MS
CONFLICT ROND
HET KERKLIED
mhts-
wtorium'
were
wstmuziek
de missen van van beethoven
karajan: oude, vertrouwde kerstconcerten
heme gelegenheidsplaat voor kerstmis
welzijn
m-
ill
19 DECEMBER 1970
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
21
VOOR DE DRAAITAFEL
ïKhtsoratorium van J. S. Bach
helemaal geen oratorium,
,nrï, dat bestaat uit zes afzon-
tes Bach schreef ze in 1734
teldagen rond het kerstge-
de eerste tweede en derde
joor nieuwjaarsdag, de zondag na
:o voor het feest van Christus'
op 6 januari. De belangrijkste
de eerste drie, waarin 't kerst
red; verhaald. Het zijn nu die
Dis Weihnachtsoratorium'. die
onvolprezen Magnificat BWV
t vormen van een DGG-album
21 JSs begab sich aber zu der
ei vier platen, die DGG liet
m haar serie najaarsaanbie-
b welk album door het pro-
ca aantrekkelijk wordt tegen
de kerst. Vier platen vol .Advent und
Weihnachten in der Musik alter Meister',
met een speelduur van ruim drieëneenhalf
uur Is zo'n hoeveelheid ook al is de
kwaliteit zo voortreffelijk als hier niet
teveel van het goede?
Het moet gezegd- men heeft bij DGG een
evenwichtige, boeiende en royale
keuze gedaan uit het repertoire van de
befaamde Archiv-opnamen. Maar het is
met kerstmuziek als met kerstmaaltijden:
hoeveel men kan hebben, hangt af van het
incasseringsvermogen. Zoals gezegd wordt
de kern van het album gevormd door de
drie kerstcantates uit Bachs Weihnachts
oratorium en zijn Magnificat, die tevens
qua uitvoering als hoogtepunten uit de
cassette kunnen gelden.
Vertolkers zijn namelijk het Münchener
Bach Chor en Orchester onder leiding van
Karl Richter. Een Bach-dirigent van naam.
die een moderne opvatting huldigt, een niet
te zwaar bezet kooi en orkesi kiest en
voor stijlgetrouwe, beweeglijke uitvoeringen
zorgdraagt Er zijn bovendien solistische
prestaties van formaat: van Maria Stader,
Hertha Töpper, Ernst Haflinger en Die
trich Fisoher-Diskau in het Magnificat, van
Gundula Janowitz, Christa Ludwig, Fritz
Wunderlich en Franz Crass in de canta-
Belangrijke bijdragen aan de twee andere
platen zijn het is onvermijdelijk in
een dergelijke selectie Corelli's kerst
concert, het concerto grosso in g-klein opus
6 nr 8 (transparante, lichte uitvoering van
het Mainzer Kammerorchester onder lei
ding van Gunther Kehr), het JDeutsches
Magnificat' van Heinrich Schütz (Dresdner
Kreuzchor onder leiding van E. Mauers-
berger) en Machet die Tore weit', motet
van Sebastian Knüpfer, voorts Handels or
gelconcert F-groot nr 4 opus 4 .Halleluja'
(Eduard Muller) en tenslotte enkele on
derdelen uit Der Messiah' van Handel
(eveneens met Richter en zijn Münchener
koor en orkest). De platen bevatten ook
een aantal kleinere werken, met name
koralen en koraalvoorspelen.
Hoewel de platen zijn samengesteld uit
opnamen die in de loop van de voorbije
tien jaar verschenen, klinken ze transpa
rant en met een plezierig stereo-perspec
tief. In het bijgeleverde, geïllustreerde
tekstboek is iemand aan het werk geweest,
die vooral in veel goudopdruk veel kerst
sfeer ziet, maar er is interessante informa
tie over werken en componisten in te
vinden.
(Es begab sich aber zu der Zeit...' DGG
2721 008, stereo).
C.
Het is met de kerkmuziek van
Ludwig van Beethoven een wat
merkwaardige zaak: zijn belang
rijkste werk op dit terrein, de
Missa Solemnis opus in D opus
123 is een ontzagwekkende com
positie, waar meestal eerbiedig
omheen wordt gelopen en een
andere proeve van klinkend ge
loof, de Mis In C opus 86 is maar
weinig bekend. Beide missen ko-
men zelden tot klinken, terwijl
toch juist Beethoven verreweg de
meest gespeelde componist is.
