d i PECHI-JA? OF PECHI NEE? pechiney HET OPVALLENDE DAGBOEK VAN EEN ALUMINIUMFABRIEK: 1962: EERSTE SERIEUZE PLANNEN 1971: OFFICIËLE OPENING provinciale zeeuivse courant 1967 1968 1969 1970 1971 VRIJDAG 1 OKTOBER 1971 li.,;; VLISSINGEN Negen jaar historie van een vestiging: Pechi-ja? of Pechi-nee? Het is een grapje met een lange baard, maar het typeert de sfeer waarin over de nieuwe alu- miniumfabriek Pechiney Nederland NV is gepraat en geschreven, geoordeeld, ge roemd en geprotesteerd. Alles wat er van Pechiney kan worden gezegd, niet dat het bedrijf buiten dé belangstelling is geble ven. Zelfs in de afgelopen week zijn er nog weer brieven richting Soèstdijk verzonden om prins Bernhard onder de aandacht te brengen dat hij er goed aan zou doen de bedrijfsleiding bij de officiële opening van de fabriek op haar verplichtingen tegen over de omgeving te wijzen. Op deze pagi na chronologisch een overzicht van wat zich rondom de vestiging van Pechiney in het Sloegebied heeft afgespeeld. De eerste tekenen van belangstelling voor de bouw van een nieuwe aluminiumfabriek in Nederland dateren bij de industriegroep Pechiney al van 1938. De oorlog zette ook in dit geval het voornemen op een heel laag pitje, maar na de bevrijding werden de plannen opnieuw serieus aangepakt. Toen in onze Groningse bodem aardgas werd ontdekt ging men in Parijs helemaal op het puntje van de stoel zitten. Van die periode af is er dan ook een soort dagboek bij te houden over de op Nederland gerichte activiteiten van Pechiney. 9 1962 Pechiney benadert met haar plannen voor de eerste keer de Nederlandse autoriteiten. Minister D.en,.Uyl (economische zaken) geeft, echter voorrang aan een zelfde project, opgezet door Hoogovens, in samenwerking met de Zwitserse onderneming Alu- suisse en de Billitonmaatschappij. Uit de zogenaam de .aardgaspot' voor industriebevordering werd aan deze combinatie tegen zeer lage prijs aardgas beschikbaar gesteld voor een aluminiumsmelter in Delfzijl, Aldel NV. 9 1963 Minister Den Uyl wijst het verzoek van Pechiney om mee te profiteren uit de aardgaspot af. Men had zich kandidaat gesteld voor 330 miljoen m3 aardgas per jaar, nodig voor de pro- duktie van 60.000 ton aluminium. In totaal was voor industriële doeleinden een hoeveelheid van 25 miljard m3 goedkoop aardgas beschikbaar. Reden van de afwijzing? De regering vond dat een tweede aluminiumfabriek in Nederland, naast Aldel. niet direct een bijdrage zou kunnen leveren aan de landelijke economie. december 1966 Nieuwe pogingen van Pechiney om zich in Nederland te vestigen. Het Sloegebied bij Vlissingen is favoriet als plaats voor vestiging. Nu nieuwe aardgasvondsten zijn gedaan vindt men in de top van het concern dat een verzoek om mee te putten uit de aardgaspot, opnieuw in overweging zou kunnen worden genomen. Eerste reacties uit Den Haa^ niet erg positief. 3 januari 1967 Minister Bakker (economische zaken) antwoordt op vragen uit de tweede kamer (Assmann): Misschien is er aanleiding om na te gaan of de leveringsvoorwaarden voor goedkoop aardgas te herzien. 5 .januari 1967 Verzet uit Groningen (havenschap Delfzijl) tegen een mogelijke vestiging-met-subsidie van Pechiney in Vlissingen, wanneer die overheids bijdrage uit het aardgaspotje zou moeten komen. Men ziet er in het noorden een bedreiging van de ontwikkeling van het Eemshavenplan in. Later in de maand januari spreken ook de Groningse staten een .onaanvaardbaar' uit. 5 februari 1967 Minister Bakker op een verkiezings bijeenkomst in Zierikzee: „Er moet een achter deurtje voor Zeeland blijven naar de (goedkoop) aardgaspot". Ir. Vondeling op een bijeenkomst in Goes: „Zeeland heeft voor een eventuele vestiging van Pechiney die aardgaspot niet nodig". 