d
i
PECHI-JA? OF PECHI NEE?
pechiney
HET OPVALLENDE DAGBOEK
VAN EEN ALUMINIUMFABRIEK:
1962: EERSTE SERIEUZE PLANNEN
1971: OFFICIËLE OPENING
provinciale zeeuivse courant
1967
1968
1969
1970
1971
VRIJDAG 1 OKTOBER 1971
li.,;;
VLISSINGEN Negen jaar historie van
een vestiging: Pechi-ja? of Pechi-nee? Het is
een grapje met een lange baard, maar het
typeert de sfeer waarin over de nieuwe alu-
miniumfabriek Pechiney Nederland NV is
gepraat en geschreven, geoordeeld, ge
roemd en geprotesteerd. Alles wat er van
Pechiney kan worden gezegd, niet dat
het bedrijf buiten dé belangstelling is geble
ven. Zelfs in de afgelopen week zijn er nog
weer brieven richting Soèstdijk verzonden
om prins Bernhard onder de aandacht te
brengen dat hij er goed aan zou doen de
bedrijfsleiding bij de officiële opening van
de fabriek op haar verplichtingen tegen
over de omgeving te wijzen. Op deze pagi
na chronologisch een overzicht van wat zich
rondom de vestiging van Pechiney in het
Sloegebied heeft afgespeeld.
De eerste tekenen van belangstelling voor de bouw
van een nieuwe aluminiumfabriek in Nederland
dateren bij de industriegroep Pechiney al van 1938.
De oorlog zette ook in dit geval het voornemen op
een heel laag pitje, maar na de bevrijding werden
de plannen opnieuw serieus aangepakt. Toen in
onze Groningse bodem aardgas werd ontdekt ging
men in Parijs helemaal op het puntje van de stoel
zitten. Van die periode af is er dan ook een soort
dagboek bij te houden over de op Nederland
gerichte activiteiten van Pechiney.
9 1962 Pechiney benadert met haar plannen voor
de eerste keer de Nederlandse autoriteiten. Minister
D.en,.Uyl (economische zaken) geeft, echter voorrang
aan een zelfde project, opgezet door Hoogovens, in
samenwerking met de Zwitserse onderneming Alu-
suisse en de Billitonmaatschappij. Uit de zogenaam
de .aardgaspot' voor industriebevordering werd aan
deze combinatie tegen zeer lage prijs aardgas
beschikbaar gesteld voor een aluminiumsmelter in
Delfzijl, Aldel NV.
9 1963 Minister Den Uyl wijst het verzoek van
Pechiney om mee te profiteren uit de aardgaspot
af. Men had zich kandidaat gesteld voor 330
miljoen m3 aardgas per jaar, nodig voor de pro-
duktie van 60.000 ton aluminium. In totaal was
voor industriële doeleinden een hoeveelheid van 25
miljard m3 goedkoop aardgas beschikbaar. Reden
van de afwijzing? De regering vond dat een tweede
aluminiumfabriek in Nederland, naast Aldel. niet
direct een bijdrage zou kunnen leveren aan de
landelijke economie.
december 1966 Nieuwe pogingen van Pechiney
om zich in Nederland te vestigen. Het Sloegebied
bij Vlissingen is favoriet als plaats voor vestiging.
Nu nieuwe aardgasvondsten zijn gedaan vindt men
in de top van het concern dat een verzoek om mee
te putten uit de aardgaspot, opnieuw in overweging
zou kunnen worden genomen. Eerste reacties uit
Den Haa^ niet erg positief.
3 januari 1967 Minister Bakker (economische
zaken) antwoordt op vragen uit de tweede kamer
(Assmann): Misschien is er aanleiding om na te
gaan of de leveringsvoorwaarden voor goedkoop
aardgas te herzien.
5 .januari 1967 Verzet uit Groningen (havenschap
Delfzijl) tegen een mogelijke vestiging-met-subsidie
van Pechiney in Vlissingen, wanneer die overheids
bijdrage uit het aardgaspotje zou moeten komen.
Men ziet er in het noorden een bedreiging van de
ontwikkeling van het Eemshavenplan in. Later in de
maand januari spreken ook de Groningse staten
een .onaanvaardbaar' uit.
5 februari 1967 Minister Bakker op een verkiezings
bijeenkomst in Zierikzee: „Er moet een achter
deurtje voor Zeeland blijven naar de (goedkoop)
aardgaspot".
Ir. Vondeling op een bijeenkomst in Goes: „Zeeland
heeft voor een eventuele vestiging van Pechiney die
aardgaspot niet nodig".
