MR. TINA KANNEGIETER: IMMENS VERTROUWEN IN DE WET JAN GOEDMAN: PECHINEY-ANALYSE SLECHTS FLINTER UIT TOP VAN IJSBERG pechiney PECHINEY WEG ERMEE MILIEUHYGIËNE CONTRA PECHINEY 'MILIEUVERONTREINIGING IS EEN ZAAK VOOR DE GEHELE WERELD' provinciale zeeuwse courant In verband met de opening van Pechiney door prins Bernhard had een onzer redacteuren een gesprek met mevrouw mr C, Kannegieter uit Middelburg, voorzitster van de Vereniging voor Milieuhygiëne Zeeland. Een aantal uitspraken van mevrouw Kanne gieter: Ik heb een immens vertrouwen in de wet. Tegen industrievestiging zijn wij niet. Wij willen alleen strengere eisen voor de vestiging van indus trieën en meer beschermende maatregelen voor de bevolking. Het is verheugend, dat alle aspecten van de milieu verontreiniging in de laatste jaren steeds grotere aandacht krijgen. Als burgemeester Roemers van Vlissingen zegt, dat er geen toezegging aan Pechiney is gedaan voor de bouw van nog eens vier hallen, ken ik grote waarde toe aan een dergelijke uitspraak. De VMZ heeft een afspraak lopen met Pechiney, ik hoop dat die spoedig kan worden gehonoreerd. Jammer dat prins Bernhard Pechiney opent. Juist hij als voorzitter van het Wereldnatuurfonds zou daar voor moeten bedanken. MIDDELBURG Het huis en de onmid dellijke omgeving zijn als het ware ge schapen om mevrouw mr. Tina Kanne gieter tot woonstede te dienen. De strijd bare voorzitster van de Vereniging voor Milieuhygiëne Zeeland vindt er alles wat zij bewoners van door industrievervuiling bedreigde gebieden van harte toewenst: rust en stilte en zuivere lucht. De tuin achter de temidden van groen verscho len woning aan de Oude Vlissingseweg tussen Souburg en Middelburg is 'puur natuur'. Een tuinman komt er zelden; hooguit wordt een paar maal per jaar het gras gemaaid. Hoge, uit hun krachten ge groeide appelbomen, dragen tientallen vruchten. Een fruitteler zal het allemaal wel wat armetierig vinden, maar voor mevrouw Kannegieter is het een stukje paradijs. Een brok puur natuur, waar landbouw- en fruitteeltbestrijdingsmidde len taboe zijn. Het gesprek niet mevrouw Kannegieter vindt op een zonnige nazomerse dag plaats in de tuin, waar de zonnestralen als dartele bliksemschich ten met de bladeren van de bomen spelen. Als mevrouw Kannegieter, gewapend met een dik dossier, het blauwe convenantrapport over Pe- oliiney dominerend temidden van krantenknip sels, in een witte tuinstoel plaatsneemt, is het decor aangebracht voor een milieu-dialoog, waar in Pechiney de hoofdrol speelt. Wie de gang van zaken rond de industrievesti ging van Pechiney in het Sloe heeft gevolgd, weet, dat de VMZ met mr Tina Kannegieter aan het hoofd van alle tegenspelers ae grootste aandacht heeft getrokken. Bij het afgeven van bouw- en hinderwetvergunningen, bij hoorzittin gen en dergelijke duikt telkens weer de naam van de VMZ op, die in de persoon van mevrouw Kannegieter een waarschuwende vinger opheft tegen de milieuverontreiniging. Foto's in de krant bevestigen die indruk: mevrouw Kannegie ter in debat met de 'industrie'-gedeputeerde Ka- land, mevrouw Kannegieter voor een batterij microfoons tijdens een hoorzitting. Thuis, in de wat verwilderde tuin, in een witte tuinstoel, in het gefilterde zonlicht van een mooie septemberdag lijkt mevrouw Kannegieter nauwelijks op de vrouw, die met vaste hand leiding geeft aan een door honderden leden bezochte vergadering van de VMZ. Zij formu leert zorgvuldig haar zinnen, terwijl haar zachte stem maar net boven het gezoem van de insec ten uitkomt. Zij fulmineert niet tegen de over heid of de industrie, zoals men misschien ge neigd zou zijn te