Dr Smallegange: kans geven
aan nieuwe ontwikkelingen
Rector C. A. Spierenburg verlaat
Sint Eloy Oostburg na 23 jaar
Concurrentiestrijd
rond begrafenissen
in Walcherse dorpen
4
Wensen
PSD: MINDER AUTO'S BLEVEN
ACHTER OP AANLEGPLAATSEN
Produktiecapaciteit
NSM Sluiskil wordt
aanzienlijk groter
MINISTERIE
BEMIDDELT
BIJ SIDMAR
IN ZELZATE
J. de Koster voor
PPR-Zeeland
MOVINCIAIE ZEEUWSE COURANT
DINSDAG 10 NOVEMBER 1970
MORGEN AFSCHEID DIRECTEUR STICHTING ZEELAND
EERST TOEKOMSTBEELD BEPALEN
EN DAN EEN PLANMATIG BELEID
MIDDELBURG De centrale vraag voor Zeeland in de toekomst
zal zijn of men in staat is een bestuurlijke organisatie te schep
pen op economisch, politiek en'cultureel terrein, die veranderingen
in de maatschappij kan absorberen en daardoor de condities kan
scheppen om die ontwikkelingen een kans te geven. Dr G. J. Smal
legange, die morgen woensdag afscheid neemt als directeur
van het Provinciaal Opbouworgaan Stichting Zeeland, wil die ont
wikkelingen wel duidelijk een kans geven.
Aan de vooravond van zijn vertrek uit
Zeeland, waar hij bijna 3Vi jaar werk
te en als directeur van de Stichting
Zeeland zeer nauw betrokken was bij
de samenlevingsopbouw in deze pro
vincie. vraagt hij zich bijvoorbeeld af
of op het. gebied van maatschappelij
ke dienstverlening een reorganisatie
niet nodig is. Op het ogenblik zijn er
in Zeeland dertig verenigingen op hef.
terrein van maatschappelijke dienst
verlening werkzaam. Zullen die vereni
gingen in staat zijn om aan bestaande
en toekomstige vragen en behoeften
te beantwoorden?
.Waarom gaan de mensen wel naar
ombudsman Marcel van Dam en'
schrijven ze wel naar de vragenrubrie-
ken van de damesbladen, terwijl de
antwoorden ook gegeven zouden moe
ten kunnen worden door bestaande
verenigingen en instanties? De kans
bestaat, dat de huidige organisaties
zich onder de druk van dergelijke
ontwikkelingen moeten aanpas
sen.'
De heer Smallegange heeft nog veel
meer wensen. Veel van die wensen
worden steeds meer gemeengoed, al
thans er wordt in steeds breder kring
over nagedacht. Volgens dc heer
Smallegange is dat een van de meest
opvallende ontwikkelingen van de
laatste jaren. Illustratief hiervoor wa
ren de vijfhonderd mensen, die naar
de deze zomer gehouden ontwikke
lingsdag kwamen om hun eigen visie
op de ontwikkeling van de Zeeuwse
samenleving te toetsen aan die van
anderen. Voor de héér Smallegange
was die ontwikkeling van Zeeland, in
gang gezet door de industrialisatie,
het boeiendste aspect van zijn werk.
Het was ook de reden, dat hij sollici
teerde naar de functie van directeur
van de Stichting Zeeland.