11 februari 1967 Eerste bedenkingen uit de hoek
van de landbouw over luchtverontreiniging als ge
volg van vestiging van Pechiney. (Vergadering ZLM-
kring West-Zuid-Beveland).
7-8-9 november 1.967 Nieuwe minister van econo
mische zaken, De Block blokkeert vestigingsplannen
van Pechiney met vastberaden beslissing: geen
goedkoop aardgas voor Pechiney. Motivering: Aan
Andel is een exclusieve toewijzing van goedkoop
aardgas verleend. De pot is bestemd voor een
bedrijf dat een nieuw element in de industrie
ontwikkeling van het land brengt. Van dat .nieuw
heidsbeginsel' wil de minister niet afwijken, on
danks verwoede pogingen uit de tweede-kamercom
missie voor economische zaken om een subsidie los
te branden. Bij Pechiney speelt men mét het
denkbeeld om naar Doel (bij Antwerpen) uit te
wijken.
24 november 1967 Vlissingse college van b en w
zegt, in antwoord op vragen uit de raad, dat de
argumentatie van de minister .weinig overtuigend'
is. „Hier is sprake van een rem op de ontwikke
ling".
13 december 1967 Groot rumoer in de staten van
Zeeland over weigering van minister De Block.
Beslissing wordt voor Zeeland 'een opdoffer van
formaat' genoemd en vastgesteld wordt dat het hier
gaat om een duidelijk voorbeeld van mindere
aandacht voor Zeeland bij de landsregering.
19 december 1967 Minister De Block brengt ais een
niet te vermurwen man een bezoek aan Zeeland.
Hij herhaalt: geen goedkoop aardgas voor Pechi
ney. Zeeland zal het in een andere vorm, kernener
gie, moeten zoeken. Maar dat duurt tot 1973 en
Pechiney heeft haast. Hoe die periode overbruggen.
Indirect profijt van aardgas wil de minister ook
niet toestaan.
Begin januari 1968 weinig waarderende reacties op
's ministers besluit in nieuwjaarsredes van burge
meester Roemers van Vlissingen en voorzitter Kam-
meraad van de kamer van koophandel voor Mid
den-Zeeland.
13 maart 1968 Minister De Block laat de vaste
kamercommissie voor economische zaken weten
dat hij consequent blijft weigeren om aan Pechiney
goedkoop aardgas beschikbaar te stellen. De be
windsman wacht af of de PZEM via een kerncen
trale goedkope energie kan aanbieden.
12 november 1968 Drs. Neeteson, directeur van
Glasfabriek en Zuid-Chemie in Sas van Gent (ge
lieerd aan de Peehiney-groep), stelt bij zijn vertrek
uit Zeeland vast dat de houding van "Den Haag' de
laatste maanden aanmerkelijk welwillender is ge
worden tegenover Pechiney.
17 december 1968 Beslissing over vestiging van
Pechiney in Sloegebied is aanstaande. Gedeputeerde
Kaland deelt de staten mee dat men het in principe
eens is geworden over de energieprijzen. Het is niet
uitgesloten dat de komst van het bedrijf de door
slag zal geven voor de bouw van een kerncentrale
bij Borssele.
20 januari 1969 PZC meldt dat het contract tussen
Pechiney en de Nederlandse overheid over de
vestiging van een aluminiumfabriek in het Sloege
bied is getekend. Minister De Block licht die zelfde
dag de kamercommissie in over het nieuws en
geeft in Nieuwspoort een persconferentie. Over de
luchtvervuiling van een aluminiumfabriek zegt de
minister dat er een uitstoot van fluor zal zijn,
maar er zullen voorzorgsmaatregelen worden ge
troffen'eïi het'bedrijf is gebonden aan voorschrif
ten, die de verschillende overheidspartijen via een
convenant (bindende afspraak) samen zullen opstel
len. Overigens noemde minister De Block Pechiney
'een heel schoon bedrijf'.
22 januari 1969 Het gemeentebestuur van Vlissingen
legt op een persconferentie uit dat het met het oog
op de vestiging van Pechiney de ontwikkelingen op
allerlei terrein in een hogere versnelling zal moeten
zetten: woningbouw, winkelvoorzieningen, recreatie
mogelijkheden, sociale en culturele voorzieningen.
Gs lichten de staten in over de 'Pechiney-effecten'.
Geattendeerd wordt daarbij ook op het aspect
milieuverontreiniging en de toezegging van de direc
tie van het bedrijf dat men zich verbindt tot
naleving van de voorwaarden.
