,JE BLIJFT HIER
ALTIJD EEN
BUITENLANDER'
25
ZATERDAG 24 OKTOBER 1970
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
Ais Surinamers en Antillianen in Nederland in het
nieuws komen, dan betekent dat doorgaans niet
veel goeds. De krantelezer komt hen vooral tegen
in rechtbankverslagen of ziet hen gedoodverfd als
agiterende studenten in acties voor onafhankelijk
heid en dergelijke. De gemiddelde Nederlander
staat dan ook tamelijk gereserveerd tegenover onze
donkergekleurde rijksgenoten uit de West. Hij rea
liseert zich niet, dat de meesten van deze mensen
hard werkende en studerende mannen en vrouwen
zijn, die zich veel moeten ontzeggen om hun doel
te bereiken. Daarbij ontmoeten zij vaak weinig me
dewerking. Zij verwachten veel van hun verblijf in
Nederland en meestal worden zij in hun verwach
tingen teleurgesteld. Thuis slecht voorgelicht en in
Nederland verkeerd opgevangen en aan him lot
overgelaten, raken zij soms in moeilijkheden, die
dan breed worden uitgemeten. Voor de slechte
naam van een minderheid moet de meerderheid
boeten.
Gelukkig zijn er mannen en vrouwen uit de Antillen
en Suriname, die succes hebben in Nederland en
met goede herinneringen naar huis terugkeren, zo
als Ruud en Agnes van Els. Ook al zeggen die na vijf
jaar Nederland:
De familie Van Els, kort voor vertrek uit Nederland. Van links naar rechts: Ruudje, zijn vader, Steven, mevrouw Van Els met de vier maanden oude
Mildred en het zusje van mevrouw Van Els, dat naar Nederland kwam om op de kinderen te passen en nu als enige in ons land blijft omdat ze er
een man vond...
HAASTRECHT Eind oktober vertrekt uit
Amsterdam een KNSM-schip naar Suriname.
Aan boord: twee mensen die terugkeren naar
de warmte van hun geboorteland. Vijf lange
jaren hebben zij de Nederlandse kilte getrot
seerd. Werkend en studerend, uitkijkend naar
deze dag, waarop de tros wordt losgesmeten
en vanuit de luidsprekers op de kade de me
lancholisch makende afscheidsmuziek weer
klinkt.
Elektrotechnicus Ruud van Els (31) heeft de laatste
weken voor dit vertrek nauwelijks meer een oog dicht
gedaan. Het vooruitzicht op de thuisreis bezorgde hem
een blijde slapeloosheid.
Vijf jaar geleden kende hij zo'n zelfde situatie: uren
die hij wakker liggend doorbracht, waarin hij piekerde
over zijn toekomst in Suriname en de mogelijkheden
die Nederland hem bieden kon.
Van Els was toen 25 en hij had een baan bij de
Suralco met naar zijn gevoel te weinig kansen
voor de toekomst. Als medewerker op het laboratori
um hield hij zich bezig met het verrichten van
grondboringen voor het Affobakkodam-project. Zodra
aan de dam zou worden begonnen, zon zijn taak
geëindigd zijn. Dat vooruitzicht hield zijn gedachten
bezig. Hij wilde meer dan Suriname hem op dat
moment kon geven en hij wilde studeren. In Suriname
was dat onmogelijk. De onderwijsfaciliteiten in Surina
me zijn nog altijd gering vergeleken met die in
Nederland. Van Els had in zijn land de twee-jarige ulo
doorlopen en het diploma van de lts behaald. Wilde hij
verder studeren dan zou hij naar Nederland moe
ten.
De beslissing was moeilijk voor Ruud van Els: hij was
getrouwd en hij had twee kinderen. Zijn gezin wilde
hij in geen geval tekort doen. Zijn vrouw steunde hem
volledig bij het zoeken naar een oplossing. Als onder
wijzeres kende zij de waarde van een goede opleiding.
Toen uiteindelijk toch voor Nederland werd gekozen,
stond mevrouw Van Els voor 100 procent achter die
keus.
In die tijd van wikken en wegen ontdekten Ruud en
Agnes van Els dat goede voorlichting over het dage
lijkse leven in Nederland moeilijk was te krijgen. Van
Els: ,de schriftelijke informatie, die vijf jaar geleden
in Suriname werd verstrekt, gaf je niet meer dan een
algemene richtlijn.'
