HARDE STRIJD OP MALLORCA PIET ALLAART TITELKANDIDAAT ETISCH PROBLEEM MERKACTIES FOREL VERWENDE SPORTVISSERS «#>AG 5 DECEMBER 1970 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Russische grootmeesters hebben het op het interzonale toernooi op Mallorca allesbehalve akkelijk. Slechts Gelier lijkt regelrecht op een hoge plaats af te stevenen. De drie anderen, nièvski, Smyslov en Taimanov zullen hard moeten vechten om tot de zes hoogstuitko- pi te behoren. De puntenstand halverwege het toernooi deed ten aanzien van Taimanov {j| eimyslov een vraagteken rijzen. J jan Geiler, sportleraar uit Odessa, is tegen de fysieke inspan- van een lang en zwaar schaaktoernooi goed opgewassen, fin beheerste spel straalt dezelfde kracht uit als zijn gedrongen tensche lichaamsbouw. Altijd vriendelijk in de omgang is jee 45-jarige grootmeester, op het schaakbord een meedogen de killer. Mecklng, zonder mogelijkheden tot tegenspel, kan de gebeurtenissen al leen maar afwachten. 30 Tal-bl 31 Df3-e2 32 Tbl-b3 33 De2-f3 34 Tc4-e3 Tc8-c7 Ta8-b8 De7-d7 Indirecte dekking van de bedreigde c-pion: 35. Tc3:?. Tc3: 35 Tc3-e4 36 g3-g4! Stelling na 36. g3-g4! Tc3:, e4! Lf6-e7 Pa!ma de Mallorca 1970 j; I Geiler (Sowjet-Unie). Zwart: C. Mecking (Brazilië) Spaanse Opening I tf-ei l P|M3 3 Lfl-b5 1 Lb5-al 5 M 6 Tfl-el La4-b3 S rt<3 h2-h3 10 Lb3-c2 U dMl 12 Pbl-d3 13 dl-dó Pg8-f6 Lf8-e7 b7-b5 d7-d6 0-0 Pc6-a5 Dd8-c7 Pa5-c6 »r kiest, evenals wereldkampioen dat graag doet. de gesloten feadeling welke ten tijde van Tsji- rr- (1850-1908) een vanzelfspre- tafaeld was. Sinds Rouzer, ook al- een Russische schaker, is de behandeling 13. dc5:, dc5: 14. PP., Le6 de grote mode geworden. laatste variant werd de afge- ïga jaren zo veelvuldig toegepast e» diepgaand onderzocht, dat er kopnerband niets nieuws meer te ontdekken valt. Pc6-a5 Uecking begaat een onnauwkeurig- be-.d, vermoedelijk een gevolg van onvertrouwdheid met de varianten. Juist is 13. MS, met de bedoeling het paard te betrekken bij de verdediging van de rcehadesteUing. Het beproefde ouder wetse schema luidt: Pf6-e8, g7-g6, Pt3-g7,17-16 en tenslotte Pd8-f7. Wit geeft het zwarte damepaard uiteraard geen gelegenheid naar veld c5 te springen. De contouren van wits aanval op de koningsvleugel beginnen zich af te tekenen. Zijn achterwaartse paard- manoeuvre is in feite voorwaarts ge richt: dame en toren krijgen ruim baan. het paard gaat naar g4 om het verdedigende Pr6 door ruil te eli mineren. Zwart heeft ten gevolge van het verkeerde plan bij de 13e zet teveel tijd verloren om nog een hech te verdedigingslinie te kunnen orga niseren. 19 a6.a5 20 Tel-e3 a5xb4 21 c3xb4 Ld7xf5 22 e4xf5 c4-c3 Zwart verhindert de lopermanoeu vre Lcl-b2-c3, waarmee wit ook de damevleugel volledig onder controle zou krijgen. Het oprukken van de zwarte c-pion maakt deze echter kwetsbaar. 23 Ph2-g4 Lf8-e7 24 Pg4xf6f Le7xf6 25 Te3-e4! De ervaren strateeg Gelier doet zul ke essentiële zetten vrijwel automa tisch. De blokkade van het centrale knooppunt e4 maakt de zwarte stuk ken machteloos. De witte toren werkt naar heide vleugels: beheersing van het eventuele invalspunt c4. onder steuning van de opmars van h- en g-pion. 4 I 1 1 1 1 i 1 lil H t t B 1 2 '2 A ■e Gelier beperkt eerst de bewegings vrijheid van Le7 alvorens pion c3 te veroveren. De dreigende opmars g4- g5 dwingt zwart tot de pionzet f7-f6. Hij mag pion h4 uiteraard niet slaan (36. Lh4:V 37. g5 kost de loper). 