,ELK GRENSCAFE
WAS VROEGER WEL
SM0KKELKR0EG'
.WANNEER EEN VAN MIJN
ZOONS HAD WILLEN SMOKKELEN
ZOU IK HET NOOIT GOED
GEVONDEN HEBBEN'
DE OUDE SMOKKEL WORDT FOLKLORE
EX CAFÉHOUDER:
provinciale reeuwse courant
31 DECEMBER 1970
TERNEUZEN' Het valt niet me* ren oud-smokke
laar te vinden die eens iets wil vertellen over de tijd.
dat hij nor in nachtelijke uren over smalle paadje»
sloop en Iedere keer weer probeerde de kommiezen te
allin af te zijn om zijn waar over de rrens te kunnen
zetten. Maar wanneer er een bereid is een tipje op te
lichten van de geheimzinnige en romantische sluier, die
er toob altijd rond het smokkelen hangt, loont dat
zeker de moeite. De oud-smokkelaar met wie wij dit
resprekje hadden Is nu 71 Jaar en woont in een van de
vel» Belgisch-Nederlandse plaatsjes, vroeger een dora
do voor Iedere smokkelaar. Eén ding moesten wij hem
beloven, zijn naam en woonplaats moren niet worden
vermeld.
.Ik neb drie zoons' zo vertelt hij in sappig (af en toe
zelfs zo sappig, dat het heel wat moeite kost hem te
verstaan» Vlaams, jnaa; denk maar niet dat ik het
had goed gevonden wanneer één van die knapen was
gaan smokkelen. Waarom niet? Omdat het een keihard
lerar was. dat alles van Je vergde. In de zomer viel
het nog wel mee. Maar 's winters! Je moest vaak in
Ijskoud water zwemmen om maar aan de kommiezen
te ontkomen.' De oud-smokkelaar hield zich voorname
lijk bezig met het overbrengen van kalveren, een niet
zo eenvoudig karwei, omdat deze beesten hun eigen zin
ook wel eens willen doordrijven. .Wij hielden ze zoet met
suikerklontjes. Het lukte meestal wel om de dieren
met dit spul mee te lokken.' Maar de suikerklontjes
waren ook wel eens op. en dan waren de zaken anders
aangepakt Jk heb eens een keer een kalf zeker 9 of 10
kilometer op mijn nek moeten dragen. Het beest
we frerde gewoon om mee te gaan. Bovendien moest lk
nogal snel zijn. want de kommiezen zaten achter mij
aan. Het smokkelen betekende rroeger zeker geen
vetpot. Voor een kaif, dat veilig en wel over de grens
werd afgeleverd, werd drie gulden betaald. Als men
dan nog bedenkt, dat er meestal twee man voor nodig
wareri om een kalf over de grens te smokkelen, ls het
begrijpelijk dat de smokkelaarstafel nu niet altijd even
rijkelijk kon worden gedekt. Gemiddeld werden er
drie of vier kalveren per nacht overgebracht. Onze oud-
smokkelaar heeft er wel eens 14 ln één nacht veilig de
grens over weten te brengen. Het ls duidelijk, dat hij
dit een huzarenstukje vindt, want hij vertelt dit niet
zonder onverholen trots.
