les deux ctiapeaux de twee hoeden, neerlands nieuwste uitgeverij KLABUNDSBORGIA, HET GEDOEMDE GESLACHT', EEN FANTASTISCH BOEK KLEURBOEK DER MENSHEID BETAALBARE ANTI-KLOOFBOEKJES UIT KORTGENE esn nietig levensteken davert door het dal wolken dalen statig af tot afgestorven huid wit «en gletsjer deze godverlaten lucht wisselen gegevens de zon wordt belicht- de regen schoongesproeid ik fluit een vogel na SU de Spaarnestad te Haarlem verscheen onder redactie van lans Jaffé ,20.000 Jaar schilderkunst, kleurboek der mens heid, een voor zich sprekende titel van een haast voor zich spre kend boek. De Spaarnestad is mei deze uitgave afgestapt van het klassieke beeld van de platenatlas, fleurige kleurige boeken met een dui. deiijke binding met het .goedenavond kijkers." Het zijn de boeken die buitenkijks niet meer opleveren dan wat zielige, uiterst summiere en dikwijls gortdroge infor. matïe, waai van de bedoeling in alle gevallen niet verder gaat dan het plaatje te onderschrijven. >Ien is nog nooit op het idee gekomen om het plaatje dan ook maar voor zich te laten spreken. Zoals gezegd heeft de Spaarnestad zich uit deze sfeer getrok ken. ,20.000 jaar schilderkunst' heeft niet de pretentie van" de at las der verstrooiing, het heeft anderzijds niet de pretentie van het wetenschappelijk werk. Wat het wel is geworden is een ty pisch naslagwerk, in de goede zin des woords dan. De goede (en ook: eigen) geluiden die doordringen uit de uit stekende inleidingen, de kwaliteit van de ruim geannoteerde boeiende reproducties (duizend, louter in kleur) zorgen er wei voor dat dit boek geen plankenklever wordt. Aan de inleidingen en de samenstelling zijn behalve die van Jaffé de namen verbonden van (niet de eersten, de besten) P. P. Kahane (oude en klassieke kunst), P. Francastei (middeleeuwen), G. C. Argan (renaissance), Michael Levey zeventiende en acht tiende eeuw;, H. Hetl.Kunze (oosterse kunst). Jaffé heeft de negentiende en twintigste eeuw voor eigen rekening genomen. De reproducties zijn als gezegd uitstekend tot zeer knap. Indeling en boekverzorging maken aanspraak op dezelfde kwali ficaties. Wie buiten de gedragen sfeer van het strikt wetenschap pelijke gewoon mooie dingen wil zien en herzien, zal met dit boek zeer gediend zijn. Het biedt een prachtig panorama van 200 eeuwen kunst, bekend en onbekend, in een plezierige be lichting. Als de uitgever bij zijn aankondiging de term .een feest voor het oog' gebruikt, klinkt dat opgebruikt en leeg: ,20.000 jaar schilderkunst' echter leert anders en is wel aan een feest toe. Jammer dat de eigentijdse kunst in dit boek va.lt de einö- snede bij Karei Appel geen aandacht heeft gekregen, maar mogelijk kan dat in een wat kleinere opzet worden ingelopen De Spaarne3iad heeft al eerder (Van Gogh, Cézanne-Gaugin, Renoir, Degas. Lautrec, alle van van Parker Tyler) bewezen dat men ook daar weg mee weet. Het grote .kleurboek der mensheid .kost méér 29,50. Wie het ge zien heeft vindt dat minstens een beetje onbegrijpelijk. André Oosthoek Een plan dat 't clichématig voorvoegselambitieus' bepaald niet uit de weg gaat, heeft deze week enige afronding gekregen: Neerlands jongste en hoogstwaarschijnlijk kleinste uitgeverij ,De twee hoeden', heeft de eerste uitgave op de vooralsnog be perkte markt gebracht De plaats waar intentie, plan als