ZELANDICA
Belgisch Progil-dossier wordt
dikker maar niet duidelijker....
Dubbelstad' krijgt een
dubbelbaansverbinding
Pro en contra van industrievestiging
in de zeehavengebieden afgewogen
CV-piannen
Even bellen!
Hollestelle nv
01100-6995
OlcloenloLii?
SCDimplex
ZATERDAG 14 NOVEMBER 1970
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
VESTIGING TE KALLO BLIJFT VOORLOPIG IN HET VAGE
VERKLARINGEN
SCHOMMELEN:
JA, NEE, JA, NEE
Als er één zaak is van econo-
misch-sociaal belang die de
laatste tij£ de persmedia in Ne
derland en België heeft bezig
gehouden dan is dit ongetwij
feld het dossier van het Franse
koolstofbedrijf Progil. Nadat
het bedrijf in Amsterdam en
rond Vlissingen was geweerd;
richtte de directie van het
Franse bedrijf een verzoek tot
de Belgische minister
streekeconomie Vlerick, die als
mogelijke vestigingsplaats Kal-
lo opgaf. Deze kleine polderge
meente behoort momenteel tot
de provincie Oost-Vlaanderen
en zal binnenkort met het. j
oog op de uitbreiding van dei
Antwerpse haven overgeheveld
worden naar de provincie Ant
werpen.
In het bestek een overzicht van de
gebeurtenissen tot nu toe.
9 oktober: De eerste geruchten van
een mogelijke vestiging van het Pro-
gil-bedrijf in België doen de ronde
Men geeft als mogelijke vestigings
plaatsen: de kanaalzone Gent-Terneu-
ADVERTENTIE)
'n Glaasje jus d'orange my dear? De
Kalorik Indola dtruspers perst si
naasappels, citroenen en grape
fruits. Heel simpel: draai de door
gesneden vrucht 'n kwartslag te
gen de draairichting (niet drukken!)
en voila: de krachtige, veilig-lang-
zame motor haalt alles eruit
wat erin zit. Met
handig handvat om te
schenken en fraaie,
morsvrije schenk
kan. Trilvrij en anti
slip, dubbel
geïsoleerd.
Niet vergeten:
de dtrus
pers van
Kalorik Indola,
gewoon
onmisbaar,
f 39,95
LZZZ£2ia#«tfo#a
maakt u het leven lichter.
zen en de omgeving van Antwerpen
op.
10 oktober: de Franse firma Progil
neemt optie op ongeveer 100 ha in de
aan te leggen industriezone op de
Linker-Scheldeoever.
16 oktober: minister Vlerick legt een
verklaring af waarin hij zegt te zullen
waken dat wanneer Progil zich
Kallo zou vestigen .de lucht en water
zuiver zullen worden gehouden.' De
Belgische regering wijst de argumen
tering van dr J W. Copius Peereboom
af. Deze wetenschappelijke medewer
ker aan de medische faculteit Amster
dam had reeds eerder op het gevaar
van deze industrievestiging gewezen.'
Het Amsterdamse actiecomité .Leef
baarheid Amsterdam' richt een schrij
ven tot de magistraat van Antwerpen.
19 oktober: de Antwerpse schepen van
de haven L. Delwaide verklaart: ,In
de eerste plaats moet ik er op wijzen
dat Antwerpen zelf in deze zaak geen
verantwoordelijkheid draagt. De vesti
ging, Indien ze gebeurt, moet buiten
liet Antwerpse grondgebied gebeuren.'
Reeds eerder in februari van 1970 had
volksvertegenwoordiger W. Geldof een
parlementaire vraag gesteld over de
vestiging van Progil in Antwerpen.
Minister Vlerick antwoordde toen dat
er een deskundig onderzoek zou vol
gen.
21 oktober: Nederlandse liberalen
richten een schrijven aan de Belgische
PVV met het verzoek bij de Belgische
regering aan te dringen op veiligheids
maatregelen en over een terzake des
kundig verslag.
