ZATERDAG 24 OKTOBER 1970
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
19
Jacques Prince tekende deze week. in Middelburg de oude pakhuizen aan de Kinderdijk, de Spijkerbrug en de wat vergeten gedenknaald, die
herinnert aan de opening van een open havenkanaal naar Veere door koning Willem I in 1817.
VOLGENS ANDREAS BURNIER is ongeveer precies de helft van het aantal mensen op
aarde, volkomen afgezien van huidskleur of geloof, zwaar gediscrimineerd, en wel de
vrouwelijke helft. In haar werk komt Andreas Burnier steeds sterker op voor de rechten',
de plaats van de vrouw; ze wil haar zusters over de hele aarde bevrijden van het juk, en
oppert zelfs, zij het nog enigszins schertsend: God is een vrouw, zij moet haar dochter
zenden om ons te verlossen. Nu is Andreas Burnier geen Dolle Mina, maar een academisch
geschoold filosofe. Zij heeft, in vijf jaar tijds met drie boeken (dit is haar vierde) grote be
kendheid gekregen, en dat niet alleen omdat die boeken werkelijk briljant geschreven zijn.
Ook, en mogelijk bovenal, wegens de problematiek. De vrouwen in haar boeken, de ik
figuren, zijn allemaal lesbisch, en de meesten willen eigenlijk graag een man zijn.
Zonder dat we nu de schrijfster met haar hoofdper
sonen willen vereenzelvigen, kan iedereen toch vrij
gemakkelijk constateren dat er affiniteiten bestaan
builen een eventuele preoccupatie met het onder
werp om.
Het fotootje op het omslag van haar eerste boek
toont een aangetekende snor en baard en de auteur
heeft zich op de flaptekst als .hij' aangeduid of aan
laten duiden. Andreas is bovendien duidelijk een
Griekse mannennaam, die ,de mannelijke, sterke'
betekent, een pseudoniem dat dus zeer opzettelijk
gekozen is. Op latere boeken liet Andreas Burnier
een foto en profil afdrukken, zó genomen dat het
niet zo duidelijk was of het een man of een vrouw
voorstelde. In .Het jongensuur' wist zij de conflict
situatie onvergetelijk toe te spitsen: het jonge
meisje in dit boek wilde naar het zwembad op het
uur dat het alleen voor jongens was openge
steld.
De lesbische vrouwen in haar boeken zijn ook
actieve .jagers', zij willen veroveren, laten zich niet
veroveren, althans niet op latere leeftijd, als ze
volwassen geworden zijn. Ook die figuur keert
telkens terug. Op onbewaakte of roekeloos eerlijke
ogenblikken valt het harnas af en ziet men niet een
man. met alle mannelijke attributen, maar een wat
ouder wordende joodse vrouw die het ook allemaal
zó precies niet weet, maar die dit pantser absoluut
nodig heeft om zich staande te houden
Ze doet dit schrijvend op buitengewoon fascineren
de wijze, waarbij de grenzen tussen de hoofdfigu
ren en haarzelf vaak vervagen, en het is niet. zo
gemakkelijk precies aan te wijzen, waar ze scheef
gaat, al bekruipt de lezer telkens weer het gevoel:
nee, nu staan we niet meer zuiver. Mogelijk gaat ze
niet eens scheef, maar staat ze op een te smalle
basis en wil ze van daaruit een al te groot gebied
bestrijken. Zij komt op voor de rechten en de
situatie van .de' vrouw, waar ook ter wereld, maar
zij is allesbehalve een representante van ,de gemid
delde' vrouw. Ook maakt zij de fout die Multatuli
maakte toen hij opkwam voor ,de' Javanen: een
groot deel van de vrouwen ter wereld is nog lang
niet toe aan haar appel en zou zich gechoqueerd
van haar afwenden. Doch ook van het grote aantal
vrouwen, de westerse dan, dat wel begrijpt waar zij
het over heeft, zullen velen niet wensen wat Andreas
Burnier wenst omdat zij op een totaal andere
manier vrouw zijn. De lesbische vrouw, variant de
actief-mannelijk ingestelde met daarbij nog een
geniaal stel hersens, en dat is het type dat men in
Burniers boeken ontmoet, is allesbehalve represen
tatief voor de zogezegd gediscrimineerde vrouwelij
ke helft van de mensheid, en daarbij komt dan in
dit bijzondere geval nog, het is erg genoeg dat men
het vermelde^noet. dat ook deze schrijfster, als
joods kind, ^Sgrs de oorlog een meer dan gewoon-
moeilijke ^JgTneeft doorgemaakt. Kortom, zij
moest zich een vesting bouwen van waaruit zij
aanvallen doet en waarin zij zich terugtrekken kan
om zich te verdedigen
Maar bijna iedereen, man of vrouw, betrapt zich
als hij of zij haar leest, op gevoelens van grole
weerstand, gevoelens die voortkomen uit het feit
dat zij vanuit haar zeer bijzondere positie gaat
veralgemenen. Anareas Burnier is geen representan
te van ,de' gemiddelde vrouw, als we het bestaan
daarvan mogen veronderstellen.