plan en handeling samenvallen is Kortgene, meer bepaald Kaaistraat 16, het adres ook van Noordbevelands enige kunstgalerij ,Les deux Chapeaux'een naamscianduiding die sinds de vestiging zes maanden geleden) een deukje verdragen kan. Damsté (links), Hoogendoorn (rechts): De Twee Hoeden. (Foto Wim Riemen*) Kortgene, lief recreatiedorp waar men kwalijke luchtjes eerder afkomstig weet van de grasdrogerij dan van de chemie, is ook de woonplaats van de twee uitgevers-galeriehouders, Pieter Hoogendoorn (28) en J. Carel Damsté (25). Hoogen doorn schildert en Damsté schrijft. zware pretentie waaronaer m ae- ze tijd de meeste letterkundige bladen gebukt gaan.' Damsté: ,Je hebt gelijk als je zegt dat de meeste letterkundige, of algemeen culturele, bladen op ster ven na dood zijn, voornamelijk door gebrek aan abonnees. We willen do loopcijfers van mijn eerste bundel tje even afwachten om te zien wel ke markt er voor ons eventueel in zit. Oprit' dient niet in navol, ging van andere een blad te worden waarin politieke achter gronden worden uitgewisseld, het moet ook geen vergaai-bak voor snel verzandende brede disputen zijn. Er kan gerust wat actualiteit in: daarnaast literatuur sec, maar ik kan me heel goed voorstellen dat ook over andere taikken van kunst wordt geschreven. Ik kijk daarvoor alleen maar het boekje dat naar al le waarschijnlijkheid nummer tweo van de K-16-editie zal worden, een soort semi-documentaire met re producties van tekeningen en schil derijen over Pieter Hoogendoorn.' Nummer drie op het programma Is een verzamelbundel poezie van bekende of minder bekende Neder landse dichters. De bundel zal al leen werk lietreffen dat al eerder ,is gepubliceerd en dat door de .grote* collega-uitgevers graag ter beschikking van ,De twee hoeden' wordt, of al is gesteld. Namen, enkele: Vroman, Van Toorn, Kosa- mann, Buddingh', Van het Reve, Campert. Damsté: ,We willen onderzoeken of dit soort uitgaven ook niet met enige tegemoetkoming in de scho len gestopt kan worden. .Als ona dat lukt hebben we namelijk ook al iets aan kloofversmalling ge daan. Hoogendoorn, Damsté en hun toe komstige derde man pogen van Oprit' een tweemaandelijks tijd schrift te maken met een eerste verschijning die eind september begin oktober gepland is. Ze proberen voorts via de K-l«- editie en binnen de grenzen van de betaalbaarheid toe te komen aan een fonds met een eigen ge zicht, een gezicht waarop, naar gehoopt kan worden, méér dan twee hoeden passen. Damsté heeft zijn auteursnaam ge geven aan de eersteling van hun beider nieuwe uitgeverij, de dicht bundel ,Een nietig levensteken.' Op de eerste binnenpagina is een vraagteken gezet achter het zin netje ,Wat wil de twee hoeden.' Het antwoord is: ,Aan de ene kant: betaalbare uitgaven op letter kundig en ander cultureel gebied onder ieders bereik brengen. En anderzijds: jonge dichters een kans geven te debuteren, En zeiter niet alléén dichters.' In deze tijd van kleinere bedrij ven verzwelgende uitgeversfusies komt elk nieuw bedrijfje naar veler mening wait vreemd en bij voorbaat met blinde oogjes om de hoek kij ken. Damsté: ,Het is beslist niet zo dat we in dit soort zaken plompver loren binnen komen vallen. Er is een hoop te doen en voor een deel hoop ik dat wij dat mede door deze onderneming kunnen doen. Er wordt te weinig gedaan. De