DGG bracht beide werken uit in
verband van de uitgave van Beet-
hovens verzamelde werken ter
gelegenheid van zijn tweehon
derdste geboortedag.
Dat men de Missa Solemnis niet
zo vaak van zijn voetstuk haalt
om hem uit te voeren, is wel
begrijpelijk. Beethovens kracht
als componist lag vooral op het
instrumentale vlak. Wat bij de
negende symfonie blijkt, komt
ook in de mis tot uiting: de
vocale solisten en het koor staan
soms voor bijna onzingbare pas
sages, het lijkt er soms op of
Beethoven het geloof moet af
dwingen. Bovendien nam de mis
bijna onevenredige afmetingen
aan, waar de structuur van het
werk onder te lijden had. Maar
het bevat ook grandioze muziek,
met name in het Credo (fuga Kt
vitam venturi saeculi') en het
.Agnus Dei'. De mis opus 86 is
veel toegankelijker, veel hechter
ook en stelt minder problemen
aan de uitvoerenden, hij bevat
prachtige muziek en het is daar
om opmerkelijk, dat het werk zo
In de schaduw staat van de Mis
sa Solemnis.
De DDG-uitgave maakt het nu
mogelijk beide werken naast el
kaar te horen, in uitvoeringen op
hoog niveau. Voor de Missa So
lemnis tekenden namelijk Gundu
la Janowitz, Christa Ludwig,
Fritz Wunderlicht en Walter Ber
ry als solisten, met de Wiener
Singverein en de Berliner Phil-
harmoniker onder leiding van
Herbert von Karajan, terwijl in
de Mis opus 86 solieerden Gundu
la Janowitz, Julia Hamari, Horst
Laubenthal en Ernst Gerold
Schram, met het Münchener
Bach-Chor en 't Münchener Bach-
orchester, gedirigeerd door
Karl Richer.
De uitvoeringen zijn in beide ge
vallen prachtig, maar verschillen
W niet missen; zo vlak voor de
F nin de namen die zo'n beetje
p horen nog eens genoemd, dit-
|T DCG, die Corelli, Manfredini,
(•ucatelli in een oogverblindend
I paarse engeltjes stak.
:r van belang omdat er
e is overgebleven voor de
n de uitvoerenden: De Ber-
r onder Von Karajan.
t3öat 'n dit goede en vertrouwde
-F -snaai Vivaldi's Concerto ,Per
'Stale' ontbreekt; men kan het
in combinatie met de overige wel op andere
produkties aantreffen, bijvoorbeeld de
HMV-schijf met Barshai en het kamerorkest
van Moskou. Die verwijzing brengt ons
meteen in de sfeer van de vergelijking: het
is zonder meer waar dat een klein, intiem
gezelschap als het kamerorkest naar zijn
aard eerder geschikt voor deze speciaal-
concerten geacht moet worden dan de grote
Philharmoniker die, zeker onder Von Kara
jan. nogal graag zware accenten legt. Vast
staat overigens wel dat de Berliner Phil
harmoniker in deze kerstconcerten goed
werk doet, breed en gedragen, met niet
overdreven veel aandacht voor het inge
wikkeld Italiaans weefwerk dat er zonder
meer inzit.
De muziek is weelderig, rijk en tegelijk
thematisch eenvoudig, niet iets om log
op in te spelen en naar blijkt ook
voor groot orkest een aangename oefening
in attentie. Er is ook voor de solist (viool
en cembalo) op datzelfde front eer te be
halen en ook dat komt in deze technisch
bijzonder goede DCG-produktie duidelijk
naar voren.
De concerten: Arcangelo Corelli .Concerto
grosso fatto per la notte di natale' (opus 6.
