MAATREGELEN VOOR FRUITTELERS
EN FRUITTEELT GAAT TEN ONDER
FRUITTELERS ZIJN INDIVIDUALISTEN
KEUS GAAT
TUSSEN SLECHT
EN SLECHTER
mh
ACTIE GEVRAAGD
provinciale
zeeuwse
courant
mm™
19
DONDERDAG 29 OKTOBER 1970
uwmimmer
VLISSINGEN Drie jaar geleden begon het einde. Iedereen in Nederland weet het nu
io langzamerhand wel: de fruitteelt lijkt tot ondergang gedoemd als er vanuit Den Haag
en Brussel geen ingrijpende maatregelen worden genomen. Appels en peren worden met
duizenden kilo's tegelijk vernietigd. Het is zo op het oog een simpele zaak. De vraag naar
appels en peren is in de afgelopen drie jaar nauwelijks gestegen en het aanbod liep met
sprongen omhoog. Niet alleen in Nederland, maar met name ook in Frankrijk en Italië.
Vorig jaar had de Nederlandse appclproduktie een hoogtepunt bereikt met 475 miljoen
kilo en volgens dc ramingen zal de produktle dit jaar 440 miljoen kilo bedragen. In 1962
bedroeg de Nederlandse appelproduktie nog slechts 233 miljoen kilo, in 1964 was dat 398
miljoen kilo en in 1968 414 miljoen kilo. Een geleidelijke toename dus met eindelijk dit
seizoen een geringe teruggang. Het is dus een misverstand te denken, dat alleen Frankrijk
en Italië hebben bijgedragen aan de totstandkoming van de thans bestaande overproduk-
tle!
Overigens zijn de produktiecijfers van
Frankrijk en Italië ook wel de moeite
waard. Zij stellen de Nederlandse verre in
de schaduw. Frankrijk produceerde in
1962 780 miljoen kilo appels. In 1964
kwamen de Fransen tot 1013 miljoen kilo.
in 1966 1296 kilo. in 1968 1696 kilo en
vorig jaar 1723 miljoen kilo. Voor dit jaar
wordt een produktie van 1776 miljoen kilo
verwacht. Italië wordt binnen de EEG ook
wel als een boosdoener aangemerkt, maar
uit de produktiecijfers zou dit toch niet
blijken. In 1962 was de produktie 2174
miljoen kilo en via 2358 miljoen kilo, 2237
miljoen kilo en 1927 miljoen kilo kwamen
de Italianen vorig jaar op 1840 miljoen
kilo. Een dalende lijn. die echter dit jaar
onderbroken wordt door een lichte stij
ging, namelijk tot 1953 miljoen kilo. Ook
voor West-Duitsland schijnt de vaart er uit
te zijn: (in miljoenen kilo's): '62: 1225;
'64: 1588; '68: 1922; '69: 2489; '70: 1701.
Zo op het eerste gezicht lijkt het alsof er
een kentering is gekomen. Dat zou dan de
kentering zijn. die CBTB-voorzitter drs
Zijlstra aan het begin van dit jaar aan de
fruitteiers voorspelde. Wat de produktie
betreft heeft de heer Zijlstra met zijn
hoopgevende woorden zeker gelijk gekre
gen. Vorig jaar was de appelproduktie in
de zes EEG-landen 6842 miljoen kilo en dit
jaar zal de produktie .slechts' 6116 miljoen
kilo zijn, een daling van maar liefst 9
procent!
