MEVROUW
LIPJES-DE WOLF
ZEGT HET
RODEKRUIS IN
SLUISKIL NA
34 JAAR VAARWEL
SMOKKEL, SENSATIE
VAN DE EERSTE ORDE
DE BIJZONDEREPLATEN' VAN
TERNEUZENAAR H. A. LYPPENS
sportvaria
ex tï<*
OUD-DOUANIER ROMEIJNSEN OP
ZIJN PRAATSTOEL
VRIJDAG 2 OKTOBER 1970
Mevrouw Lipjes-de Wolf op veertigjarige leeftijd in
haar uniform, dat nu wel veilig in een hoekje van
de kast zal worden opgeborgen.
SLUISKIL Nog een weekje, dan kan mevrouw L. Lipjes-de
Wolf uit Sluiskil haar veldgroene Rode-Kruisuniform in de kast
leggen. Op vrijdag 9 oktober neemt zij in hotel Rotterdam in Ter-
neuzen afscheid, nadat zij zich 34 jaar voor het Rode Kruisdeta-
chement in Sluiskil heeft ingespannen en waarvan zij ongeveer
twintig jaar leidster is geweest.
In haar huiskamer aan de Midden
straat in Sluiskil, vertelde mevrouw
Liojes (grijs haar, donkerblauwe
rok en een lichtblauwe blouse waar
op een grote zilveren broche, die de
bevrijding symboliseert, is vastge
speld) zal zij met 'n zekere weemoed
terug zal denken aan die periode,
v.aarin zij haar beste krachten aan
het Rode Kruis heeft gewijd. .Het is
tenslotte een deel van je leven, niet
waar?'
Op 27-jarige leeftijd besloot me
vrouw Lipjes zich bij het Rode
Kruis op te geven. ,Ik had natuur
lijk wel eens van het Rode Kruis
gehoord, maar ik wist niet precies
waar deze vereniging zich eigenlijk
mee bezig hield. Toen ik de eerste
cursus volgde, besefte ik pas hoe
fijn het kan zijn om de mensen te
helpen. Vooral in tijd van rampen is
het mooi om te weten, dat je men
sen van dienst kunt zijn.
Mijn eerste .vuurproef' was het ver
zorgen van de gewonden van een
Engelse torpedoboot, die in 1940
door de Duitsers tot zinken werd
gebracht. De gewonden hebben wij
met boerenkarren naar een hospi
taal moeten vervoeren. Of er dan
niets door je heen gaat? Eerlijk
gezegd is het niet zo tot mij doorge
drongen. Ik vas nog wat jong. Na
derhand, toen ik tuis kwam, besefte
ik eigenlijk wat er gaande was. Nu
ik wat ouder ben. zou ik het niet
meer kunnen opbrengen. Een derge
lijke gebeurtenis zou mij op deze
leeftijd te veel worden'. Mevrouw
Lipjes vindt het verzorgen van de
Engelse gewonden het enige noe
menswaardige feit van haar hulpver
lening in de tweede wereldoorlog.
>Voor de rest waren het wat kleine
re dingetjes'. Deze .kleinere dinge
tjes' waren dan het evacueren van
mensen uit het westen naar Zeeland.
,Ik was vaak tot diep in de nacht
bezig met het helpen van deze men
sen'.
Ook vlak na de oorlog heeft me
vrouw Lipjes heel wat werk verzet.
,Ik ben verscheidene keren meeg-
weest met treinen, die kinderen uit
de achterbuurten van Amsterdam
naar Zwitserland brachten, om ze
wat op verhaal te laten komen. God,
wat waren die stakkers onder
voed....'.
