GERRIT KROL: DE LAATSTE WINTER EN
OVER HET UITTREKKEN VAN EEN BROEK
XATÏRDAG 21 NOVEMBER 1970
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
25
De tweewekelijkse tekening van Jacq. Prince heeft ditmaal de Zeeuws-Vlaamse kanaalzone als onderwerp.
Velen zullen het heeld herkennen:
de industrie langs het kanaal hij Sluiskil. Waar zouden de mannen op de voorgrond het over hebben?
VAN GERRIT KROL, die vooral bekendheid ver
wierf met zijn eigenaardige, uiterlijk althans wat
provocerende boek J)e ziekte van Middleton' en
met de roman ,Het gemillimeterde hoofd' (waar
voor hij de prozaprijs van Amsterdam en ook een
Italiaanse prijs gekregen heeft toen het boek in het
Italiaans verscheen), kwamen kort na elkaar twee
boeken uit, het ene een soort roman, J3e laatste,
winter', het andere een soort gedichtachtige tek
sten (in wezen fragmenten proza, en gedeeltelijk
zelfs in Krols andere boeken terug te vinden, bijna
woordelijk, als doodgewoon proza) onder de nogal
opvallende en ook weer provocerende titel ,Over
het uittrekken van een broek'.
Trouwens, Krol schuwt het niet, een soort publicatiestunt uit
te halen. Wie .De ziekte van Middleton* in handen gehad
heeft, weet hoe komisch en uitdagend dat werk geïllustreerd
was, met gekke naaktfoto's, gewone kiekjes en schetsmatige
tekeningetjes. Ook deze nieuwe boeken zijn allebei geïllus
treerd, ,De laatste winter' met een opzettelijk erg vaag
gehouden, slechts suggererende foto en een paar krabbeltjes,
het andere boekje met foto's van mannequins in diverse
staten van ontkleding. Soms bestaat er rechtstreeks verband
tussen foto en tekst, zoals bij ,Het schaamteloze meisje',
ï'oto: een meisje dat, hoewel ze geen onderkleren aan heeft,
haar truitje hoog oplicht, tekst beginnend: .Kijk's naar dit
meisje en kijk wat ze doet. Schaamt ze zich niet? Nee, ze
schaamt zich niet', en eindigend: Kijk-naar het meisje en
kijk naar haar ogen. Is zij gelukkig? Nee, zij is niet gelukkig.
Heeft ze verdriet? Nee, ze heeft ook geen verdriet.
Helaas is er op die foto zo met haar tanden geknoeid om ze
mooi wit te doen lijken, dat de tekst te kort schiet, maar dit
is tekenend voor Gerrit Krols aanpak: de vrouw speelt als sex-
diertje een zeer grote rol bij hem. Hij is echter nooit vulgair
of grof, eerder van een ontwapende, leuke eerlijk
heid.
Op het omslag van ,De laatste winter* prijkt een bijzonder
onherkenbaar geworden reproduktie van een gedeelte van
het schilderij .Flaming June' van de Engelse pre-rafaëliet
Lord Leighton: een in een erg ingewikkelde houding in slaap
gevallen, erg vlezig en zomers jong meisje op een sofa. Op
het boekomslag is alles rose en blauw, in werkelijkheid is de
jongedame, herinneren we ons goed, in een vurig oranje
gekleed en ligt ze warm en blozend onder een veranda aan
zee, heel hoog boven aan het schilderij is ergens een
felblauwe strook met flitsende golfjes. Leighton is een
schilder die pas de laatste tijd weer een beetje in de gratie
begint te komen, en dit Flaming June, dat we toch beslist
ergens hier in West-Europa hebben gezien, is thans blijkbaar
in een Zuidamerikaans museum terecht gekomen, in Ponce,
op Puerto Rico, waar Krol, die geruime tijd in Zuid-Amerika
woonde, het Z3g. Eén van zijn figuren koopt er een .transpa-
rancia' (dia) van:
.De transparancias hield hij, toen hij alleen op zijn hotelka
mer zat, tegen het licht en wat hij nogmaals zag was
Leightons .Flaming June': een meisje slapend op de sofa,
blosjes op de wangen. Op de achtergrond de schittering van
de zee, bloemstukjes aan weerszijden en het meisje er
languit tussenin. Een vierkant schilderij terwijl de transpa-
rancia de vorm van een liggende rechthoek had, dus daar
stond de zee niet op. Maar op het vierkante schilderij zie je,
boven tegen de rand, een streepje zee waar de zon op
schittert. Als ze een verticale foto hadden gemaakt, dan had hij
alleen het meisje gezien, met de zee er achter. Het bloem-
stukje en het hele interieur waren er afgevallen, zodat hij
zou hebben kunnen denken dat het meisje op de sofa op zee
dreef'.
Een motief dat als symbool later weer opduikt: ,Een sofa op
zee. Een- sofa op zee is het symbool van de vrijheid, ook het
symbool van dit verhaal in al zijn afleveringen. Je kunt het
je beste voorstellen dat er een meisje op ligt (zie blz. 14).
Terwijl de golven rondom haar op en neer gaan, beweegt ze
bijna niet'.