23 januari 1969 Een deputatie van de Pechiney-top
komt voor een kennismakingsbezoek naar Zeeland
en wordt daar ontvangen door provinciaal bestuur,
havenschap en gemeentebestuur van Vlissingen.
4 februari 1969 In de tweede kamer wordt kritiek
geleverd op onder meer het aan Pechiney toegeken
de overheidssubsidie, dat wordt becijferd op een
bedrag van 60 miljoen.
9 mei 1969 De Zeeuwse landbouw (ZLM) toont
zich bezorgd over luchtverontreiniging door Pechi
ney en vraagt om een interimschadevergoeclingsre-
geling. De provinciale raad voor (agrarische) be
drijfsontwikkeling komt met een rapport, waarin
de produktiewaarde van de bedrijven in een voor
luchtvervuilingsschade bevattelijke zone rond het
Sloegebied wordt becijferd: 20 miljoen per jaar
(6700 ha cultuurgrond).
7 juni 1969 Andere Zeeuwse landbouwers (CBTB)
brengen hun bezorgdheid over het luchtveroiitreini-
gingseffect over aan AR-kamerleden op Zeeland-
toer. Zij voorzien tot op enkele kilometers een
steppegebied rond Pechiney.
2.1 augustus 1969 De afdeling Noord- en Midden-
Zeeland van D'66 stelt vragen met een ondertoon
van ernstige bezorgdheid over luchtverontreiniging
aan b en w van Vlissingen.
september 1969 Pechiney start bouwactiviteiten op
een 44 hectare groot terrein in heb Sloegebied. Een
internationale aannemerscombinatie heeft directie
gebouwen en materieel naar het opgehoogde terrein
gebracht en is begonnen met grondverzet. Het plan
voor de inrichting van de fabriek is in grote lijnen
gereed; een fabriek in Maryland (VS) met de
nieuwste systemen en ontwikkelingen staat model
voor de plannen in Vlissingen.
oktober 1969 Deputatie uit Zeeland (ambtenaren
en niet gebonden deskundigen) brengt een bezoek
aan twee fabrieken van het Pechiney-ooncern in de
VS. In het bijzonder werden daar de gevolgen van
de luchtverontreiniging op de omgeving bestudeerd.
PZC-hoofdredaoteur eveneens lid van de delega
tie stelt in een reportage vast dat de situatie
rond de twee bezochte Amerikaanse bedrijven .ver
taalbaar' is voor Vlissingen. Er wordt een beeld
geschetst van de schade aan landbouw en veeteelt
binnen bepaalde stralen rond het bedrijf als gevolg
van fluor-uitstoot. De aandacht wordt bovendien
gevestigd op twee belangrijke punten, een schadere
geling voor de landbouw en een groenvoorziening
rond het industriegebied.
12 november 1969 Ir. J. Prins (ZLM) en dr. J.
Tesink (gezondheidsdienst voor dieren) brengen
hun rapport uit over het studiebezoek aan de VS-
Pechiney-bedrijven. Op grond van prognoses over
de uitstoot van fluor door Hoechst en Pechiney
samen wordt erop aangedrongen in de toekomst
bedrijven met deze vorm van luchtvervuiling uit
het Sloegebied të weren. Ook van hun kant een
pleidooi voor verder gaande zuivering en aanleg van
boscomplexen als een bufferzone tussen industrie
en omgeving.
4 december 1969 Het convenant tussen vier partij
en, die gezamenlijk eisen op het gebied van milieu-
hygiene aan Pechiney moeten stellen wordt gepubli
ceerd. Die vier partijen zijn: 1 minister van verkeer
en waterstaat, 2 staatssecretaris van volksgezond
heid, 3 college van gs van Zeeland, 4 college van b.
en w. van Vlissingen. Op dezelfde dag vergadert in
Middelburg de provinciale raad voor de luchtver
ontreiniging met een zware' deputatie van de rijks
hoofdinspectie milieuhygiëne. In die vergadering
ontstond ongerustheid over .nieuwe gegevens' van
Pechiney over de uitstoot van (giftig) koolmonoxy-
de en (mogelijk kankerverwekkend) benzpyreen.
Bij een produktie van 340.000 ton aluminium per
jaar (het dubbele dus van de huidige produktie)
zou Pechiney met de uitstoot de volksgezondheid
wel eens in gevaar kunnen brengen. De conclusies
waren overigens nog maar voorlopig en de vergade
ring va.n de provinciale raad 'zeer besloten'.