ZEVEN JAAR
Ais knaapje van zeven jaar zette hij de eerste stappen
op het donkere en avontuurlijke smokkelaarspad Jk
moest mee met mijn vader. Terwijl hij sigaren de
grens over smokkelde, hield lk de kommiezen in de
gaten Liep er iets fout, dan moest fk als de bliksem
waarschuwen'. Bij het smokkelen kon er natuurlijk
van alles misgaan. In de eerste plaats waren er
natuurlijk de kommiezen en daar wemelde het. volgens
de smokkelaar in ruste, van,
Vaak gebeurde het, dat het met de kommiezen op een
akkoordje werd gegooid, maar dit lukte alleen, volgens
de oud-smokkelaar, met de Belgische douane. .Het is
wel eens gebeurd, dat wij onze spullen (want hij
smokkelde behalve kalveren ook nog wel eens boter en
suiker) .eerlijk' verdeelden WIJ werden nooit door de
Belgische kommiezen gearresteerd. Wanneer dj de
smokkelwaar maar in beslag konden nemen was bet
hen al lang best Zij kregen daar een premie voor. De
verstandhouding met de kommiezen was dan ook niet
zo slecht Als wij er niet waren, konden dj Immers
nooit premies vangen?' Anders lag het met de Neder
landse douaniers. Deze waren niet zo soepel Veront
waardigd vertelt de 71-Jarlge oud-smokkelaar: j-ij na-
mei niet alleen onze spullen in beslag, we werden telf
ook nog gearresteerd.' En dat ls volgens hem Iets wat
alle sportiviteit te bulten gaat.
WAAKHONDEN
Niet alleen de kommiezen konden roet ln het eten
gooien bij de smokkeltochten, er waren ook nog de
waakhonden van de nabij gelegen boerderijen. .Wan
neer wij erop uit gingen, waarschuwden wij meestal
de mensen die een waakhond hadden Wij vroegen ze
dan om de hond om die en die tijd binnen te houden.
Als dat niet gebeurde, dan verzonnen wij tets anders.
Na enige aarzeling vertelt hij wat dat Jets anders'
was. ,WiJ slachtten dan een loopse teef. Het spek
gaven wij aan die waakhond. Gegarandeeerd dat hij de
eerste tijd wei Iets anders had te doen. dan op ons te
letien.' Ook werden er wol andere methoden toegepast
om lastige honden de bek te snoeren. En dat deed Je
niet zo gauw, want die honden waren niet mi* Wat er
in dat hok gebeurde? De smokkelaar keek de hond dan
alleen maar recht ln de ogen. zonder met zijn ogen te
knipperen. Op de een of andere manier kunnen honden
daar niet tegen en worden doodsbang.'
De meeste smokkelaars uit de tijd van de .gepensioneer
de' smokkelaar waren overdag óf landarbeider óf
beroepswerklozen. En dat laatste is niet zo venronder-
11 «k Als Je 's nachts had gesmokkeld, was Je werkelijk
dood op. Je moest overdag wel uitrusten.' Dat het
smokkelen een inspannend werk was heeft de vader
van de oud-smokkelaar aan den lijve ondervonden.
Toen hij op een nacht na een smokkeltocht thuis
kwam, viel hij van vermoeidheid van een ladder. Hij
brak zijn nek.
In het begin van zijn smokkelloopbaan deed de oud-
smokkelaar alles te voet. Pas later ging hij een flets
gebruiken en nog veel later trok hij erop uit ln een
gepantserde wagen. Met één van deze gepantserde
wagens heeft hij ook een schietpartij meegemaakt.
.Wij werden beschoten door de Vliegende Brigade. Die
lui waren niet zo makkelijk als de kommiezen De
bestuurder van onze auto boog zich over het stuur. En
dat was zijn geluk. In het raam zat een kogelgat
ter hoogte van waar hij Juist te voren met zijn hoofd
zat.'
De oud-smokkelaar heeft in 1952 zijn smokkelzak aan
de kant gegooid. Niet omdat hij er nu genoeg van had.
maar lichamelijk hield hij het niet uit. .Nogmaals', zo
zegt. hij bij het afscheid nemen. Jret was een keihard
beroep.'
En op zijn sloffen en ln zijn stofjas sloft hij de tuin
in. om zich weer geheel en al aanzijn duiven te
wijden.
