dylan. De
sfeer is hetzelfde en het aantal deelnemende musici is
niet minder. George Harrison en Bob Dylan, Eric
Clapton, Ringo Starr en Leon Russell lijken even in de
kleedkamer tot rust te komen, terwijl de minder-
groten het publiek onderhouden.
Dat idee krijg je bij het beluisteren van de dubbel-
elpee 'The Alabama State Troupers Road Show', de
registratie van enkele optredens van mensen als Don
Nix, Jeanie Greene, Furry Lewis (een oude neger, die
bijna lallend één kant van de twee elpees volzingt met
zijn blues), The MT. Zion Band en The MT. Zion
C'noir. Het is een monsterproduktie en het lijkt
allemaal wat geïnspireerd op de grote toeren, die Joe
Af en toe kom je ze tegen, die wat ouwere knapen, die
enorm begaafde muziek produceren en tot dan eigen
lijk alleen bekendheid verwierven door hun werk als
studiomuzikant.
Mason Williams is zo'n man, die vooral produktiewerk
deed voor anderen, maar die zelf verbazingwekkend
goed weg kan op de gitaar.
Ry Gooder is nog wel niet zo oud, maar ook hij zou je
in dit rijtje kunnen noemen. Ook Cooaer heeft zich
jarenlang op de achtergrond gehouden, spelend voor
de Rolling Stones, Neil Young en Crazy Horse en
Captain Beefheart. Nu heeft hij een tweetal solo-elpees
gemaakt. Laatst verscheen van 'Into the Purple Valley',
een ware openbaring. Doug Kershaw heeft al meer
solo elpees op z'n naam staan. Zijn nieuwste is
'Swamp Grass'. Kershaw is een geniale violist, maar
bovendien een zanger met een uiterst plezierige stem,
die gemaakt lijkt voor country westernmuziek. Hij
doet vaak denken aan een man als Tony Joe White,
qua stem dan. Doug Kershaw wordt begeleid door een
achttal musici en een koor gevormd door dames die
weer enorm hoog en jubelend zingen. Het past alle
maal erg goed in de sfeer van elpee.
O Swamp Grass Doug Kershaw (Warner Bros WB
2581).
Eigenlijk is het allemaal niet in de haak. De platen
maatschappijen lanceren nieuwe platen van groepen
met naam. maar de nummers die erop staan, zijn oud
en weinig representatief meer voor de groepen. Boven
dien zijn het vaak een soort verzamelelpees waarvan
tie nummers onderling de samenhang missen, die ze op
de oorspronkelijke elpee waarvan ze zijn afgehaald
wel hadden.
Al met. al is zo'n als nieuw gelanceerde elpee voor de
echte liefhebbers maar weinig interessant en voor de
mensen, die nu eindelijk wel eens een elpee van die en
die groep willen hebben, eigenlijk bedrieglijk.
Polydor heeft nu een elpee van The Mothers of
Invention op de marlet gebracht. De elpee heet 'Preg
nant' en de nummers, die erop staan, zijn afkomstig
van de eerste elpees van de groep van Frank Zappa.
Er is gebruik gemaakt van werk van de elpees 'Freak
Out', 'Absolutely Free', 'We're only in it for the money'
en 'Cruising with Ruben and the Jets'. De elpee
'Pregnant' is min of meer een vereenvoudigde-uitgave
van het dubbelalbum 'Mother's Day' dat vorig jaar
juni uitkwam, ook weer een uitgave van Polydor. Van
Polydor zullen we wel altijd vergast worden op her
uitgaven van The Mothers of Invention. De maatschap
pij heeft The Mothers tenslotte niet meer op haar
labels. Negram is nu de gelukkige.