NOG SLECHTER
Het aanbod is dus duidelijk dichter bij de
vraag gekomen en duszijn de prijzen
nog slechter dan vorig jaar! Raar maar
waar. De appels worden met ongekende
hoeveelheden doorgedraaid, dat wil zeggen,
dat op de veilingen de handelaren in vele
gevallen de knop niet indrukken en de
veilingklok dus beneden de interventieprijs
komt. En als de klok doordraait, worden
de desbetreffende appels uit de markt
genomen. De fruittelers ontvangen een ge
ringe vergoeding, die zeer ver onder de
kostprijs ligt. Als de handelaren voor een
bepaalde partij wèl interesse hebben ge
beurt het ook maar zelden, dat ze de knop
indrukken op een moment, dat het voor
de fruitteler lonend is. Dat blijkt duidelijk
uit de dagelijks gepubliceerde veilingbe-
richten en ook int de cijfers van het
Landbouw Economisch Instituut, dat voor
de verschillende agrarische bedrijfstakken
het arbeidsinkomen over een reeks van
jaren heeft berekend. De gespecialiseerde
fruittelers hadden over 1964 nog gemid
deld een arbeidsinkomen van 4300 gulden,
in 1965 was dat 4500 gulden, in 1966 3800
gulden en in 1967 100 gulden, als men
tenminste hier nog van een .inkomen' mag
spreken. Toen begonnen de negatieve ja
ren. In 1967 had een gemiddelde fruitteler
een arbeidsinkomen van min 600 gulden en
vorig jaar was dat negatieve inkomen
gegroeid tot 2000 gulden!
En dit seizoen heeft totnutoe niet anders
dan records in negatieve zin opgeleverd.
Iedereen, die iets van de fruitteelt weet is
het daarmee eens. Maar niet iedereen
heeft dezelfde ideeën over wat er moet
gebeuren om een eind te maken aan de
huidige toestand, waarin fruittelers ge
dwongen zijn om hun bedrijven te beëindi
gen (vaak met een hoge schuldenlast op
de koop toe) om dan naar een omscho
lingscursus te stappen.
OVERPRODUKTIE
Natuurlijk, overproduktie is de grondoor
zaak van de huidige malaise. Maar op
welke manier moet daaraan een eind wor
den gemaakt? Zowel standsorganisaties,
als de Nederlandse Fruittelers Organisatie
als de actiegroep Fruitteelt Zeeland heb
ben legio voorstellen gedaan aan minister
Lardinois. Op 27 mei gingen er vijfduizend
fruittelers uit heel Nederland voor een
demonstratie naar Den Haag om daar aan
de minister een pakket met eisen te over
handigen. Wensen, nodig om de fruitteelt
als bedrijfstak in stand te houden, zoals
de heer J. H. Stoutjesdijk, voorzitter van
de NFO-werkgroep die de demonstratie
voorbereidde, het uitlegt.
En ook toen stonden maatregelen om de
overproduktie weg te nemen bovenaan.
Want in punt één van het lijstje stond:
een rooipremie van 3000 gulden per hec
tare ineens om de overproduktie weg te
nemen fde EEG-rooipremie bedroeg toen
1800 gulden per hectare, uit te betalen in
twee jaar). De standsorganisaties hebben
perspectiefbiedend
die els inmiddels overgenomen. De heer
Stoutjesdijk vertelde, dat dit allesbehalve
overvraagd is, als men bedenkt, dat het
rooien van een hectare boomgaard onge
veer 2000 gulden (ineens) kost en dat daar
mee een fruitteler niet uit zijn acute nood
situatie kan worden geholpen.
Rooien, het leek een toverwoord. Rooien
zou alle problemen oplossen. Maar het
tegendeel lijkt waar. In Nederland en
ook in Zeeland is In de afgelopen Jaren
een grote oppervlakte aan boomgaarden
verdwenen. Vorige winter werd In geheel
Nederland voor 13.000 hectare (van de in
totaal 40.000) rooipremie aangevraagd en
voor de oogst was 8000 hectare gereali
seerd. In Zeeland werden van de 1600
aangevraagde hectares ongeveer 1000 ge
rooid, hetgeen neerkomt op ruim 15 pro
cent van het totaal.