Paradoxaal gezegd: Andreas Burnier zou op moeten
komen voor de man, niet voor de vrouw.
Mog-lijk maakt, twijfel haar nieuwe, bijzonder boei
ende en op een zeer hoog peil staande boek JDe
huilende libertijn' (aües huilt of huilt niet in
boekentitels tegenwoordig, m'n vader, vlinders, hek
sen, etc., nu ook libertijnen op den duur wat mat.
Het is een boek in vier delen van respectievelijk 70,
30, 20 en 17 pagina's die een steeds vermoeider
vervloeiender tint krijgen en losser samen han
gen.
De hoofdfiguur, de ,ik', die de weerom symbolische
naam Jean Brookman draagt (Jean, alias ik, zegt
de schrijfster op pag. 36) is in het eerste deel een
22-jarige studente die samen woont met een veel
oudere arts, de adellijke Corinne, die haar prote
geert, maar verliefd is op de ook veel oudere
geleerde Laïs. een vrouw die als Sappho een hele
kring intelligente meisjes om zich heen verzamelt.
(Corinne en Laïis zijn alle twee achter in de dertig.)
Corinne zal met Jean een reis door Marokko gaan
maken, waarvoor alle voorbereidingen al getroffen
zijn, wanneer er opeens ook een affaire tussen Laïs
en Jean ontstaat. Jean leidt dan enige tijd een
dubbel leven: Laïs weet wel van de verhouding met
Corinne, maar Corinne niet van die met Laïs. Laïs
onthult aan Jean haar grote liefde voor een vrou
welijke diplomaat, Stephanie, die momenteel in
Spanje woont en van wie ze totaal niets meer
hoort. Laïs wil Jean met een missie naar Stéphanie
toezenden, doch als ze die opdracht aanneemt, moet
ze de reis met Corinne afzeggen. Een middenweg
ontstaat als Jean de, ook al adellijke, studente Kiki
(20) ontmoet, die met een groepje leeftijdgenoten
met een busje naar Noord-Afrika wil trekken en
vraagt of zij, Jean, deel uit wil maken van hun
groepje. Jean wordt gecharmeerd van Kiki, en
onder het mom met het groepje mee te gaan, zegt
ze de reis met Corinne af. In Spanje, nadat er
tussen haar en Kiki een band was ontstaan en na
een onheilspellende droom, verlaat Jean het groepje
om te trachten, in contact te komen met Stéphanie.
wat niet zo moeilijk blijkt als ze had ge
vreesd.
Ondertussen zijn er af en toe heel humoristische
passages ingelast,. De schrijfster had er eerder al op
gewezen dat er in haast alle romans gegeten, doch
in zeer weinige gedefaeceerd wordt, en stelt ons nu
op een andere wijze schadeloos voor dit verzuim
door een overvloedige braakpartij in een Spaans
hotel te beschrijven. Ze steekt daar Jan Wolkers
naar de kroon, die in zijn laatste boek iets derge
lijks beschrijft. En, gek genoeg, het is werkelijk om
te schateren, bij allebei.
In dit deel komt uiteraard ook het hoofdprobleem
al aan bod. Hoewel Jean aanvankelijk enkel maar
wil studeren en nog eens studeren, ook als ze
eventueel afgestudeerd zou zijn, en zo uit wil
stellen om te gaan leven, gaat ze, wanneer ze de
jongere Kiki ontmoet en zelfstandiger wordt, niet
steeds onder de invloed van de oudere vrouwen
staat, een produktief toekomstbeeld zien: .Het gTote
arobleem van onze eeuw: de onderdrukking, uitbui
ting en vernedering van de vrouwelijke helft van de
mensheid (Azië, Zuïd-Amerika, alle mediterrane lan
den, alle moslimlanden, Zwitserland). Daar was
aandacht nog energie voor beschikbaar bij mijn
vooruitstrevende broeders.