Mevrouw Lipjes heeft voor haar
hulpverlening in de afgelopen oorlog
vier medailles gekregen. Overigens
heeft zij niet alleen de oorlogsellen
de meegemaakt, ook de slachtoffers
van de watersnoodramp is zij te
hulp gekomen. ,Daar heb ik ook een
hoop meegemaakt. Eigenlijk te veel
om allemaal te onthouden'. Eén
voorval is haar nog duidelijk bijge
bleven. ,Wij moesten een oude vrouw
van ee.x zoldertje afhalen. Wij waren
met een bootje. Het was haast on
mogelijk bij haar te komen omdat
in het water allemaal dode dieren
dreven'.
Behalve trieste ervaringen heeft me
vrouw Lipjes ook wel leuke dingen
meegemaakt. ,Vlak voor de oorlog
moesten wij een difteriepatiënt de
grens overbrengen. In die tijd was
er zo goed als niets te krijgen. Wij
hadden wat kleding meegenomen.
Bij de grens gekomen vroeg een
douanebeambte ons of wij iets aan
te geven hadden. Wij ontkenden dit
natuurlijk. De man opende het por
tier en wijzende op de patiënt infor
meerde hij aan welke ziekte de pa
tiënt leed. Het antwoord .difterie'
was voldoende om de man de deur
dicht te laten gooien en ons toe
stemming te geven om door te rij
den'.
Mevrouw Lipjes heeft niet alleen in
tijd van rampen haar nut voor het
Rode Kruis bewezen. Ook in rusti
ger tijden was zij bijzonder actief.
,Ik gaf les in EHBO, ik leidde de
kolonne op, ik organiseerde reisjes
voor bejaarden en ook de organisa
tie van collectes berustte bij mij'.
Bovendien was mevrouw Lipjes een
vertrouwde figuur bij de wielercour-
sen. Hierdoor is zij dan ook zeker
geen onbekende vrouw voor de
Sluiskillenaars. Ongetwijfeld zullen
er dan ook veel belangstellenden op
haar afscheid aanwezig zijn. Mevr.
Lipjes moet haar taak, die zij zo
lang heeft uitgeoefend, noodgedwon
gen neerleggen. ,Het is nu eenmaal
voorschrift dat een vrouw op 60-
jarige leeftijd zich niet meer actief
met het rodekruiswerk mag bezig
houden.
Mevrouw Lipjes verwacht dat zij op
haar afscheid de bronzen medaille
van verdienste zal ontvangen. Voor
haar hoeft het echter allemaal niet
zo officieel toe te gaan. ,Ze kunnen
dat ding wat mij betreft net zo goed
opsturen'.
'V'ERNEUZEN Voor een portie beroepsverleden moet
je wel even schudden aan oud-douanier J. Romeinsen.
Eenmaal over het dooie punt heen. geeft hij stof voor
nog een hele serie rubriekjes over dit beroep. iVIaar he
laas, we moesten snijden in de opname. Wat kwam ons
in het begin van het gesprek ter ore? De heer Romeijn-
sen vindt, dat je bij die .kranterekcls' bepaald op je
woorden moet letten, want ze willen allemaal hun ver
halen het liefst met een snufje sensatie kruiden. Erva
ring heet zijn leermeester. Bewijs? In een kast van zijn
huis in Terneuzen liggen .stapels kranteknipsels', waar
tussen volgens hem wel een paar aangedikte stukjes met
halve waarheden en passages zitten, die ten behoeve van
de goede naam en aanzien van het ambt van douanier
beter achterwege hadden kunnen blijven.
Kort commentaar hierop. Allicht dat, als het over
smokkel handelt, menig krante-alineaatje wat smeer
tussen zijn regels krijgt. Want smokkel is spanning en
avontuur. Smokkel is geen handige vervalsing in een
kas- of bankboek maar een fraude van het rauwste
soort, dwars door veld en akker, over de bevrijdende
landsdorpel heen, op naar de handelaren met du zwarte
centen. Om deze avontuurlijke escapades zo levendig
mogelijk op te dienen worden woorden gekozen, die
mogelijk zo nu en dan naar sensatie rieken.