BI 15-16-17 december Uiterst verward en schimmig
debat in de begrotingszitting van Zeelands staten.
Er wordt gezinspeeld op de geheime gegevens uit
de provinciale raad voor de luchtverontreiniging en
gewezen op de gevaren die aldus voor de volksge
zondheid zouden kunnen ontstaan. Gedeputeerde
Kaland (voorzitter van de raad luchtverontreini
ging) stelt vast dat zoiets zou kunnen neerkomen
op weigering van een hinderwetsvergunning aan
Pechiney. Tijdens het driedaagse debat beroept men
zich voortdurend op het ambtsgeheim van de
betrokken .milieu-ambtenaren' en wordt gewag ge
maakt van een communicatiestoornis tussen de
Nederlandse ambtelijke instanties en de bedrijfslei
ding van Pechiney. Overigens blijken ook de Neder
landse deskundigen het niet met elkaar eens te zijn
over de gevarengraad van de nieuw gesignaleerde
stoffen' in de uitstoot. De nogal paniekerig verlopen
statenzitting wordt tenslotte afgerond met de belof
te dat de deskundige ambtenaren begin januari een
afgerond rapport zullen uitbrengen.
19 december 1969 In de tweede kamer worden
vragen gesteld: kan er een eind komen aan de
geheimzinnigheid rondom de milieuverontreiniging
van Pechiney? De Vlissingse gemeenteraad wil meer
gegevens en voelt zich erg Onzeker. Burgemeester
Roemers deelt mee dat Pechiney zich bereid heeft
verklaard ook het smeltproces aan een grondig
onderzoek te laten onderwerpen.
5 januari 1970 Omstandig overleg in Middelburg
tussen de zogenaamde convenantpartners en hun
deskundigen. In een min of meer afgedwongen
persconferentie wordt erkend 'dat we het echt wel
eens zullen worden over de milieuhygiënische eisen
aan Pechiney'.
Intussen was ook komen vaststaan dat er gemakke
lijk maatregelen zijn te nemen tegen een eventuele
uitstoot van benzpyreen, de als kankerverwekkend
aangeduide stof, waarover in de statenzitting zoveel
deining was ontstaan. In deze urenlange vergade
ring wordt ook een werkgroep opgericht met
vertegenwoordigers van de convenantpartners. Deze
werkgroep zal in contact treden met Pechiney en
als adviesorgaan optreden voor het college van b.
en w. van Vlissingen, dat de hinderwetsvergunning
moet afgeven.
27 januari 1970 Staatssecretaris Kruisinga (sociale
zaken) antwoordt op vragen uit de tweede kamer:
er- is geen reden om te veronderstellen dat het
overleg tussen de convenantpartners over de voor
waarden die aan Pechiney moeten worden opgelegd,
stuk zal lopen.
6 februari 1970 Op initiatief van Surinaamse organi
saties en de bond voor wetenschappelijke arbeiders
wordt in Amsterdam een aluminium-comite opge
richt, dat protesteert tegen de vestiging van Pechi
ney in het Sloegebied.
9 februari 1970 Oprichting van de Vereniging Milieu-
hygiene Zeeland. Doel: de bevolking rijp maken ten
aanzien van de problemen, die de milieuhygiëne
met zich brengt. De vereniging (nog maar 40 leden)
zal nauw samenwerken met de projectgroep Rijn-
Sclielde-Delta (Nederlandse en Belgische studenten
en universiteitsdocenten), die onder meer de gevol
gen voor Zeeland van de Pechiney-vestiging bestu
deert.
16 februari 1970 Het Instituut voor planteziekten-
kundig onderzoek (IPO) meldt in een rapport dof-
het aantal meetpunten naar luchtverontreiniging in
het Sloegebied met acht is uitgebreid; dit met het
oog op de komst van Pechiney.
14 maart 1970 Projectgroep Rijn-Schelde-Delta
houdt in Midden-Zeeland een opinie-onderzoek over
de industrialisatie, dit in samenwerking met de
VMZ. Van het materiaal zal een informatiemap
worden samengesteld, te gebruiken op hoorzittingen
over hetzelfde onderwerp.