23 oktober: schepen Delwaide rea
geert heftig tegen de beweringen van
de heer Molthoff, burgemeester van
Hulst en diens .bedreiging' om eventu
eel het (Belgische) Baalhoekproject
te zullen boycotten. De Antwerpse
schepen verklaarde: .indien de vesti
ging van een bedrijf op het Belgische
grondgebied gepaard moet gaan met
sentimentele aangelegenheden is het
beter dat we de gehele zaak van het
Baalhoekproject maar opgeven enj
naar een Belgische oplossing zoeken.'j
Verder werd nog verklaard dat JJej
verklaringen van de burgemeester van
Hulst op een vergissing berustten en
dat deze persoon waarschijnlijk nooit I
de moeite heeft gedaan om het Belgi-!
sche Progil-dossier te bestuderen.' i
Te Antwerpen wordt van dan af over
gegaan tot het rondgaan met een
handtekeningenlijst die later aan een
petitie zal worden gehecht.
31 oktober: net gemeentebestuur van
Kallo geeft te kennen dat het gekant;
is tegen de vestiging van het Franse
bedrijf op zijn grondgebied. Er werdi
een telegram naar de minister ge-'
stuurd met het verzoek .een diep-,
gaand onderzoek te doen en aile pun-;
ten te bestuderen en een beslissing te]
treffen die gunstig zal zijn voor Kallo j
en zijn buurgemeenten.'
4 november: het college van burge-;
meester en schepenen van de stad j
Antwerpen richt een telegram tot mi
nister-staatssecretaris Vlerick met een
Major (tewerkstelling). In dit schrij
ven wordt aangedrongen op een alge
hele herziening van het dossier eni
welke maatregelen er zullen worden
getroffen om brand- en ontploffingsge
vaar ie voorkomen. Tevens wordt ver
zocht het probleem van de luchtver
ontreiniging te bestuderen.
6 november: kamerlid Demey (CVD)
stelde een vraag op het juridische
vlak aan de betrokken minister. Het
is juridisch de bestendige deputatie
(te vergelijken met gedeputeerde sta
ten, red i van de provincie Oost-Vlaan-
deren die beslsisen zal of Progil al
dan niet op het grondgebied van Kal
lo zal worden gevestigd. Gouverneur
De Kinder heeft echter reeds tevoren
verklaard, dat noch de administratie
ve diensten noch de technische dien
sten verantwoordelijk kunnen zijn
voor het dossier. Tevens verklaart hij
dat noch de bestendige deputatie noch
de provincieraad verantwoordelijk
kunnen zijn voor de eventuele vesti
ging van het bedrijf op Oost-Vlaams
grondgebied.
Positieve geluiden komen bij monde
van de heer Lhonneux voorzitter van
de Antwerpse kamer van koophandel
en nijverheid die de regering felici
teert met het ingenomen standpunt
Ook het ABVV (Algemeen Belgisch
Vakverbond) een socialistische vak
bond verklaart akkoord te gaan met
de vestiging van het bedrijf indien de
milieuverontreiniging vermeden kan
worden en indien ook deze waarbor
gen door de staat en het bedrijf
gegarandeerd worden.
9 november: Een honderdtal betogers
houden in Kallo een mars met aan
het hoofd burgemeester Deckers. Er
wordt een actiecomité samengesteld
met als leden de heren Guiao van
Hooyvela voorzit ter. H. Beeldens on
dervoorzitter en de heer Dierckx se
cretaris. die binnen afzienbare tijd
een mars op Antwerpen en op Brussel
zullen voorbereiden in dien de rege
ring de volksgezondheid en de milieu
hygiëne in het gebied van Kallo niet
worden.
fADVERTENTIE)
ZAAGMOLENSTRAAT 1, GOES
In de discussies over de voor- en na
delen van het stimuleren of het af
remmen van de ontwikkeling van de
zeehavenbedrijvigheid in ons land wor
den de argumenten pro vaak ont
leend aan een nota van het Centraal
Planbureau (CPB), getiteld ,De natio-
naal-economische betekenis van indu
strievestiging in de zeehavengebieden'.
In deze nota van december 1969 komt
het CPB namelijk tot de conclusie dat
,van zuiver economisch standpunt ge
zien voortzetting van de groei der zee
havensector aantrekkelijk' lijkt.