Zonder speciale woordenkeus blijven de voorvallen en
gebeurtenissen in het leven van een douanier toch ook
sensationeel want de heer Romeijnsen noemt vooral
zijn velddiensttijd een .spannende tijd'. En waarom koos
hij het beroep van douanier? Om twee redenen. In de
eerste plaats: Jn 1923, toen ik uit militaire dienst
kwam, was het niet best met de burgermaatschappij. Ik
ben toen maar bij de douane gegaan, omdat het een
rijksbetrekking was en dat gaf je een zekere achter
grond'. Maar ook: Jk las vroeger nogal veel verhalen
over smokkel. De sensatie die eraan vastzat, die trok
me het meest'.
BIJ DE NEUS
GROTE VANGST
teren van zo'n lading viel op een keer mijn oog op een
punt van een juten zak. Toen ik de poederkalk had laten
verwijderen, bleek er 2500 kilo suiker onder te liggen'.
Op het zelfde station onderschepte hij in die dagen, bij
het natrekken van een tip, ook kleine partijen sigaret-
tenvloeipapier, die op slimme wijze in een luikje boven
de harmonicakoppelingen van de treinen waren wegge-
frommeld.
De heer Romeijnsen herinnert zich, als gebeurde het de
dag van gisteren, hoe trots als een aap hij zijn eerste
arrestant opbracht naar het grenskantoor van Heerlen.
.Dat was toen voor mij als jong broekje een hele
belevenis. Ik ging nog geen halve meter van hem
vandaan. Ik hield de man goed in de gaten. Samen met
een collega liep ik namelijk de voorgeschreven route
langs de weg tussen Aken en Heerlen. Je mocht niet
met de fiets, nee, je moest te voet, keurig uitgedost met
een puntige wandelstok. Dat was namelijk het attribuut
waar een ambtenaar vroeger mee rondliep. Mijn meer
dere zei tegen me: zie je die man daar rijden. Die zie je
eigenlijk nooit terugkomen. Houdt 'm maar eens aan. Ik
weet nog goed dat ik hem tussen een stroom mijnwer
kers ontdekte die van de mijnen kwam. Hij viel direct
op, want hij droeg een gele lange jas. Dat was natuur
lijk zoal verdacht in hartje zomer. Bij aanhouding bleek
de man een harnas, gevuld met brandspiritus, aan te
hebben.' Ter verduidelijking vertelt de heer Romeijnsen
nog. dat er destijds een levendige dranksmokkel tussen
Duitsland en Nederland bestond, vooral brandspiritus en
cognac. Een liter brandspiritus kon men omzetten in
drie liter jenever.
De zogeheten .sensatie' heeft regelmatig zijn vrolijke en
tevens wrange kanten. Bijvoorbeeld: het moment dat je
als dienstdoend douanebeambte door smokkelaars bij de
neus wordt genomen, is niet zo leuk, maar achteraf is
het gebeuren één grote mop. Oud-douanier Romeijnsen
vertelt onder meer dat hij veefraudes heeft meege
maakt. .Mijn vrouw weet het nog wel (breiend in een
hoek van de kamer knikt ze instemmig). Ik kwam op
een nacht met een paard thuis. Toen ik de volgende
morgen bij daglicht het beest eens aan een onderzoek
onderwierp, bleek het een mager scharminkel te zijn.
Het paard was een lokkertje, dat de smokkelaars voor
hadden laten lopen. De betere rest kwam achteraan.
Maar dat wist ik niet'.
De meeste van deze grappige voorvallen, die overigens
voor de betrokkenen niet zo leuk waren, speelden zich
in de Brabantse tijd van Romeijnsen af. Hij is een
geboren Terneuzenaar maar van '23 tot '53 was hij
gestationeerd in de plaatsen Kerkrade, waar hij in zijn
beroep ontgroend werd, in Valkenswaard en Eersel. De
periode Eersel was zijn velddiensttijd. In Valkenswaard
hield de heer Romeijnsen zich voornamelijk bezig met
het in- en uitklaren van goederen. In 1953 werd hij op
zijn verzoek overgeplaatst naar Zeeuwsch-Vlaanderen. In
Hulst, Axel en Terneuzen was hij chef van de douane.