denken van de voorzitster van een vereniging als de VMZ, die nogal eens in de clinch ligt met die overheid en die industrie. Mevrouw Kannegieter analyseert en verklaart; zij is desnoods bereid ongelijk te bekennen als de tegenpartij kan en wil aantonen wat fout is. Zij gaat niet a priori uit van het gelijk van de Vereniging voor Milieuhygiëne Zeeland. Haar enige zorg is, dat de grote massa, de bevolking, de burger het volle pond krijgt Met de wet in de hand wil zij daaraan meehelpen. Want zij is er niet altijd evenzeer van overtuigd, dat de overheid en het bedrijfsleven de belangen van de burger ten volle behartigen. KLOK TERUG Met vandaag de opening van Pechiney in het vooruitzicht is mevrouw Kannegieter bereid de klok een aantal jaren terug te draaien. Zij gaat dan onvermijdelijk terug naar de eerste aankon diging over de komst van Pechiney: 20 januari 1969 en de oprichting van de Vereniging voor Milieuhygiëne Zeeland begin 1970 „Pechiney is een van de aanleidingen geweest. Vergeet niet, dat onze eerste kluif de tweede fosforoven van Hoechst was", merkt mevrouw Kannegieter op. Zij vervolgt: „In het begin was er enthousiasme over de komst van Pechiney. Maar naarmate er meer over het bedrijf bekend werd, bekoelde dat enthousiasme. Er ontstond een zekere verontrusting bij de burger. Dat bleek o.m. uit vragen, die het tweede-kamerlid J. A. van Bennekom in december 1969 stelde. Van vele zijden volgden ingezonden stukken in de kranten. Toen is de VMZ opgericht". IMMENS VERTROUWEN „Aanvankelijk hebben we ons niet erg druk met Pechiney beziggehouden. Dat is met name pas begonnen na publikatie van het rapport van de technische werkgroep convenant. De tweede fos foroven van Hoechst was ons eerste 'project'. Wij hadden een immens vertrouwen in de wet. Toen bekend werd, dat de hinderwetvergunning voor dewerking van de oven ter inzage lag, bleek ons, dat de fabriek al werkte. Eerlijk, wij waren oprecht verontwaardigd. Nadere informa tie leerde ons, dat een en ander in overeenstem ming was met een circulaire van het ministerie van sociale zaken en volksgezondheid, waardoor in feite een maas in de wet was aangebracht. Kijk, in het begin wisten wij eigenlijk van toeten noch blazen. We hebben veel moeten leren. Ik heb nog steeds een immens vertrouwen in de wet. Want daar moeten we het van hebben. Als je alle mogelijkheden kent, kun je heel wat met de wet doen. De uitvoering; is evenwel niet altijd zodanig, dat de burger op de juiste wijze wordt beschermd. Ik geloof, dat de burgers zo langzamerhand milieu-bewust worden. Iedereen spreekt er over. De resultaten zijn al merkbaar. Neem bijvoorbeeld de binnenschippers. Geduren de jaar en dag hebben velen van hen hun huisvuil 'ergens te water' overboord gezet. Sinds kort bestaat de mogelijkheid bij tal van sluizen plastic zakken met huisvuil in te leveren. Dat is een duidelijk zichtbare verbetering. Ik zou voor beelden kunnen noemen van jongelui, die enkele dagen vakantie benutten om terreinen schoon te maken van allerlei afval („in Goes heeft zich dat afgespeeld") en van de duinen en stranden, die door jongelui worden schoongehouden". Op het stuk van de milieu-bewustwording is een volgens mevrouw Kannegieter hoopvolle kente ring gekomen. Dat de VMZ daarin een grote rol speelt bewijst haar opmerking: „De gemeente Middelburg stelt een gezondheidsnota samen. Daarin komt ook een paragraaf milieuhygiëne. Ons is gevraagd uiteen te zetten wat wij graag in zo'n paragraaf zouden zien opgenomen. Ik zie dat als een duidelijke erkenning van onze vereni ging". AFWEGING BELANGEN Mevrouw Kannegieter is ervan overtuigd, dat in