Het was een welkom toeval dat zij in contact kwamen
met een in Paramaribo vakantie vierende pater, die in
Nederland nieuwkomers uit Suriname en de Antillen
apving en wegwijs maakte. Intussen correspondeerde
Ruud van Els druk met Nederland over zijn eventuele
Inschrijving als leerling aan de avond-mts in Rotter
dam.
Het gesprek met de pater, de briefwisseling met
Rotterdam en het overleg met zijn vrouw en familie
orachten Ruud van Els in mei 1965 op de boot naar
Holland. De reis moest hij zelf bekostigen, evenals zijn
studie. Een beurs, toch al moeilijk te krijgen, bleek
voor een 25-jarige met een gezin die na zijn schooltijd
al een werkkring had gehad, niet beschikbaar te zijn.
Men durfde het risico niet aan.
Afspraak was dat mevrouw Van Els na een half jaar
haar man naar Nederland zou volgen. Ook zij prepa
reerde zich gedegen op de onderneming, waarvoor zij
haar hele boeltje opdoekte, de kinderen bij de ouders
onderbracht en zelf een type-cursus ging volgen. Want:
jnen had mij duidelijk gemaakt, dat ik in Nederland
niet op een baantje bij het onderwijs behoefde te
rekeken. Omdat ik tóch wilde werken, bereidde ik mij
voor op een kantoorbaan.'
Maar zelfs die was niet voor mevrouw Van Els
weggelegd. De onderwijzeres uit Suriname kwam te
recht in de linnenkamer van het Goudse zieken
huis.
MOEILIJK BEGIN
Haar man was na aankomst in Nederland in de
handen gevallen van de hulpvaardige pater, die zorgde
voor onderdak in een opvangpension in Rotterdam.
Achteraf zegt Van Els over die moeilijke begintijd,
toen hij volkomen vreemd met de Nederlandse samen
leving in dynamisch Rotterdam belandde: ,Het is van
het allergrootste belang met wie Je het eerst in
oontact komt. Val Je in verkeerde handen, dan maak
I» «en grote kar* in moeilijkheden to reken,'
In zijn geval was de eerste kennis een jongen, die hem
inlichtte en die hem hielp een kamer te vinden.
Onmiddellijk na aankomst had hij zich laten inschrij
ven aan de mts: .Het is juist zo belangrijk om direct
je vrije tijd met studie te vullen', zegt Ruud van Els,
die bereid om elk technisch werk aan te pakken dat
hij krijgen kon overdag bezigheid vond in een
ventielfabriek, waar hij onder meer te maken kreeg
met de fabricage van kleppen voor motoren. Het werk
viel hem niet moeilijk al kwam het niet direct overeen
met de studie die hij gekozen had, de elektrotechniek.
Moeilijker was de aanpassing aan het werkklimaat.
Alles was zo anders dan hij gewend was thuis.
Maar al gauw wist hij van werkdecor te wisselen toen
bet acclimatiseren hem te moeilijk viel. Van de klep-
penfabriek ging hij naar de verzekeringsbank. Een
grote overgang, van werkplaats naar bureaustoel.
Intussen was mevrouw Van Els haar man nagereisd
en samen vonden zij onderdak bij haar broer, net als
zij voor studie in Nederland en met beschikking over
woonruimte in Gouda.
De periode bij de verzekeringsbank duurde een Jaar.
Toen vond Ruud van Els een baan waar hij eigenlijk
al die tijd naar had gezocht, werk dat aansloot bij zijn
studie aan de Rotterdamse avond-mts. Hij werd aange
nomen bij het Gemeente Energie Bedrijf in Gou
da.
.Vanaf de eerste stap op Nederlandse bodem heb ik
steeds tegenover iedereen verklaard, dat ik geen corriè-
re wilde opbouwen in Nederland. Bedoeling was te
studeren, zo veel mogelijk op te steken om dan met
de nodige papiertjes op zak terug te gaan naar
Suriname en daar een toekomst op te bouwen.' Door
deze eerlijke verklaring meent Ruud van Els veel
goodwill te hebben verkregen. Zowel chefs als collega's
in al zijn werkkringen verleenden hem alle mogelijke
medewerking zodra zij van zijn toekomstplannen op
de hoogte waren.