VERSCHIL
In Valkenswaard heeft douanier Romeijnsen de grootste
vangst uit zijn loopbaan gedaan. ,Er was in de dertiger
jaren een intensieve suikersmokkel van België naar
Holland. Elke dag klaarden we goederentreinen in, die
uit verschillende wagons waren samengesteld. In één
wagon lagen papieren zakken met poederkalk. Dit spul
werd altijd in papieren zakken vervoerd. Bij het inspec-
Volgens de heer Romeijnsen bestaat er een hemelsbreed
verschil tussen de vroegere en de huidige smokkel.
Smokkel in het klein, zoals in het verleden, komt niet
meer voor.
Alles gebeurt tegenwoordig in het groot. J3e dertiger
jaren waren voor de velddienstambtenaar een mooie
tijd. Het was spannend en sportief. De smokkel ging per
fiets of te voet. Werd een smokkelaar gesnapt dan liet
ie zijn buit in de steek. Zijn verlies was toch maar een
klein bedrag aan geld. Nu gaat dat wel anders. De
smokkelaars zijn gemotoriseerd, ze rijden in grote
auto's en vrachtwagens, waarin ze een kapitaal vervoe
ren. Dat laten ze niet gauw in de steek, hetgeen met
zich meebrengt dat de douanier beslist niet wordt
ontzien. Je moest soms springen voor je leven, want ze
reden recht op je in. Tot na de tweede wereldoorlog
zijn de smokkelaars ons douaniers, wat betreft uitrus
ting, altijd voor geweest. Toen zij al lang en breed in
auto's rond reden, konden wij er in het gunstigste geval
op een motor achteraan. De smokkelaars hadden vele
middelen tot hun beschikking om een actie te doen
slagen. Wij hadden ook wel middelen, bij voorbeeld
door een staaldraad van boom tot boom te spannen. Na
de oorlog bestond de luxe van een douanier uit niet
meer dan een auto en een pistool, terwijl de smokke
laars zich bedienden van rookbommen en kraaienpoten.
We hebben onze banden ettelijke keren op die krengen
kapot gereden'.
Hoewel de strijd tussen douane en smokkelaars altijd
hard tegen hard is gegaan, de heer Romeijnsen heeft
zijn vuurwapen nooit anders dan voor waarschuwings
schoten behoeven te gebruiken. .Vooral vroeger lieten ze
bij het eerste schot al vrij snel de buit vallen en zetten
ze het op een lopen'.
MENSEN IN HET NIEUWS
TERNEUZEN Dc Terneuzense
postzegelverzamelaar II. A. Lyppens
heeft onlangs op de .Philympin' in
Londen, een van de grootste filatelis
tische tentoonstellingen ter wereld,
een hoge prijs behaald met zijn
inzending van de eerste emissie van
Nederlands eerste postzegels, die in
1852 werd uitgegeven. De bijna 73-
jarige heer Lyppens blijft er vrij
rustig onder. Natuurlijk vindt hij do
toekenning van het .groot zilver'
voor zijn inzending als ras-echt ver
zamelaar wel plezierig, maar in zijn
lange .loopbaan' als verzamelaar
heeft hij al vele malen diploma's en
prijzen in ontvangst kunnen nemen.
De krasse Terneuzenaar heeft name
lijk een heel bijzondere verzameling.
In tegenstelling tot vele andere post-
zegelvergaarders, speurt de heer
Lyppens naar de zogenaamde .platen
van een zegel'. De leek zegt dat
natuurlijk heel weinig en de Terneu
zense oud-belastingconsulent is
graag bereid om enige uitleg te ge
ven. .Tegenwoordig worden de post
zegels gefotografeerd, zodat ieder
exemplaar geheel gelijk is. De platen
die ik heb verzameld zijn echter nog
allemaal stuk voor stuk door een
graveur gemaakt, zodat ieder exem
plaar kleine verschillen heeft. Ver
schillen die meestal met het blote
oog niet te onderscheiden
zijn'.