grote kloof tussen kunstenaar en publiek ook buiten het literal, re vlak is nog erg groot. Ik geloof dat de kunstenaars daar in met onbelangrijke mate zelf schuld aan hebben. Aan de andere kant is het zo dat juist zuiver commer ciële kunsthalletjes en uitgeverij en door de voor hun veilige win sten het publiek vaak nodeloos op afstand houden. Zo'n boekje als onze eerste kost een rijksdaalder en het is wat absurd dat een der gelijk lage prijs eigenlijk al ab surd klinkt.' Damsté en Hoogendoorn streven naar een .bescheiden winst, een stimulans van de interesse voor de hedendaagse kunst en localer enig nieuw leven in de Zeeuwse kunst en cultuur'. Wat dat laatste betreft: ,We leven en wonen nu eenmaal hier in Zeeland en we zien dat er eigenlijk nog alles moge lijk is. Nu kunnen we niet alles doen, maar toch wel wat. Dat wordt dan ook geprobeerd. De ga lerie is er het eerste voorbeeld van. de uitgeverij het tweede.' TIJDSCHRIFT Hoogendoorn: ,Het belangrijkste object dat we' momenteel naast de voortzetting van de K-16-reeks (waarvan .Een nietig levensteken' nummer één is) voorbereiden ia het tijdschrift .Oprit.' Het zal een nieuw tijdschrift zijn op het ge bied van de hedendaagse kunst en oultuur, maar dan zonder de lood- NA ,RASPOETlN' (Meulenhoffpocket 192, oorspronkelijk posthuum, in '29 versche nen is nu ook Klabund's vóórlaatste roman uit de reeks Romance der Leidenschaft' in Nederlandse vertaling verschenen namelijk Borgia' uit 1928, Klabund's sterfjaar. Klabund (het pseudoniem betekent: .Verandering') heette eigenlijk Alfred Henschke. Hij was een apo thekerszoon uit. Crossen aan de Oder, die een vrij ongeregeld leven leidde, uitweek naar Zwitserland, «nar het voor zijn zieke longen ook wel goed wonen was, ofwel in Berlijn verbleef, in de kringen van da da en surrealisme. Hij leefde van 1890 - 1928, was ongelooflijk produktief, en in zijn tijd vrij beroemd, ook buiten Duitsland. Vooral wegens zijn vertalin gen van Chinese en Japanse poëzie, en zijn histori sche romans. Doch ook zijn eigen lyrische poëzie, zijn toneelstukken, kritische werk en zijn literatuur geschiedenissen maken hem tot een van de meest interessante Duitse schrijvers op de overgang van Impressionisme naar expressionisme. En, zoal» ge zegd, hij was een van de allcrproduktiefstc als inen ziet welk een oeuvre deze longlijder in de nog gtien achtendertig jaar die hij maar leven mocht, heeft verzet drie, vier boeken per jaar soms. Hoe wilc hij ook heeft geleefd, in werkelijkheid en in fantasie, zijn vaderstad bekostigde zijn begrafe nis in Davos, en liet een buste plaatsen in het gym nasium. Een stad met karakter. In Borgia, het ge doemde geslacht' (uitstekend vertaald door A. M. Sontrop-Koers) is Klabumd op zijn best. Het boek dateert totaal niet, het heeft in zijn wonderlijke men geling van zwier en directheid zelfs lets wat zeer sterk appelleert aan de huidige tijdgeest. We zeiden al. Klabund staat op de breuklijn tussen impressio nisme en expressionisme, zijn stijl heeft nog iets van art nouveau, een lenige, roselila speelsheid, maar tevens dat heel zakelijke, nuchtere, reëele dat voel dadaïsten hun tijd een halve eeuw voor deed zijn. Een boek als Borgia' heeft in 1928 mogelijk geschokt met zijn taferelen van incest en andere anioraliteiten: thans schokt het niet meer. maar wekt hei