Deze conclusie geldt echter onder voorbej
houd. zoals het CPB zelf stelt. Ook de memo
rie van toelichting op de begroting voor
verkeer en waterstaat wijst nadrukkelijk op
het voorlopige karakter van de conclusies van
het CPB. Het onderzoek is een deelstudie in
het kader van een meer algemene studie mbt
de voor- en nadelen van alternatieve zeeha
venontwikkelingen. Het is een .eerste theoreti
sche benadering' van de betekenis van bepaal
de zeehavengebonden industrieën (de metal
lurgie. de olieraffinage en de petrochemie)
voor de nationale economie
De studie geeft nog geen antwoord op de
/ragen in welke zeehavengebieden deze indu
itrieën zouden moet enkomen en welke de
specifiek aan deze locaties verbonden kosten
en baten zouden zijn. Bovendien zijn een
aantal, voor een gezonde zeehavenontwikke
ling belangrijke aspecten (en de kosten en
baten ervan) zoals ruimtelijke ordening,
woon- en leefklimaat met inbegrip van milieu
hygiëne, recreatie en natuurbescherming, nog
niet in de beschouwing betrokken.
De studies zullen nog geruime tijd vergen. In
de tussentijd blijft .grote voorzichtigheid' ge
boden. Aldus de minister van verkeer en
waterstaat.
Nota CPB
Deze ministeriële maning tot voorzichtigheio
leemt niet weg dat kennis nemen van de
studie van het CPB nuttig is. In de afgelopen
tien jaar hebben bedrijfstakken als olieraffi
nage. de chemische industrie en de metallur
gie voor een belangrijk deel geconcen
treerd in zeehavengebieden een opmerkelij
ke groei laten zien. Deze groei is dermate
spectaculair en heeft zulke ingrijpende (onder'
andere ruimtelijke) consequenties dat de
vraag naar de wenselijkheid van een voortzet
,lng van deze ontwikkeling wordt gesteld. Het
CPB heeft deze vraag niet beantwoord door
de nationaal-economische kosten en baten te
berekenen. Een dergelijke aanpak zou voor
deze problematiek niet volledig kunnen zijn
Wel heeft men, op basis van een econome
trisch model, nagegaan wat de volledige nati
onaal-economische gevolgen zijn van een sti
mulering of afremming van de investeringen
in de zeehavenindustrieën.
Hierbij is onder andere rekening gehouden
met het verlies aan landbouwgrond en
produktie bij uitbreiding van het gebied van
door zeehavenindustrieën in beslag wordt ge
nomen. Dit aspect weegt overigens niet
zwaar. Geen rekening is echter gehouden met
het afbreken van dorpen en met waardever
mindering van woongebieden in de naaste
omgeving van zeehavenindustrieterrei
nen.
Er is aangenomen dat het bedrag dat kan
worden geïnvesteerd naar boven wordt be
grensd door het percentage van de nationale
besparingen. Stimulering van investeringen in
zeehavenindustrietakken brengt dus met zich
mee dat in andere takken minder kan worden
geïnvesteerd en dat daar onder andere min
der werkgelegenheid kan worden gevon
den..
De studie richt zich niet op een bedrijfseco
nomische beoordeling. Deze wordt overgela
ten aan het bedrijfsleven. Wel wordt opge
merkt dat bepaalde bedrijfstakken de vesti
gingsfactoren in de zeehavengebieden kenne
lijk uitermate gunstig beoordelen.
V eronderstellingen
Bij het beantwoorden van de vraag wat het
effect is van een stimulering of een afrem
ming van de investeringen in de zeehavenin
dustrieën is er van uitgegaan dat een aantal
beleidsveronderstellingen uitgangspunten
ongewijzigd worden gehandhaafd.
Zo wordt van een bepaalde eis omtrent de
betalingsbalans uitgegaan. Het totaal der in
vesteringen blijft -teeds een vast percentage
van het nationaal inkomen bedragen. Voors
hands is aangenomen dat de overheidsinves
teringen, zowel in de zeehavensector als in de
rest van onze economie, 30 procent zal uitma
ken van de bedrijfsinvesteringen in vaste
activa. Het is de vraag of deze veronderstel
ling voor de zeehavengebieden niet aan de
lage kant is. Het CPB rekent het model thans
door met een hoger percentage voor de
zeehavensector.
