OP TEXEL KNAPPEN ZE HET GRAAG ZELF OP (en goed ook!) rB m ,DE BLAUWE WIMPEL' WAPPERT KWART EEUW HUISARTS HIELP EILANDBEWONERS AAN EEN BOOTDIENST tsm*. H8SS£t:L._ ZATERDAG 23 JANUARI 1971 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 17 ,De Dageraad', de eerste eigen boot van de TESO. De .Marsdiep', een van de twee lerryboten, welke thans de dienst onderhouden. (Van een onzer redacteuren) TEXEL Op een koude januaridag als de besneeuwde landerijen en de verlaten pensions door een dicht mistgordijn worden omsloten, is Texel meer dan anders een eiland, waar de bewoners na een druk toeristenseizoen gezellig met-het-eigen-volkje zijn achtergebleven. Met een beetje verbeeldingskracht kan men er zich dan een goede zestig jaar terug wanen, toen het eiland om deze tijd van het jaar soms dagen en weken, omringd door het ijs, van het vasteland geïso leerd was. Maar de rust was toen maar betrekkelijk, want er broeide iets onder de bevolking. Zo rond 1906-'07 waren de Texelaars het beu voor de verbinding afhankelijk te zijn van mensen van de vaste wal, die met wrakke schepen tegen hoge tarieven een gebrekkige veer dienst onderhielden. Zélf doen, zei huisdokter Wagemaker uit Cocks- dorp, toen met Bosman van de Alkmaarse Packetvaart, die de veer dienst verzorgde, geen goed garen bleek te spinnen. De eilandbewo ners staken de koppen bij elkaar, brachten met bedragjes van vijf en van vijfentwintig gulden totaal vijfenzeventigduizend gulden op tafel, die nu nog steeds het aandelenkapitaal vormen van een intussen tot een miljoenenbedrijf uitgegroeide veerdienst, de NV Texels EIGEN Stoombootonderneming. Een bedrijf, in zijn opzet en zijn uitbouw even uniek als interessant. zij met Bosman praten, stelden zelfs een ultimatum voor lagere tarieven, maar Bosman gaf geen krimp. Dan zélf een bootdienst beginnen, zo propageerde de doorzettende buisarts. Hij ging zelf het eiland af om de aandeeltjes van vijf en van vijfen twintig gulden aan de man te brengen. Duizenden werden er geplaatst, alle maal op naam want er moest voorko men worden dat mensen van buiten Texel de zaak In handen zouden kunnen krijgen. Niemand mocht ook een over heersende positie venverven, zodat er maximaal slechts voor vijfentwintig honderd gulden per persoon mocht worden deelgenomen en bovendien kreeg iedere aandeelhouder maar één stem, of hij nu aandeel had voor vijf entwintighonderd of slechts voor vijf gulden. Een situatie welke tot op heden zo is gebleven. Vele honderden Texe laars zijn nu nog zo aandeelhouder, veelal door vererving verkregen. In zijn torenkamer boven het nieuwe kantoren- en restaurantcomplex aan de veerhaven 't Horntje, waar TESO- directeur M. C. de Gorter als de kapi tein op de brug het gehele werkterrein het Marsdiep tot aan Den Helder overziet, kan hij veel vertellen over het ontstaan en de ontwikkeling van deze veerdienst welke door zijn structuur zeker zeldzaam genoemd kan worden. Curieus ook, omdat sinds in 1907 met een gehuurde boot werd begonnen, tot aan vandaag nu met twee ferryboten ongeveer twee miljoen mensen en vier honderdduizend auto's per jaar worden overgezet, het karakter van de TESO onveranderd is gebleven. Er is destijds wel de nv-vorm gekozen, maar in feite is het een grote coöpera tieve samenwerking van Texelaars, zoi> der winstoogmerk. Met een variant op een bekende slogan zou men kunnen zeggen: Niet voor het gewin, maar voor het Texelse gezin. Het kwam uitdrukke lijk in de statuten dat het dienen van het algemeen belang op de voorgrond moest staan, dat de aandeelhouders hoogstens zes procent dividend zouden krijgen en dat de rest van een eventu eel exploitatieoverschot voor reserve