11 februari 1967 Eerste bedenkingen uit de hoek van de landbouw over luchtverontreiniging als ge volg van vestiging van Pechiney. (Vergadering ZLM- kring West-Zuid-Beveland). 7-8-9 november 1.967 Nieuwe minister van econo mische zaken, De Block blokkeert vestigingsplannen van Pechiney met vastberaden beslissing: geen goedkoop aardgas voor Pechiney. Motivering: Aan Andel is een exclusieve toewijzing van goedkoop aardgas verleend. De pot is bestemd voor een bedrijf dat een nieuw element in de industrie ontwikkeling van het land brengt. Van dat .nieuw heidsbeginsel' wil de minister niet afwijken, on danks verwoede pogingen uit de tweede-kamercom missie voor economische zaken om een subsidie los te branden. Bij Pechiney speelt men mét het denkbeeld om naar Doel (bij Antwerpen) uit te wijken. 24 november 1967 Vlissingse college van b en w zegt, in antwoord op vragen uit de raad, dat de argumentatie van de minister .weinig overtuigend' is. „Hier is sprake van een rem op de ontwikke ling". 13 december 1967 Groot rumoer in de staten van Zeeland over weigering van minister De Block. Beslissing wordt voor Zeeland 'een opdoffer van formaat' genoemd en vastgesteld wordt dat het hier gaat om een duidelijk voorbeeld van mindere aandacht voor Zeeland bij de landsregering. 19 december 1967 Minister De Block brengt ais een niet te vermurwen man een bezoek aan Zeeland. Hij herhaalt: geen goedkoop aardgas voor Pechi ney. Zeeland zal het in een andere vorm, kernener gie, moeten zoeken. Maar dat duurt tot 1973 en Pechiney heeft haast. Hoe die periode overbruggen. Indirect profijt van aardgas wil de minister ook niet toestaan. Begin januari 1968 weinig waarderende reacties op 's ministers besluit in nieuwjaarsredes van burge meester Roemers van Vlissingen en voorzitter Kam- meraad van de kamer van koophandel voor Mid den-Zeeland. 13 maart 1968 Minister De Block laat de vaste kamercommissie voor economische zaken weten dat hij consequent blijft weigeren om aan Pechiney goedkoop aardgas beschikbaar te stellen. De be windsman wacht af of de PZEM via een kerncen trale goedkope energie kan aanbieden. 12 november 1968 Drs. Neeteson, directeur van Glasfabriek en Zuid-Chemie in Sas van Gent (ge lieerd aan de Peehiney-groep), stelt bij zijn vertrek uit Zeeland vast dat de houding van "Den Haag' de laatste maanden aanmerkelijk welwillender is ge worden tegenover Pechiney. 17 december 1968 Beslissing over vestiging van Pechiney in Sloegebied is aanstaande. Gedeputeerde Kaland deelt de staten mee dat men het in principe eens is geworden over de energieprijzen. Het is niet uitgesloten dat de komst van het bedrijf de door slag zal geven voor de bouw van een kerncentrale bij Borssele. 20 januari 1969 PZC meldt dat het contract tussen Pechiney en de Nederlandse overheid over de vestiging van een aluminiumfabriek in het Sloege bied is getekend. Minister De Block licht die zelfde dag de kamercommissie in over het nieuws en geeft in Nieuwspoort een persconferentie. Over de luchtvervuiling van een aluminiumfabriek zegt de minister dat er een uitstoot van fluor zal zijn, maar er zullen voorzorgsmaatregelen worden ge troffen'eïi het'bedrijf is gebonden aan voorschrif ten, die de verschillende overheidspartijen via een convenant (bindende afspraak) samen zullen opstel len. Overigens noemde minister De Block Pechiney 'een heel schoon bedrijf'. 22 januari 1969 Het gemeentebestuur van Vlissingen legt op een persconferentie uit dat het met het oog op de vestiging van Pechiney de ontwikkelingen op allerlei terrein in een hogere versnelling zal moeten zetten: woningbouw, winkelvoorzieningen, recreatie mogelijkheden, sociale en culturele voorzieningen. Gs lichten de staten in over de 'Pechiney-effecten'. Geattendeerd wordt daarbij ook op het aspect milieuverontreiniging en de toezegging van de direc tie van het bedrijf dat men zich verbindt tot naleving van de voorwaarden. 