Eindhoven. Tijdens de oorlog werkte
de heer Smallegange op verschillende
plaatsen bij Philips. HIJ wisselde dit
af met onderduiken. Onmiddellijk na
de bevrijding van het zuiden van Ne
derland werd de heer Smallegange als
reserveofficier opgeroepen en kwam
hij in dienst bij de chef staf van het
Militair Gezag. Uit dien hoofde volgde
hij een jaar lang een bestuursoplei-
ding in Brussel. In de ruim twee jaar,
dat de heer Smallegange werkzaam
was bij het Militair Gezag was hij
onder meer belast met reorganisatie-
en zuiveringsaangelegenheden van
rijks- en gemeentepolitie in de provin
cies Noord-Brabant, Limburg en Over
ijssel. Van begin 1947 tot 1953 werkte
de heer Smallegange als politie-inspec-
teur te Amersfoort (geüniformeerde
politie, recherche en kinderpolitie):
.Ik werd daar geconfronteerd met tal
van problemen, waarbij de maat
schappelijke kant me meer boeide
dan de politionele kant.' Een logisch
gevolg daarvan was. dat de heer
Smallegange in zijn vrije tijd sociale
en politieke wetenschappen ging stu
deren aan de Gemeentelijke Universi
teit te Amsterdam. In 1952 sloot hij
deze studie af. Enkele maanden voor
zijn doctoraal examen had de heer
Smallegange positief gereageerd op
een verzoek van het ministerie van
Justitie om directeur te worden van
het rijks observatiehuis voor jongens
te Zeist: .Het ging daar om het stel
len van diagnoses en het opstellen
van behandelingsplannen voor gede
railleerde jeugd van 14 tot 20 jaar. Per
jaar bekeken we daar zo'n tweehon
derd .gevallen.' Wetenschappelijk kon
ik me daar wel uitleven. Dankzij een
vrij grote staf een 45 man
konden wij vrij veel aan onderzoek
doen.' Vanaf 1958 werkte de heer
Smallegange part time als weten
schappelijk hoofdmedewerker aan de
Amsterdamse universiteit (Instituut
wetenschap der Andragogle). In 1966
volgde zijn promotie op het proef
schrift .Onaangepaste pubers in
groepsverband'. Promotor was prof.
dr J. Koekebakker.
Breder terrein
Onderwijs
De heer Smallegange werd in 1915 in
Zierikzee geboren, de stad waar hij
na de hbs de kweekschool voltooide.
Na zijn militaire dienst werkte de
heer Smallegange bij het lager- en
nijverheidsonderwijs van Philips in
Het werk In het observatiehuis
hield, aldus de heer Smallegange,
het gevaar In, dat door het gesloten
systeem en de emotionele geladen
heid een eenzijdige visie op de maat
schappij ontstond. Vandaar ook, dat
hij een breder werkterrein zocht en
dat toevalligerwijze vond In zijn ge
boorteprovincie Zeeland: ,Ik wist
dat daar veel zou gaan gebeuren
de sociale begeleiding van een stuk
economische ontwikkeling leek me
bijzonder boeiend, vooral voor een
sociaal deskundige'.
In de staf van de Stichting Zeeland
waren bij de benoeming van de heer
Smallegange heel wat vacatures en
dat gaf hem de gelegenheid die staf
naar eigen inzichten aan te vullen. De
heer Smallegange kwam naar Zeeland
om er te blijven. Desondanks vertrekt
hij na een betrekkelijk kort verblijf
om aan de Amsterdamse universiteit
wetenschappelijk hoofdmedewerker te
worden met de opdracht .welzijns
zorg: samenlevingsopbouw, planning
en beleid'. Dr Smallegange zal doce
ren voor doctoraalstudenten. Zijn
werk als directeur van de Stichting
Zeeland en als (inmiddels) weten
schappelijk hoofdmedewerker aan de
Amsterdamse universiteit gingen
steeds meer eisen en maakten voor
hem een keuze noodzakelijk.
VLISS1NGEN De Provinciale Stoorabootdlensten in Zeeland vervoerden
in september weer meer personen en auto's dan In september 1969.
Zo werden er ongeveer 40.000 personen meer overgezet dan In september
'69. Het aantal vervoerde auto's ging van 195.238 in september 1969 naar
209.709 in september dit jaar.
Het aantal auto's dat achterbleef op de aanlegplaatsen nam bijna overal af.
Alleen ir Breskens bleven 800 auto's meer achter dan vorig jaar september.