En er is inderdaad sprake van de gelukkige, we hoeven
alleen maar even de vorige zomer verschenen elpee
'Mothers Live in the Fillmore' in de herinnering te
brengen, een elpee die volstaat met goede muziek van
de nieuwe Mothers. Het werk op die elpee is toch wel
een paar stappen met enorme zeven-mijls-laarzen ver
der dan het werk op - 'Pregnant'; Begrijp het niet
verkeerd. Het vroegere werk van Zappa is zeker de
moeite waard, maar het lijkt gewoon beter om in
plaats van 'Pregnant' die ouwe elpees te kopen. Haal
liever 'Freak Out' of 'Absolutely Free' dan 'Pregnant,' in
huis. Deze laatst verschenen elpee lijkt alleen zinvol
voor- de mensen die zo opgaan in de hele popmuziek
:lat ze alleen vanwege d«> documentatie of informatie
;en plaat van The Mothc s in hun kast willen hebben.
Verder lijkt de elpee tot niets te dienen. We moeten
lem maar vergeten en een ouwe elpee van The
Mothers kopen in plaats van 'Pregnant.'.
Pregnant-Mothers of Invention (Metro Records
'356 049)
JL/TET HAAR DRIE romans, 'Sarnami, hai!'
(1969, 'Strafhok' (1971) en 'Ik eet, ik
eet, tot ik niet meer kan' is Bea Vianen wel
de meest op de voorgrond tredende auteur
liit 'De West' van de laatste jaren. Ik zou
voorop willen stellen dat Bea Vianen een
heel goed schrijfster is, en dat haar boeken
een aanwinst zijn voor onze literatuur (of
voor welke literatuur dan ook). Maar zij
hebben ontegenzeglijk een extra bekoring
doordat de wereld die Bea Vianen oproept
een zeer exotische en vrijwel onbekende
wereld is: haar werk beeldt het bestaan uit
van de (meest arme tot straatarme) meng-
bloeds in de vrijwel onontwarbare volkeren-
vermenging van Suriname.
Bea Vianen heeft zelf hindostaanse en negervoorou
ders; op haar nieuwe foto is haast niet te zien welk
bloed domineert. Ze kent het leven van de gemeng
de gekleurde bevolkingsgroepen door en door. zoals
uit haar boeken blijkt, in 'Sarnami, hai'. schetst zij
de ontwikkeling van een meisje van overwegend
hindostaanse afkomst dat ran een verdrukt schep
seltje tot een zelfstandige vrouw rijpt. Die Sita is
op zoek naar haar identiteit, haar afkomst, oor
sprong. Ze leeft volkomen eenzaam temidden van
aanhang van degenen die haar eens hebben ver
wekt; haar moeder is dood, haar vader leeft met
een andere vrouw. Zij en haar broertje 'zijn
ontstaan uit een nachtmerrie van situaties, uit een
verleden waarvan zij niets weten'; ze zijn de
overlevenden' daaruit. Rondom de droeve geschie
denis van Sita (zij begint droef en eindigt droef)
tekent Bea Vianen in 'Sarnami, hai' verschillende
bevolkingsgroepen van Suriname met hun eigen
levensstijlen, geloven, vaste gebruiken, en alles wat
daartussen is.
Strafhok' behandelt dezelfde Surinaamse proble
matiek op een wat ander plan; de conflictstof
wordt hier meer verstandelijk beredeneerd en
iets minder vertellend gebracht, maar daar Bea
Vianen toch boven alles een uitstekend vertelster is
met een zeer brede mensenkennis, blijft het boek
overal springlevend, het verijlt nergens tot zuiver
getheoretiseer, al worden er wel discussies en
politieke gesprékken in weergegeven. De schrijfster
toont aan hoe in Suriname, mogelijk nog sterker
dan elders, alle bevolkingsgroepen in him eigen
'strafhok' zitten, een beeld dat ze wellicht heeft
afgeleid uit het Hindostaanse kastenstelsel.