De trots van de heer Lyppens is de
eerste emissie van Nederlands eer
ste postzegels, die bestaat uit zegels
van 5 cent (blauw). 10 cent (rood)
en 15 cent (oranje). De zegels die
de beeltenis van koning Willem II
vertonen werden op 18 januari uitge
geven en de serie heeft elf jaar
gelopen. Van iedere zegel zijn meer
dere drukken verschenen zodat het
heel wat moeite heeft gekost om de
verschillende exemplaren te verkrij
gen. De heer Lyppens kan dan ook
met gepaste trots vertellen dat hij
een van de weinigen in Nederland is
die 600 verschillende zegels van 5
cent. 100 verschillende van 10 cent
en 100 verschillende zegels van 15
cent; uit 1852 in zijn bezit
heeft.
Al zijn vrije tijd heeft de Terneuze
naar in de loop der jaren in zijn
postzegel-hobby gestoken. Al op zijn
(ie jaar begon hij heel primitief
met het sparen en kopen van
zegels, die nog met stijfsel herme
tisch in een schoolschrift werden
geplakt. Slechte prestaties op school
waren er dc oorzaak van dat de
verzameling in de kachel verdween,
.een radikale maatregel, die mij nog
altijd bijgebleven is' zegt dc lieer
Lyppens nu lachend. Zijn belangstel
ling voor de filatelie heeft hem ech
ter nooit losgelaten: via een landcn-
verzameling waar hij nu niet veel
meer aan doet belandde hij in de
aparte kringen van de .platers', de
verzamelaars van de bijzondere ou
de series. Het geeft hem nog steeds
veel voldoening om zijn zorgvuldige
en omvangrijke verzamclaarswerk
op exposities ten toon te stellen. Dat
't met veel succes gebeurt, blijkt wel
uit de vele prijzen (waaronder een
gouden postzegel) die de heer Lyp
pens nog steeds behaalt....
Door de dramatische gebeurtenissen met Jan
Janssen in Parijs-Tours en de totaal onverwachte
overwinning van de onbekende Duitser Tschan. is de
puike prestatie van René Pijnen wat op de achter
grond terecht gekomen. Met z'n tweede plaats heeft
Renë bevestigd wat velen al lang in hem zagen,
namelijk dat hij in staat is zich te meten met de
beste wegrenners van West-Europa. In tegenstelling
met Joop Zoetemelk, die een uitgesproken (haast
geboren) ronderenner is, is Pijnen meer het type
van een Jo de Roo en in staat om in een eendags-
klassieker alles te geven en ook te zegevieren al is
hij zo ver nog niet gekomen.
Inmiddels zal Jan Janssen vandaag wel thuis
gekomen zijn waarmee het Tours-avontuur dan
toch nog meegevallen is. Nogmaals, we zijn erg
benieuwd of hij nu toch nog de moed zal kunnen
opbrengen om weer op de fiets te stappen en zich
gereed te maken voor de laatste klassieker van dit
jaar. de Ronde van Lombardije. Of dat hij, om het
zelfvertrouwen wat terug te winnen, een paar crite
riums gaat rijden. Maar het zou niemand verbazen
als hij nu meteen maar zijn fietsen en bijbehorend
materiaal opborg en ging kijken naar een ander
baantje. Als er één renner is die met ere kan
stoppen, dan is het wel Jan Janssen die op.de fiets
zo ongeveer alles heeft gewonnen wat er te winnen
was.
Maar ondertussen heeft de jonge Duitser Tschan
toch maar een goede slag geslagen. De aanbiedin
gen stromen binnen bij hem. Alle Duitse baandirec-
teuren hebben hem al benaderd voor het rijden van
zesdaagsen en andere baanwedstrijden. Aanstaande
zaterdag komt hij al aan de start te Gent waar hij
niemand minder dan Eddy Merckx moet vervangen.
