Ié
1
i
ALBANIË OP
DE WEG
VAN DE
DE-ISOLATIE
DE WEG IS
EN PROBLEMEN
ZIJN GROOT
VOORNAMELIJK ,MADE IN CHINA'
ZATERDAG 17 OKTOBER 1970
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
15
i
li 1 t
- LJ.. 4*
leuzen, leuzen, niets dan leuzen. Het Albanese landschap krioelt ervan.
Hodzja's roem staat in 20 meterhoge puntgave letters op bergioanden gegrift,
ook de onverbrekelijke vriendschap met China wordt in alle toonaarden be
zongen, maar de meeste parolen dringen er bij de bevolking op aan. zich ge
zamenlijk te blijven inspannen voor een verdere uitbouw van een socialistisch
Albanië. Zoals hier in het pittoreske Zuidalbanese stadje Gjirokaster.
(Van onze speciale verslaggever)
TIRANA (GPD) Er bestaan gegronde redenen om aan te ne
men dat de kleinste communistische Balkanstaat Albanië zijn
jarenlang met grote hardnekkigheid volgehouden afzondering-
politiek voor een belangrijk gedeelte laat varen en de weg van
de de-isolatie is opgegaan. De ontwikkelingen van de laatste
maanden wijzen zeer duidelijk in deze richting. Opvallend in het
nieuwe proces van Tirana's heroriëntatie, die overigens politiek
en niet ideologisch gewaardeerd moet worden, is de Albanese
bereidheid klaarblijkelijk met zoveel mogelijk landen uit de ka
pitalistische wereld vaste contacten te leggen, zowel diplomatiek
als cultureel en op economisch gebied. Dit Albanese streven
werd trouwens vorig jaar al merkbaar. Niemand minder dan
partijchef Enver Hodzja gaf er toen een verklaring voor. Hij
deed dit in een rede ter gelegenheid van de 25ste verjaardag van
Albanië's bevrijding. Hodzja zei destijds: ,Het Albanese volk,
de partij en de regering maken met inachtneming van de revo
lutionaire principes, belangrijke vorderingen op het vlak van de
internationale betrekkingen'.
Sindsdien zijn in een opvallend snel
tempo tussen Albanië en meerdere
Europese landen diplomatieke con
tacten gelegd. Na Italië, Frankrijk
en Oostenrijk, drie landen waarmee
Tirana al geruime tijd betrekkingen
onderhoudt, volgden Turkije, Fin
land, Zweden en Denemarken. Op
initiatief van de Albanezen worden
thans afsluitende onderhandelingen
gevoerd met Noorwegen en Zwitser
land en zijn eveneens gesprekken
ever diplomatieke erkenning aan de
gang met Nederland en Bel
gië.
Parallel met het op het westen ge
richte offensief lopen Albanese po
gingen met .aartsvijand' Zuid-Slavië
en het andere buurland Griekenland
tot een betere verstandhouding te
komen.
De reden van Tirana's streven naar
ontgrendeling en de gelijktijdig aan
getoonde bereidheid tot coöperatie
is tweeërlei. Ten eerste zullen de
Albanezen als het om hun economie
gaat niet blijvend afhankelijk willen
zijn van China (het Chinese aandeel
in de Albanese buitenlandse handel
beloopt 65 tot 70 procent van het
totaal) en daarom trachten zij meer
vaste voet te krijgen in westelijke
landen. Ten tweede is er de vrees
voor de Sowjet-Unie, weshalve de
Albanese pogingen om de betrekkin
gen met de buren, in het bijzonder
de Zuidslaven te verbeteren.