nog steeds bewondering door de strakheid waarmee opkomst en ondergang van dat merkwaar dige Spaanse geslacht is geschetst. En het was nog al wat men herinnert zich die periode van vlak voor de hervorming, toen de grootste corruptie Pe trus' stoel in Rome deed wamkelen. toen 'n Paus het bestond in het geheim getrouwd te zijn en zijn kin deren een grote rol liet spelen in het openbare le ven (hij droomde ervan de Pauselijke troon erfelijk te maken, nota bene!) het klinkt haast als een ongeloofwaardig sprookje, maar het is allemaal ge beurd, al heeft Klabund, gelukkig, zijn verbeelding vrij spel gelaten. Zijn roman is allerminst een eng aan de werkelijkheid ontleend verhaal, al heeft hij de hoofdlijnen gevolgd, en die zijn al markant ge noeg. Er zijn ook wel eesi paar foutjes, zo kende men omstreeks 1500 nog geen chocolade (pag. 20), terwijl ook de Don Juan-figuur, hebben we het wel, pas. zeventlende-eeuws is (pag. 30). In een .Proloog' vertelt de opsteller van deze gedenkschriften, Johan nes Goritz, hoe hij dit manuscript bij de plundering van Rome in 1527 heeft kunnen redden, en van het voorrecht dat hij heeft gehad, zowel Paus Alexan der Borgia, als diens kinderen, de mooie Lucreziia, hertogin van Ferrara, en Cesare, de Hertog van Romagna, persoonlijk Intiem te hebben gekend, zo dat hij zich een eigen mening heeft kunnen vormen .over die drie mensen, die tegelijkertijd van goede en van kwade wil waren en in wier ziel zich de grootste tegenstrijdigheden verenigden.' Natuurlijk ligt inderdaad liier de kern van het fantastische: zowei Paus Alexander als Cesare en Lucrezia waren n.et alleen uiterlijk allen ongelooflijk knappe, in nemende mensen, maar ze hadden naast hun vel® slechte eigenschappen absoluut ook geniale, ze wa ren moedig, buitengewoon intelligent en in allerlei opzichten begaafd- Ze gebruikten hun macht voor hun eigen glorie; een man als Alexander Borgia volkomen ongelovig, moet innerlijk triomfen gevoeld hebben groter dan haast enig mens ooit men noemt de ze satanisch, hij was de anti-chaïst, maar in wezen waren ze natuurLijk menselijk, maar dan van afmetingen waar haast niemend de omvang van kan peilen, en dat maakt dat hij blijft fascineren, waar vele tientallen brave Pausen in volkomen ver getelheid zijn gezonken. Het geslacht was vrij snel uit het duister opge komen. Ze beweerden dat ze via de kentauren van Zeus afstamden, en uit de Spaanse stad Borj af. komstig waren, waar het geslacht in de dertiende eeuw roemrucht werd. Hoe liet zij: in 1455 werd de Spanjaard Alfonso Borgia, 77 jaar oud, Paus onder de naam Calixtus III, en daarmee kwam een heel gevolg Spanjaarden naar Rome, onder wie Rodrigo Borgia, toen 24 jaar, neef van de Paus, een erg knappe jongeman, verzot op vrouwen. Doctor in ker kelijk recht geworden aan de universiteit van Bolog na. Hij weet zijn oom te dwingen, hem het kardi naalspurper te verlenen: .Zonder gekheid, don Al fonso, u bent een Borgia en ik ben een Borgia. Alle anderen zijn tuig. Wij behoren elkaar te steunen' maar nauwelijks zit Rodrigo in het collegium of hij begint zijr. zwakke en ziekelijke oom en alle andere sla.ppe karakters te overheersen. Weldra, kregen twee andere Borgia's ook hoge kerkelijke ambten. Een staaltje van Klabunds nuchtere stijl: ,Hij las zijn eerste mis, nog maar half vertrouwd met de vrome