Hij wordt daar gekoppeld aan de wereldkampioen
sprint Gordon Johnson. Zij nemen het samen op
tegen de duo's Sercu-Monseré en de gebroeders de
Vlaminck.
Door het wegvallen van Merckx in het omnium,
wordt Herman van Springel ingedeeld bij de klas
sleke trofee der wegrenners, waarin verder starten
Leman Seeuws, De Boever, Hooybergs, en anderen
Er zijn geen Nederlanders bij. De wedstrijden in
het Gentse Kuipje beginnen om zeven uur.
Bokshefhebbers kunnen volgende week vrijdag
eveneens terecht te Gent. waar internationale ont
moetingen worden gehouden. De Belg R van Lare
komt in de ring tegen de Duitser Haevesscher in
acht ronden van 3 minuten. Verder boksen er in
het Sportpaleis aan de St-Amandsberg Belgen te
gen Fransen.
•Nog een boksbericht. De gewezen wereldkampi
oen Cassdus Clay is ook weer aan het terug komen.
Hij mag sinds begin deze week weer boksen in de
staat New York en dus ook in het beroemde
Madison Square Garden. Clay wil zo spoedig moge-
lijs een gevecht afdwingen tegen de titelhouder Joe
Frazer Op maandag 26 oktober komt hij in de ring
uit tegen Jerry Quarry.
In België schijnt men af te willen van het
klassieke beeld van amechtig aandoende en hijgen
de agenten, die zonder enige kans op een goed
resultaat achter vluchtende misdadigers aanhollen.
Daar organiseert men overal wedstrijden in het
hardlopen tussen politiemannen cq rijkswachters.
Het afgelopen weekeinde kon men ze zien hollen
langs het kanaal van Brugge naar Zeebrugge. De
Gentse agenten waren al hun collega's de baas. Zij
legden beslag op de beste zes plaatsen. Het is maar
goed dat u het weet als u in Gent eens achtervolgd
wordt...
•Fransz Hasil heeft van Feijenoord toestemming
gekregen om met zijn nationaal elftal (Oostenrijk)
uit te komen in de interland tegen Frankrijk, op 7
oktober in Wenen. Dit houdt evenwel nog niet in
dat Hasil ook wordt opgesteld omdat hij aldus
de Oostenrijkse trainer wel eens te vermoeid
zou kunnen zijn na het zware Feijenoord-werk.
Het is niet onmogelijk dat aan de wereldkampi
oenschappen hardrijden op de schaats op 13 en 14
februari in Gotenburg Chinezen uit communistisch
China zullen deelnemen. Het zal ons benieuwen of
dit inderdaad knapen zijn die partij kunnen geven
aan de Westeuropese grootheden of maar wat
schertsdeelnemers zijn.
De wedstrijd Parijs-Tours heeft geen veranderin
gen meer aangebracht in de competitie om de
Super Prestige trofee. Leider is en blijft Eddy
Merckx met Louis Ocana op de tweede, Leman op
de derde, Van Springel op de vierde en Monseré op
de vijfde plaats. Joop Zoetemelk staat nog steeds
op de 6e plaats maar die valt als dit zo blijft
net buiten de vette prijzen.
Nog even een paar uitslagen. In Tienen legde Jos
van Beers beslag op de tweede plaats achter
winnaar Paul van 't Veer. 14e werd Ger Harings,
24e Huub Harings en 26e Mat Gerrits. Eric Leman
won te Herne, waar Buckacki 5e"werd. Tenslotte
wist Harry Janssen de 13e plaats te behalen in de
Grensprijs Templeune
Tot slot nog even een opwekkertje. Dinsdag 6
oktober is er zoals reeds eerder gemeld een
kermiskoers voor amateurs te T*«i<st Aanvang half
drie