Het tot dusver duidelijkste bewijs
voor de Albanese intenties naar ont
manning en samenwerking met de
aangrenzende Balkanlanden leverden
het partijblad .Zeri i Popullit' (Stem
des volks) en het orgaan van het
democratisch front, .Bashkimi'
(Eenheid), dat eveneens in Tirana
wordt uitgegeven. In een artikel ter
gelegenheid van de 312ste verjaar
dag van de Italiaanse inval in Alba
nië medio april van dit jaar
pleitte .Zeri i Popullit' zeer openlijk
voor een normalisering van de be
trekkingen tussen de drie landen in
de westelijke Balkan. Het Albanese
partijorgaan schreef in dit verband
dat het nu, in het zicht van een
bedreiging uit de Sowjet-Unie, in al
ler belang zou zijn samen te wer
ken,
Eerder in het voorjaar had .Bashki
mi', dat doorgaans een nog veel
fellere toon aanslaat dan ,Zeri i
Popullit', zich buitengewoon vriende
lijk jegens de Grieken uitgelaten.
Het blad deed dit naar aanleiding
van de afsluiting van een handels
verdrag tussen Athene en Tirana.
.Bashkimi' noemde de overeenkomst
een logische en zeer verstandige
daad.
Twee maanden na de opzienbarende
publikatie in het partijorgaan ,Zeri i
Popullit' eind mei reisde de
Albanese partijchef Enver Hodzja
met groot gevolg naar de Noordal-
banese Alpen. In het grensplaatsje
Bajram Curri, op een steenworp van
het autonome, Zuidslavische gewest
Kossovo, waar een Albanese minder
heidsbevolking van 800.000 zielen
woont, sprak Hodzja .historische'
woorden, die volkomen tegengesteld
waren aan de teneur van verhalen
die aangaande de ontwikkelingen in
Kossovo jarenlang in de Albanese
radio-uitzendingen konden worden
beluisterd of in de pers werden op
gediend,
In Hodzja's rede was niets meer
van .discriminatie en achterstelling'
te bespeuren, hij sprak met geen
woord meer over de .minderwaardi
ge behandeling die de Albanezen
zich in Zuid-Slavië moesten laten
welgevallen'. Hodzja prees de ont
wikkelingen in het aangrenzende
Kossovo. Hoewel het woord .Sowjet-
Unie' niet in zijn rede voorkwam en
Hodzja niet verheelde dat er tussen
Albanië en Zuid-Slavië een diep en
onverzoenlijk ideologisch conflict be
staat, wees zijn betoog duidelijk in
de richting van de noodzaak tot.
(politieke) samenwerking.
Het antwoord is nu aan de andere
partij. Kansen op een resultaat zijn
aanwezig, temeer daar de Zuidslavi
sche pers en meerdere invloedrijke
politici in Belgrado de Albanese ini
tiatieven zeer positief hebben ge
waardeerd. Mogelijke voorlopers
van een akkoord zijn wellicht de
reeds zichtbare vormen van samen
werking tussen Tirana en Belgrado
op industrieel, economisch en cultu
reel niveau. Het is in dit verband
van belang te weten dat de geregel
de Zuidslavische bitumen-transpor-
ten van de Centraal-Albanese stad
Elbasan van Bitola in Zuidslavisch
Macedonië, de aanwezigheid van
Zuidslavische technici in Tirana, als
mede de uitwisseling van periodie
ken en films pas van korte datum
zijn. Dit kan dus inderdaad allemaal
wijzen op .dooiweer'.
(Van onze speciale verslaggever)
Wie de dagelijkse uitzendingen van radio Tirana beluistert, of zijn informatie
over de kleine rebel op de Balkan uit de twee in het buitenland verschijnende
Albanese periodieken put, loopt zeker kans te worden misleid. Het sterk poli
tiek geaccentueerde vierkleurentijdschrift Shiperia Ere (Nieuw Albanië), dat
uitgegeven wordt in de Albanese, Russische, Chinese, Franse, Engelse en Ara
bische taal, onderscheidt zich namelijk in geen enkel opzicht van Commerce
Exterieur Albanais, een maandblad op fraai glanspapier, als het er om gaat, de
industriële opmars, de sociale verworvenheden en de economische bloei van
de volksrepubliek breedvoerig uit te meten.