de emotionele sfeer niets te bereiken is. „Het is een kwestie van juiste afweging van belangen; belangen van de industrie enerzijds en van de burger anderzijds. De problematiek verplaatst zich steeds meer naar het juridische vlak". Grote belangstelling voor de zaak van de milieu verontreiniging heeft mevrouw Kannegieter ont dekt bij de jeugd. „Bij hen is de bewustwording het verst doorgedrongen", stelt zij vast, er aan toevoegend, dat het enthousiasme bij de jeugd vaak gekoppeld is aan de zucht naar politieke en maatschappelijke vernieuwingen. Terugkerend tot het uitgangspunt van het ge sprek, Pechiney, zegt mevrouw Kannegieter: „Wij hebben het technische convenantrapport afgewacht. Het is een goed doorwerkt, zeer wetenschappelijk rapport. Ze gaan op alles in. Maar naar mijn smaak is te weinig aandacht aan de menselijke aspecten gegeven. De water- en luchtverontreiniging, de vegetatie, het vee ze worden alle uitvoerig besproken. Het is plezierig, dat daarvoor een nul-fase is vastgesteld, maar wij hadden ook zo graag gezien, dat een mense lijke nul-fase was bepaald. Pas dan kan worden vastgesteld wat de invloed is van uitstoot van fluor, zwaveldioxyde en van koolmonoxyde. Je zou de bevolking geregeld onder controle moe ten houden voor wat betreft bloed en urine. Als je een menselijke nul-fase vaststelt, weet je, dat je in dit opzicht geen risico's neemt. Je kunt nooit weten Mevrouw Kannegieter heeft over deze zaak con tact met een aantal artsen („we hebben er minstens zestig als lid-van onze vereniging")". Het ligt allemaal wel erg moeilijk. Toch hebben we hoop op korte termijn iets tot stand te brengen". Zij heeft echt wel vertrouwen in 'volksgezondheid'. „De mensen van volksgezond heid doen hun best. Zij doen wat in hun vermogen ligt. Bij mij zijn daarover geen twij fels". FLUOR Mr C. Kannegieter te Middelburg werd vijftig jaar geleden in Am sterdam géboren. Aan de gemeen telijke universiteit studeerde zij rechten. Sinds de oprichting van de Vereniging voor Milieuhygiëne Zeeland is zij voorzitster van die vereniging. Zij is voorts secreta resse van de juridische commis sie van de Raad voor de Milieu Defensie, het overkoepelend or gaan van de groeperingen, die zich met het milieubeheer bezig houden. hebben we niets. We zijn ons bewust, dat er industrie nodig is. Wat wij willen is, dat de eisen voor de industrie strenger worden. Dat er nog meer beschermende maatregelen komen voor de bevolking. Een zo groot mogelij ke garantie voor de bevolking is niets teveel gevraagd. Daar staan wij voor op de bres". Nu Pechiney al een aantal maanden proefdraait rijst de vraag hoe het daadwerkelijk met de verontreiniging staat. Mevrouw Kannegieter: „Daar weten wij niets over. Wij wachten wel met spanning op de meetrapporten, die binnen kort zullen verschijnen over het Sloe. Wij hebben als VMZ weliswaar de beschikking over enige meetapparatuur, maar die hebben we nog niet gebruikt. Dat lijkt ons trouwens minder juist. Wij zijn niet deskundig. Wat we aan meetapparatuur hebben zouden we hooguit eens kunnen gebruiken in een incidenteel geval, als iemand met ernstige klachten bij ons zou ko men In die situatie zou ik me kunnen voorstel len, dat we onze laat ik eerlijk zeggen wat primitieve apparatuur zouden gebruiken. Verder zou ik echt niet willen gaan". BEROEP De voorzitster van de VMZ heeft ondanks de beste verzekeringen van overheidsinstanties toch zo haar bedenkingen tegen de in werking treding van Pechiney. Nog altijd heeft de VMZ goed voor enkele honderden bezwaarschriften tegen Pechiney een beroepschrift lopen bij de kroon. „De afdeling geschillen van