23 januari 1969 Een deputatie van de Pechiney-top komt voor een kennismakingsbezoek naar Zeeland en wordt daar ontvangen door provinciaal bestuur, havenschap en gemeentebestuur van Vlissingen. 4 februari 1969 In de tweede kamer wordt kritiek geleverd op onder meer het aan Pechiney toegeken de overheidssubsidie, dat wordt becijferd op een bedrag van 60 miljoen. 9 mei 1969 De Zeeuwse landbouw (ZLM) toont zich bezorgd over luchtverontreiniging door Pechi ney en vraagt om een interimschadevergoeclingsre- geling. De provinciale raad voor (agrarische) be drijfsontwikkeling komt met een rapport, waarin de produktiewaarde van de bedrijven in een voor luchtvervuilingsschade bevattelijke zone rond het Sloegebied wordt becijferd: 20 miljoen per jaar (6700 ha cultuurgrond). 7 juni 1969 Andere Zeeuwse landbouwers (CBTB) brengen hun bezorgdheid over het luchtveroiitreini- gingseffect over aan AR-kamerleden op Zeeland- toer. Zij voorzien tot op enkele kilometers een steppegebied rond Pechiney. 2.1 augustus 1969 De afdeling Noord- en Midden- Zeeland van D'66 stelt vragen met een ondertoon van ernstige bezorgdheid over luchtverontreiniging aan b en w van Vlissingen. september 1969 Pechiney start bouwactiviteiten op een 44 hectare groot terrein in heb Sloegebied. Een internationale aannemerscombinatie heeft directie gebouwen en materieel naar het opgehoogde terrein gebracht en is begonnen met grondverzet. Het plan voor de inrichting van de fabriek is in grote lijnen gereed; een fabriek in Maryland (VS) met de nieuwste systemen en ontwikkelingen staat model voor de plannen in Vlissingen. oktober 1969 Deputatie uit Zeeland (ambtenaren en niet gebonden deskundigen) brengt een bezoek aan twee fabrieken van het Pechiney-ooncern in de VS. In het bijzonder werden daar de gevolgen van de luchtverontreiniging op de omgeving bestudeerd. PZC-hoofdredaoteur eveneens lid van de delega tie stelt in een reportage vast dat de situatie rond de twee bezochte Amerikaanse bedrijven .ver taalbaar' is voor Vlissingen. Er wordt een beeld geschetst van de schade aan landbouw en veeteelt binnen bepaalde stralen rond het bedrijf als gevolg van fluor-uitstoot. De aandacht wordt bovendien gevestigd op twee belangrijke punten, een schadere geling voor de landbouw en een groenvoorziening rond het industriegebied. 12 november 1969 Ir. J. Prins (ZLM) en dr. J. Tesink (gezondheidsdienst voor dieren) brengen hun rapport uit over het studiebezoek aan de VS- Pechiney-bedrijven. Op grond van prognoses over de uitstoot van fluor door Hoechst en Pechiney samen wordt erop aangedrongen in de toekomst bedrijven met deze vorm van luchtvervuiling uit het Sloegebied të weren. Ook van hun kant een pleidooi voor verder gaande zuivering en aanleg van boscomplexen als een bufferzone tussen industrie en omgeving. 4 december 1969 Het convenant tussen vier partij en, die gezamenlijk eisen op het gebied van milieu- hygiene aan Pechiney moeten stellen wordt gepubli ceerd. Die vier partijen zijn: 1 minister van verkeer en waterstaat, 2 staatssecretaris van volksgezond heid, 3 college van gs van Zeeland, 4 college van b. en w. van Vlissingen. Op dezelfde dag vergadert in Middelburg de provinciale raad voor de luchtver ontreiniging met een zware' deputatie van de rijks hoofdinspectie milieuhygiëne. In die vergadering ontstond ongerustheid over .nieuwe gegevens' van Pechiney over de uitstoot van (giftig) koolmonoxy- de en (mogelijk kankerverwekkend) benzpyreen. Bij een produktie van 340.000 ton aluminium per jaar (het dubbele dus van de huidige produktie) zou Pechiney met de uitstoot de volksgezondheid wel eens in gevaar kunnen brengen. De conclusies waren overigens nog maar voorlopig en de vergade ring va.n de provinciale raad 'zeer besloten'. BI 15-16-17 december Uiterst