Als de nood aan de man is. staat onze jeugd klaar om het vaderland te verdedigen met het
geweer in de hand opname uit .Shgiperia e Re' (Nieuw Albaniëvan novermber parade 7
op de Boulevard Helden der Natie in Tirana.
Geheel in deze trant zijn ook de pro-
paganda-uitzendingen van de midden
golfzender Tirana en de 200 kilowatt-
sterke Albanese kortegolfzenders, die
hun boodschappen' in twaalf talen
(onder andere Servokroatisch, Rus
sisch, Grieks, Duits, Engels, Frans,
Arabisch en Italiaans) de wereld in
sturen. Gejubel en gepoch overheersen
immer, kritiek jegens zichzelf wordt
nooit gehoord.
Het is begrijpelijk dat de Albanezen trots
zijn op hetgeen zij sinds de herovering
van hun land door Enver Hodzja's partisanen-
brigades in alle sectoren van het leven heb
ben bereikt. Dat is namelijk ook niet zo
weinig. Men moet zich echter wel terdege
realiseren dat. Albanië aan het begin van de
tweede wereldoorlog werkelijk nog op
de onderste trede van de onderontwik
keling stond. De gemiddelde leeftijd bij
voorbeeld lag destijds nog ruimschoots onder
de 40 jaar, wat voornamelijk in de hand
werd gewerkt door steeds terugkerende mala
ria-epidemieën. Die ziekte is inmiddels over
wonnen. Ook kunnen de Albanezen thans wat
opgewekter in de toekomst kijken want offi
ciële statistieken van dit moment onthullen
een doorsnee-leeftijd van 69 jaar.
Verder bestond er geen leerplicht tegen nu
een achtjarige lag het percentage analfabe
ten schrikbarend hoog (62 procent) de
curve is in dertig jaar tijd gedaald tot 4
procent ,was de armoede onder de feodaal
geregeerde bevolking onbeschrijfelijk nu
kent de Albanees een relatieve welvaart, die
wordt gekendmerkt door een toereikende
voedselvoorziening en voldoende woongele
genheid stelde de Industrie in die jaren
absoluut niets voor thans vormt zij een
zeer hechte pijler die 's lands economie en
was er ln land- en mijnbouw van deskundige
leiding, gedegen aanpak en reële opbrengst
ook al geen sprake. Daarin is onder het
communistische bewind van partijchef Enver
Hodzja eveneens een wending ten goede geko
men.
MOEILIJKHEDEN
De totdusver bereikte resultaten kunnen ech
ter niet verhelen dat de machthebbers in
Tirana haast onafgebroken met latente
moeilijkheden zitten opgescheept, met lastige
problemen op binnenlands gebied dus wel te
verstaan. Een evident geval van een serieus
conflict werd onlangs door de anders zo
zwijgzame partijkrant. Zeri i Popullit (Stem
des Volks) omstandig uit de doeken gedaan
Het blad maakte melding van twee zelf
moordgevallen in het Zuidalbanese district
Tepelena. Een reconstructie van het verhaal
in het partijorgaan bracht aan het licht, dat
nieuwe, in 1969 door Enver Hodzja gelanceer
de sociale hervormingsplannen met. betrek
king tot de gelijkberechtiging van de vrouw
en de ontplooiing van de jeugd in het bewus
te gebied op enorme weerstand waren ge
stuit. De in patriarchale tradities vastgeroeste
Skipetaren hadden zo'n massale agigatie ge
pleegd tegen de plannen van Tirana, dat de/i-
niet van de grond kwamen.