Zeer belangrijk is de veronderstelling van
voldoende mobiliteit van arbeidskrachten bin
nen Nederland, zowel geografisch als tussen
de verschillende sectoren. Deze veronderstel
ling is niet realistisch. In Nederland blijken
forensisme en migratie in feite niet .voldoen
de' groot te zijn.
Wat zijn nu de belangrijkste uitkomsten van
de studie? Vermeld worden de EFFECTEN
IN 1980 op een aantal economische groothe
den, ALS GEVOLG VAN céN MILJARD GUL
DEN INVESTERING IN ZEEH WENINDU-
STRTEëN IN DE PERIODE 1970-1980. Het be
treft hier een VERSCHUIVING van investe
ringen van de landsector naar de 7.eehaven-
sector van onze economie.
Werkgelegenheid: Per saldo ontstaat in Ne
derland een grotere werkgelegenheid, hetgeen
een verrassend resultaat is gezien de hoge
investeringen per arbeidsplaats in de zeeha
venindustrieen. De werkgelegenheid in Neder
land zal in 1980 0,08 procent respectievelijk
0.07 procent groter zijn bij investering van
een miljard in de metallurgie respectievelijk
de olie en chemie. Vergeleken met de ver
wachte toeneming van 1 procent per jaar in
de periode 1970-1980 bij .ongewijzigd be
leid' betekent, dit dat het niveau van
werkgelegenheid dat anders op bijvoorbeeld 1
februari 1980 bereikt zou worden, bij deze
extra investering van een miljard gulden in
de zeehavenindustrieën reeds op ongeveer 1
januari 1980 zal zijn bereikt.
Anders gezegd: een miljard gulden investering
in de metallurgie respectievelijk de olie en
chemie heeft primair tot. gevolg 4.000 respec
tievelijk 2.800 arbeidsplaatsen. Hierbij komen
nog de 2.700 respectievelijk 4.300 arbeidsplaat
sen in afgeleide activiteiten waarvan naar
schatting nog geen 50 procent in het havenge
bied). In de rest van het bedrijfsleven neemt
evenwel het aantal arbeidsplaatsen af met
respectievelijk 2.800 en 3.600. zodat per saldo
de werkgelegenheid toeneemt met 4.000 res
pectievelijk 3.600 (inclusief overheid). Het
aantal gastarbeiders zal bij een miljard gul
den extra investering in de metallurgie res
pectievelijk de olie en chemie toenemen met
1-900 respectievelijk 1.700 beroepsbeoefenaren
Dp een aantal negatieve aspecten hiervan
gaat het CPB verder niet in.
Betalingsbalans: Een van de uitgangspunten
was het handhaven van een zeker overschot
op de betalingsbalans. Al of niet extra inves
teringen in de zeehavensector brengen hierin
geen verandering. Wel neemt als gevolg van
extra investeringen in de zeehavensector de
invoer sterker toe dan de uitvoer. Dit als
gevolg van de vermindering van de uitvoer
door de landsector en een vergroting van de
invoer door de zeehavensector bij de ver-
schuiving van investeringen naar de zeehaven-
sector.
Consumptie per houfd: Een extra investering
van een miljard in de metallurgie respectieve
lijk de olie en chemie in de periode 1970 1980
heeft een toeneming van de welvaart tot
gevolg. Dit komt tot uiting in een toeneming
van de consumptie per inwoner in 1980 met
0,34 procent respectievelijk 0,40 procent. Ge
zien de .normaal' optredende groei komt dit
er op neer dat de consumptie per hoofd die
normaal in 1980 bereikt zou worden, door de
verschuiving van een miljard gulden investe
ring ruim een maand eerder zou worden
bereikt.
Voorzichtigheid
geboden
De gevolgen van een investering in de zeeha
vensector van bijvoorbeeld 250 miljoen gul
den laten zich berekenen door de vermelde
gevolgen van een investering van een miljard
gulden door vier te delen. Od deze wijze zijn
de economische gevolgen van het al of niet
vestigen van een bedrijf in de zeehavensector
globaal te berekenen. Het CPB verwacht in
de periode 1970-1980 .investeringen van enkele
tientallen miljarden guldens' in de zeehavenin
dustrieën.