WILLEM J VAN DAM
Op èen van de douanekantoren in Zeeuw sch-Viaanderen hebben de douaniers een prachtig souvenir hengen uit de
tijd, dat kommiezen en smokkelaars elkaar nog de loef probeerden af ie steken. Een groot bord met allerlei attri
buten. die de douaniers uit de smokkelperiode hebben kunnen verzamelen, fleurt de wand wat op. Automerken,
autoversierselen, een rookpot en zelfs een brilletje, da t een van de smokkelaars op het .slagveld' heeft moeten
achterlaten, zijn op 'net bord geprikt. Een nummerplaat neemt een ereploatsje in op deze .smokkelcollage'. He:
is het kenteken van een van de dienstauto's die op het .veld van eeris gebleven. Ook zijn een aantal loto s opge
plakt. waarop douaniers vol trots bij buitgemaakte smokkelwaar poseren. De douaniers hebben zelfs een prach
tige collectie kraaiepoten. die hen in de loop van de tijd voor de voeten zijn gegooid. De heer H. W. Vermeulen,
hoofdinspecteur invoerrechten en accijnzen, uit Ter neuzen verzocht de plaatsnaam waar het .smokkelbord' horig:,
niet te vermelden. (Foto PZCt
HOOFDINSPECTEUR VERMEULEN, TERNEUZEN: .SMOKKELTOESTAND MOMENTEEL ZEER KALM'
TERNEUZEN Het begrip .smokkel' wordt door velen nog steeds in
verband gebracht met spanning, sensatie en avontuur. Snelle autoritten
langs donkere en onbegaanbare grensweggetjes, achtervolgende douaniers,
die met flitsende zoeklichten en razende motoren jacht maken op de
grote smokkelbonzen, rookpottrn, kraaiepoten, olieplassen, klem gereden
pantserauto's, het zijn dingen die in de Zeeuws-Vlaamse grensstreek de
laatste jaren tot het verleden zijn gaan behoren. Slechts stoffige dossiers
en oude. verweerde grensbewoners, die met weemoed aan een gulden tijd
terugdenken, herinneren nog aan de felle strijd tussen douaniers en smok
kelaars.
Het is allemaal sterk veranderd: ,als je de toestand van dit moment ver
gelijkt met die zoals het tot eind 1966 geweest is, dan is de smokkelsituatic-
zeer kalm te noemen.' zegt de heer H. W Vermeulen, hoofdinspecteur van
de dienst invoerrechten en accijnzen te Terneuzen. Hij verwacht dat er
van smokkel op grote schaal als in 1971 de verdere opheffing van m
en uitvoermaatregelen aan de Nederlands/Belgische grenzen doorgaat
bijna geen sprake meer zal zijn, Juist de verschillen tussen de taneven
in de verschillende landen waren vroeger de basis voor de smokkel
Omdat we nu in de EEG-landen dezelfde tarieven hebben verschillen
zijn er alleen nog in de accijnzen en omzetbelasting heeft smokkel
weinig zin meer', meent de Terneuzense belastinginspecteur
Die verschillen in de accijns en omzetbelasting zijn overigens ook al aan
het vervagen. In België zullen bijvoorbeeld onder meer de sigaretten
per 1 januari 1971 heel wat duurder worden. Daardoor zal de smokkel
van rookartikelen (die volgens de heer Vermeulen de laatste jaren toch
meestal bestond uit .consumptiefraude', oftewel smokkel op kleine
schaal, met hoogstens twee sloffen tegelijk) minder aantrekkelijk worden
VERANDERINGEN
De wijzigingen in het grensverkeer brengen ook voor de aouaneambtena
ren uiteraard verandering mee. Jlet wordt in het algemeen zo dat er
zeker aan de Benelux-grenzen een versoepeling van het douanebeleid
zal ontreden. Natuurlijk blijft er toezicht, maar dat zal minder strin
gent zijn dan nu in theorie het geval is', vertelt de heer Vermeu-
len Een van de consequenties van de verschuiving van de werkzaamhe
den zal in de loop van 1971 voor de douaniers merkbaar worden: de
inspectie invoerrechten en accijnzen in Terneuzen wordt opgeheven en
samengevoegd met Vlissingen die dan geheel Zeeland zal gaan omvatten.