C.pJ kerstmis: het is de titel van
(The world of Christmas),
«©uziek is vastgelegd. Een ge-
1 dus' maar één van supe-
-T?: ,Het =aat hier om vertol-
aanzienlijk van karakter. Von Ka-
rajan's aanpak breed en kleu
rig neigt naar het romanti
sche, men waant zich eerder in
de concertzaal dan in de kerk
de benadering van Karl Richter
is bijna streng klassiek, helder en
met een sterke contrastwerking.
In beide werken zijn fraaie solis
tische prestaties te beluisteren
de .kleine' mis biedt de solisten
de meeste mogelijkheden en is
de koorzang gedisciplineerd en
indrukwekkend. De in 1966 opge
nomen al eerder verschenen
Missa Solemnis komt wat dif
fuus door, de nieuwe opname van
opus 86 klinkt helderder, in beide
werken is het stereobeeld breed
en evenwichtig. Een aanbevolen
uitgave. (Beethoven, de Missen
DGG 2720 013, stereo) C.
nr 8 in g-moll), Francesco Manfredini .Con
certo grosso fatto per la notte di natale'
(opus 3 nr 12 in C-dur), Giuseppi Torelli
.Concerto a 4, in forma di Pastorale per il
Santissimo Natale' (opus 8, nr 6 in g-moll)
en Pietro Locatelli .Concerto-grosso opus
1, nr 8 in f-moll'.
Wie zijn ogen sluit, hoort beter en hoeft
bovendien de hoes niet te zien. De opnamen
zijn de extra-aandacht best waard.
(DCG 2530 070)
Reeds gedurende enige weken lezen we zo nu en dan iet» over het conflict dat er go-
rezen is over de betaling van auteursrechten wanneer er In de kerken psalmen en tr>
zangen worden gezongen uit het kerkboek waarop we nu al enige Jaren zitten te wach
ten. De nieuwe psalmberijming In de blauwe boekje» met de harp, bevatten de defini
tieve vorm der psalmen. Lit de toekomntlge gezangenbundel voor de \H Kerk is
een selectie van 102 gezangen verschenen, het zgn rode boekje. Zoal* algemeen bekend
Is niet alleen de psalmberijming, maar ook de gezangenbundel, hoewel ze oorspronkelijk
hervormd van opzet waren, een Interkerkelijke zaak geworden. Verschillende kerken
hebben zich hij het hervormde Initiatief aangesloten. Mede daardoor heeft de do-
flnitieve afsluiting langer geduurd dan aanvankelijk was voorzien en moeten we tm
nog naar de kerk. In sommige gemeenten althans, met drie bundeltjes. Maar spoedig
zou dit tot het verleden behoren. Kr zouden nog wat regelingen moeten worden getrof.
fen en contracten afgesloten en dan zouden we na de nn al weer sinds I93S durende
tussenperiode, een kerkboek hebben met psalmen en gezangen, een boek dal mis
schien weer kostbaar gebonden kan worden, met zilveren of gouden sloten te sluiten,
zoals onze grootmoeders dat begeerden. Een Interkerkelijke stichting ligt hier het
meest voor de hand om voor die regelingen te zorgen welke nu nog het drukken te
genhouden.
Hoe dit verder loopt is hier nu niet ter
zake. Men zal wel een betere regeling ma
ken dan er in het begin van de vorige
eeuw gemaakt is met betrekking tot de
evangelische gezangen, welke in de her
vormde kerk tot 1938 zijn gezongen. Er is
nu echter een kwestie gerezen rond die
nieuwe bundel. In .Hervormd Nederland'
van 28 november en 5 december hebben
er stukken gestaan die handelden over cüe
kwestie en in enige ringbladen uit onze
provincie vonden we enkele stukken daar
uit overgenomen. Wat is de zaak? In de
kerken wordt muziek gemaakt. De gemeen
te zingt, door het orgel begeleid. Dat heeft
zij in de protestantse eredienst sinds de
reformatie altijd en overal gedaan. Daar
vinden wij de oorsprong van het kerklied
zoals wij dat nu nog kennen. In de loop der
eeuwen zijn er. naast de psalmen, steeds
weer nieuwe liederen ontstaan, waarin
mensen hun geloof hebben uitgezongen.