Zoals gezegd is grote voorzichtigheid gebo
den, omdat nog onvoldoende rekening is ge
houden met de externe effecten (vergelijk de
.nieuwe schaarste' van drs R. Hueting). .Ande
re dan economische aspecten die met een
versterking van de zeehavenactiviteiten in ons
land zijn verbonden zijn geheel buiten be
schouwing gelaten.'
Dit artikel beoogde niet de vraag te beant
woorden of de vermelde positieve effecten
van een stimulering van de zeehavenactivitei
ten rekening houdend met de foutenmar
ges in de berekeningen opwegen tegen de
buiten beschouwing gelaten aspecten.
Drs S. P. van der Zee
VLISSINGEN Er wordt)
hard gewerkt aan een betere
verbinding tussen Vlissingen en
Middelburg. De eerste fase van
de rijbaanverdubbeling (op de
foto links van het kanaal) van
de Nieuwe Vlissingseweg
het gedeelte vanaf de Keersluis
brug tot ongeveer een kilometer
voor de Souburgse brug
moet in april van het volgend
jaar gereed komen. De aanslui
ting van de dubbele rijbaan
met de Paul Krugerstraat is al
gereed. Het tracé van de nieuwe
baan is, ook op de foto, duide
lijk te zien.
(Luchtfoto Wim Riemens)
tADVERTENTIE
Veel schade bij
aanrijding op
Veerse-Gatdam
Op de Veersegatdam bij Vrouwenpol
der deed zich woensdagmiddag eer
hoogte van het parkeerterrein een
aanrijding voor, waarbij aanzienlijke
schade ontstond.
Het ongeval gebeurde toen een vracht
auto. bestuurd door W. uit Westka-
pelle die uit de richting Vrouwenpol-!
der kwam, links het parkeerterrein op
wilde rijden toen juist de achteropko
mende automobilist B. uit Kamper- j
land aan het inhalen was. De wagen
van B. werd aan één kant opengere
ten. Ook de vrachtwagen liep schade
op. De inzittenden liepen weinig letsel!
op maar werden voor alle zekerheid!
doorgestuurd naar de huisarts.
7LM WIJST EEN AANTAL
VERTEGENWOORDIGERS
Neem Dimplex!
Elektrische, thermo
stat isch geregelde, met
olie gevulde radiatoren.
Veilig. En... zuinig.
De beste verwarming is
elektrische verwarming.
De beste elektrische
verwarming heet
Dimplex
Vraag dokumentatie by
uw elektrohandelaar of
bij Nerim N. V.
Korte Kalkhaven 9,
Dordrecht.
Tel: 01850-42311
AAN
GOES Op 31 december eindigt de
zittingsperiode van de leden van de
organen en commissies van de gewes
telijke raden van het landbouwschap.
Het bestuur van de ZLM heeft de lijst
van leden vastgesteld, die in Zeeland
in de organen van het landbouwschap
in de komende zittingsperiode namens
de ZLM zitting zullen hebben.
Ook de vertegenwoordiging van de
ZLM in de provinciale raad voor de be
drijfsontwikkeling in Noord-Brabant
werd voor de nieuwe zittingsperiode
nader vastgesteld.
Als bestuurslid van de onderlinge ver
zekeringsmaatschappij der ZLM voor
de vacature N. de Leeuw werd be
noemd de heer C. J. Gakeer te St.-
Michielsgestel.
Voor de vacature H. J. van de Zande
in het bestuur van het provinciale
opbouworgaan Zeeland werden als
dubbeltal gesteld de heren A. Kortweg
en J. Markusse.
De heer J. Prins werd benoemd als
lid van het regionaal orgaan voor de
arbeidsmarkt in Zeeland. Als stemge
rechtigd afgevaardigde voor de op 26
november te houden algemene verga
dering van het KNLC werd aangewe
zen de neer A. J. Doeleman'te Nieu-
werkerk.