Haar derde roman, 'Ik eet, ik eet, tot ik niet
meer kan' is weer meer vertellend. Wat ik bij
haar debuut en tweede werk al vermoedde en
uitsprak wordt' steeds duidelijker: Bea Vianen is
een schrijfster die verre boven de 'goede middel
maat' uitsteekt, de belofte die haar debuut al direct
inhield, is ingelost, en zij is nu bezig een heel
interessant oeuvre op te bouwen. Ook deze roman
is weer gesitueerd midden in de smeltkroes van
volkeren, Suriname. Er zijn geen theoretische ge
sprekken. zoals in 'Strafhok', alles wordt heel
geraffineerd duidelijk gemaakt vanuit de handelin
gen van de figuren, hun optreden, hun reactie, en
zonder dat ook maar één aanklacht of beschuldi
ging wordt geuit aan het adres van wie dan ook.
wordt hier op overtuigende en schrijnende manier
naakt, neergezet welk lijden de onrechtvaardige
armoede in landen als Suriname (of... vul maar in)
met zich mee brengt.
Het zal lezers van romans en verhalen uit wat zo
hatelijk en beschamend heet: 'onderontwikkelde
gebieden', als bepaalde streken van Afrika, India, wel
eens opgevallen zijn hoe groot bijvoorbeeld de
leergierigheid van de jeugd in die streken is. het
verlangen om, kost wat kost, uit te groeien boven
het milieu van armoe, misère en knechting. Het is
wel een schril contrast met onze westerse weelde-
maatschappij, waar de jeugd veelal niet meer leren
wil. het nut van studie en ontwikkeling niet meer
inziet, en. terecht, of niet terecht, dat laat ik hier in
het midden, in elk geval reeds aanhanger wordt van
de tegen-cultuurstroming alvorens ze tot rijpheid is
gekomen. Dit thema: de grote dorst naar kennis
met ais doel verheffing uit de ellende, is wel het
belangrijkste van dit boek, maar de schrijfster
wordt nergens nadrukkelijk, de motieven zijn har
monisch door de vertelling heengevlochten.
Teruggebracht tot de hoofdlijn, ligt de conflictstof
eigenlijk totaal elders, en is het een algemeen-
menselijk thema van liefde en misbruik van macht,
van profiteren en uitwijken, van grenzeloos verdriet
en grenzeloze onmacht: een wat ouder geworden,
niet aantrekkelijke vrouw met een vurig tempera
ment. directrice van een jongensïntemaat, raakt hoe
langer hoe sterker gefrustreerd als haar man haar
volkomen links laat liggen en een jonge vriendin
neemt, Mevrouw Kooi, zelf een mengbloed maar
nog al licht van tint uitgevallen, wat in Suriname
een niet onaanzienlijk pluspunt is, is diepgelovig,
maar zij kan haar hartstochten niet onderdrukken,
en daardoor voelt zij zich fysiek aangetrokken door
de grootste jongens van het internaat, die haar.
uiteraard, dóór hebben, en steeds brutaler worden,
naarmate zij hulpelozer staat. Enkel het feit dat me
vrouw Kooi in feite hun weldoenster is (het zijn
heel arme, maar wel zeer begaafde jongens) maakt
dat zij zich menigmaal laten vernederen en ringelo
ren, al gaan ze nooit zo ver dat ze zich lenen voor
de erotische verlangens van de vrouw. Ook me
vrouw Kooi durft nooit ver te gaan met uitdagen,
het blijft bij een ongecontroleerde blik, een schuch
tere, 'moederlijke' liefkozing.
Dit conflict wordt toegespitst wanneer Richenel
Jubitaba. de hoofdpersoon uit het boek, op school
komt. Hij is een jongen met Indianen- en neger-
bloed, zeer fors en groot, en nog al knap van
gezicht, totaal geen kind meer al heeft hij, door
zijn gebrekkige vooropleiding op de plantage pas
toelatingsexamen mulo kunnen doen. Richenel is.
zoals haast alle kinderen in Bea Vianens boeken,
een kind uit een uiteengegaan gezin; de vader, een
Indiaan, kon niet op tegen het negermatriarchaat.