16 maart 1970 Nogal opzienbarende uitspraak van
staatssecretaris Kruisinga op persconferentie, voor
afgaand aan verkiezingsbijeenkomst: „Ik ben nog
niet zover dat ik zeg: akkoord met Pechiney. Alleen
als aan de maximale voorwaarden op het gebied
van luchtverontreiniging wordt voldaan, kunnen wij
dit bedrijf accepteren". Vrij vertaald kwam de
opmerking hierop neer: Pechiney bouwt in liet
Sloegebied voorlopig nog op eigen risico. Van de
kant van de vakbond volgt een scherpe reactie:
„Het risico ligt niet alleen bij het bedrijf. Pechiney
werft ook personeel. Bij weigering van een hinder
wetsvergunning zou wel eens een groot aantal werk
nemers in de kou kunnen komen staan".
April 1970 Pechiney heit palen in bet Sloegebied.
Negen heistellingen trekken de eerste contouren
voor de produktiehallen. Ook de haven- en kadewer-
ken zijn in volle gang.
18 augustus 1970 Aanvraag voor (kleine) hinder
wetsvergunning ingediend. Voor de verdere opbouw
van de fabriek moet Pechiney alvast een stukje van
het bedrijf laten draaien: een katliodewerkplaats en
een kathodepastafabriek.
1 september 1970 De bezwaarschriften (38 in to
taal) tegen de hindenvetsaanvraag worden op een
hoorzitting toegelicht.
17 september 1970 Projectgroep Rijn-Schelde-Delta
komt met een kritische brochure onder de titel
'Voordelig vestigen...?' Vastgesteld wordt: „Wij zul
len op korte termijn moeten protesteren tegen de
één-dimensionale ontwikkeling in Zeeland, waarvan
wij de Pechiney-vestiging als het belangrijkste
symptoom hebben begrepen en geanalyseerd. Er
zijn in de .gouden delta' veel verborgen verleiders
aanwezig".
18 september 1970 Provinciale staten van Zeeland
brengen op hun jaarlijkse excursie een bezoek aan
het Pechiney-bedrijf in aanbouw Er worden mede
delingen gedaan over data van start van de produk
tie, investeringen, toekomstige personeelsbezetting
en de bestrijding van luchtvervuilende stoffen. Wat
dat laatste betreft: Pechiney heeft de laatste tijd
wezenlijke vooruitgang geboekt in de techniek bij
het uitwassen van de zogenaamde afgassen. De
statenleden stelden slechts enkele vragen.
26 oktober 1970 Gedeputeerde Kaland kondigt aan
dat het rapport van de convenantspartners over de
aan Pechiney te stellen hinderwetseisen op komst
is. Een statendebat daarover lijkt mogelijk.
29 oktober 1970 In de Delftse technische hogeschool
wordt een studiedag gehouden over het onderwerp
.Milieubeheer en Pechiney'. Alle aspecten van de
vestiging worden nog eens doorgenomen. Pechiney
zelf stuurt geen vertegenwoordiger.
5 november 1970 Pechiney besluit mee te doen aan
een schadevergoedingsregeling voor de landbouw
rond het Sloegebied. Aangiften kunnen worden
gedaan bij het landbouwschap; een technische com
missie van deskundigen zal de aangiften beoordelen.
11 november 1970 De technische werkgroep van
de convenantscommissie Pechiney komt met haar
rapport over de eisen, die voor het verlenen van de
hinderwetsvergimning zouden moeten worden ge
steld. Men komt met opgaven van de uitworp van
verontreinigde stoffen (fluor, zwaveldioxyde en
koolmonoxyde)een indeling van zogenaamde scha-
dezones, verhandelingen over de voorbelasting van
de lucht etc. Vastgesteld wordt dat met name
kwaliteitsschade aan land- en tuinbouw en veeteelt
in de omgeving te verwachten zal zijn. Van een
bedreiging van de menselijke gezondheid kan niet
worden gesproken. Het rapport meldt nog dat de
uitstoot van benzpyreen waarover eerder een
lichte paniek ontstond vrijwel te verwaarlozen
zal zijn.
In een toelichting op het rapport verklaart dr.
Stumphius (namens de provincie in de commissie
gezet), dat Pechiney vooralsnog geen verdubbeling
van de nu voorziene produktie 170.000 ton per
jaar kan claimen. Het is mogelijk dat de
milieubelasting dan te groot wordt.
Burgemeester Roemers herhaalt later in de raad
Vlissingen dat op dit punt geen toezeggingen zijn
gedaan aan Pechiney.
17 november 1970 Drie werkgroepen (het Pechiney-
collectief, het Zeeuws Aluminium Komitee en de
projectgroep Rijn-Schelde-Delta) beginnen een brief
kaartactie tegen een hinderwetsvergunning voor Pe
chiney.