Onderwij sbenoeming
Tot lerares nuttige handwerken werd
aan de rk school te Heikant benoemd
mevrouw A. Pollet-Praet uit Sint Jans
steen.
.Over het proces heeft Romein verstandige din
gen gezegd. De legende van de .gerechtelijke
moordheeft hij tegengesproken, maar tegelijk
de zwakte van de sententie gehekeld En na de
volle maal te hebben gegeven aan Oldenbcme
velts ondeugden waarbij met name. volgens
geijkt patroon, zijn geldzucht ietwat overdreven
wordt voorgesteld eindigt hij toch met een
onbekrompen hulde aan .de eerste burger die
wereldpolitiek gemaakt heeft'.
«VU kunnen dit citaat vinden in het zeer uitvoerige, vierde deel van de
biografie van Oldenbamevelt. dat de documentatie bevat. De schrijver
mr Jan den Tex, komt ook met dit deel nog niet klaar en heeft nog
een vijfde nodig Den Tex noemt de studie van Romein in de
Erflaters, maar zegt dat hij evenals Oldenbarnevel* de kracht en de
waarde van de godsdienstige hartstocht heeft onderschat, die de
■aadpensionaris uiteindelijk het leven heeft gekost. Aan de andere
kant hebben de Romeins zich aan de stelregel gehouden dat voor een
biografie onbevangenheid tegenover de figuren noodzakelijk is. Van de
24 rechters, die Oldenbamevelt hebben veroordeeld, alsmede van de
drie fiscalen en de griffier, heeft Den Tex getracht na te gaan in
hoever zij op hem gebeten waren of wel van een fel politiek
partijgangerschap hebben blijk gegeven. Van Adriaen Manmaeker zegt
hij: Deze Zeeuw, zoon van een verzetsheld uit de eerste jaren van de
oorlog, was kort vóór het proces Malderee opgevolgd als representant
van de eerste edele in Zeeland. In die functie was hij zowel Maurits'
creatuur als zijn voornaamste adviseur in Zeeuwse zaken. HU trekt
dan ook tüdens het proces één lijn met zijn meester, welke lijn, zoals
we gezitn hebben scherper, onverzoenlijker en meer politiek georiën
teerd was dan die van het merendeel der rechters' Hij werd als de
voornaamste drijver onder de rechters beschouwd.
Van de zestigjarige Zeeuw, Pieter Couwenberg van Belois, wordt
gezegd dat hij een goed contraremonstrant was Het is mogeüjk dat
aU anti-Oldenbarnevelt is geweest. Rechter Jacob Schotte. burgemees
eer van Middelburg wordt ook onder de tegenstanders gerekend,
nthans met andere leden hadden zij zich tijdens een zending naar
Utrecht in juli 1618 bedreigd gevoeld. .Zij waren dus natuurlijk
geneigd hun toenmalige angst op Oldenbamevelt en zUn medebeklaag-
ien te verhalen Overigens schijnt hij een integer man te zijn
jeweest Wij vragen ons af of er tussen natuurlijk geneigd' en
integer' geen kunstmatige tegenstelling wordt gelegd. Men beseft bij
culke uitspraken hoe moeihjk het. is voor de historicus met de Juiste
maat te meten. Behalve onbevangenheid heeft Romein als voornaam
ste kenmerken van de moderne biografie onderscheiden: het psycho'.o
(isch doordringingsvermogen en de gecompliceerdheid van het psychi
sche beeld. Wij zouden het met het volgende voorbeeld willen
lantonen rechter Henrik Rosa, afkomstig uit Vlissingen. was een
overtuigde contraremonstrant. Aan-het siot van het kleine stukje over
nem wordt gezegd. Zijn steile rechtzinnigheid blijkt ook uit het
proces dat hij met een mederaadsheer in 1606 bij de staten van
Holland indiende tegen het toneelspelen (.guychelarijen') van de
Haagse Rederijkers'. Den Tex brengt de rechtzinnigheid met een
mogelijke vijandelijke gezindheid naar aanleiding van een vergadering
van begin 1617 in verband. Schort hier iets aan het psychologisch
doordringingsvermogen?