Dramatisch was de ontknoping, want twee
.jonge en .zeer toegewijde' regionale partij
functionarissen. die in hun pogingen om
Hodzja's nieuwe sociale ideeën gestalte te
geven, stelselmatig tegengewerkt waren, er
kenden hun onmacht en sloegen uit louter
wanhoop dc hand aan zichzelf. De gevolgen
bleven niet uit. Terwijl de dode kameraden
niet staatseer ten grave werden gedragen en
een officiële hoofdschuldige voor lange tijd
achter slot en grendel ging, royeerde de
woedende Hodzja zowat het complete partij,
bestuur van Tepelena, dat bij de communisti
sche bonzen in Tirana reeds te boek had
gestaan als een modeldistrict.
CULTURELE REVOLUTIE
Als men het aspect van de zelfmoord even
achterwege laat, vormt het Incident van Tepe
lena geen op zichzelf staand geval, maar past
het volkomen in het kader van de maatrege-
en, die het bewind heeft genomen en in de
toekomst ongetwijfeld nog zal treffen, om het
tempo van en de kwaliteit in het proces der
industriële en agrarische ontwikkeling op te
voeren.
Dat die totdusver genomen maatregelen in
grijpend, in overwegende mate zelfs van tota
litaire aard waren, valt niet te ontkennen.
Een sprekend voorbeeld was het jaar 1966,
toen een begin werd gemaakt met het vierde
vijfjarenplan. Binnen het raam van dit plan
bond Tirana gedecideerd de strijd aan met de
bureaucratie. Ministers, departementen en
plaatselijke besturen werden fel gelaakt om
hun .onverantwoordelijk gedrag' en .verkeer
de mentaliteit'. Het resultaat van deze mas
sieve Hodzja-kritiek was dat het administra
tieve staatsapparaat totaal werd hervormd
(ook ingekrimpt).
Zowat op hetzelfde moment keerde Albanese
minister-president Mehmet Sjehoe uit Peking
terug en barstte de Albanese versie van de
grote ideologische en culturele revolutie los.
Moskeeën en kerken werden gesloten of ge
sloopt. de godsdienstbeoefening was niet.
meer toegestaan. Hierbij zij opgemerkt, dat
het bewind het '.ooral had gemunt op de
conservatieve moslem-ethiek, die als de belang
rijkste hindernis op de weg de vooruitgang
stond aangemerkt. Verdere maatregelen wa
ren de .mobilisat ie' van studenten en ambtena
ren. die tijdelijk en in etappes produktief
werk moesten gaan verrichten in industrie of
landbouw, en een breed opgezette campagne,
die inhoudt dat duizenden ongehuwde vrou
wen en meisjes ook nu nog van het ene
naar het andere landsdeel worden overgehe
veld, teneinde daar, voor een bepaalde tijd,
frisse ideeën op te doen en nieuwe kennis te
vergaren.
Ondanks herziene werkmethoden en de lange
reeks van .opvoedkundige' maatregelen blij
ven de problemen zich aandienen. Dat bleek
zeer wel uit het betoog, dat de voorzitter van
de staatsplanningscommissie, Abdyl Kellezi, in
juni van dit jaar afstak. Kellezi hield een
terugblik op 1969, het voorlaatste jaar binnen
het vierde vijfjarenplan 1966-1970). Zijn con
clusie was dat de proöuktie duidelijk was
achtergebleven bij de raming.
VIJFJARENPLAN
Volgend jaar zal een begin worden gemaakt
het het vijfde vijfjarenplan (1971-1975). Grote
projecten wachten op hun voltooiing. Hoogte
punt uit deze episode zal de dag zijn, waarop
het ganse Albanië geëlektrificeerd is. De rege
ring in Tirana wil dit belangrijke moment
laten samenvallen met de 30e verjaardag van
de Albanese communistische partij. Dat is op
8 november 1971. De pijler van dit project is
een enorm waterkrachtstation bij Vau i Dejes
in het noorden van het land. Hier werken
Albanezen onder leiding van Chinese specialis
ten aan een .oeuvre' waarvan de jaarproduc
tie systematisch zal worden opgevoerd tot
1.800.000.000 kilowatt-uur. China zal ook voor
andere projecten in Albanië weer rentevrije
kredieten en gespecialiseerde krachten ter
beschikking stellen, maar de bewindvoerders
in Tirana beseffen natuurlijk zeer goed, dat
het land daarmee niet gered is.