Het vervoersoverzicht ziet er als volgt uifc
Aantal vervoerde passagiers:
Jan t/m sept 1938 1966 1967 1968 1969 1970
Vliss.-Bresk.
298.678 2363.734
3.134.609
3.144,887
3.112.426 3.296.756
Tern.-Hoed.
66.502
267.033
262.190
229.774
209.999
207550
Kruin.-Perkp.
66 584
1.523.035
1 666.806
1.757.255 1.875.814 1.988.899
431.764 4.755.802 5.063.605
5.131.916 5.198.239
5.493505
Aantal vervoerde auto's:
Vliss-Bresk
39.610
716.484
808.953
860.182
882.006
965.771
TerrL-Hoed,
4.963
35.380
35.347
36.624
32.051
32.715
Kruin.-Perkp.
11.808
573.284
638.895
701.013
782.857
824.051
56.381
1.325.148
1.475.195
1.597.819
1.696.914 1.822537
Hieronder volgt een overzicht van de maand september alleen:
Aantal vervoerde passagiers:
Vliss.-Bresk.
32.462
299.007
297.381
297.783
311.687
335.436
Tem -Hoed
7.296
28.208
25.794
20.193
22.283
21.797
Kruin.-Perkp.
7.108
176.846
188.574
202.458
210.493
227.051
46-866
504.061
511.749
520.434
544.463
584.284
Aantal vervoerde auto's:
Vliss Bresk
4.223
82.328
85 479
91.063
96.715
106.997
Tem -Hoed
532
3.869
3.767
3.626
3.726
3.727
Kruin.-Perkp.
1.558
71.715
77.173
86.469
94.797
98.985
6.313
157.912
166.419
181.163
195.238
209.709
Hieronder volgt nog een overzicht van het aantal achtergebleven auto's op
de liverse aanlegplaatsen (tussen haakjes de cijfers over de maand
september 1969).
Achtergebleven zijn op de aanlegplaats:
P.A.+L.V
Vlissingen 1.269 (1.925)
Breskens 2.519 <2.082)
Temeuzen 8 (9) 0 (0) 8 (9)
Hoetiekenskerke 0 (12) 0 (0) 0 (12)
Kruiningen 1.960 (2.462) 3.351 (4.372) 5.311 (6.834)
Perkpolder 3.431 (3.559 3.510 (5.666) 6.941 (9.225)
P.A. Personenauto's; L.V. Lichte vrachtauto's; Z.V. Zware Vrachtauto's;
M.A. Vrachtauto's met aanhangwagen.
Z.V.+M.A Totaal
29 (1.175) 2.098 (3.100)
28 517) 3.347 (2.599)
Zeeuwse oorzaken. Een daarvan
de organisatie van de Stichting Zee
land, die met de toekomstige rechtsper
soonlijkheid van de verschillende ra
den volgens de heer Smallegange de
eenheid, die een welzijnsbeleid nodig
heeft, onmogelijk zou kunnen maken.
Voorts heeft de heer Smallegange een
aantal wensen ten aanzien van,
de werking van de Stichting Zee
land. die hij voorlopig niet in vervul
ling ziet gaan. Een van de wensen
betreft de aanstelling van een consu
lent voor het bejaardenwerk. Toen de:
heer Smallegange zijn besluit nam
was daar nog geen kijk op. maar!
inmiddels is daar enige verandering in
gekomen: .Wellicht, dat dit onder!
mijn opvolger wel wordt geraliseerü.'