PERSPECTIEF
In de fruitteelt onderkent men twee soor
ten bedrijven, namelijk de bedrijven die
.perspectief biedend' zijn en de bedrijven,
die dit predikaat niet dragen. Perspectief
biedende bedrijven zijn over het algemeen
boven de vijf hectare en zij bestaan uit
bomen van een voldoende groot aantal
veelgevraagde rassen. De bomen dienen
bovendien verschillend van leeftijd te zijn,
waardoor regelmatig rooien en opnieuw
inplanten zonder sterke produktie-inzinkin-
gen, mogelijk zijn. Verder worden er eisen
gesteld aan het ondernemersschap van de
fruitteler. Als het nu allemaal ging zoals
het zou moeten gaan, dan zouden juist de
bedrijven, die niet aan de bovengenoemde
eisen voldoen, worden beëindigd. Dan zou
den al die gerooide hectares behoren tot
de groep niet-perspectief biedende bedrij
ven. Maar ZLM-tuinbouwdeskundige A. van
Oosten weet te vertellen, dat er hoege
naamd geen lijn in valt te bespeuren:
.Zowel van de gezonde als van de niet-
perspectief biedende bedrijven wordt ge
rooid, waardoor de fruitteelt als zodanig
niet beter van structuur wordt. Bovendien
wordt ongeveer een kwart weer ingeplant,
waardoor de produktie op een gelijk ni
veau blijft. Want het is nu eenmaal zo, dat
de oude boomgaarden, die afgeschreven
zijn, het eerst vallen. Daardoor heeft ook
de Nederlandse produktie nauwelijks de
neiging om te dalen. Ik geloof wel dat er
in de komende jaren iets te merken zal
zijn'. De heer Van Oosten zegt, dat het
principe van een toeslag per hectare plus
een goede beëindigingsregeling, zoals dat
wordt voorgestaan door de actiegroep
Fruitteelt Zeeland, hem wel aanspreekt:
.Uiteraard moet die toeslag dan alleen
worden gegeven voor de perspectief bie
dende bedrijven om te komen tot een
gerichte sanering'. De maatregelen, die de
heer Van Oosten voorstaat en met hem
de meerderheid van de georganiseerde
fruitteelt komen in het kort neer op:
gecoördineerd inkrimpen van het areaal en
betere maatregelen, dat volgens de heer
Stout jesdijk, sinds kort- ook voorzitter van
de ZLM-fruitteeltcommissie, niet verder
komt dan sociale bijstand. De overbrug
gingsfinanciering wijst hij in principe af,
maar omdat er voor velen geen andere
mogelijkheid is. wil hij deze maatregel als
tijdelijk accepteren: .We hebben maatrege
len nodig die de fruitteelt in stand
houden en met een overbruggingsregeling
kom je er dan met. Want je komt pas
voor die regeling in aanmerking als je op
geen enkele andere wijze meer krediet
kunt krijgen. Met andere woorden als je
helemaal aan de grond zit wordt er iets
gedaan'.
WILLEM WISSE.
VLISSINGEN Vele keren reeds hebben
fruittelers de Nederlandse minister van
landbouw Lardinois gewezen op de concur
rentievervalsende maatregelen, die met na
me de Franse fruitteelt binnen de EEG
een gunstige positie geven. In mei nog
vroeg de minister aan de NFO-delegatie.
tijdens de grote demonstratie, met bewij
zen te komen. Delegatieleider J. H. Stout
jesdijk uit Oosterland vond het een vreem
de vraag van een minister. Hij ging er van
uit, dat. als er dergelijke berichten waren,
het juist de taak van de minister, die
daarvoor over de middelen beschikt, was
om dergelijke dingen uit te zoeken. En
inderdaad is na moeizaam overleg in Den
Haag tussen minister Lardinois en de
fruitteelt een Nederlands voorstel aan de
EEG-partners uit de bus gerold: op 10
september zouden alle zes landen de maat
regel op tafel brengen, die zij ter onder
steuning van de fruitteelt hebben geno
men. Er was een termijn van twee weken
om dan alle maatregelen in te trekken.
Hoe dat allemaal is afgelopen blijft echter
voorlopig in de Brusselse mist hangen.