ring, verlaging van tarieven en verbete ring van het vervoer zou worden ge bruikt. En dan werd het verbeteren van het vervoer wel zeer breed gezien. Want, zo werden er met financiële me dewerking van de Teso rijwielpaden op het eiland aangelegd, particuliere bus diensten gesubsidieerd totdat men deze diensten helemaal overnam, een boerde rij aangekocht en tot jeugdherberg in gericht, polderwegen gesubsidieerd, het zijn er ook tientallen aan deeltjes in de loop der jaren verloren gegaan of niet meer te achterhalen. Destijds werden ze namelijk eenvoudig op naam gesteld van bijvoorbeeld J. Witte, zonder verdere aanduiding. Daar het een naam is die veelvuldig op het eiland voorkomt, is er geen uitzoeken meer aan gemaakt. Het niet opgevraag de dividend voor een aandeeltje van vijf gulden het .kapitale* bedrag van maximaal dertig cent wordt na een aantal jaren aan de reserve toegevoegd. Nee, rijk zijn de aandeelhouders nooit van de Teso geworden, maar het was en is wel de eigen' Texelse stoomboot- onderneming gebleven, zoals de statu- maken van een Texelfilm gefinancierd en bijdragen gegeven in de inrichting van een Texels museum, om maar enkele voorbeelden te noemen. Voor het begin, terug naar 1907. Al jaren klaagde men steen en been op Texel over de veerdienst van de Alk maar Packetvaart van Bosman, die sinds 1882 de verbinding tussen Den Helder en Oudeschild onderhield. De tarieven waren hoog. de frequentie van de dienst liet veel te wensen over en d& zeewaardigheid van een van de schepen was niet al te best. Enkele Texelaars ging het de keel uithangen. Onder aan voering van dokter Wagemaker gingen aire naam trots vermeldt. Tweeëneen half maal de nominale waarde wil men tegenwoordig wel op de markt van incourante fondsen voor de TESO-aan- delen betalen, maar slechts bij uitzonde ring zijn ze te krijgen uit bijvoorbeeld een boedelscheiding. Verschillende van de oudere personeelsleden zijn ook aan deelhouder en dus hun eigen werkgo ver. Behalve het geringe dividend vor men de gratis consumpties op de aan deelhoudersvergadering de enige .emo lumenten.' Het is voor vele Texelaars meer een erezaak om deel te hebben in de .eigen' onderneming. Zoals ook het commissa- a - •- A en de ,uik 0011 'l Horntje op Texel. Een b ekend beeld voor de Zeeuwen die de aanleginrichtingen van de aruinmgen - Perkpolder en Vlissingen Breskens kennen. risschap van de TESO als een erezaak of een dienst aan de eilandgemeenschap wordt ervaren. Tot de veelbe .sproken ,groep-van-Mertens' zullen deze commis sarissen allerminst behoren. Verspreid over het gehele eiland wonend, komen ze doorgaans eenmaal per maand op eigen kosten naar de commissarissen- vergadering om daar nu vaak miljoe nenbeslissingen te nemen. Alles pro deo. Wél mogen ze.gratis overvaren. Een .privilege' dat overigens ook geldt voor alle Texelse kinderen die voor schoolbe zoek naar het vasteland moeten en voor de zieke eilandbewoner die naar een ziekenhuis moet worden vervoerd. En dat laatste gebeurt dan zo nodig nog zelfs buiten de diensturen van de boot. Grappig zijn de verhalen over de felle strijd m de beginjaren, toen geconcur reerd moest worden tegen dc boot- dienst van Bosman, die nog een con tract voor het postvervoer had. Het werd spoedig een ongelijke strijd, want geen Texelaar haalde het in zijn hoofd om niet met het eigen schip mee te gaan. En weldra liet ook de handelsrei ziger van het vasteland, die bij de kruidenier- en de bakker-aandeelhouder op Texel zijn ordertjes wilde weghalen, het wel uit zijn hoofd om niet van de Teso-boot gebruik te maken. Het eerste jaar werd al direct een eigen, boot besteld, die met de voor Je situatie wel toepasselijke