Voorts zou de heer Smallegange
graag zien, dat er een staffunctionaris
werd benoemd voor sociaal-cultureel
onderzoek met betrekking tot struc
tuur- en bestemmingsplannen. Met dat
werk is wel een begin gemaakt, maar
binnen de huidige organisatorische op
zet kan het niet grondig worden aan
gepakt. Ook zou de heer Smallegange
graag hebben gezien, dat er bij de
Stichting Zeeland een adjunct-direc
teur werd benoemd. Tot voor kort
was de heer Borst als directeur van
de culturele raad ook adjunct-direc
teur, maar blijkens de woorden van
de heer Smallegange, zijn die twee
functies niet. te combineren als ze
beide grondig worden aangepakt. Een
adjunct-directeur zou veel werk kun
nen overnemen van de directeur, die
zich nu als adviseur in talloze onder
werpen van de meest uiteenlopende
aard moet verdiepen. ,Om dit opbouw
orgaan zijn opdracht te laten vervul
len moeten deze zaken worden gereali
seerd. In feite is het een financiële
kwestie, waarvan de bevoegdheid ligt
bij provinciale staten. En ik ben bang,
dat in de directe toekomst men nog
niet bereid zal zijn hiervoor gelden
vrij te maken
Ondanks de beperkingen, die de huidi
ge grootte van de staf met zich
brengt, is er in de betrekkelijk korte
tijd, dat de heer Smallegange de scep
ter zwaaide in het pand Dam 31 te
Middelburg heel wat werk verricht-
Zo werd het stedebouwkundig onder
zoek op gang gebracht, kwamen er
overal in de provincie welzijnsstichtin-
gen van de grond, werd de voorlich
ting verbeterd en ontstond er een
betere samenwerking met een aantal
groeperingen, zoals de vakbon
den.
De flexibiliteit van de organisatie is
een voor de heer Smallegange
zwaarwegend punt. Die organisatie
moet volgens hem in staat zijn om
nieuwe ontwikkelingen een kans te
geven: .Tegenwoordig zijn er veel
sociale acties, die door middel van
een conflict veranderingen willen
aanbrengen in de maatschappij. In
principe moet een opbouworgaan
in staat en bereid zijn om
acties met hulp en advies
daarom wordt
kans te geven.'
Toekomstdenken
Een ander belangrijk punt bij het
modern welzijnsbeleid vindt de heer
Smallegange het beoefenen van be
paalde vormen van toekomstdenken.
HU stelt zich op het standpunt, dat
het doortrekken van historische lijnen
alleen niet voldoende is bij het bepa
len van een toekomstbeeld, waarbij
uiteraard wegen en middelen moeten
worden aangegeven om dit doel te
bereiken. De voorkeur van de heer
Smallegange gaat uit naar het bepalen
van een toekomstbeeld, waarbU een
bepaalde verdeelsleutel wordt ont
worpen.
De factoren, die dat toekomstbeeld
bepalen moeten, aldus de heer Smalle-
Slot van pagina 1
de grotere ondernemer ze al los van
ons'. Samenwerking met de landbouw-
voorllchtingsdienst is er ook op liet
gebied van de bemesting met vloeiba
re oplossingen, waar vooral in Ameri
ka al enige jaren mee gewerkt wordt
in de provincie Groningen zijn proef
velden ingericht, om de bemesting
middels bijvoorbeeld ammoniakinjec-
ties te bestuderen.
De NSM heeft zichzelf ook hoge eisen
gesteld ten aanzieh van de luchtver
vuiling. ,(n onze huidige produktie
hebben wij geen zwavel meer, die de
grote vervuiler was', zegt ir Zeegers.
Hij vindt dat ook de omschakeling
van cokes op aardgas veel .ver
schoond' heeft.
Bij de salpeterzuurinstallaties hebben
wij twee kostbare eenheden gebouwd,
die de luchtvervuiling drastisch moe
ten beperken en bij de ammoniakpro-
duktie is het enige wat de lucht in
gaat wat koolzuur, zoals ook in de
limonade zit', verduidelijkt de heer
Zeegers. De uitbreidingen en voorzie
ningen zorgen voor een forse produk-
tiestijging. Ir Zeegers: ,We hebben nu
een afzet van zo'n 700.000 ton vaste
produkten per jaar, dat gaat wel naar
de miljoen ton per jaar toe'. Een
produktie waarvan onder andere In
dia en ook communistisch China gro
te afnemers zijn...