Die medewerking van iedereen vormt een aspect van
zijn verblijf in Nederland, waaraan hij altijd met
tevredenheid zal terugdenken.
HEIMWEE
.We konden eigenlijk alleen in het weekeinde voldoen
de aandacht aan de kinderen besteden', zegt mevrouw
Van Els. Vooral daarom heeft de familie Van Els in
de vijf jaren die zij in Nederland doorbracht opzette
lijk weinig vriendschappen gesloten: ,we wilden de
weinige tijd die we vrij beschikbaar hadden, zo veel
mogelijk voor de kinderen houden.' Een andere reden
om zo weinig mogelijk contacten te leggen, was dat
Ruud van Els in zo kort mogelijke tijd wilde afstude
ren.
Het was immers niet onze bedoeling ons hier te
vestigen. Daarom hebben we ons ook nooit zo volledig
geïnstalleerd als andere Surinamers die zich hier
definitief willen vestigen. De inrichting van ons huis
hielden we met opzet wat schamel. Wél kochten we
duurzame artikelen van huishoudelijke aard, die in
Suriname veel duurder zijn dan in Nederland. Het
vervoer per schip kost niet zo veel en het bezit van dit
soort dingen geeft Je in Suriname een voor
sprong.'
Zo gaat straks ook de Volkswagen van Ruud van Els
mee naar Paramaribo.
NIET VOOR NIETS
Ruud van Els werd door het GEB in de gelegenheid
gesteld om letterlijk alle voorhanden zijnde werkzaam
heden uit te voeren, van grondwerk tot inspectie.
Vooral dat grondwerk viel niet mee. 's Winters in de
winderige polders dacht hij met meer dan het normale
heimwee terug aan de zon in zijn geboorteland.
Voor het hele gezin Van Els was het een moeilijke tijd
een periode die van man en vrouw een grote dosis
doorzettingskracht vereiste. Mevrouw Van Els had
eindelijk door bemiddeling van de inspecteur van het
lager onderwijs in Gouda een baan gekregen als
onderwijzeres, aan de christelijke lagere school in
Haastrecht en heimwee naar de kinderen had hen er
toe gebracht hun twee zoontjes, Steven (3Va) en
Ruudje (2Va) te laten overkomen. Het was een moeilij
ke opgaaf om in een ook voor de kinderen volkomen
vreemde omgeving werk en studie te combineren met
een normaal gezinsleven. Een oplossing werd gevonden
door het zeventienjarige zusje van mevrouw Van Els
uit te nodigen uit Suriname naar Nederland te komen
om overdag op de kinderen te passen. Als tegenpresta
tie stelden de heer en mevrouw Van Els het meisje in
staat een cursus te volgen aan de handelsavondschool
in Gouda. Het zusje zorgde voor Steven en Ruudje tot
zij naar school gingen. Toen vond zij een kantoorbaan
en nog wat later ook een man, een Nederlander, zodat
zij de enige is van het gezin die althans voorlopig
niet naar Suriname zal teruggaan.
Ruud van Els bleef drie jaar in gemeentedienst. Omdat
het zijn bedoeling was later in Suriname een betrek
king te zoeken bij de overheid, verliet hij het GEB
toen hij daar alle afdelingen van het bedrijf had
verkend. En om zich zo veelzijdig als mogelij 1 was te
oriënteren stapte hij over naar het particuliere be
drijfsleven. Daar ontving men hem op dezelfde voor
waarden als bij het GEB. Het elektrotechnisch installa
tiebedrijf H. Croon en Co gaf hem werk als installa
teur, op de tekenkamer en stelde hem In de gelegen
heid ervaring op te doen in de calculatie.
Ook hier was iedereen hem hijzonder ter wille. Nadat
hij eerst bij projecten in Utrecht was tewerkgesteld,
kreeg hij later werk in Delft en daarna nóg dichter
bij huis: in Rotterdam, waardoor het gemakkelijker
was om op tijd de avondschool te bezoeken.
In die periode kwam het vaak voor dat Ruud van Els
's morgens om een uur of zes het huis verliet om er 's
avonds na elven pas weer te keren. De kinderen
sliepen nog als hun vader wegging en waren al weer in
diepe slaap wanneer hij 's avonds moe van werk en
studie thuiskwam.