Wanneer we het huidige in gebruik zijnde
gezangenboek nagaan, zien we aan de na
men van de dichters en componisten (ook
al zijn ze niet alle bekend, meestal wordt
de eeuw van ontstaan wel vermeld) dat
we in zo'n gezangenboek een liederenschat
hebben die ons verbindt met de christen
heid van vele landen en tijden, ook zelfs
uit de tijden van vóór de reformatie. Zon
der het kerklied dat door de gemeente ge
zongen wordt is een protestantse kerk
dienst doodeenvoudig niet denkbaar. De
vraag is nu of voor dat zingen bepaalde
rechten moeten worden betaald aan de
auteurs van de melodieën? Deze vraag is
in het geding. Maar waarom zouden de au
teurs van de teksten er niet onder vallen?
Tot 1938 ging het in het hervormde ge
zangenboek om melodieën die zo oud waren
dat er geen auteursrecht meer op rustte.
In de bundel die toen door de synode aan
de kerk is aangeboden, treffen we wel na
men aan van auteurs die, in opdracht van
de commissie tot samenstelling, voor nieu
we melodieën hebben gezorgd. Hun "etal
is echter niet zo groot en we weten niet
of er toen bijzondere regelingen zijn ge
troffen. Wie nu het rode boekje van de
102 gezangen doorbladert, vindt daarin
oude zangwijzen, maar ook een heleboel
nieuwe. Wanneer deze 102 een doorsnee
zijn van het geheel nieuwe gezangenboek
dat we verwachten, zullen er een behoor
lijk aantal gezangen in staan die gezongen
moeten worden op melodieën van nu nog
levende componisten. Het is begrijpelijk
dat de samenstellers van het nieuwe ge
zangenboek gedeeltelijk ook hebben gezocht
naar eigentijdse zangwijzen bij sommige
nieuwe liederen.
Nu zijn de uitvoeringsrechten voor muziek
internationaal geregeld, en ook ons land
kent een wet op de auteursrechten, welke
gebaseerd is op die internationale over
eenkomst. Echter heeft ae Nederlandse re
gering niet gedaan wat de Duitse. Oosten
rijkse en andere regeringen wél hebben
gedaan, nl dat zij de kerken wettelijk heeft
vrijgesteld van de betaling van auteurs
rechten voor alle niet-commerciële uitvoe
ringen. Daarin schuilt nu de oorzaak van
het rumoer rond het kerklied. Door de
liturgievernieuwingen is hier een pro
bleem ontstaan- Wanneer een componist
of tekstschrijver 50 jaar geleden gestorven
is. kan op auteursrechten geen aanspraak
meer worden gemaakt, naar de bepalingen
van de wet op auteursrechten van com
ponisten of tekstschrijvers. Nu gezongen
wordt op melodieën van hedendaagse au
teurs, meent BUMA, dat is het bureau
voor muziekauteursrecht, er wél aanspraak
op te kunnen maken wanneer in enige kerk
een nieuw lied op nieuwe melodie wordt
gezongen. Daarvoor nu spreekt BUMA de
hervormde kerk aan. Hier zit natuurlijk
een juridische kwestie achter. Al heeft de
NH Kerk een honorarium aan de auteurs
betaald en al krijgen deze, naar we lazen,
een gratificatie naar het aantal verkochte
gezangenboekjes. BUMA eist meer. nl een
betaling over elke keer dat het werk van
een hedendaagse componist in enige kerk
dienst gezongen wordt. En dit bureau stelt,
de RK Kerk ten voorbeeld die via de St-
Gregoriusvereniging Jaarlijks een bepaald
bedrag betaalt. Over 1970 is dit 11.500
,voor uitvoeringsrecht van moderne gewij
de muziek'.
De vergelijking met de RK Kerk gaat
slechts ten dele op. omdat men hier geen
officieel gezangenboek heeft waaruit de ge
meente zingt. Doch ook hier komt er ver
andering.
Het is nog niet zo lang geleden dat we via
de radio een rk-kerkdienst hoorden waarin
uit volle borst een hedendaags gezang werd
gezongen. We weten niet of de melodie
ook nieuw was. De mogelijkheid zit er in
dat er ook hier meerdere liederen voor
gemeentezang zullen komen. Zagen we in
een gestencild liederenboekje in de kerk
van de abdij van Affligem, liggende bij elke
zitplaats, niet vele nieuwe liederen, waar
bij ook gezangen van W. Barnard, J Wit
en J. W. Schulte Nordholt, medeauteurs
van het nieuwe gezangenboek van de NH
Kerk? Die abdij van Affligem heeft de spits
afgebeten van de liturgievernieuwingen.