23 november 1970 Lawaai in de raad Vlissingen:
Pechiney vraagt een bouwvergunning aan voor een
onderstation, dat er al staat.
26 november 1970 (Kleine) hinderwetsvergunning
aan Pechiney voor kathodewerkplaat-s en kathode
pastafabriek wordt verleend. Via de voorwaarden
wordt stellen b. en w. tegemoet gekomen
aan de ingediende bezwaarschriften.
28 november 1970 De Vereniging Milieuhygiëne
Zeeland komt met modelbezwaarschriften tegen het
verlenen van een hinderwetsvergunning aan Pechi
ney.
9 december 1970 Er zijn ruim 1500 bezwaar
schriften ingediend tegen de aanvraag van Pechiney
om een hinderwetsvergunning voor het bedrijf in het
Sloegebied. Drie kwart ervan bestond uit de model
bezwaarschriften van de VMZ. Vlïssingens burge
meester Roemers verwerpt in een begrotingszitting
van de raad acties met modelbezwaarschriften.
11 december 1970 In een vrijgegeven verslag wordt
gemeld dat de provinciale raad voor de luchtveront
reiniging een aantal kritische kanttekeningen heeft
gemaakt bij het rapport van ds technische werk
groep van de convenantscommïssïe-Peehiney. Als
bezwaar wordt aangevoerd dat geen rekening is
gehouden met de aanwezige voorbelasting van de
lucht.
15 december 1970 'Afgeladen' hoorzitting over
hinderwetsaanvraag Pechiney in Vlissingse stadhuis.
De argumenten uit de bezwaarschriften worden hier
uitvoerig toegelicht en van commentaar voorzien.
De bezwaren kwamen neer op: luchtvervuilende
stoffen, geluidshinder, dreigende ontvolking, de 'in
vloed van de overheid in deze zaak' en de procedu
re van de inspraak. Tijdens deze zitting werd
burgemeester een 'vermakelijk Zeeuws ganzenbord'
aangeboden.
16 december 1970 In de staten van Zeeland wordt
een motie aangenomen, waarin wordt gevraagd om
een herstructurering van landbouw, bevolkingspro
blematiek en bebossing in de B-zone (het gebied
tussen stralen van 3 en 5 kilometer) rond de
Pechiney-fabriek.
6 januari 1971 In een toespraak tot het personeel
ter gelegenheid van de jaarwisseling zegt Pechiney
Nederland-directeur J. Poincaré: „Wij zijn ervan
overtuigd dat de ongerustheid die in de afgelopen
tijd hier en daar is ontstaan in de publieke opinie,
zal verdwijnen wanneer de fabriek eenmaal draait
en men zal constateren dat de werkelijkheid anders
is".
12 januari 1971 In een bijzonder kritische beschou
wing van het milieubeleid van staatssecretaris Krui
singa haalt het kamerlid Van der Lek (psp) in het
parlement de procedure rond de vestiging van
Pechiney fel over de hekel.
19 januari 1971 KRO brengt tv-documentaire 'Het
land der dwazen' op het net. Daarin een felle
aanklacht tegen het beleid rond de hinderwetsver
gimning en de bouwvergunning aan Pechiney.
31 maart 1971 Pechiney krijgt hinderwetsvergun-
uing (met voorwaarden) voor de exploitatie van
een aluminiumfabriek in het Sloegebied met een
totale capaciteit van 170.000 ton per jaar. De eerste
serie smeltovens zal geleidelijk in produktie worden
gebracht, kondigt de directie van het bedrijf aan.
14 april 1971 Mr. C. Kannegleter, voorzitster van de
VMZ tekent beroep aan bij de kroon tegen de aan
Pechiney verleende hinderwetsvergunning. Verzocht
wordt om vernietiging van de vergunning.
19 april 1971 Persconferentie bij Pechiney. Het
bedrijf produceert inmiddels 50 ton aluminium per
dag. De pers krijgt een uiteenzetting over de
produktie, de arbeidsbezettmg. de toekomstmoge
lijkheden en de maatregelen van Pechiney tegen
luchtvervuiling.
1 oktober 1971 Prins Bernliard komt de aluminium
fabriek van Pechiney officieel openen.
Ziedaar in telegramstijl de geschiedenis van een
industrievestiging in het Sloegebied bij Vlissingen.
De fabriek is er beslist niet .geruisloos' gekomen.
KEES VAN DER MAAS
December 1970Hoorzitting over de lzinderwetsaan*
vraag van Pechiney.