naam van J)e Dageraad* in de vaart kwam. In 1909 moest Bos man van de Alkmaar Packet zich ge wonnen geven. Hij deed de dienst mét het postvervoer aan de TESO over. Net op tijd, want zo erkenden de Texelaars achteraf, het gevecht had financieel voor hen ook niet zo lang meer mogen duren. De TESO had het in de beginja ren niet makkelijk, maar geleidelijk nam het vervoer toch toe. Na 1920, toen het vreemdelingenverkeer op Texel op gang begon te komen, werden de financiële resultaten van de veerdienst, ook gunstiger. In die periode tot onge veer de tweede wereldoorlog kon de TESO door subsidies en andere finan ciële bijdragen economisch en cultureel veel voor het eiland doen. Het vervoer ging ieder jaar met spron gen omhoog, doch alle trotse cijfers van voor 1940 zouden in het niet ver zinken bij die van na de tweede wereld oorlog. Er ontstond een ware stroom versnelling in het vervoersaanbod, wel ke nog steeds voortduurt. Het was ook met het materieel niet meer bij te houden. Wat men ook deed tot verbetering van de vloot, verlenging van één der schepen en zelfs een nieuw schip met ruimte voor niet minder dan 30 auto's in de vijftiger jaren, het waren allemaal druppels op een gloeiende plaat. In 1960 ging de TESO ertoe over als derde grote schip, de oude Zeeuwse veerboot .Koningin Wilhelmina', eens de eerste ferryboot van de lijn Vlissingen - Bres kens, te kopen. Een eerste contact met de Provinciale Stoombootdienst op de Westerschelde, dat later zou uitgroeien tot een hecht contact. Ondanks alle tegenkanting van de men sen uit Oudeschild die de veerdienst niet uit hun haven wilden zien vertrek ken heftige en bewogen acties tot behoud zijn gevoerd was de vooruit gang niet stuiten. Ook de TESO ging in 1964 het tijdperk van de roll-on. .oil-otf schepen binnen. Rijkswaterstaat bouw de aan de uiterste zuidpunt van het eiland, aan 't Horntje, een veerhaven met aanlegfuik en een opstelplateau, die de Zeeuwse bezoeker aan de Wes- terscheldeveren doen wanen, en de TE SO. bracht de Marsdiep' als eerste koplading-schip, naar model van de Zeeuwse veerboten, in de vaart. Met een capaciteit voor 70 auto's en 739 passagiers ging dit schip de verder groeiende verkeersstroom te lijf. Met een vaartijd, welke door de kortere afstand tot 17 minuten meer dan de helft van vroeger kon worden bekort. Nauwelijks twee jaar later in 1966 volgde zelfs een tweede ferryboot, de .Texelstroom'. In het topseizoen kun nen deze twee boten gezamenlijk nu een halfuur dienst onderhouden. De ou de vloot kon worden afgevoerd, waar bij de .Koningin Wilhelmina' de weg naar de sloper in Zaandam vond. Veel is er veranderd bij de TESO in dc afgelopen zestig jaren, maar veel is ook gebleven, zo stellen de Texelaars met gepaste trots vast. Want ze hebben nog steeds hun eigen' onderneming met het aandelenkapitaaltje van vijfenzeventig mille. En dat terwijl het balanstotaal nu de vijftien miljoen beloopt en met de hulp van een Groningse hypotheek bank de ruim twaalfeneenhalf miljoen voor de nieuwe ferryboten kon worden gefourneerd. Zonder overheidshulp of •garantie. .Zélf doen', zei dokter Wage maker in 1907. Baas in eigen huis wilden dc Texelaars zijn. Ze zullen het nog wel een tijdje blijven ook! C. DE VOOGD 1 pH het nieuwe omslag van ,De blauwe Wimpel' met hei sein: .Ik wens u een goede reis'. Anthonie van Kampen (Van een medewerker) DEN HAAG (GPD) Onlangs verscheen bij De Boer in Hilversum de driehonderdste op- lage van J)e Blauwe Wimpel': een imposant jubileumnummer, waarmee de 25ste jaargang van dit maandblad wordt afgesloten. Een maandblad voor scheepvaart en scheepsbouw ln de lage landen onder redactie van Anthonie H= van