De heer Vermeulen vindt dat er sprake moet zijn van een afwegen van
belangen. .Er zal best nog wel eens een keer wat onregelmatigs voor
komen. maar als je daarvoor een omvangrijk apparaat in stand moet hou
den, dan worden de kosten veel te hoog. Bovendien is het stelsel van de
omzetbelasting in zekere zin een waarborg om smokkel van goederen
voor handelsverkeer te voorkomen'.
Hoofdinspecteur Vermeulen eind 1966 naar Terneuzen gekomen
moet tot het voorjaar van 1967 teruggaan, om nog een smokkelzaak van
betekenis te kunnen noemen in zijn gebied: .Dat was met een smokkel
auto die in de Braakman was gestrand, na een vrij wilde achtervolging,
zowel in Nederland als in Belgie. Die auto is toen, meen ik, uitgebrand'.
SIGARETTEN
Laatste grote smokkelaffaire in Zeeland was het in beslag nemen van ruim
4 miljoen sigaretten op 1 maart 1970: in een haventje bij Wissenkerke
vond men toen een kotter met 2 miljoen gesmokkelde sigaretten en later
op de dag legde de douane bij Wolp'naartsdijk beslag op een vracht
auto met nog eens 2 miljoen ongebanderolleerde sigaretten. Voor de
smokkelaars was er toen een winst van ruim 2 ton aan te verdienen.
In datzelfde weekeinde werd bij het Belgische Assenede een Mercedes-
smokkelwagen klemgereden, die clandestiene drank vervoerde. Waren
het de laatste oplevingen van de smokkelprinsen'????
Heel wat douaneambtenaren, die jarenlang strijd met de smokkelaars
gevoerd hebben, zullen de krachtmetingen gaan missen. Het was overi
gens niet zo dat men de smokkelbestrijding als 'n sport opvatte: .Onjuist',
zegt de heer Vermeulen, .toch zeker niet door de smokkelaars, denk maar
aan de kraaiepoten en olie die men op de weg uitgoot. Vooral voor
onschuldige passanten leverde dat heel wat risico's op'. Hij is blij dat
er zeker de laatste tien jaar geen schietpartijen meer zijn voorgekomen
in zijn gebied, .noch van de zijde ran de smokkelaars, noch van de zijde
van de douane'
De heer Vermeulen houdt wel een slag om de arm als het gaat om de
vraag of de smokkel op den duur zal verdwijnen: Je kunt het met smok
kel nooit zeggen, op een bepaald moment kunnen het de vreemd
ste artikelen zijn. die voordeel opleveren'.
De .slimme smokkelaar', die kans ziet om door ontduiking van ta
rieven voordeel te behalen, zal wel blijven bestaan, al zullen de ge
renommeerde sluipweggetjes langs de grenzen in de toekomst wel het
meest door konijnen gebruikt worden
RINUS ANTONISSE
SJef Rijckhart (43) in café ,De Kroon' ln Bel-
i ich Klingewat heette vroeger nou een smok
kelcafé. Smokkelaars kregen overal een pint
over gebogen houdt, vertelt ook wat
over de reil en zeil in de smokkela
rij. Hij noemt zichzelf een .kruimel-
smokkelaar,' die de grens elke keer
via andere, nog ongetreden paden
kruiste. Voor de douane waren deze
lui een .zacht gekookt ei' en werden
beschouwd als een sportief doelwit.
Jlet gebeurde heel vaak dat we ons
zooitje moesten neergooien, omdat
de kommies je op de hielen zat.
Maar het kwam ook voor, dat Je
met 50 kilo boter op pad ging en
dat je slechts 15 kilo afleverde. Ook
de grossiers in smokkelgoed maak
ten dit wel mee. Hoe? Het was on
der de kommiezen ook niet altijd
recht'.