Op de els van de BUMA heeft het mode-
ramen van de hervormde synode geschre
ven dat in het kerklied, ter ere Gods. de
gemeente .niet de passieve rol van toe
hoorder vervult, maar actief in de ere
dienst is betrokken'. De gemeente is geen
publiek dat komt luisteren naar muziek,
want iedereen zingt mee; wordt tenminste
geacht dit te doen.
Hoe deze zaak Juridisch ligt op grond van
de wet op de auteursrechten, kunnen we
niet beoordelen. Maar wel komt bet ons
vreemd voor dat een kerkdienst zo maar
wordt gelijkgeschakeld met een concert of
met een uitvoering waarvoor het publiek
een entreegeld betaalt en waar het soms
ook onder leiding mag meezingen. Wanneer
Feijenoord een wedstrijd speelt in zijn
eigen stadion, behoort het tot het ritueel
dat er het clublied gezongen wordt. Dit
zal ook nog geen 50 jaar oud zijn. Valt
het ook onder de BUMA? Doch. de ge
zangen in de kerk worden opgegeven. Ze
zijn op de borden te lezen. We hebben ook
eens een bijzondere kerkdienst meege
maakt, waarin alleen de eerste psalm stond
aangegeven en de andere liederen vanuit
de gemeente naar voren kwamen. Vallen
deze. zo ze nog geen 50 Jaar oud zijn, ook
onder de genoemde wet? De psalmen van
David zijn oud genoeg, maar de berijming
die we nu zingen is nieuw. Vallen deze
ook onder het opzicht van de BUMA? Dit
bureau waakt ook over de rechten van de
tekstschrijvers. Menige vereniging die, ln
de tijd toen er nog verenigingen waren,
een uitvoering gaf waarvan een verslag in
de krant kwam, kreeg later een kwitantie
van BUMA gepresenteerd.
Ds Landsman, de secretaris van de her
vormde synode schrijft aan het eind van
zijn artikel in Hervormd Nederland van
5 december: .Wij hopen te hebben duide
lijk gemaakt dat het in de kwestie van de
verhoudingen van de kerken tot het BUMA
om meer gaat dan om de kansen voor de
invoering van het nieuwe kerkelijke lied
boek'. Het gaat in wezen om iets wat in
het hand over hand toenemende seculari
satie- en ontkersteningsproces telkens weer
het grote strijdpunt zal zijn: het eigen
karakter en de eigen plaats van de chris
telijke religie en van haar openbaringsvor
men en manifestaties in de samenleving en
in het openbare leven'. Is de kerk gelijk
te stellen met een vereniging en de kerk
dienst met de een of andere uitvoering.
Tenslotte nog dit. BUMA heeft blijkbaar
de hervormde synode aangesproken. De
synode zal ook nu wel weer het nieuwe
kerkboek als het klaar ls, aan de gemeen
ten aanbieden, zoals ook in 1938 is ge
schied. In de gemeente zal worden beslist
of zij het aanvaardt en daar wordt ook
beslist, wat er gezongen wordt Wanneer
er een hedendaags gezang wordt gezongen,
zullen de gemeenten moeten worden aange
sproken. Doch, wanneer er telkens weer
betaling wordt gevraagd, zien we het ge
beuren dat er geen of weinig nieuwe liede
ren zuilen worden gezongen, wat jammer
zou wezen, want het kerklied blijft be
langrijk voor de gemeente, ook het nieuwe
gezang. Het laatste woord is over deze
kwestie nog niet gesproken. Zal de regering
dit doen? Zal de rechter beslissen? We zul
len het moeten afwachten.