de raad van state gaat er diep op in. De procedure gaat zijn normale gang. Dat wil zeggen, dat het wel een tot anderhalf jaar duurt voor een beslissing wordt genomen. Tot nu toe hebben we niets gehoord". Mevrouw Kannegieter ziet, ondanks alle proble men en tegenslagen, toch ook wel een enkel lichtpuntje in de- Pechiney-affaire. -Een uitspraak .bijvoorbeeld .van burgemeester Roemers van Vlissingen tijdens de raadsvergadering van 27 november vorig jaar „dat voor de tweede set van vier hallen nog geen enkele toezegging is gedaan", sterkt haar vertrouwen in de overheid „Als burgemeester Roemers dat zegt hecht ik veel waarde aan een dergelijke uitspraak", zegt ze ervan. Een lichtpunt acht zij het eveneens, dat de afgifte van vergunningen voor het inbe- drijfsfcellen van fabrieken wordt verfijnd. „De bedrijven zullen aan steeds meer voorwaar den moeten voldoen. Dat is een goed iets, want als je ziet hoe het staat met de waterverontrei niging, bekruipen je toch wel grote angsten". In het convenantrapport is een uitspraak, die de VMZ bovenmatig intrigeert, namelijk, de perti nente mededeling, dat de uitstoot van zeer fijn fluorhoudende stof 15 kg per uur zal zijn. „Hoe wij de berekening, die in het rapport is ge noemd ook toepassen, wij komen tot een uit stoot van 19Va kg. Als we fout zijn willen we dat graag bekennen, maar tot nu toe heeft niemand dat aangetoond. Misschien kunnen we die zaak eens uitspreken in een gesprek met de mensen van Pechiney. Wij hebben een afspraak lopen. De Pechiney-directie heeft inderdtijd vriendelijk ge reageerd op een verzoek van ons. Ze willen ons ontvangen als de periode van opstarten in het Vlissingse bedrijf achter de rug is. Daar wachten we dus op", aldus mevrouw Kannegieter. Nader ingaande op de Pechiney-vestiging zegt zij met grote overtuiging: „Tegen industrie op zich PRINS BERNHARD Een zaak wil mevrouw Kannegieter nog kwijt: dat juist prins Bernhard, voorzitter van het Wereldnatuurfonds Pechiney („de fabriek die hoe dan ook na/tuur vernietigt") komt openen. „Onbegrijpelijk", merkt ze op. „Wij betreuren het dat de prins het bedrijf komt openen, terwijl er burgers zijn, die in het volste vertrouwen, dat er recht zal geschieden, een beroep hebben lopen bij de koningin. Wij vinden het alles bijeen een wat moeilijke constructie. We hebben dit ook geschreven aan prins Bernhard. Hij heeft ons laten weten, dat hij het allemaal niet zo ernstig inziet. Van een man, die zo bewogen is met de natuur valt ons dat toch wel tegen". M. P. Dieleman VRIJDAG T OKTOBER 1971 Mevrouw Kannegieter tijdens een hoorzitting achter de microjoon. Mevrouw Kannegieter thuis in de (wat verwilderde) tuin, waar alles 'pv.ur natuur' is. Mr. Tina Kannegieter samen met gedeputeerde A. J. Kaland aan één kant van de tafel. MM MIDDELBURG „Enige tijd geleden ontving prins Bernhard in Bazel een eredoctoraat vanwege zijn verdiensten voor het Wereldnatuurfonds, vandaag komt hij de fabriek van Pechiney in het Sloe een vervuiler van de natuur openen. Voor ons valt dat niet te rijmen. Het is in volkomen tegenspraak". Aan het woord Jan Goedman - afgestudeerd aan de t.h. in Delft aan de afdeling bouwkunde, gespecialiseerd stedenbouw - te Middelburg, een van de actiefste 'bestrijders' van de Pechiney-vestiging in. het Sloe. De nu 27-jarige ir. Jan Goedman, die enkele jaren geleden in Middelburg kwam wonen, heeft van het begin af geageerd tegen de vestiging van Pechiney. Met name als woordvoerder van de kerngroep Pechiney van de projectgroep Rijn-Schelde-Delta is hij al kort; na het aankondigen va,n de voorgenomen vestiging van Pechiney in het Sloe in de slag