14 b2-b3 15 PdMl 16 Pfl-z3 17 b3-bl Lc8-d7 Pa5-b7 c5-c4 25 26 Ddl-f3 27 h3-h4 28 g2-g3 29 a2-a3 Dc7-d7 Tc8-c7 Dd7-e7 Pb7-d8 Tc7-c8 36 f7-f6 37 Te l-e3 Pd8-f7 38 Tb3xc3 Tb8-c8 39 Lc2-e4 Le7-d8 40 Lcl-d2 Tc7-c4 41 Tc3xc4 Tc8xc4 42 Te3-c3 Ld8-b6 13 Tc3xc4 b5xc5 44 g4-g5! De aanval op de koningsvleugel wordt hervat, thans met beslissende kracht. 44 f6xg5 45 h4xg5 LbG.dS 46 Df3-h5 c4-c3 Zwart heeft tegen de dubbele drei ging f5-f6 of g5-g 6 geen verweer. Wit laat zich tot 47. Lc3:, Pg5: niet ver- leiden. 47 Ld2-e3 h7-h6 Zwart capituleerde. De dreigingen te gen zijn koning zijn te talrijk. xn het maandblad .Visserij' van oktober stelt de heer E. Blok de volgende vraag: Is een premie van ƒ2.50 onvoldoende? De heer E. Blok, ing. afd. sport- en beroepsbinnenvisserij, schrijft aan de hanc van zijn gegevens het volgende. Op basis van de regel dat alle bef in moeilijk is, was er reden voor optimisme toen de vangstmeldingen van de eerste foreluitzettingen niet slecht waren. Dat gold zowel voor de gemerkte forel, waarop een premie van 2,50, als ook voor de ongemerkte. Talloze vangstformuliertjes, die onge rankeerd verzonden konden worden, dwarrelden in de bus van S en B Immers, zo redeneerde men. de sportvissers zullen zeker inzien dat beoordeling van het succes van dergelijke uitzettingen staat en valt me' een goede melding van de resultaten. Groot is daarom de teleurstelling over een duidelijke afname van de meldingen, terwijl lOcn uit steekproeven blijkt, dat de vangsten bevredigend blijven! Teleurstelling omdat de grote inspanning van OVB en S en B ohucaar geen dankbare reactie van de zijde van de belanghebben den opleveren. Teleurstelling die in ongerustheid overgaat als men denkt aan de achtergronden. Blijkbaar beseffen vele sportvissers nog steeds niet dat gegevens ontleend aan vangstmeldingen brood nodig zijn voor het toekomstige uitzettingsbeleid. En dat terwijl in de oekomst grote deltawateren op een efficiënt visserijbeheer wachten! •Na deze woorden van de heer Blok gelezen te hebben, dacht ik ineens aan de woorden, die een sportvisser tegen mij zei. namelijk: Hengelen is een modeverschijnsel geworden. In feite betekent het zoveel, dat er vele hengelaars langs de waterkant zitten die daar voor hun genoegen vertoeven, maar voor de rest geen belangstel- lui" »n in lit geval geen medewerking aan de sportvisserij geven. Het is voor de mensen van OVB en afd. sport- en beroepsvisserij dan ook een zeer onaangename zaak dat er van de zovelen die van de hengelsport genieten, er zo weinigen zijn, die zelfs maar i^ts medewerking aan bovengenoemde instanties geven. Eigenlijk, zou men mogen verwachten dat de premie van 2,50 per gemerk te vis wel zou kunnen vervallen. Als goed sportvisser moet het vanzelfsprekend zijn om zijn vangsten nauwkeurig op te geven. Gezien het vele geld. dat er van verschillende zijden in geïnves teerd wordt hebben betrokkenen hier recht op. Juist nu in het Veerse Meer een andere techniek ontstaat om de forel aan de haak te krijgen, zijn deze gegevens belangrijk voor de wetenschappelijke medewerkers. Als men vergelijkingen gaat treffen met het buitenland en zelfs met het binrerland, dan komt men tot de conclusie dat we met de forel in het Veerse Meer schromelijk verwend zijn. Een voorbeeld: m Limourg kan men naast een forelkwekerij op forel vissen voor vijf