College Choir uit Cambridge: kerstliederen
als Hark the herald angels sing', het ook
hier bekende .The first nowell'. Komt allen
tezamen' enz. De selectie is voortreffelijk:
Britse kerstliedjes als ,God rest ye merry.
ook een kerstlied van Nederlandse oor
sprong King Jesus hath a garden' Heer
Jesu heeft een hofken en Ba<
de bewerking van ,In dulci jubilo'.
s - -1- soar mei um vertui- ainie rwei arueujea ai» ,uuu reör ye merry,
befaamde Engelse King's gentlemen' en Hast three o'clock', maar Een plaat met kerstmuziek van hoog ni
veau, uitgevoerd door een koor met een
eeuwenlange kathedraal-traditie. De tech
nische uitvoering van deze plaat is al even
perfect: een glasheldere registratie. In elk
opzicht een voorbeeld van een sublieme
gelegenheidsplaat. (Argo SPA/A 104).
Wensen wij niet allemaal
min of meer welvaart in ons
leven? Zijn wij niet allemaal
zoekers naar het geluk? Stre
ven wij soms niet zózeer
naar welvaart en geluk dat
wij het echte welzijn verge
ten- vergeten te letten op
de ander, niet meer denken
aan de ander en niet meer
luisteren naar de mens die
om inspraak vraagt; wij be
derven zijn markt, eisen ho
ge invoerrechten, concurre
ren hem dood. bevuilen zijn
lucht, vertroebelen zijn wa
ter en stompen zijn gehoor
af met onze .luidruchtighe
den'.
Zo zoeken wij slechts wel
vaart'voor onszelf en berei
ken daarmee toch niet het
echte welzijn. Wij worden
niet volledig gelukkig wan
neer wij het geluk van de
ander in de weg staan of
bederven.
Hoe is dit te voorkomen?
Wat is er aan te doen?
Gods woord zegt hierop:
Onderhoudt het recht en
doet gerechtigheid (Jesaja
56 1). Onderhoud dat wei
God gerechtigheid vindt.
Laat daarop je hart of je
leven gericht worden, zodat
jt het met hart en ziel
met liefde gaat doen.
Dit zal betekenen dat je dan
ook het liefhebben van je
medemensen gaat beoefe
nen. want wie zegt dat hij
God liefheeft, maar zijn
broeder haat, die is een leu
genaar. Gods recht nastre
ven betekent dat wij ook on
ze medemensen tot hun
recht en aan hun trekken
willen laten komen en hen
de leefbaarheid gunnen, al
zal die leefbaarheid mij ook
veel speciale voorzieningen
kosten. Zeker zal ik ook de
ze gerechtigheden moeten
doen opdat allerlei onge
rechtigheden worden opge
heven.
Maar waarom zou ik dat
doen? Wat zal mij stimule
ren om zoveel te doen voor
anderen als ik 't nog wel
goed naar mijn zin heb en
■lie omstandigheden het voor
mijn tijd wel zullen uithou
den? God antwoordt tia
Zijn profeet: .Mijn heil staat
gereed om te komen en mijn
gerechtigheid om óch te
openbaren.' Met andere
woorden: Als je het ware
heil of geluk icilt vinden,
dat gepaard gaat mei in-
wendige rust en vrede, dan
zul je niet je eigen gang
moeten gaan zonder met
God en de naaste rekening te
houden. Want dan zul je ver
keerd uitkomen. Zeker... God
zal zijn hulp en bijstand.
Zijn verlossende kracht
toch wel laten doorgaan, zo
als Hij eens de komst van
Zijn Zoon heeft laten door
gaan, maar dan zal het wel
zijn dal door Zijn goedheid
ontstaat voorbijgaan aan de
genen die het niet verwacht-
genen die het niet verwach
ten, er niet naar uitzien en
er geen rekening mee icillen
houden. Dan loopt men aan
het echte geluk en het ware
welzijn voorbij en wel door
eigen schuld.
Want God heeft het paradijs,
't welzijn en een volheid van
geluk bedoeld voor allen
voor heel de wereld met al
le volken: Alzo lief heeft
God de wereld gehad, dat
Hij Zijn eniggeboren Zoon
gezonden heeft, opdat ieder
die in Hem gelooft, (uit
Hem leeft) niet verloren ga.
maar eeuwig leven hebbe'.
Wissenkerke G. A Zuidema