STRAATVERKO
PERVAN
HORLOGES IN
SLUIS GEARRES
TEERD
SLUIS De verscherpte controle van
de politie op de straatverkoop van hor
loges en sieraden heeft het afgelopen
weekend in Sluis geleid tot de arres
tatie van een handelaar.
Zes politieambtenaren, afkomstig uit
Walcheren en Zuid-Beveland, begaven
zich in burger onder het publiek, Bin
nen vijf minuten bood een handelaar
een horloge te koop aan. Toen de po
litieambtenaar de verkoper wilde ar
resteren, probeerde deze te ontkomen.
Na achtervolging met behulp van een
politiewagen kon hij worden gepakt.
Tegen hem werd proces-verbaal opge
maakt, terwijl 13 horloges in beslag
werden genomen. Een aantal andere
handelaren probeerde bij het politie
bureau de politie door provocerend
optreden te intimideren, maar moei
lijkheden bleven toch uit. Verwacht
mag worden dat nog strenger tegen
deze clandestiene straatverkoop zal
worden opgetreden.
gange, reeds nu worden ontwikkeld:
Bo geef je nieuwe elementen een
kans. Dan kun je komen tot een
planmatig beleid en hoef Je minder
beslissingen ad hoe te nemen. Een
groot deel van de verontrusting over
de ontwikkeling van Zeeland is mijns
inziens ontstaan door het ontbreken
van een duidelijk toekomstbeeeld.
Men weet niet waar het eind is van
bijvoorbeeld de industrialisatie.'
ZELZATE (B) Het Belgische mi
nisterie van arbeid en tewerkstelling
gaat bemiddelen in de nu al weken
durende staking bij het staalbedrijf
.Sidmar' in Zelzate. Woensdag 21 ok
tober legden daar 3500 van de 4400
personeelsleden het werk neer om
kracht bij te zetten aan looneisen en
wensen met betrekking tot het sociale
klimaat. Onder de stakers zijn onge
veer 130 Zeeuws-Vlamingen en in Bel
gië wonende Nederlanders.
Een sociaal inspecteur van het minis
terie van arbeid en tewerkstelling is
maandag begonnen met gesprekken
met de vakbonden en de directie. Hij
zal daarna advies uitbrengen, dat kan
dienen als eventueel uitgangspunt bij
nieuwe besprekingen.
De eis waar het momenteel om gaat,
is een loonsverhoging van 7 frank per
uur boven wat volgend jaar landelijk
overeengekomen wordt. De wensen
ten aanzien van het sociaal klimaat
zijn in zoverre ingewilligd, dat vak
bonden en Sidmar-directie een princi
pe-akkoord hebben bereikt over een
beter functioneren van de onderne
mingsraad. De verschillende takken
binnen het bedrijf krijgen in dit or
gaan nu eigen commissies, waardoor
klachten sneller kunnen worden over
gebracht aan de directie.
Een eis waarover "de Sidmar-lciding
niet wil praten is het uitbetalen van 2
.wilde' stakingsdagen. De Belgische
vakbonden stelden zich pas 23 okto
ber achter de stakers.
Volgens een woordvoerder van het
bedrijf zal deze geldelijke kwestie mo
gelijk worden opgelost binnen een
nieuwe loonovereenkomst. Hij ver
wachtte dat het ministerie op zeer
korte termijn vakbonden en directie
rond de tafel probeert te krij
gen.
Of daarmee ook de staking spoedig
tot een oplossing komt staat nog te
bezien. Een eerder gesprek tussen bei
de partijen leverde niets op. Ook toen
was het voornaamste geschilpunt de 7
frank loonsverhoging.