De caféhouder en Sjef Rijckhart zijn
het op één punt gloeiend met elkaar
eens: de kleine smokkelaars uit de
grensstreek zijn in feite geen slech
te jongens. Zo mag men ze volgens
hen niet beschouwen. Men moet het
anders zien: het was een .schnabbel',
een extra boterham. Want zoveel
goeie bijverdiensten als in de grote
steden bestaan, had men langs de
grens vroeger niet. De smokkelaars
die zich lieten leiden door stadsfl-
guren. dié waren de echte crimine
len. Met zulk soort wil de echte
smokkelaar zich toeh niet meten?
Ik tenminste niet', zegt Sjef Rijck
hart hooghartig.
,Hoe zijn wij grensbewoners tot
smokkelen gekomen? Als je op de
grens wordt grootgebracht, dan is
smokkelen in zekere zin een aan
geboren mentaliteit. Van jongsaf
aan, nog in de schoolbanken, begin
je er al mee. Je ziet het meestal van
je kameraden. En je maakt het ook
als een sport mee. De spanning, hè!
Ja, en dan raak je er helemaal in.
Het begint eerst met het kleinste
dat er is. Puddingpoeder en cacao.
Vanzelf komt het grotere werk, want
iedere rechtgeaarde smokkelaar wist,
dat Holland het land van kaas en
boter was. Stel het maar rustig zo:
van het een kwam het ander, want-
de wereld werd reeds beter, of niet?
Kaas ging in lopende transportjes
van 40 kilo over de grens. Bij afle
vering in het achtererf of de kel
der van de grote baas caféhou
ders waren niet vies van deelname
aan zo'n smokkelcomplot verdien
de je zo'n honderd francs op die
handel. Botersmokkel was zware
kost verdienen. Met verschillende
mannen tegelijk gingen we door
weer en wind met een vest boter van
30 kilo, zo zwaar als lood, de grens
over. Je ving er zo'n 350 francs voor.
Men kan zich deze situaties niet in
denken, als men het niet zelf heeft
gedaan: zes kilometer lopen, dwars
door akkers, slootje springen en over
en onder prikkeldraad kruipen. Mijn
broek is heel wat keertjes gescheurd.
Het was een zwaar pak op je li
chaam. Soms moesten we er eerst
dertig kilometer mee rijden voor
dat we op de plek waren waar we
de grens wilden passeren. Meest
al gebeurde alles 's nachts maar ook
wel "s overdag. Eén ding weet ik
nu in elk geval zeker: anderen zijn
hardstikke rijk van ae smokkel ge
worden. ikzelf heb er geen sou aan
overgehouden'
PAULüS MAARTENSE
Sinds de snelle auio op de markt verscheen is smokkel een bedrijf van het
ruwste soort geworden. Enkele jaren terug was liet schering en inslag dat
vreedzaam slapende dorpelingen aan de Nederlands-Belgische grens wreed in
hun slaap werden opgeschrikt. Smokkelaars ondernamen dan weer een actie.
In het holst van de nacht raasden ze in gepantserd .geweld' met kapitalen aan
handel de grens over. Gewoon over de hoofdroute, recht op hun doel af. Want
voor de grote jongens in de smokkelbusiness was al dat gesluip en gekruip
over modderige akkers en bonkige weggetjes veel te omslachtig en tijdro
vend. Over het harde wegdek was veel gemakkelijker en bovenal efficiën
ter: de smokkelwaar kon per ton in plaats van per kilo worden overgebracht.
Ze deinsden voor niemand uit de weg. In enkele seconden ontstonden dikwijls
complete wild-wcst-tafcrelen bij een grensovergang. Schietende douaniers.
Barricaden, rookbommen en ijzeren .kruidnagelen' op de weg.