Dit is nog niet zo gek. Gerrit Krols boek heeft wel iets van
een sofa op zee, het zuigt ziclx vol en zinkt en droomt, er
gebeurt niet veel in en het is ook niet nodig dat er iets
gebeurt, de- dingen zijn een tikje bizar en irrelevant, de
mensen leven daar wat om heen. Een enkele maal heeft hij een
poging gedaan een arabeske door te trekken, andere malen
totaal niet. ,De kracht der herinnering is beyond measure
ment' (pag. 58) ,De kracht, van het vergeten is beyond
measurement' (pag. 85), maar dat is slechts een enkele keer,
er vaart ook een wapenscheepje uit over de Caraïbische Zee
dat uit zicht verdwijnt in de oeverwouden langs de Amazo
ne. en Nelly's laatste winter in Peru (pag. 53) doet er ook
niet zoveel toe. Het spei-element in dit boek is buitengewoon
sterk. Gerrit Krol houdt van een soort denkgrapjes, één van
de leukste daarvan is te vinden in het broek-boekje:
OVER HET SPAREN
Sparen is .nee' zeggen tegen wat goed is.
Goed is datgene waartegen je
,ja' kunt zeggen, zoals slecht in het algemeen
datgene is waar je .nee' tegen zegt.
want wie .ja' zegt tegen het slechte
doet dai omdat dat slechte
goed voor hem is.
Wat goed is
is slecht zodra het er niet meer is.
Het goede is datgene wat gekozen kan worden.
Het slechte wordt niet gekozen.
Daarom kan iets dat goed is veranderen in
iets dat slecht is.
Iets dat slecht is is goed
zodra het gekozen is.
Daarom kan het goede
dat slecht is omdat het er niet meer is
niet goed zijn omdat het
niet meer gekozen kan worden.
En daarom is het beter het slechte te kiezen hoewel dit
dus niet mogelijk is.
Deze overpeinzingen naderen meer dan eens bedenkelijk de
grens van gezeur, maar meestal zit er net een aardige draai
in en heb je er geen vat op, zoals je op het hele boek J>e
laatste winter' eigenlijk wemig vat hebt. De schrijver geeft
je de kans niet, hij glipt telkens handig weg. Zelf heeft "hij
natuurlijk een flaptekst moeten schrijven, .waarover het
ging', maar dat werd ook niet veel. Nu dan, het ,gaat over'
twee Europeanen, een Rus, Paul Kolodner, geboren 1919,
professor in de fysica (maar zonder werk) aan de universi
teit van Caracas en John Ax, geboren 1922, een Schot,
handelspromotor, wonend in Lima. Ze hebben verder niets
met elkaar te maken. Rondom hen heen bewegen wat
figuren die nog minder uit de verf komen dan zijzelf, maar
die alle met elkaar een .tranche de vie' vormen en die ook
gezamenlijk toch een vrij duidelijk beeld geven van het
leven in die Zuidamerikaanse steden. Kolodner, de wat
ouderwetse Rus, die niets om handen heeft omdat de
academie gesloten is, piekert over de denkmachines die hij
ontwerpen wil en over de wat vreemde Indiaanse vrouw die
beneden hem woont en waarmee hij iets zou willen
beginnen, want ,een dame van het slag dat in een wat
ouderwetse film speelt, blond golvend haar en een intense
lach, terwij! ze, aan de arm van een meneer, het glas heft
zo'n dame had hij niet'.
En John Ax. die propagandafilmpjes vertoont, parties be
zoekt en verder een nutteloos bestaan leidt, heeft juist ruzie
gehad met zijn vriendin Barbara en zoekt voor haar een
vervangster, die hij tijdelijk vindt in Nelly Moon. Verder
scharrelen de mensen maar een beetje rond, de Franse
globetrotter Raphael, Joaquin, de macho en soms ontmoeten
ze elkaar, zoals Raphael en Kolodner. die in een neef-oom
verhouding blijken te staan. En ook Raphael ontmoet een
meisje. Iris, een Incameisje, vriendin van Barbara. Ze
maken een tocht naar het oude gebied van de Inca's,
prachtig beschreven. Tot waar de Amazone begint, de
stroom waar het scheepje de Mariposa in verzeild is
geraakt. Zo raakt alles wel even elkaar in een bestaan dat
geleefd wordt, levens die even vervlochten zijn. weer
losraken, het heeft geen zin. het is uitzichtloos, zoals ook in
de werkelijkheid.
Xn hoewel al deze mensen er niet meer zijn, Barbara niet
en Raphael niet, en zijn hooggekruinde Indiaanse niet. noch
Ax en zijn drie medepassagiers die 'm in plaats van te
groeten hun tanden lieten zien. is het toch goed verslag te
doen, al zijn hun levens nog zo vergeefs. O treurige
ogenblikken dat je in de trein zat en zoals gezegd, naar
buiten hebt gekeken. O sneeuw. O lage zon' (pag. 871.
Uit dit alles komt een milde melancholie over. een lichte'.:;
absurd gevoel van nutteloosheid en doelloosheid, maar de
stem waarmee wordt verteld is oprecht en prettig om naar
te luisteren:
LA PAZ
Het meest bijzondere van deze stad
(een der hoogstgelegene ter wereld)
is de weg er naar toe:
over de roodbruine Altiplano
welke, hoewel er zelfs geen gras groeit.
vrij dicht bevolkt is door Indianen
van wie de mannen gebreide schaatsmutsen dragen
en de vrouwen zwarte bolhoedjes
en een zak op de rug met een baby
ook met een bolhoedje)
en wier huizen net zo rood zijn als de aarde
vooral als de zon er tegen aan schijnt
'waar dó zon niet komt ligt ijs).
langs die lange weg rijd je
van het vliegveld naar de stad die
in geen velden of wegen te zien is.
op de horizon de machtige sneeuwwitte Illimani
waar je onophoudelijk naar blijft kijken
totdat je ineens een ravijn indraait en
in de diepte La Paz ziet liggen:
een kuil met tienduizenden lichtjes.
een open kopermijn
waar de nacht al is begonnen.