LERAAR EN
PIONIER'
OOSTBURG Met het vertrek van
dr G. A. Spierenburg als rector van de
r-k scholengemeenschap ,Sint-Eloy' ver
liest deze Oostburgse onderwijsinstel
ling een stevig stuk geschiedenis. De
heer Spierenburg (62), die vrijdag
met .functioneel leeftijdsontslag'
deur achter zich dichttrekt, heeft ,Sint-
Eloy' sinds de start in september
1947 geleid.
Dat is ruim 23 jaar, op de kop af het
verschil tussen 2 hbs-klasjes en een
scholengemeenschap met 446 leerlin
gen, tussen 9 en 30 docenten en tus
sen hbs-a en -b. mms en ulo en
atheneum, havo en mavo. Want: de
mammoetwet haalde in '68 ook duch
tig de bezem door het Oostburgs
voortgezet onderwijs. En wat de toe
komst aangaat? De rector van .Sint-
Eloy': ,We zitten momenteel in een
overgangsfase, niemand weet waar
het heengaat. We moeten zonder
blauwdrukken werken. Men gaat zijn
gang. doet zijn best en wacht af. En
dan kun je optimist of pessimist zijn.
Nou, ik ben van nature geen pessi
mist.' Na in "32 als wiskundeleraar
zijn .start' bij het middelbaar onder
wijs te hebben gemaakt (als vervan
ger van een zieke collega in Den
Bosch) en na daarna nog 15
werkzaam te zijn geweest aan het
Petrus Canisiuslyceum in Alkmaar
vertrok dr Spierenburg in '47 naari
Zeeuwsch-Vlaanderen om er de leiding j
op zich te nemen van de kersverse!
scholengemeenschap jSint-Eloy.' Die;
was toen met een handjevol hbs-leer-j
lingen en 9 docenten gestart in het
oude gemeentehuis van IJzendijke. na
dat een voorbereidingscommissie (la
ter omgezet in een stichting) tot de
conclusie kwam dat West-Zeeuwsch-
Vlaanderen rijp was voor r-k middel
baar onderwijs. Ben opvallende zaak',
vindt de heer Spierenburg achteraf.
.Je had geen ulo-onderwijs, we sloe
gen dus als het ware een fase over.
Zij het dan wel. met de bedoeling te
zijner tijd in die richting te beginnen.
Al met al hebben we in die beginperio
de toch ruim een jaar zonder subsidie
gedraaid.'
V erhuizen
Het verhaal van .Sint-EIov' is ook het
verhaal over veel verhuizen. Kort na-
dal men in IJzendijke was begonnen
verhuisde de school 2 eerste en 2j
tweede klassen hbs naar het .arbei-
derslogieskamp prins Willem' in
Schoondijke (de later hulsvesting van
de cursisten van de gelijknamige
praktijkschool).
Aanvankelijk deelden leerlingen en
oorspronkelijke bewoners broederlijk
de ruimten, later nam ,Sint-Eloy' het
hele barakkencomplex in gebruik. Pas
in 1958 betrokken de scholieren een
modern eigen gebouw aan de Oost
burgse Nieuwstraat. ,Sint-Eloy' leidt
dan op voor de diploma's hbs-a en -b
en voor dat van de mms. De heer
Spierenburg herinnert zich, dat de
plannen om een ulo-afdeling te stich
ten toen al in een vergevorderd stadi
um waren. ,We hunkerden naar de
komst van de mammoetwet. Wat was
namelijk het geval? Bij de oude rege
ling viei het ulo-onderwijs onder de
lager-onderwijswet en als zodanig on
der de gemeentefinanciering. Dat von
den we allemaal nogal ingewikkeld.
De school wachtte de realisering van
in oorsprong Cals' reuzenwet
niet af: in '61 startte de afdeling ulo-
a. Het zou toen nog 7 jaar duren
voor de onderwijsvernieuwing werke
lijk doorgang vond: atheneum, havo
en mavo deden hun intrede aan de
Nieuwstraat.