Integendeel. Hodzja en de staatsplannen zijn
ervan overtuigd dat het nieuwe vijfjarenplan
ook op een nieuwe manier moet worden
benaderd en aangepakt. Uit een rede van
chef-ideoloog Hysni Napo op de tiende plenai
re vergadering van het Albanese centrale
comité in juni van dit jaar bleek, dat men dit
onder meer wil bereiken door aan de ene kant.
excessief centralisme tegen te gaan, terwijl
dan anderzijds op lager niveau autonomie
moet worden uitgebreid en initiatieven dienen
te worden aangewakkerd. Op dezelfde bijeen
komst werden ook richtlijnen uitgezet voor
modernere methoden van economische zaak
voering, voor nieuwe bestuursvormen en in
het algemeen voor een meer deskundige aan
pak door een diepere kennis van de economi
sche wetten.
Waarmee nogmaals aangetoond dat de Alba
nezen ook nu nog in him beperkte isolement
een lange weg hebben af te leggen, met de
steun of zonder de hulp van China.
(Van onze speciale verslaggever)
TIRANA (GPD) ,Het is zes uur
hier is radio Tiranau hoort het
nieuws Bij zijn bezoek aan Zuid-
oost-Albanië is kameraad-partij chef
Enver Hodzja stormachtig verwel
komd in KorceOp verscheidene
plaatsen in de volksrepubliek zijn gis
teravond verkiezingsbijeenkomsten ge
houden 622.000 studenten en scho
lieren zetten vandaag de eerste schre
den in het nieuwe onderwijsjaar'
Een kwartier lang klinkt de monotone stem
van de nieuwslezer door de ether.
Maar Radio-Tirana zwijgt in alle talen over
het onderwerp, dat op dat moment centraal
staat in het wereldgebeuren: er wordt met
geen enkel woord gerept over de grootscheepse
kapingsactie van de Palestijnse commando's.
Eergisteren was het precies zo. De radar op
de miniatuur-luchthaven Rinas, 25 kilometer
noordelijk van Tirana, had toen plotseling
een witte stip gelokaliseerd. De indringer
bleek een Algerijns toestel te zijn, dat boven
de Middellandse Zee was gekaapt. Na een
tussenlanding op Sardinië had de luchtpiraat
de piloot gedwongen koers le zetten naar
Albanië, maar blijkens de BBC lustten de
autoriteiten op Rinas het .grapje' niet. De
Albanezen poeierden de gekaapte machine on
der het voorwendsel van .zeer slecht weer' af
en dirigeerden het vliegtuig in noordelijke
richting. Later landde het toestel in de Zuid
slavische kustplaats Dubrovnik. Ook van dit
incident heeft de Albanese bevolking geen
kennis kunnen nemen.
Het nieuws is voorbij, uit de luidspreker
komt nu partizanenmuziek. Ondanks het vroe
ge uur, wordt er aan het zonnige strand in de
baai van Durrës al volop genoten. En wat vijf
jaar geleden nog niet zo goed door de beugel
kon. is nu een heel gewone zaak: goed gepro
portioneerde Skipetaren-dochters .paraderen
in bikini langs de kust.
Op het rimpelloze water van de Adriatische
Zee, ongeveer drie mijl uit de kust, dobbert
een onderzeeboot. Het schip is van Russische
makelij, maar het: draagt de rode Albanese
ster. Twee met zware machinegeweren uitge
ruste patrouilleboten vormen het escorte. Het
konvooi passeert de haven van Durrës en
verwijdert zich in noordelijke richting. Goed
geïnformeerde bronnen twijfelen aan het be
staan van een werkelijke, modern uitgeruste,
Albanese vloot. Tirana zou het nog steeds
met de drie onderzeeërs moeten doen, die het
in 1961 van de Russen loskreeg. Dat was vlak
voordat Hodzja en Kroesjev enorme ruzie
met elkaar kregen en de breuk tussen Albanië
en de Sowjet-Unie een feit werd. Moskou
verloor hierdoor zijn onderzeebootbasis op
het Albanese eilandje Saseno. vier zeemijlen
buiten de kust van het stadje Valona.