Op dit stuk van zaken is het met name
met Frankrijk slecht kersen eten. De
meeste maatregelen fiscaal, op het ge
bied van de afzet en tegemoetkomingen
bij verzekeringspremies worden daar
per departement uitgevoerd. In geval van
■>en protest van bijvoorbeeld Nederlandse
zijde volgt er eerst een onderzoek, dat
enkele maanden vergt. De Fransen moeten
dan wel de maatregel intrekken, maar
hebben tevens tijd gehad om een nieuwe
voor te bereiden. ,Het hangt nu af van
wat de resultaten van het Brusselse voor
stel zijn of er hier ook maatregelen ko
men, die verder gaan dan sociale bijstand,'
aldus de heer Stoutjesdijk. Als de andere
landen hun maatregelen niet werkelijk in
trekken kan de minister er niet onder uit
de tegemoetkoming in de premie voor
hagelverzekering te geven. En dan is er
een precedent geschapen. Dan zullen ook
de Nederlandse fruittelers een ondersteu
ning moeten ontvangen, die te vergelijken
is met die in Frankrijk'.
Een van de grootste problemen in de
fruitteelt is naast de overproduktie de
manier, waarop het fruit bij de consument
komt. In Nederland is het gebruik dat dit
via de veilingen gebeurt. Maar als er tien
pet overproduktie is, dan zakt de prijs
honderd pet', aldus ZLM-fruitteeltdeskundi-
ge A. van Oosten, .de handelaren weten
toch wel dat ze aan de beurt komen. En
de fruittelers zijn tot nu toe niet in staat
gebleken zelf die tien pet uit de markt te
houden om op die manier de prijs weer
op peil te brengen.' De heer Van Oosten is
er wel van overtuigd, dat men binnen de
EEG niet kan volstaan met een nationale
organisatie van fruittelers. Maar zelfs het
oprichten van een goed functionerende af
zetorganisatie van Nederlandse fruittelers
acht de heer Van Oosten een bijna onmo
gelijke zaak: ,Er zullen er altijd zijn, die
er zich aan onttrekken omdat ze hopen op
die manier een betere prijs te maken. Er
is zelfs in deze noodsituatie sprake van
een enorm individualisme, dat het maken
van collectieve regelingen in de weg staat.'
V£-v
VLISSINGEN Met simpele cijfertjes
kan worden aangetoond hoe duizenden
fruittelers in de knoei zitten. Uit diezelfde
cijfertjes blijkt waarom een groot aantal
van deze mensen eenvoudig niet kunnen
stoppen, althans zo voelen velen dat zelf
aan. Want de keus gaat tussen slecht en
nog slechter. Een fruitteler kan zij bedrijf
met jaarlijks grote verliezen voortzetten
in de hoop, dat er ooit nog eens betere
tijden aanbreken, óf hij kan zijn bedrijf
beëindigen. Dat is gemakkelijker gezegd
dan gedaan. Want een fruitteler is of was
een zelfstandig ondernemer, een man met
een zekere status, die hij ontleende aan
zijn vakkennis en zijn bedrijf. Het lijkt
voor de hand liggend: als het slecht gaat
en er is geen kans op verbetering binnen
een redelijk korte termijn, dan stop je.
Maar dan ben je wel je bedrijf kwijt en
die vakkennis is ook vrijwel zeker niets
meer waard.
Het is voor velen een donker vooruitzicht,
want na bedrijfsbeëindiging is die zelfoe-
wuste ondernemer een ongeschoold arbei
der met schulden. Omdat de gehele fruit
teelt in het slop zit zou een speciale
regeling voor mensen, die hun bedrijf be
ëindigen gewenst zijn, aldus de heer A. van
Oosten, fruitteeltdeskundige van de ZLM.
Het hieronder volgende overzichtje kan
verhelderend werken om aan te geven hoe
moeilijk de keus van een fruitteler wel is.
Eerst volgt een balans per 1 januari 1967
van een frultteellbedrijf van 3:/j hectare.