Twee Ijan/en
Dr Spierenburg maakte het mee. Op
de drempel van zijn ontslag (hij is
afgekeurd in verband met zijn ver
minderd gezichtsvermogen) zegt hij:
.Elke medaille heeft twee kanten. Je
gaat niet zonder weemoed weg, je
hebt veel meegemaakt. Aan de andere
wordt in onze kringen de behoefte
aan .functioneel leeftijdsontslag' sterk
gevoeld. Door de mammoetwet is de
taak van de docent verzwaard, het is
een beroep dat in feite pensionering
op 60-jarige leeftijd zou moeten ken
nen.' Het contact met de leerlingen is
zo ondervond hij, in de loop der jaren
veranderd. .In het begin gaf ik no?
enkele uren wiskunde, later kwam dal
te vervallen. De leerlingen die je kent
hebben je nodig de leerlingen die j<
als rector niet. kent kunnen het kenne
lijk zonder je stellen. Zo heb ik het
altijd opgevat. Dat neemt niet weg
dat je met een heleboel leerlingen
de meest actieve zijn daar bij len
goed contact hebt Wel wordt zo'n
relatie veel meer kwalitatief dan
kwantitatief.' Dr Spierenburg, die vrij
dag officieel wordt uitgezwaaid, krijgt
als opvolger drs A. P. G. van Gurp
leraar Engels aan het Arnhemse Tho
mas a Kempiscollege. Wat hij met
zijn vrije tijd wil doen? Jk weet het
nog niet, de school was een groot
stuk van mijn leven'. Mevrouw Spie
renburg: ,Wat ik wel eens vond, was,
dat mijn man zich soms veel te be
scheiden opstelde. Dat je van veran
deringen in de krant las en dacht:
daar is .Sint-Eloy' al zolang mee be
zig.'
MIDDELBURGSE ONDERNEMERS
CONTRA DORPSE TAXICHAUFFEURS
DOMBURG Begrafenisonderne
mers in Middelburg zijn er alles
behalve blij mee dat taxi-onderne
mers uit Domburg, Oostkapelle,
Serooskerke, Vrouwenpolder en
Veerc vanaf heden gezamenlijk
de begrafenissen in de Walcherse
dorpen gaan verzorgen. De geza
menlijke Middelburgse begrafenis
ondernemers hebben tegen de
nieuwe organisatie een tegenactie
ondernomen. Dit werd duidelijk
gemaakt bij de presentatie van
het wagenpark aan de burge
meesters van Domburg, Marieker-
ke en Veere.
De heer A. C. Caljouw, voorzitter
van de DTO, de dorpse taxi on
dernemers welke organisatie met
de begrafenisondernemer P. Sin-
ke uit Middelburg - Vlissingen
samenwerkt, zei dat er een circu
laire in de dorpen was verspreid,
waarin de samenwerkende Mid
delburgse begrafenisondernemers
erop wezen ,dat zij er ook nog
waren.' De heer Caljouw zei geen
bezwaren te hebben tegen concur
rentie. .Maar dan moet die con
currentie wel eerlijk zijn', zo zei
hij. En de voorzitter van de DTO
verweet de Middelburgse begrafe
nisondernemers, dat ze op alle
dorpen contactmensen hebben
aangesteld (waaronder vele in ge
meente-dienst) aan wie een be
paald bedrag meer als provisie
zou zijn toegezegd als ze de Mid
delburgse ondernemers zouden
propageren.