gulden per dag plus één gulden en vijftig cent voor een gevangen exemplaar Vcor de OVB kost één kilo forel ongeveer acht gulden. Als men dar. bedenkt dat de Deltafederatie jaarvergunningen voor het Veerse Meer uitgeeft voor tien gulden, dan krijgt men het gevoel dat die Federatie voor Sint-Nicolaas speelt. Daarom hebben wij als sportvissers zeker de morele plicht om Iets terug te doen en de vangsten te melden. BB11911 ■lllllll Jfaie ten gevolge van het zwakke begin van Jan Blom in de ?tinciale titelwedstrijd heeft de mening postgevat, dat hij etmaal de eer van het Zeeuws kampioenschap aan een ander a! moeten laten. Wij zijn geneigd deze mening te delen, daar fi beginscore van slechts drie punten uit vier partijen een te salie basis vormt om met veel kans op succes de moeizame naar de eerste plaats te ondernemen. Daarbij komt nog, 2t er dit jaar van een sterke bezetting sprake is, hetgeen van i toernooien der laatste jaren niet steeds gezegd kon worden. Wit P C Allaart. Ritthem J. Blom. 's-Gravenpolder '*5*!d in de 4e ronde van het Jf:"i Kampioenschap op 14 no- WA Met name verheugen wij ons over de terugkeer in de damarena van Jac. Blaas, oud-kampioen, die twee jaar geleden zijn titel helaas niet kon verdedigen, en van Piet Allaart, die de beide keren dat hij deelnam niet zo ver achter de winnaar eindigde. Deze 24-jarige begaafde eejste-bordspeler van Souburg gooit samen met Blaas (en laten we ook Peter Schunselaar niet ver geten!) beslist hoge ogen. In elk geval deed hij reeds voortreffe lijk werk door Blom in een bijzonder levendige en combinatie- rijke partij te verslaan! *='cer 1970. 134-20 2 40—31 3 45-40 4 50-15 5 31-26 6 37-31 41—37 19—23 1-1—19 10—14 5—10 20—25 14—20 9—14 ï/'Jto wart af van het min of geijkte patroon van deze va- -I van de 34—29 opening, die on- Mere zeer uitvoerig is bestu- «ra door Ghestem. In zijn in 1947 f™"™ boekwerk is hieraan ®mitlental dichtbedrukte pagina's De mogelijkheden in deze "«iijds vooral door Maurice Rai- veelvuldig toegepaste w-ns zijn schier onuitputtelijk. 8 46—41 3_ 9 iÜ üih28 23 x 32 0 37 x 28 1 923 1128x19 13x24 ^bedoeling van zwarts laatste zet- 'orden nu duidelijk; het accent for? J gelegd op een massieve ^euge! die door de hekstel er. e nodige onrust moet de witte gelederen, lijkt ons de uitruil naar er' omdat ee" hekstel- n°Btwe® schijven op de lan- gtT.itheomisch althans - niet i bt vWOrdt beschouwd. Doch van mening ver- TOart in elk geval fa dp ^,ven-m hedwang houdt «MSS"* V3n Zijn Spel -83 14 ,,I,9 Hoe moeilijk de zettenkeus voor wit is blijkt uit zijn laatste zet, waar mee hij zich een wat eenzame voor post op veld 22 bezorgt. Hij geeft met deze ontwikkeling tevens toe. dat hij de hekstelling als een zeer hinderlijke affaire beschouwt, want zwart wordt nu toch wel zeer in dringend uitgenodigd deze formatie te verbreken. Consequenter ware daarom 3127 en 26x37 geweest. 3832 is wegens 2227 ons inziens te zwak. in de kaart, omdat ook de zwarte stelling zich bij uitstek leent voor tegencombinaties. Zo is direct reeds 14—19 verhinderd w egens 26—21, 28—22, 38—32 Zwart dreigt nu met 2025!! 29 37—32 20—25? Hier groeien zwart de moeilijkheden hoven het hoofd. Door deze afruil- 34x5. actie komt hij namelijk een schijf 23 12—17 achter. Maar ook 1319 biedt weinig 24 3430 25x34 perspectief: 1319; 2923 813; ■>5 40x29 34—29 13—18; 22x13 19x8; 36—31 11—16; 31—27 8-13; 27—22 7—11 en zwart staat muurvast (analyse Al laart). 