De moeder van zijn vrouw, Richenels 'ouma' woon
de constant bij hen in, stak overal haar neus in en
regeerde alles. Hij had ouma laten winnen, was er
vandoor gegaan. Wel had Richenel voor de school
nog mooie kleren gekocht, kleren die Richenel zelf
had mogen kiezen zoals hij nog nooit had bezeten-
een spannende sexy broek en een fraai overhemd
Zijn ouma, die mevrouw Kooi van vroeger kent en
wegens haar blanke huidskleur heel hoog op heeft.
brengt hem naai het internaat in de stad. Ze
worden er koeltjes, zelfs vernederend ontvangen
maar nauwelijks is ouma weg. of mevrouw Kooi.
die haar ogen niet van Richenels spannend kruis en
ïijn brede schouders af kan houden, treedt heel
anders op, met een wonderlijke mengeling van
wreedheid en goeiigheid, toe te schrijven aan haar
verwarring.
Richenel mag de aanstootgevende broek niet meer
dragen en krijgt een raar afdankertje van haai
eigen zoon aan, maar aan de andere kant probeert
ze hem op-zijn gemak te stellen als hij verschrikke
lijk verlegen en schutterig doet tengevolge van haar
vreemde gedrag: hij heeft eigenlijk direct door wat
er met haar aan de hand is, en dat maakt dat die
pogingen om hem op zijn gemak te stellen toch
averechts uitvallen.
De confrontatie met de andere jongens van het
internaat ontaardt weldra in een machtsstrijd. Tot
nu toe was Bierbal Sheorattan, bijgenaamd Mefisto,
onomstreden de baas, een fors uit de kluiten
gewassen, zeer intelligente Hindostaan. Bierbal en
Richenel zien wel ongeveer op 't eerste gezicht wat
ze aan elkaar zullen hebben, het is vrijwel direct
goed tussen hen, al is Bierbal superieur. Hij kijkt
naar Richenels gekke broek, en al tijdens de eerste
les ontspint zich achter de hand dit gesprek;
„Waar heb je die broek gekocht?" vroeg Bierbal
stralend en ondeugend.
Het viel Richenel die Bedacht dat hij misschien veel
te gauw gewonnen had gegeven en zich daardoor
argeloos had blootgesteld aan kritiek en ironie van
iemand die hij niet kende en die door zijn optreden
meer zijn meerdere was, moeilijk een rechtstreeks
antwoord te geven.
„Die broek is niet van mij", gaf hij tenslotte toe.
„Dat-hoef je me niet te vertellen".
„Eh... Ze wil niet dat ik mijn eigen broeken draag'
..Heeft ze je aangeraakt?".
„Wat bedoel je precies"?".
„Of ze je heeft aangeraakt".
.Niet bepaald".
„Wat bedoel je met 'niet bepaald'?
„Het is moeilijk te zeggen. Ze keek eigenaardig. I
was opeens bang voor d'r".
Toch ontstaat er dezelfde dag nog de onvermïjde
lijke vechtpartij door de verschuiving in di
machtsverhouding en de jaloezie, een gevecht waai
bij Samuel, de zoon van mevrouw Kooi, een echt
treiter, enorm wordt afgetuigd, en die er me
eindigt- dat Richenel door mevrouw Kooi tot na h;
eten wordt- opgesloten:
..Een regen van klappen midden m zijn gezicht
hem toegebracht door mevrouw Kooi verhinderde
dat hij Samuel buiten westen sloeg. Zijn handen
ontspanden zich en hij wierp zijn half opgeheven
armen nu eens naar links en dan weer vaar rechts
om zich te kunnen verweren tegen mevrouw Kooi
die hem bij zijn kraag voortduwde naar het lokaal
waar hij voor het eerst kennis had gemaakt met de
jongens en met juffrouw Sijpaal. Toen hij binnen
was incasseerde hij met zijn rug in een hoek
gedrukt de ene klap na de andere.
.Blijf in het vervolg af van Samuel. Heb je me
begrepen?", zei mevrouw Kooi
"Nee".
„Heb je me begrepen?", vroeg ze. maar nu veel
minder geagiteerd bij hst zien van zijn borstkas
door het opengescheurde hemd.
„Heb je me begrepen. Richenel?".
„Neeneeneenee", zei Richenel en zou haar het liefst
te lijf willen gaan.
Zijn ogen zaten vol haat. Eens zou hij haar te
aakken krijgenHoe. dat wist hij nu nog niet.