De cijfers zijn .uit het leven gegrepen':
3'-/s hectare grond 42.000
waarde opstand 35.000
inventaris 15.000
liquide middelen 8.000
Het zag er allemaal goed uit. Er was een
kapitaaltje om de eerste klappen op te
vangen en om investeringen te doen. De
waarde van de grond, de opstand (de
fruitbomen) en de Inventaris wogen ruim
schoots op tegen het totaal van de hypo
theek en de leningen. Maar twee slechte
seizoenen hebben de zaken drastisch gewij
zigd. Het kapitaal is op. de lening van de
familie is groter geworden en de waarde
van de opstand en de inventaris is door de
slechte toestand in de fruitteelt enorm
gedaald. De man. die drie Jaar geleden
bovenstaande balans (op basis van liquida-
tiewaarde) op papier kon zetten, was er,
als hij er een punt achter wilde zetten,
financieel op 1 januari 1970 niet zo best
aan toe:
3Vi hectare grond
(uitkering bij beëindiging)
opstand
inventaris
liquide middelen
uitkering O en S.-fonds
33.250
1 8.000
10.000
hypotheek bank 23.500
lening Borgstellingsfonds 8.000
rekening couran*. 2.000
familielening 25.000
Crediteuren 2.750
61.250
100.000
hypotheek bank 25.000
lening Borgstellingsfonds 10.000
familielening 20.000
kapitaal 45.000
100.000
Ondanks de uitkering uit het O en S-fonds
blijft er een tekort van f 10.000. In drie
jaar tijd is het eigen vermogen van
f45.000 geheel verdwenen, oftewel: er is
een exploitatieverlies geweest van 14.250
en een vermogensverlies van 40.75(7. De
man dacht, gesterkt door de woorden van
de heer Zijlstra, dat hij niet meer dieper
het moeras in kon zinken. De uitkomsten
van dit seizoen hebben hem anders ge
leerd.
VLISSINGEN De actiegroep Fruitteelt Zeeland,
die vorige winter ontstond en mede aanleiding was
tot de grote demonstratie op 27 mei in Den Haag,
is nog niet opgeheven. De leden van de groep
worden vrijwel dagelijks opgebeld en aangesproken
door fruittelers, die om actie vragen: .Waarom
komen ze naar ons en waarom f
i ze niet naar
de standsorganisaties, die het overleg met de minis
ter moeien voeren? Dat komt omdat wj als fruitte
lers in de standsorganisaties een minderheid 1
men. Er wordt te weinig aandacht aan ons geschon
ken, Juist in een tijd, dat de fruitteelt economisch
zwak staat.' De bezwaren tegen de .erkende' organi
saties zijn voor de leden van de actiegroep gemak
kelijk te ontleden. Volgens hen is het niet alleen
aan de minderheidspositie van de fruittelers te
danken, maar ook aan de volgens hen bestaande
machtsconcentratie bij een beperkt aantal personen.
Als gekozen bestuursleden hun werk niet doen naar
de zin van de leden lijkt niets logischer dan hen bij
de eerste de beste gelegenheid te vervangen. Dat nu
is. zo meent de actiegroep, een onmogelijke zaak
,Men durft geen kritiek te spuien op een voorzitter
van bijvoorbeeld de ZLM-kring, omdat die man
alles heeft te maken met je eigen financiën. Want
vaak is zo'n man nog voorzitter van de Raiffeisen-
bank en moet hij ook nog eens advies uitbrengen
over je kwaliteiten als ondernemer als je in aan
merking wilt komen voor een uitkering uit het
borgstellingsfonds.' Inderdaad komen zulke situaties
voor. Maar niemand kan of durft de bewijzen op
tafel te leggen, dat er misbruik van deze macht
wordt gemaakt. Natuurlijk kunnen mensen, die
meer dan tien functies hebben in grarische organi
saties en die zijn er in Zeeland meerderen
hierdoor een grote invloed uitoefenen. Dat strijd
vaardigheid ook wel wordt gehonoreerd, mag blij
ken uit het feit. $at de zeer strijdbare heer Stout
jesdijk uit Oosterland, die voorzitter was van de
NFO-werkgroep die de grote mei-demonstratie voor
bereidde, werd gekozen tot voorzitter van de fruit-
teeltcommissie van de ZLM