verward en schimmig debat in de begrotingszitting van Zeelands staten. Er wordt gezinspeeld op de geheime gegevens uit de provinciale raad voor de luchtverontreiniging en gewezen op de gevaren die aldus voor de volksge zondheid zouden kunnen ontstaan. Gedeputeerde Kaland (voorzitter van de raad luchtverontreini ging) stelt vast dat zoiets zou kunnen neerkomen op weigering van een hinderwetsvergunning aan Pechiney. Tijdens het driedaagse debat beroept men zich voortdurend op het ambtsgeheim van de betrokken .milieu-ambtenaren' en wordt gewag ge maakt van een communicatiestoornis tussen de Nederlandse ambtelijke instanties en de bedrijfslei ding van Pechiney. Overigens blijken ook de Neder landse deskundigen het niet met elkaar eens te zijn over de gevarengraad van de nieuw gesignaleerde stoffen' in de uitstoot. De nogal paniekerig verlopen statenzitting wordt tenslotte afgerond met de belof te dat de deskundige ambtenaren begin januari een afgerond rapport zullen uitbrengen. 19 december 1969 In de tweede kamer worden vragen gesteld: kan er een eind komen aan de geheimzinnigheid rondom de milieuverontreiniging van Pechiney? De Vlissingse gemeenteraad wil meer gegevens en voelt zich erg Onzeker. Burgemeester Roemers deelt mee dat Pechiney zich bereid heeft verklaard ook het smeltproces aan een grondig onderzoek te laten onderwerpen. 5 januari 1970 Omstandig overleg in Middelburg tussen de zogenaamde convenantpartners en hun deskundigen. In een min of meer afgedwongen persconferentie wordt erkend 'dat we het echt wel eens zullen worden over de milieuhygiënische eisen aan Pechiney'. Intussen was ook komen vaststaan dat er gemakke lijk maatregelen zijn te nemen tegen een eventuele uitstoot van benzpyreen, de als kankerverwekkend aangeduide stof, waarover in de statenzitting zoveel deining was ontstaan. In deze urenlange vergade ring wordt ook een werkgroep opgericht met vertegenwoordigers van de convenantpartners. Deze werkgroep zal in contact treden met Pechiney en als adviesorgaan optreden voor het college van b. en w. van Vlissingen, dat de hinderwetsvergunning moet afgeven. 27 januari 1970 Staatssecretaris Kruisinga (sociale zaken) antwoordt op vragen uit de tweede kamer: er- is geen reden om te veronderstellen dat het overleg tussen de convenantpartners over de voor waarden die aan Pechiney moeten worden opgelegd, stuk zal lopen. 6 februari 1970 Op initiatief van Surinaamse organi saties en de bond voor wetenschappelijke arbeiders wordt in Amsterdam een aluminium-comite opge richt, dat protesteert tegen de vestiging van Pechi ney in het Sloegebied. 9 februari 1970 Oprichting van de Vereniging Milieu- hygiene Zeeland. Doel: de bevolking rijp maken ten aanzien van de problemen, die de milieuhygiëne met zich brengt. De vereniging (nog maar 40 leden) zal nauw samenwerken met de projectgroep Rijn- Sclielde-Delta (Nederlandse en Belgische studenten en universiteitsdocenten), die onder meer de gevol gen voor Zeeland van de Pechiney-vestiging bestu deert. 16 februari 1970 Het Instituut voor planteziekten- kundig onderzoek (IPO) meldt in een rapport dof- het aantal meetpunten naar luchtverontreiniging in het Sloegebied met acht is uitgebreid; dit met het oog op de komst van Pechiney. 14 maart 1970 Projectgroep Rijn-Schelde-Delta houdt in Midden-Zeeland een opinie-onderzoek over de industrialisatie, dit in samenwerking met de VMZ. Van het materiaal zal een informatiemap worden samengesteld, te gebruiken op hoorzittingen over hetzelfde onderwerp. 