Maar eens zou ze gegarandeerd boeten voor al die
klappen en het door Samuel gescheurde hemd.
Eens zou ze boeten voor die broek, voor alles.
Mevrouw Kooi draaide zich haastig om en liet hem
alleen achter in het broeierige leslokaal", (pp.
Zo'n begin, dat kan nooit goed aflopen. Het loopt
dan ook niet goed af. Na allerlei verwikkelingen
i het leven van de jongens door de maanden heen
op het internaat wordt buitengewoon overtuigend
getekend) eindigt het ermee dat Richenel zal doen
of hij toe gaat geven aan mevrouw Koois verlan
gen. Zo zullen de jongens wraak nemen en haar
voor spot zetten. Maar als puntje bij paaltje kom!
zijn ze eigenlijk veel te aardig voor zo'n onhebbelij
ke daad. hun ingeboren beschaving is veel te groot,
en Bierbal en Richenel besluiten weg te lopen,
voorgoed, alles op te geven. Ze laten mevrouw
Kooi vergeefs op de afspraak wachten, maar ze
doen niets gemeens. Een negerjongen, op één na de
sterkste voor Richenel op school kwam, merkt hun
plannen. Hij kan niet zonder hen, en pakt ook
stilletjes zijn koffer, sluit zich aan, vlucht met hen
mee. De negerjongen heeft geen thuis waar hij heen
'tan, Richenel evenmin, en Bierbal zit in zekere zin
•net zijn vrienden opgescheept.
.Wat moest hij doen? Ze zouden samen een huisje
cunnen huren, zo'n krotje in een achterbuurt,
•omen hadden ze zestig gulden, als Jubitana geld
kreeg van huis, wat onwaarschijnlijk was en als
Slackman geld kreeg van huis, wat zeer onwaar
schijnlijk was; hij moest er niet aan denken, en pro-
ieren te geloven. Ze zouden voor tuinman kunnen
pelen en samen voor het eten zorgen. Hij kon erop
ekenen dat hij van zijn moeder rijst, olie. zout.
lieren en uiten en knoflook kreeg. Misschien was
dat wel een mogelijkheid om zijn studie af te ma
ken, voorlopig ging hij naar huis om het te vertel
len allemaal en hij zou het venellen, zo luid als hij
maar kon. Phulia (zijn meisje) zou hij misschien een
hele week niet meer zien. misschien wel langer, wie
zou het kunnen zeggen.
„Jullie zijn mijn gast", zei hij tegen de anderen die
erg stil waren.
..Vanzelf", zei Blackmail. „Vanzelf".
Richenel zweeg, tot drie keer toe was hij zijn vader
zaan opzoeken, ae laatste keer had hij van zijn
lante gehoord dat hij in het bos werkte en soms
maandenlang wegbleef. Hij had nergens te gaan; hij
«vilde niet terug naar het vervallen kostgrondje. hij
wilde niet en hij ging niet, misschien wel als Fauzia
«zijn meisje) er geweest zou zijn. Misschien, mis
schien ook niet. Hij wist het niet.
Het was fris geworden, ze hadden het koud en
gingen om elkaar te troosten dichter tegen elkaar
can zitten, terwijl het steeds donkerder werd.
Tegen de posten van de veerbrug en van de steiger
-rabbelde het water van de rivier, uit één van de
grote schepen die voor anker lagen klonk een soort
dronken geroep. Fins? Noors? Japans? De stem was
al uit de lucht" (pp. 148/149)
Zo luidt het suggestieve slot. Die drie jongens met
volkomen verschillende achtergronden zitten
daar als een symbool van het jonge Suriname: ze
hebben elkaar gevonden in solidair verzet tegen de
maatschappij waarin ze opgroeien. Ze zijn als de
jeugd van overal, maar ze hebben het veel moeilij
ker. er is niemand die een hand voor ze uitsteekt,
ze moeten het allemaal zelf doen. Zullen ze? De
teneur van het slot is allesbehalve optimistisch,
maar het laat een toekomst open.