Weinig schot zit er in de voorgenomen uit
breiding van Durrës' handels- en marinehaven.
Al vijf jaar geleden bestonden er uitgewerkte
plannen om de haven naar een desbetreffend
Russisch ontwerp te moderniseren, maar het
is bij een maquette gebleven. Een ter plaatse
werkzame Poolse ingenieur verzekert mij, dat
binnen de pieren slechts plaats is voor één
volwaardig zeeschip. Wat bij Durrës voor
anker gaat zijn vrachters uit Finland, Zwe
den, Polen, Oost-Duitsland, Griekenland, Italië,
ook boten uit jonge Afrikaanse staten, waar
mee Albanië naar verhouding vrij intensieve
handelsbetrekkingen onderhoudt, en natuur
lijk kolossen uit het verre China.
Een haven in opkomst is Shengjini, 20 kilo
meter oostelijk van de Montenegrijnse grens
en onder de rook van de Noordalbanese
industriestad Skhodra. Aclït jaar geleden ont
ving Tirana een aanbod uit de DDR. De
Oostduitsers wilden van Shengjini een vol
waardige en moderne haven maken. Wel ver
bonden zij er een belangrijke voorwaarde
aan: de DDR zou gedurende de eerste tien
jaar het volledige gebruiksrecht over de nieu
we haven moeten krijgen. Albanië heeft
naar men zegt dit aanbod verontwaardigd
van de hand gewezen.
10.00 UUR:
Zacharias Rama, in het dagelijks leven leraar
Duits aan een gymnasium in Tirana en in de
zomermaanden tijdelijk als gids in dienst van
het. staatsreisbureau Albturist, geeft in het 1-
mei-restaurant van Durrës bij Turkse koffie
en raki uitleg over lonen en prijzen en
wonen. Zijn betoog vormt in grote lijnen de
bevestiging van het beeld, dat men zich de
laatste tijd in het buitenland over dit Balkan-
land heeft opgebouwd: dat wil zeggen Albanië
kent een relatieve welvaart, die zich vooral
kenmerkt door een toereikende voedselvoor
ziening en voldoende woongelegen
heid.
Er is een wettelijk vastgesteld minimumloon
van 40C lek per maand. Slechts één categorie
blijft daar nog onder: dat zijn de straatve
gers, die maandelijks met 300 lek tevreden
moeten zijn. Het, gemiddelde maandloon van
boeren, arbeiders en ambtenaren ligt rond
650 lek. De arbeiders zijn in zes categorieën
onderverdeeld. De honorering loopt uiteen
van 500 lek (voor een ongeschoolde landbouw-
arbeider) tot 800 lek (voor pak weg een
hoofdopzichter in een koperverwerkenae fa
briek) Ter vergelijking, maar onder voorbe
houd: maandsalaris van minister 1200 lek
plus onkosten, staatssecretaris 1000 lek plus
onkosten, kolonel 950 lek, kapitein 800
lek.
Als men bij Albanezen informeert naar het
□edrag dat een gezin van vier personen (va
ler. moeder en twee kinderen) per maand
nodig heeft om in de noodzakelijke levensbe
hoeften te kunnen voorzien, dan zijn de
reacties tamelijk eensluidend. Deze som vari
eert volgens hen van 600 to 700 lek en zou
dus ongeveer overeenkomen met de gemiddel
de maandelijkse verdiensten. Hierbij zij op
gemerkt, dat de medische hulp, inclusief tand
arts, gratis is, dat de werkende bevolking
geen pensioenpremie betaalt maar van staats
wege verzekerd is, dat er geen belastingen
worden geheven (enige uitzondering is de
invoerbelasting) en dat de huishuur in ver
houding tot de lonen zeer laag is. Voor twee
kamers, een keuken, een doucheruimte en een
hal in één van de nieuwe flatgebouwen aan
de rand van Tirana verlangt de staat per
maand 35 lek.