16 maart 1970 Nogal opzienbarende uitspraak van staatssecretaris Kruisinga op persconferentie, voor afgaand aan verkiezingsbijeenkomst: „Ik ben nog niet zover dat ik zeg: akkoord met Pechiney. Alleen als aan de maximale voorwaarden op het gebied van luchtverontreiniging wordt voldaan, kunnen wij dit bedrijf accepteren". Vrij vertaald kwam de opmerking hierop neer: Pechiney bouwt in liet Sloegebied voorlopig nog op eigen risico. Van de kant van de vakbond volgt een scherpe reactie: „Het risico ligt niet alleen bij het bedrijf. Pechiney werft ook personeel. Bij weigering van een hinder wetsvergunning zou wel eens een groot aantal werk nemers in de kou kunnen komen staan". April 1970 Pechiney heit palen in bet Sloegebied. Negen heistellingen trekken de eerste contouren voor de produktiehallen. Ook de haven- en kadewer- ken zijn in volle gang. 18 augustus 1970 Aanvraag voor (kleine) hinder wetsvergunning ingediend. Voor de verdere opbouw van de fabriek moet Pechiney alvast een stukje van het bedrijf laten draaien: een katliodewerkplaats en een kathodepastafabriek. 1 september 1970 De bezwaarschriften (38 in to taal) tegen de hindenvetsaanvraag worden op een hoorzitting toegelicht. 17 september 1970 Projectgroep Rijn-Schelde-Delta komt met een kritische brochure onder de titel 'Voordelig vestigen...?' Vastgesteld wordt: „Wij zul len op korte termijn moeten protesteren tegen de één-dimensionale ontwikkeling in Zeeland, waarvan wij de Pechiney-vestiging als het belangrijkste symptoom hebben begrepen en geanalyseerd. Er zijn in de .gouden delta' veel verborgen verleiders aanwezig". 18 september 1970 Provinciale staten van Zeeland brengen op hun jaarlijkse excursie een bezoek aan het Pechiney-bedrijf in aanbouw Er worden mede delingen gedaan over data van start van de produk tie, investeringen, toekomstige personeelsbezetting en de bestrijding van luchtvervuilende stoffen. Wat dat laatste betreft: Pechiney heeft de laatste tijd wezenlijke vooruitgang geboekt in de techniek bij het uitwassen van de zogenaamde afgassen. De statenleden stelden slechts enkele vragen. 26 oktober 1970 Gedeputeerde Kaland kondigt aan dat het rapport van de convenantspartners over de aan Pechiney te stellen hinderwetseisen op komst is. Een statendebat daarover lijkt mogelijk. 29 oktober 1970 In de Delftse technische hogeschool wordt een studiedag gehouden over het onderwerp .Milieubeheer en Pechiney'. Alle aspecten van de vestiging worden nog eens doorgenomen. Pechiney zelf stuurt geen vertegenwoordiger. 5 november 1970 Pechiney besluit mee te doen aan een schadevergoedingsregeling voor de landbouw rond het Sloegebied. Aangiften kunnen worden gedaan bij het landbouwschap; een technische com missie van deskundigen zal de aangiften beoordelen. 11 november 1970 De technische werkgroep van de convenantscommissie Pechiney komt met haar rapport over de eisen, die voor het verlenen van de hinderwetsvergimning zouden moeten worden ge steld. Men komt met opgaven van de uitworp van verontreinigde stoffen (fluor, zwaveldioxyde en koolmonoxyde)een indeling van zogenaamde scha- dezones, verhandelingen over de voorbelasting van de lucht etc. Vastgesteld wordt dat met name kwaliteitsschade aan land- en tuinbouw en veeteelt in de omgeving te verwachten zal zijn. Van een bedreiging van de menselijke gezondheid kan niet worden gesproken. Het rapport meldt nog dat de uitstoot van benzpyreen waarover eerder een lichte paniek ontstond vrijwel te verwaarlozen zal zijn. In een toelichting op het rapport verklaart dr. Stumphius (namens de provincie in de commissie gezet), dat Pechiney vooralsnog geen verdubbeling van de nu voorziene produktie 170.000 ton per jaar kan claimen. Het is mogelijk dat de milieubelasting dan te groot wordt. Burgemeester Roemers herhaalt later in de raad Vlissingen dat op dit punt geen toezeggingen zijn gedaan aan Pechiney. 17 november 1970 Drie werkgroepen (het Pechiney- collectief, het Zeeuws Aluminium Komitee en de projectgroep Rijn-Schelde-Delta) beginnen een brief kaartactie tegen een hinderwetsvergunning voor Pe chiney. 