De caféhouder van .De Kroon' in
Belgisch Klinge weet een paar enor
miteiten van die dagen op te dissen,
wanneer hij zich in een onbewaakt
ogenblik de klandizie was op
even laat gaan en zich mengt in het
gesprek over smokkel uit. .die goeie
ouwe tijd'. .Meneer, ik heb hier op
Klinge gepantserde wagens meer dan
eens met grote snelheden door de
straat zien stormen. Er werd dan
geschoten. Maar het had totaal geen
zin. De kommiezen stonden hele
maal machteloos. Tegen zulk geweld
is immers niks opgewassen. Ik heb
meegemaakt, dat de kommiezen als
barricade een stel houten boerenwa
gens dwars over de weg plaatsten.
Maar ze moesten springen voor hun
leven als die smokkelaars er aan
kwamen. Meneer, ze reden op alles
en iedereen in. Het hout van die
wagens explodeerde naar alle kan
ten Er bleef geen spat van over.
Minstens een paar maal vragen en
verduiveld goed zoeken zijn er voor
nodig om .lostongen' te ontmoeten,
die iets over de glanstijd voor de
smokkelaar willen vertellen. Zelfs nu
nog. jaren na al die vergeten smok-
kelaffaires, waarvan ze toch een
boel kunnen vertellen, al zeggen ze
nooit het naadje. trekken zowel
smokkelaars als caféhouders van de
beruchte plekjes voor beraad en sa
menspanning een mantel van afweer
en anonimiteit om zich heen. Hun
mond klapt dicht, wanneer er onge
vraagd over smokkelpraktijken
wordt geïnformeerd. Niet allemaal
zijn ze zo. Bijvoorbeeld de nu 43-
jarige Sjef Rijckhart. ex-smokke-
laar en -caféhouder: Jk heb dertig
dagen voor smokkel in de bak moe
ten zitten. Het ging een keer flink
mis. De Hollandse douane heeft me
toen wel niet ter plaatse kunnen pak
ken maar ze is me van huis komen
halen. Ik moest en ik zou mee. Mijn
maat hadden ze namelijk wel in de
kraag kunnen vatten. Het zat zo in
elkaar. Mijn maat en ik bleven er
gens haken met een auto met tien
ton boter. Kommiezen hadden ons
tegen een muur klem gereden. Mijn
maat zat precies aan de kant van
de stuurcabine die niet meer open
kon, omdat die muur er voor zat.
Ik kon er nog wel uitspringen en het
als een haas op een lopen zetten. Ik
werd nog nagepaft. Ze schoten me
in de benen, maar ik kwam toch
weg. Later kwamen ze me visiteren.
Logisch als ze je maat hebben'.
Rijckhart vertelt, dat zijn café. dat
feitelijk eigendom van zijn moeder
was. aan de grens stond, vlakbij
een ander bekend smokkeladres, ca
fé Drumont. ,Het staat er nu niet
meer. want het is afgebroken, 's
Nachts waren we altijd open We
verdienden er een dikke boterham'.
Van de benaming .smokkelcafé' wil
hij niks horen. Namen als Gelder-
mans en De Starre zeggen hem daar
om niets. Verontwaardigd zegt hij:
.Smokkelcafés? Smokkelcafés? Wat
heette vroeger nou een smokkelcafé?
Dat ls allemaal maar fantasie. Elk
grenscafé was wel een smokkelca
fé. Smokkelaars kwamen overal bin
nen. die kwamen niet steeds op het
zelfde plekje bij elkaar. Ze kregen
per slot overal een pint getapt'.
Een bijzittende ex-smokkelaar, die
omwille van de .anonimiteit' onder
het praten telkens het hoofd voor-
Tussen Zuiddorpe en Overslag, bij de .Starre', staat op enkele stappen over de Belgische grens een verlaten uitziend
boerenhof. In werkelijkheid was het één van de beruchtste smokkelcafés. AI is het 's a\onds en 's nachts
aardedonker rond de woning ook nu nog is het café intact gebleven. Een omwonende: Als u er per sé moet
ziju, dan is er altijd wel iemand.