Kampen.' Een maandblad waarvan de trouwe lezers zich liever Jid' dan abonnee noemen omdat het staat of valt met de HH man wiens geesteskind het is en die het nu Hl een kwart eeuw lang met nimmer aflatende Hl Ijver en toewijding heeft geredigeerd. Het fH blad is in deze periode van snelle en ingrij- ==j pende veranderingen meegeëvolueerd en toch zichzelf gebleven. Savis tranquillus in undis: rustig temidden der woelige baren, zoals het ------ een sterke persoonlijkheid betaamt. Anthony van Kampen: geestelijke vader, op- richter, redacteur. Gée'n hoofdredacteur, om de doodeenvoudige reden dat het blad geen §H mede-redacteuren kent. Anthony van Kampen j== is een zelf-doener. Een man die niet kan delegeren. Een man, groot geworden in de f== periode waarin .delegeren' en .afschuiven' als vrijwel identieke ondeugden werden be- schouwd. s= Toch zou hij, als man alleen, zijn .Blauwe H| Wimpel' niet in leven hebben kunnen houden zonder twee andere werkers van het eerste uur: Dick Abbenes en Theo Bijlsma. Eerstge- noemde de uit de typografie voortgekomen vormgever van het blad. laatstgenoemde im- mer bezig in de commerciële sector om het Epi onmisbare advertentiebestand op peil te hou- p= den. eH Het is niet in de laatste plaats te danken aan pÜ Theo Bijlsma nog onlangs onderscheiden E=i met de eremedaille in goud, verbonden aan de orde van Oranje Nassau dat .De Blau- 1= we Wimpel' een enorme goodwill heeft ver- =pj worven en behouden in de wereld van reders, p= scheepsbouwers, baggeraars, fabrikanten. Tachtig pagina's advertenties in het jubileum- nummer getuigen van deze goodwill. SCHETS VAN MORGEN PU De 96 pagina's omvattende redactionele tekst s= van deze magnifieke uitgave, geheel gewijd aan ,Het schip van morgen', mogen door de trouwe wimpelleden worden opgevat als een §H waardevol geschenk bij een jubileum, dat overigens met grote soberheid (op vrijdag 29 januari een receptie in .De Zalm' te Katwijk aan Zee) zal worden gevierd. he= .Plannen gereed voor schepen ter lengte van een halve kilometer', zegt in het jubileum- PP nummer de hoogleraar in de scheepsbouw aan de th te Delft, prof. ir J. H. Kricicmeijer. .Het schip van de toekomst rolt uit de -- computer', verklaart prof. dr ïr J. D. van Manen, directeur van het Nederlands Scheeps- bouwkundig Proefstation te Wagenin- H= gen. Twee doorwrochte, uitstekend gedocumenteer- E=| de en boeiende bijdragen aan de 300ste J31au- we Wimpel', waarin ook in ruime mate aan- dacht wordt besteed aan de Nederlandse scheepsbouw, het zeevaartonderwijs, bagger- jH= en zuigeroperaties, het reddingwezen en de kustvaart in de komende vijfentwintig jaar. Van Kampen zelf is steeds de man-aan-het- SEi roer geweest. Organiseren, plannen, corres- ponderen. Dit laatste vooral, dag-in-dag-uit, jaar-in-jaar-uit. Op zichzelf een dagtaak. Maar g= daarnaast: zijn boeken, zijn reizen. De actie Amazonas. Geweldig veel voor ëën man, die pH naar hij zelf zegt wel heeft moeten §e= leren zijn dagen .uit te rekken'. telt Anthonie van Kampen ln zijn werkkamer te Bergen. ,In het begin van ae jaren der.:g zag ik bij een neef een nummer liggen van .The blue Peter' en ik dacht: zoiets moesten we bij De Boer ook maken. Pas in de oorlogsjaren kregen we tijd om deze gedach te uit te werken en vast papier te gaan sparen. Er stond me een blad voor de geest met een romantische inslag, verhalen over de zee en voor de zeeman, over schepen. Een blad voor de .shiplover* en voor de man met .Femweh'. die verlangt naar de ruimte en de verte. Ik was zelf zo'n man TOCH DE RUIMTE Anthony van Kampen, die geboren in Hellevoetsluis en getogen in Den Helder graag naar zee had gewild, maar wiens ogen