Niet fair
En dat vond de heer Caljouw
niet fair. Hij vond het verder van
weinig piëteit getuigen, wanneer
op het gebied van de verzorging
van begrafenissen een reclame
campagne en een prijzenslag zou
worden gevoerd. Duidelijk werd
dat de taxichauffeur niet uitslui
tend met de nauw betrokken be
grafenisondernemer (P. Sinke)
zou willen samenwerken. De keu
ze van begrafenisondernemer
wordt uiteraard aan de betrokke-
een begrafenisverzorger uit het
eigen dorp of kring de voorkeur
zou worden gegeven. De nieuwe
regeling is er gekomen om ener
zijds de dorpsgemeenschap van
dienst te zijn. Aan de andere
kant spelen ook zakelijke overwe
gingen een rol. De DTO werkt
overigens niet alleen bij begrafe
nissen samen, maar ook bij hu
welijken en andere gelegenhe
den.
De nieuwe samenwerkingsvorm
functioneert in de praktijk al
weer enige maanden, waarbij
men evenwel nog gebruik heeft
gemaakt van een oudere begrafe
niswagen. Tot de presentatie van
het geheel lijkwagen en zes
volgtaxi's moest men uiteraard
wachten tot de nieuwe wagen
was aangekomen.
Tijdens een op de presentatie vol
gende bijeenkomst ging, voorzit
ter Caljouw nog even na hoe de
organisatie ontstond. Voordat
men er mee begon, heeft men
eerst de verschillende burgemees
ters eens gepolst hoe die er tegen
over stonden. Toen dat positief
bleek te zijn ging men over tot
de samenwerking. De heer Cal
jouw zei dat de exploitatie van
de wagen op zich zelf voorlopig
wel geen winst zou opleveren,
maar dat wel de taxi's rendabeler
zouden worden. Hij verzocht de
burgemeesters om medewerking
op het zakelijk vlak. Niet zozeer
in de vorm van een subsidie
maar wel door bij ongelukken of
verdrinkingsgevallen, waar de
burgemeesters als hoofd van de
politie en van de gemeente per
soonlijk mee te maken kregen,
de betrokkenen te attenderen op
het bestaan van de DTO en hun
service.
Verschillende gemeentelijke be
graafplaatsen zijn nog niet bere
kend op grote begrafenissen
waar veel auto's bij worden inge
zet. In veel gevallen moet gepar
keerd worden langs de kant van
de weg. Vaak zijn de ingangen en
de paden te smal voor lijkwa
gens. De burgemeesters gingen in
dit verband de situatie in hun
eigen gemeenten eens na.
"itw,
In tegenstelling tot betgeen maandag
werd bericht zal op de Zeeuwse PPR-
bijeenkomst. donderdag in Vlissingen.
niet de heer P. A. van de Ven, maar
de heer J. de Koster, raadslid van de
gemeente Borsele de aanwezigen een
oordeel vragen over de ontwerpmotie
met betrekking tot de vestiging van
Total. Ook de kandidaatstelling voor
de tweede kamer zal besproken wor
den.
LEZERS SCHRIJVEN
In de PZC van zaterdag was onder de
rubriek .Lezers schrijven' een ingezon
den stuk opgenomen over de oprich
ting van de nieuwe Evangelische par
tij. Dit stuk was abusievelijk onderte
kend met L- Kleinepier te Wolphaarts
dijk. Dit moest zijn: C. Kleinepier te
Wolphaartsdijk.
NOGMAALS: GWB EN DE
MUZIEKBIBLIOTHEEK
Het zit GWB niet mee. In de eerste
plaats wordt zijn repliek (krant van
gisteren) op een lezersreactie naar
aanleiding van één zijner recensies
verlaat geplaatst. In de tweede plaats
speelt het zetduiveltje hem een poets.
Hij heeft beslist niet met een peri
scoop handel en wandel van de mu
ziekbibliotheek bespied. Het zal duide
lijk zijn dat hij een gewraakte peri
koop in zijn recensie aan de orde
stelde. Bovendien beschuldigt hij de
muziekbibliotheek niet opnieuw, nu
van een .begrijpelijke nonchalance'.
Uiteraard heeft hij, de verontruste
serieuze lezer kennend, geschreven
over een .onbegrijpelijke nonchalance'.