Een duik in de prijzen leert dat .luxe' ver-
bruiksartikelen voorzover verkrijgbaar aan de
zeer dure kant zijn. De bewering nochtans,
dat een televisietoestel (schermbreedte 59
cm) in Albanië 1200 lek kost, is niet met
bewijzen te staven, omdat in geen enkele
zaak zo'n apparaat verkrijgbaar is. Natuurlijk
wordt er gefluisterd dat er wel Oostduitse en
Hongaarse toestellen het land binnenkomen
(invoerrechten tien procent van de koopsom),
maar die zijn zegt men niet zonder wrok
bij voorbaat gereserveerd voor familie en
vriendjes van partijfunctionarissen.
Wanneer men er gemakshalvevan
uitgaat dat de Albanezen in hun land voor 1
Nederlandse gulden 3,40 lek uitbetalen dan be
draagt het gemiddelde Albanese maandloon in
guldens uitgedrukt 191,-.
12.00 UUR:
De 3ruga e Deshmoreve' in het hartje van
Durrës biedt een uitstekende gelegenheid zich
in de prijzenlawine te verdiepen. Ik noteer:
reiswekker .made in China' met ,3 jewels'
ƒ52,90; klosje wit Chinees naaigaren ƒ0,70;
Chinese fiets, merk Zhonggiu, zeer elegant
van uitvoering met trommelremmen ƒ270,-;
Oostduitse herenschoenen ƒ41,-; Albanese kin
derschoenen vanaf 16,-; Chinees herenkos
tuum 250.-; flanelstof p. m 5,-; sigaretten,
merk Arberia 1,03; Chinese thee, 50 gr 1,50;
doosje sardientjes van Albanees fabrikaat
1,20; glas spuitwater in hotel 0.30: flanellen
1-pers. deken 40.-; kilo aardappels (zeer rede
lijke kwaliteit) 0,40; kilo uien 0.50: Albane
se ansichtkaart .printed in Italy' 0,30... Over
een gasleiding beschikt tot dusver alleen de
Centraal-Albanese plaats Stalinstad. Elders
kookt men elektrisch, op flessen gas of
maakt men gebruik van het petroleumstelletje.
14.00 UUR:
lk ben op zoek naar de moskee, die vijf jaar
geleden zo'n geweldige indruk op me maakte.
Maar er moet iets gebeurd zijn, want die
gigantische mohammedaanse bidplaats is ge
woonweg onvindbaar.
Een eenvoudig schoolboekje voor leerlingen
van Iv Gym ontrafelt het .mysterie'. Op
pagina 9 van dit boekje, .Gjuha-Angleze', dat
dit jaar in Tirana is uitgegeven, staat: de
volksrepubliek Albanië is het eerste land ter
wereld zonder moskeeën bij kerken'. Daaron-
ler een in de Engelse taal gestelde uitspraak
van de Albanese partijchef Enver Hodzja. die
vooral de mohammedanen, maar ook Grieks
orthodoxen en katholieken in belangrijke ma
te verantwoordelijk stelt voor de stagnatie
welke voor, tijdens en na de oorlog in het
land gevoeld werd en nog regelmatig optreedt.
16.00 UUR:
Onder luid gekakel springen voor hotel Adria-
tik 25 Chinezen in het groezelig- warme
water van de Adriatische Zee. Zij zijn zegt
men ingeschakeld bij de constructie van
een machinefabriek in Tirana, dat 42 kilome
ter verderop ligt. Het totale aantal Chinezen
in Albanië wordt thans op ongeveer 3000
geschat. Het laat zich aanzien dat de materie
le hulp uit Peking omvangrijker is. dan in het
westen algemeen gedacht wordt.