dat niet toelieten, heeft dit gemis ruim schoots met zijn pen (of liever met zijn schrijfmachine) gecompenseerd. Terwijl hij op vele grote reizen de ruimte en de verte toch wel heeft gevonden ,We begonnen met achtduizend abonnees. De eerste die we inschreven was prins Bernhard, toen we op 19 januari 1946 het eerste num mer van dc eerste jaargang op paleis Soest- dijk mochten aanbieden aan het petekind van de Nederlandse koopvaardij, prinses Margriet, op haar derde verjaardag.' Anthony van Kam pen herinnert zich nog levendig hoe de prin ses op de knie ran de inmiddels overleden SMN-kapitein Bert Graffelman met de haar aangeboden pop zat te spelen, toen over haar hoofd heen allerlei plechtige woorden werden uitgesproken. Dat aantal van achtduizend abonnees is door de jaren heen vrijwel constant gebleven, om dat het blad is verankerd in de vrij standvas tige kring van maritiem- en nautisch geïnte resseerden. ,We zijn wel eens aan een recla me-campagne begonnen. Dan kregen we er duizend abonnees bij, maar na een jaar raak ten we hen weer kwijt. Dan hadden ze het wel gezien. Maar daar staat tegenover, dat dik eenderde van de oplaag in een band wordt bewaard. Er zullen weinig bladen zijn met een zo nauwe binding tussen lezers en redactie', verklaart Anthony van Kam pen. Meteen al zag ik aan de horizon een belletris- tisch-maritieme uitgeverij', aldus Van Kam pen. .Inmiddels hebben we al ruim vierhon derd maritieme boeken op de markt ge bracht. Persoonlijk vind ik onze maritieme jncyclopedie geweldig. De enige man die zo'n werk kon opzetten, was Willem Spruit, de schrijver Willem de Geus. Hij zou wel. maar we moesten wachten tot zijn pensioen. We hebben gewacht en Spruit is eraan begonnen, maar hij heeft het helaas niet kunnen afma ken. We dachten aan twee delen. Maar het worden er zes. met een supplement En we eajn ook al bezig aan een maritieme lexicon in zes talen ILLUSTRATIES LEERSCHOOL Belangrijke leerschool: zijn vooroorlogse ja ren als redacteur van de Helderse Courant Zijn schrijversbloed en zijn activiteit ver loochenden zich toen al niet. Als hij op dreef was, kon een rappe machinezetter (zes dui zend letteraanslagen per uur) hem niet bij houden. zoals ik uit eigen herinnering kan getuigen. .Toen al liep ik rond met de gedachte aan een maandblad als de 31auwe Wimpel', ver Vijfentwintig jaargangen van .De Blauwe Wimpel' bewijzen dat het illustratieve ele ment allerminst is veronachtzaamd De be faamde zee-fotograaf Cees van der Meulen kreeg via de wimpel zijn eerste bekendheid. .Een geweldige fotograaf is ook kapitein Th. D. A. de Lange van de KNSM', zegt Anthonie van Kampen met veel respect in zijn stem. Met hetzelfde eerbetoon herinnert hij aan de bijdragen van twee overleden medewerkers: Piet er Kuhn (onder meer bekend van Kapi tein Rob') en Willem van der Does. Verder noemt Van Kampen de namen van Keith A. Griffin, Jack Spurling, Montague Dawson en Reint de Jonge. Laatstgenoemde ontwierp ook de nieuwe .cover' waarmee het blad overstapt van de eerste naar de tweede kwart eeuw. Het oude omslag heeft van meet-af-aan de blauwe wimpel vertoond met het vlaggesein Q W. Dit (oude) vlaggesein hield de bood schap in: ,Ik heb post voor u'. Verleden jaar is echter een nieuw internationaal seinboek verschenen, waarin voor het sein .Q W als betekenis staat aangegeven: .Ik zal niet anke ren.' Dit laatste nu werd met bepaald symbo lisch geacht voor een tijdschrift als de wim pel, zodat een nieuw vlaggesein werd gekozen. Dit nieuwe sein. reeds voorkomende op het omslag van het jubileumnummer, meldt: ,Ik wens u een goede reis.'

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1971 | | pagina 17