Toch hebben Ruud en Agnes van Els tijdens him
rijfjarige dogeerpartij' in Nederland een aardige kijk
gekregen op onze maatschappij. Nu zij teruggaan
weten zij, dat zij niet voor niets zich zo veel hebben
ontzegd. Ruud neemt als kostbaarste bagage een eind
diploma van de mts met een schitterende cijferlijst en
een aantal fraaie getuigschriften mee. En Agnes heeft
plezierige ervaringen opgedaan met het onderwijs in
ons land.
Voor landgenoten, die hun voorbeeld willen volgen,
hebben zij een uitstekend advies: vertel direct overal
waar je komt, dat je wilt leren en dat je de opgedane
kennis wilt gebruiken in je eigen land. Wanneer je dat
doet heb je van de Nederlanders geen last.
Van discriminatie hebben zij weinig gemerkt. .Toch
voel je je altijd een buitenlander", zegt mevrouw Van
Els. ,In Suriname gaat het veel gemoedelijker toe. Het
tempo ligt er lager. Hier is alles zo efficiënt.' Ze beseft
echter, dat ze dat hoge Nederlandse tempo in belan
grijke mate heeft overgenomen. .Daarmee zullen we
thuis rekening mee moeten houden. We zullen ons
weer moeten aanpassen.'
En Ruud van Els voegt daaraan toe: ,We zullen in
Suriname kritisch worden gevolgd. De mensen denken,
dat je het allemaal wel beter zult willen weten na zo'n
Nederlandse opleiding. Zo'n houding moet je vermij
den.'
In Nederland ervaarde hij precies het tegenovergestel
de: ,veel mensen denken dat een kleurling altijd dom
is. Dat verwachten ze bij voorbaat. Wanneer je ze in
die waan laat, is er niets aan de hand. Dan zijn zij
uiterst bereidwillig om je wat te leren. Ik heb nooit
laten merken dat ik beter op de hoogte was, ook niet
wanneer ik met grondwerkers te maken had. Als zo'n
grondwerker meende mij iets te moeten uitleggen, dan
liet ik hem zijn gang gaan. Op die manier bleef je de
beste vrienden.' Ook die raad geeft hij aan landgenoten
die het in Nederland willen proberen: ,doe je niet al te
wijs voor, want dat schrikt de Nederlander af.'
Ruud van Els heeft zich altijd ver van de politiek
gehouden. Hij twijfelt er niet aan of Suriname zal
over niet al te lange tijd onafhankelijkheid verkrijgen,
maar aan het streven naar deze status heeft hij nooit
meegedaan. Daarvoor had hij het trouwens te druk
Over de politiek van de buitenlandse bedrijven in
Suriname heeft hij wél een uitgesproken mening. Het
heeft hem teleurgesteld, dat Nederlandse bedrijven in
Suriname een discriminerend personeelsbeleid voeren.
Wanneer je als Surinamer solliciteert, dan stellen zij
aan jou hogere eisen dan zij aan Nederlanders zquden
doen. Een Nederlander verdient anderhalf maal zoveel,
kan rekenen op een lange Nederlandse vakantie en
heeft vrije overtocht. Bovendien wordt de Nederlander
altijd een contract aangeboden. Een Surinamer die in
Nederland solliciteert bij een in Suriname gevestigd
Nederlands bedrijf, krijgt steevast te horen, dat hij
eerst maar naar Paramaribo moet gaan en het daar
nog eens proberen. ,Zo wordt je gedwongen de dure
zeereis zelf te betalen.'
Dat vormt voor veel Surinamers een barrière, meent
Ruud van Els. .Ze hebben in Nederland meer zeker
heid. betere sociale voorzieningen en kunnen gemakke
lijker veranderen van baan. Dat trekt velen aan.'
Voor Ruud en Agnes van Els is het geen pro
bleem. Het leven in zonnig Suriname is hun
meer waard dan de zakelijkheid van Neder
land, waar je toch altijd een .buitenlander'
blijft.
Agnes van Els: .Nederland is zo zakelijk
Ruud van Eist Jje eerste keumsmaktng ie hei belangrijkst