In Berat bijvoorbeeld staat het Mao Tse
Toeng-bedrijf. Het is een gigantische textielfa
briek met een indrukwekkend arsenaal aan
zeer moderne machines, alles .made in China'
tussen 1963 en 1968. De fabriek telt een
personeelsbestand van 5000. Albanië hoeft er
niets voor terug te doen, want- Peking deed 't
Hodzja gewoon cadeau. Al eerder waren in
het kader van het derde vijfjarenplan (1961-
1965) enkele met Chinese financiële steun
(rentevrije kredieten) tot stand gekomen pro
jecten in bedrijf genomen. Verder zijn Mao's
specialisten op het ogenblik ingeschakeld bij
de bouw van een reusachtig waterkrachtstal i-
on.
Het project aan de Drinrivier, zal uiteindelijk
op een jaarproduktie moeten komen dit is
althans zo gepland van 1.800.000.000
kw/uur. Ook op militair gebied heeft Albanië
Chinese hulp ontvangen. Dat blijkt bijvoor
beeld uit foto's die vorig jaar op 29 novem
ber van een bevrijdingsparade in Tirana ge
maakt werden. In die stoet reden 20 Chinese
raketten mee. Opvallend waren toen ook de
op moderne jeeps gemonteerde Chinese stalin
orgels en Chinese pantserwagens met raket
uitrusting.
18.00 UUR:
De Albanese experimentele televisie komt in
de lucht. Het nieuws, commentaar, een stukje
muziek, een toneelspel en een montage van
pakkende scènes uit voetbalwedstrijden, die
gedurende de laatste vijftien jaar in bekerver-
band zijn gespeeld. Het programma duurt
drie uur. Tegen negenen gaat Tirana weer uit
de lucht. De technische kwaliteit van de
uitzendingen doet zeer redelijk aan, maar met
de cameraregie is het duidelijk minder ge
steld. Dat de Albanezen overigens niet hebben
stil gezeten, bewijst de aanwezigheid van een
■elayeerstation op de ruige rotsen van het
Daj'ti-massief buiten Tirana. Zij vangen er
[taliaanse programma's uit Bari en Joegosla-
/ische uit Titograd glashelder mee op. Een
jprekend voorbeeld: de wereldkampioenschap
pen voetbal in Mexico werden in Albanië pri
ma ontvangen. En gratis uiteraard!
21.00 UUR:
Jit het ietwat verouderde instrumentarium
ïotel Adriatik komen buitenlandse melodieën,
.-an het viermansorkestje op het terras van
iet zijn zeker niet de nieuwste vondsten op
iet terrein van de amusementsmuziek, maar
lier, bij volle maan en met. die zilverkleurige
\driatische Zee in het blikveld, moet men
liet het onderste uit de kan willen heb-
Wals, tango en bossa-nova wisselen
elkaar in snel tempo af. Zweedse en
Oostenrijkse vrouwen doen alsof er in
Albanië eigenlijk geen mini-verbod van
kracht is en zijn in hun korte rokjes
niet meer van de dansvloer weg te
slaan. En naarmate de stemming vro
lijker wordt en de muziek uitbundiger,
stromen uit de richting van het haven
stadje Durrës steeds meer mensen na
derbij, oude vrouwen, mannen, jonge
meisjes en kinderen die al lang in bed
hadden moeten liggen. Op eerbiedige
afstand blijven zij staan, in het mulle
zand van het strand. Wel langer dan
een uur. Stilzwijgend turen zij vanuit
de duisternis naar die vrolijke kapita
listische herrie in dat licht. Dit tafereel
zal zich elke avond herhalen. Het is de
blijvende confrontatie van twee totaal
verschillende werelden