gegaan. Hij was mede verantwoordelijk voor éen uitvoerige brochure over deze Franse aluminiumfabriek, een brochure, waarin o.m. werd geprotesteerd tegen de vestiging. Jan Goedman stond ook op het podium tijdens de hoorzit ting van de gemeente Vlissingen vorig jaar december. Hij trad toen op namens het Pechiney-collectief: het Zeeuwse Aluminiumcomite, de Projectgroep Rijn-Schelde- de Wereld winkel Middelburg, het Landelijk Aluminiumcomite en de werkgroep Gamma-Chemie te Delft. Ook bij die gelegenheid hamerde Jan Goedman er op, dat Pechiney een bedreiging vormt voor het leefmilieu in de streek van vestiging. Met de officiële opening van Pechiney voor de deur zijn de bezwaren van Jan Goedman nog altijd dezelfde. „Daar is niets in veranderd," zegt hij. „Met Pechiney hebben wij geprobeerd een flintertje van de top van de ijsberg te analyseren. Er is heel wat meer gaande in de wereld. Met Pechiney hebben wij o.m. willen aantonen hoe de relatie is tussen de rijke en de arme landen. Zoals de zaken nu staan 'krijgen de onderontwikkelde landen nooit de gelegenheid zich op te trekken tot op ons niveau. Er zijn onvoldoende hulpbronnen aanwezig." RADERTJE In een gesprek met Jan Goedman wordt al spoedig duidelijk, dat Pechiney voor hem slechts een klein radertje is van een immens groot geheel. Hij is zich er sterk van bewust, dat het gehele probleem van de milieuverontreiniging een wereld wijde zaak is. Zijn activiteiten, aanvankelijk sterk op Zee land (Pechiney) gericht, zijn nu meer internationaal gericht. Een voor een pas afgestudeerd ingenieur bouwkunde onge twijfeld aantrekkelijke baan bij overheid of bedrijfsleven laat hij eenvoudig schieten om zich volledig te kunnen inzetten voor zijn ideeen en idealen: de mensheid ervan trachten te overtuigen, dat we met de milieuvervuiling een fatale weg hebben ingeslagen. Jan Goedman wijst in dat verband op wat al bekend is geworden uit het rapport van de zg. 'Club van Rome', een vijftigtal mensen uit de top van wetenschap, industrie en financien, die door een groep wetenschapsmensen van het Massachusetts Institute of Tech nology (MIT) heeft laten nagaan hoe de wereld er over en kele tientallen jaren zal uitzien. De verbijsterende conclusies in het rapport geven de wereld weinig kans van overleven als de mensheid op de nu ingeslagen weg blijft voorgaan. Jan Goedman: „Wij zullen ons vele beperkingen moeten opleggen Pechiney had om een voorbeeld te noemen niet hier moeten komen. Die fabriek zou ergens in een van de bauxietprodu- cerende landen moeten zijn neergezet, zoals het Aluminium comite herhaaldelijk heeft betoogd". In dit verband vindt hij het jammer dat juist prins Bernhard de fabriek in het Sloe opent. „De mensen zeggen dan, zie je wel, het zal allemaal wel zo'n vaart niet lopen. Anders zou de prins toch niet zijn gekomen? Juist een dergelijke gedachtengang houdt gevaren in De mensen willen niet inzien, dat hun toekomst ervan afhangt," aldus Jan Goedman, die verder wijst op de activiteiten van prins Bernhard voor het Wereldnatuurfonds en op het feit, dat er zo'n 1.600 bezwaarschriften tegen de vestiging van Pechiney zijn ingediend, die nog niet zijn behandeld. „Die bezwaar schriften liggen nu bij zijn vrouw. Alles bijeen een rare situatie," is de stellige overtuiging.van-Jan Goedman. „Pechiney, weg ermee" en „Volgens mij, zit er een luchtje aan Pechiney": twee van de indertijd zes uitgegeven stickers van de projectgroep Rijn-Schelde- Delta, waarmee tegen de vestiging van de aluminiumfabriek van Pechiney in het Sloe werd geprotesteerd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1971 | | pagina 35