17 33x22 18 47x38 19 31x22 20 39—33 21 44—39 22 33—28 23 39—33 14—19 9—14 19—24 In deze stand speelt zwart 1217. welke zet in combinatie met 19— 24 erop wijst, dat hij alles over de combinatoire boeg gooit. Maar hier mede speelt hij zijn tegenstander wel De opbouw via 4339 en 4943 is eveneens aan te bevelen, maar het vervolg leert, dat wit een goede weg heeft gekozen. 25 1— 7 Wederom Is 14—19 verhinderd (de zwakte van de zwarte stelling zit toch wel in zijn linkervleugel!) nu door 26—21, 29—23, 28—22 en 43x5! 26 49—44? Hier laat wit een steek vallen. Zwart kan nu namelijk 1419. gevolgd door 2025 spelen. Aangewezen was 43 39!. omdat dan na 14—19 zou vol gen 28—23, 29—23. 38—32 en 32x5!! Opgemerkt zij nog, dat'4540 wordt belet door 24—30, 17—21, 8—12 en 14x45! Als volgende zet speelt zwart 7—12, waarbij wij een vraagteken plaatsen op grond van bovenstaande opmerkingen. 26 7—12? 27 44—39 16—21 1419 is (zie hiervoor) verhinderd; de tekstzet schept verdere complica ties. Speelt wit nu bijvoorbeeld 45 40 dan volgt 12—18: 37—31 18x27; 31x22 en verder: 21—27. 17—21, llx 22, 24—30. 8—12 en 14x45. 28 39—31! 30 29x18 31 28x19 32 26x17 33 35x24 en zwart geeft op. 12x23 17x30 11x22 PROBLEEM VAN DE WEEK VM- m m a a mrjs s 9 O s w m n m M n <pt Met het vinden van de beginzet van dit probleem van D. de Ruiter zult u niet veel moeite hebben. Het ver dere verloop is echter verrassend en vooral het leuke slotmotief van Man tel is de moeite waard. Oplossing zie elders op deze pagina. Wat nu volgt Is een probleem, dat zo'n jaar of dertig geleden jfl niet bestond. De bied- en speeltechnlek was toen eenvoudig L i niet ver genoeg om zo'n situatie te creëren. Maar nu! De bijna altijd iceer gemaakte fout is het zetten van het aas. Daarmee verraadt de oostspeler óók de vrouw te hebben, want met Ai wordt immers nooit direct het aas gezet?! De juiste kaart om bij te spelen is de schoppen vier. Ener- eijds neemt dit de kleine kans mee dat de partner (west)schoppenheer sec heeft, anderzijds kan het gebeu ren dat zuid H109763 heeft en moet raden welke schoppen hij zal inzet- '.en. Theoretisch is het voor zuid de goede speelwijze te snijden op schoppenvrouw. maar sommige zuids zetten de heer. hopende aas tweede aan hun rechter hand te vinden of mouw sec erachter. Zet mid inderdaad schoppenheer. dan krijgt de oostspeler later twee sla gen met zijn schoppenvrouw en aas. 32—27 21x41; 42—37 41x43; 49x38 23x43; 34x5 17x28; 5x49 35x24; 49—35 24—29; 3540 2933; 401 en wint, want op elke zet van zwart volgt 16! 3 V 7 5 2 H V 10 8 6 4 4> 10 6 2 V V 8 6 3 A 9 7 2 V 5 Zuid gever. NZ kwetsbaar. Het biedverloop is eenvoudig: zuid één s/hop pen west past noord één Sansatout oost past zuid vier - hop. pen allen passen. West moet starten tegen vier schoppen en legt in slag 1 maar ruiter:..: op tafel, onder het motief dat elke andere uitkomst óók een slag kan kosten. Wanneer de tafel 'noord) open gaat is west weinig bh: met zuri start, behalve wanneer hij dan na het bijspelen van noords ruiten vier. bij oost de ruiten boer ziet verschijnen! Bij zuid valt ruiten drie en de vraag is hoe of west moet voortzetten. Op papier een kinderachtig probleem, want een gewone' bridger zal aannemen dat oosts ruiten boer een singleton is en dat west du« ruiten moet doorspelen. Maar het vraagstuk wordt opeens in een heel - licht