Wat doet het ter zake, dacht ik, of rancuneuze
baardmannen of kakkineuze vestdragers hun belan
gen en die van de bevriende seksegenoten beharti
gen? Elites zijn onvermijdelijk, in elk type samenle
ving. Maar wat interesseert mij de wisseling van
elites, als die toch steeds voor 90 of meer uit
mannetjes blijken te bestaan.
De enige weg ter bevrijding van de andere mens
heid loopt via het onderwijs. Zonder ontwikkeling
geen sleutelposities, ook niet die. welke de vrouwen
met geweld en terreur zullen moeten veroveren,
zoals de machtsposities in politiek bestuur, indus
trie en leger. Ik zou een instituut moeten
oprichten voor onderwijs aan bijzonder begaafde
meisjes. Een ontwikkelingshulpprogramma voor het
meest achtergebleven gebied van de wereld: de
halve mensheid.'
In deel II, in Spanje, ondergaat Jean de initiatieriten
die haar tot volwaardig mens stempelen. Via Stép'na-
niet, komt ze in contact met een merkwaardige, weer
oudere en óók hoogadellijke Spaanse dame. Paola.
die haar weet over te halen deel te nemen aan een
Spaanse bevrijdingsbeweging. ,Ik besefte dat Paola
inderdaad een man' van mij had gemaakt, een vol
wassene' (pag. 83). Volgt een scherzo, een kostelijke,
oerkomische pastiche van een avonturenverhaal
met een soms sterk multatuliaans aandoende hu
mor (onder aan pag. 93), trouwens ook de opsom
ming pag. 126-7 is zeer multatuliaans, waarmee die
naam dan drie maal gevallen is in deze beschou
wing.
Deel III speelt opeens een jaar of vijftien later in
Santiago de Compostela, maar dat is niet direct
duidelijk. Door het afluisteren van een gesprek
tussen vrouwen op een terras beseft Jean dat er
ondanks al haar werk voor het opheffen van de
vrouwendiscriminatie niets is veranderd, om hon
derd en één reden. Hun oorlog is als een oorlog op
het vasteland van Azië: zonder grenzen en zonder
einde. Ze besluit er de brui aan te geven, en het
restant van haar leven te wijden aan contempla
tie.
Wat hadden ze weinig bereikt: Ja, zelfs in Neder
land. het krachtigste westeljike bolwerk van sekse-
fascieme. was het ons gelukt een vrouw als curator
van een universiteit te laten benoemen (één op een
bestand van honderdtwaalf curatoren, maar het
was een begin). Wij hadden een minister in Zuid-
Afrika, een economisch adviseur in Washington, een
expeditieleidster in Noorwegen' (109).
Het resultaat van het vechten tegen windmolens,
want was het idee geweest; het compleet omkeren
van de 'wereld.
Deel IV is dan nog een soort aanhangsel, spelend in
Attica en Turkije, waarin alles nog verder wordt
gerelativeerd, in het antwoord op de vraag ,Wat
voor werk deed u vroeger?' En na de uitleg zegt
een eenvoudige Griekse vrouw zuchtend: ,Ja, het is
moeilijk, je ontdekt pas hoe je leven moet als het
te laat is.' De academie sukkelde verder achteruit,
werd een bizar instituut voor rijke, grillige jonge
meisjes. .Ook Babylon, Thebe, Sparta en Sy'oaris
verdwenen van de aardbodem. Met een pincet trok
-k mijn eerste grijze haren uit. en studeerde voort'
(134).
Jean is weer aan haar uitgangspunt terug: studeren.
Haar laatste liefde, een al wat oudere vrouw die ze
mee heeft genomen naar Turkije, wil, juist als zij
haar nodig heeft, opeens toch weer terug naar haar
man. Symbool.
Zoals de meeste boeken van Burnier eindigt ook dit
met een soort prozagedicht, een roep van een
onverloste, zoals de muezzin roept van de omgang
van ae moskeeminaret en klaagt om het uur dat
we werden geboren.
J3e huilende libertijn' is naar onze mening een zeer
belangwekkend, zij het niet zo erg geslaagd
Andreas Burnier: De huilende libertijn, Querido
Amsterdam