23 november 1970 Lawaai in de raad Vlissingen: Pechiney vraagt een bouwvergunning aan voor een onderstation, dat er al staat. 26 november 1970 (Kleine) hinderwetsvergunning aan Pechiney voor kathodewerkplaat-s en kathode pastafabriek wordt verleend. Via de voorwaarden wordt stellen b. en w. tegemoet gekomen aan de ingediende bezwaarschriften. 28 november 1970 De Vereniging Milieuhygiëne Zeeland komt met modelbezwaarschriften tegen het verlenen van een hinderwetsvergunning aan Pechi ney. 9 december 1970 Er zijn ruim 1500 bezwaar schriften ingediend tegen de aanvraag van Pechiney om een hinderwetsvergunning voor het bedrijf in het Sloegebied. Drie kwart ervan bestond uit de model bezwaarschriften van de VMZ. Vlïssingens burge meester Roemers verwerpt in een begrotingszitting van de raad acties met modelbezwaarschriften. 11 december 1970 In een vrijgegeven verslag wordt gemeld dat de provinciale raad voor de luchtveront reiniging een aantal kritische kanttekeningen heeft gemaakt bij het rapport van ds technische werk groep van de convenantscommïssïe-Peehiney. Als bezwaar wordt aangevoerd dat geen rekening is gehouden met de aanwezige voorbelasting van de lucht. 15 december 1970 'Afgeladen' hoorzitting over hinderwetsaanvraag Pechiney in Vlissingse stadhuis. De argumenten uit de bezwaarschriften worden hier uitvoerig toegelicht en van commentaar voorzien. De bezwaren kwamen neer op: luchtvervuilende stoffen, geluidshinder, dreigende ontvolking, de 'in vloed van de overheid in deze zaak' en de procedu re van de inspraak. Tijdens deze zitting werd burgemeester een 'vermakelijk Zeeuws ganzenbord' aangeboden. 16 december 1970 In de staten van Zeeland wordt een motie aangenomen, waarin wordt gevraagd om een herstructurering van landbouw, bevolkingspro blematiek en bebossing in de B-zone (het gebied tussen stralen van 3 en 5 kilometer) rond de Pechiney-fabriek. 6 januari 1971 In een toespraak tot het personeel ter gelegenheid van de jaarwisseling zegt Pechiney Nederland-directeur J. Poincaré: „Wij zijn ervan overtuigd dat de ongerustheid die in de afgelopen tijd hier en daar is ontstaan in de publieke opinie, zal verdwijnen wanneer de fabriek eenmaal draait en men zal constateren dat de werkelijkheid anders is". 12 januari 1971 In een bijzonder kritische beschou wing van het milieubeleid van staatssecretaris Krui singa haalt het kamerlid Van der Lek (psp) in het parlement de procedure rond de vestiging van Pechiney fel over de hekel. 19 januari 1971 KRO brengt tv-documentaire 'Het land der dwazen' op het net. Daarin een felle aanklacht tegen het beleid rond de hinderwetsver gimning en de bouwvergunning aan Pechiney. 31 maart 1971 Pechiney krijgt hinderwetsvergun- uing (met voorwaarden) voor de exploitatie van een aluminiumfabriek in het Sloegebied met een totale capaciteit van 170.000 ton per jaar. De eerste serie smeltovens zal geleidelijk in produktie worden gebracht, kondigt de directie van het bedrijf aan. 14 april 1971 Mr. C. Kannegleter, voorzitster van de VMZ tekent beroep aan bij de kroon tegen de aan Pechiney verleende hinderwetsvergunning. Verzocht wordt om vernietiging van de vergunning. 19 april 1971 Persconferentie bij Pechiney. Het bedrijf produceert inmiddels 50 ton aluminium per dag. De pers krijgt een uiteenzetting over de produktie, de arbeidsbezettmg. de toekomstmoge lijkheden en de maatregelen van Pechiney tegen luchtvervuiling. 1 oktober 1971 Prins Bernliard komt de aluminium fabriek van Pechiney officieel openen. Ziedaar in telegramstijl de geschiedenis van een industrievestiging in het Sloegebied bij Vlissingen. De fabriek is er beslist niet .geruisloos' gekomen. KEES VAN DER MAAS December 1970Hoorzitting over de lzinderwetsaan* vraag van Pechiney.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1971 | | pagina 41