geplaatst, wanneer lk u er thans bïjvertel dat de oostspekr die rui- tenboer bijspeelde na lang nadenken: Het is nu wiskundig .zeker', dat oost géén singleton rui ten hor b»v en daar u als west gemakkelijk aan de tafel (noord) kunt zien dat c moeilijk aan slag kan komen, moet west wel de moraal hebben var. beginnend heilssoldaat om in slag 2 tóch ruiten na te spelen. Bov<- dien kan west zich achteraf nog beroepen op de mogelijkheid dat r ons in het systeem die ruitenboer om hartennaspel vraagt'. Dat klink' wetenschappelijk, maar het is niet waterdicht tegen de veronderstelling dat oost inderdééd ruitenboer see had en deze kaart nu eens niet na rijp beraad bijspeelt. Hier hebt u alle 52 kaarten: V 7 5 2 H V 10 8 6 4 A B 6 4 10 6 2 V 7 4 V V 8 6 3 V A H B 9 A 9 7 2 B 5 4» V 5 1'4-9373 Het is duidelijk dat zuid down gaat in vier schoppen wanneer OW rnaa: spelen: ruitenaas, harten na voor hartenaas en heer. een derde harten die zuid moet aftroeven. Weliswaar valt klavervrouw, maar cist is met voldoende voor tien slagen. Het zal ook duidelijk zijn. dat ruiten- vervolg in slag 2 aan NZ het contract cadeau geeft. Nu heb ik slecn", harten als vervolg geoorloofd?' De consequentie van een ja' is, dat één vraag te stellen: ,Is het nadenken en ruitenboer bijspelen met lang denken en ruiten vijf naspelen .betekent' klaver-naspel, en ruiten- hoer snel bijspelen de singleton. U zult er wel weinig antwoord op weten, maar met mij eens zijn dat deze methodes het gevolg zijn der conventies?! BRIDGEVRAAO DEZER WEEK Zuid opende met één schoppen noord bood twee ruiten zuid her haalde twee schoppen en noord maakte er vier schoppen van. Op tafel (noord) komt 4 3 8 5 en de oostspeler heeft A V 4 van die kleur. Zodra noord In een bijkleur aan slag Is gekomen, wordt van tafel schoppenboer voorgespeeld. Welke schoppen moet oost bijspelen?? Antwoord op deze pagina. HORIZONTAAL 1 onmiddellijke: waarvan men zich terstond kan bedie nen: 6 hakken; 10 regelen, schikken: 13 elem. Tantalium, afk.; 14 groente; 15 nobel: 17 waterhoogte afk.; 18 vermoeid; 19 Europeaan; 21 riviertje in Utrecht; 23 het ik; 25 nakomelingschap; 28 Engels bier: 30 naar beneden: 22 in bruikleen geven; 33 beloning; 34 bezinksel van wijn; 36 in veilfeneid; 38 muzieknoot; 39 hoge akker: 40 rustplaats: 41 en anderen, afk.; 42 voegwoord: 43 gebaar; 46 schaal: 48 tweehoevig zoogdier; 49 niet oude; 52 grauw: 54 een zekere; 55 specerij; 57 Alg Kiosk Onderneming, afk.: 58 znt: 60 Engels telwoord: 61 beroep: 63 muzieknoot; 64 leger; 66 klein zoogd.er; 68 iets zachter, rnuz. afk.; 70 myth, figuur; 73 iemand die gratis meerijdt; 74 hoop. VERTICAAL: 1 gemeente in N-Holland; 2 muzieknoot: 3 bouwwerk; 4 lof; 5 voorzetsel: 6 slaapplaats; 7 in elkaar 8 loswal; 9 niets. Bargoens; 11 riviertje in K-Brabant; 12 keurige; 14 rivier in Italië 16 Frans lidwoord; 18 droesem, bezinksel: 20 de hoge raad, NT: 22 tijding; 24 toestaan; 28 indien; 27 griezelig. 29 passief, geduldig: 31 slaapplaats der hoenders; 33 -tad in Tsjecho-Slowakije; 35 Europeaan: 37 alvorens: 44 eer bewijzen: 15 bijb-lse figuur: 46 ingewand van haring: 47 rijst-brandewijn: 48 de hele schepping: 50 geweldig: 51 slijtage; 53 buigzaam; 55 toestand van rust; 56 jongensnaam; 59 uitroep: 62 reeds; 65 Europeaan; 67 verlaagde noot: 69 voegwoord: 71 daar; 72 uitgeput.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1970 | | pagina 17