ritus. Maar waar hij een Latijns woord te kort kwam, zett hij er een: Borgia! Borgia! roor in de plaats. De hostie brak hij te vroeg en tiet soms ook achteloos een stuk vallen. Zijn hele leven lang celebreerde hij zeer ongaarne en nam het met de hostie niet zo nauw. Ook was er steeds iets mis bij zijn mis: eerst waren de kaarsen, dan de zangers, dan het baldakijn of .wierookvat en al spoe dig hijzelf niet ter plaatse-' (pag. 16). Calixtue sterft drie jaar laiter, Pius n volgt hem op. Rodrigo maakt grondig zijn persoonlijke plannen. Uiit zijn vaste verbintenis, geheim huwe lijk. met Vanozza worden onder andere Juan, Cesare en Lucrezia geboren- Juan moet een politieke car rière volgen, Cesare wordt voor de geestelijke stand bestemd. Lucrezia wordt als prima donna van Italië opgevoed Ondertussen volgen de Pausen elkaar op. vele jaren gaan ze meestal niet mee. Pius II, die poogt sultan Mohamed per brief tot het christendom te bekeren, Paulus II die munten en schilderijen verzamelt, Sixtus IV die de Sixtijnse kapel bouwt en oorlog voert. Sixtus nam het al niet meer zo nauw mei de kerkelijke kant van het pausdom, hij is politicus, en dat ligt Rodrigo. Innoccntius ook al geen grote Paus, ,een erbarmelijk laf hondje, maa.r hij laat zien hoe men 't aan' moet pakken. Hij geeft absolutie en vergeving zelfs bij moord en doodslag tegen overeenkomstig tarief.' Ook hij sterft, en dan is Rodngo's tijd gekomen. Als grote verleider en omkoper gaat hij rond, en op 11 augustus 1492 wordt Rodrigo Borgia als Alexander VI tot Paus gekozen. Hij jubelde en blasfemeerde: ,Ik zal Juan tot heerser oven- Italië maken. Oesare zal weldra de kardinaalshoed ontvangen en mij eenmaal als Paus opvolgen. Be wil de pauselijke troon erfelijk maken. Hij zal voor nu en altijd de Borgia's toebehoren Cesare moet de derde Borgiapaus worden. Voer de duiven, kindje zei hij tot Lucretia, die naast hem op het balcon van het Vaticaan stond en naar be neden op het St.-Pietersplein keek naai- een hond en zijn teef die na hun liefdesspel niet meer los kon den komen en elkaar Veeds gingen hat ai voer de duiven! De duif is de mystieke vogel van de healige drieëenheid! We moeten hem wat te pikken geven.' (p 39) En dan begint dóe ongelooflijk boelende en tragi sche periode uit de geschiedenis waarin alle» meer dan ooit corrupt en voos is, en toch op een bepaa'c e manier grandioos. Men spreekt van de veelvoudige bloedschande der Borgia's en andere uit spattingen die aan de meest beruchte keizertijd doen denker: Savonarola treedt op. en gaat ten onder, Ka- r;l vm van Frankrijk komt en gaat. we ontmoeten Machiavelli die. zoals bekend, door Cesare Borgia tot zijn beroemde boek .De Vorst' werd geïnspireerd. Leonard<. en Michelangelo worden handelend inge voerd. Het boek is ook zeer gevarieerd, doorspekt met anekdotes en geestige toneelstukjes, en zo weet Klabund werkelijk op meesterlijke wijze de bonte periode tot leven te wekteen. Eerst wordt Juan Bor gia, de oudste zoon. vermoord in de Tiber gevonden, maar voorlopig lijkt de macht van de Borgia's toch nog ongebroken en onbreekbaar. Ze lijken heel Italië te veroveren. Ze zijn genieën van amoraliteit. Ze we ten met wat goed of kwaad is. Het enige wat nog ontbrak, is een heilige in de familie, een heilige Borgia Doch dan worden opeens zowel de Paus als Cesare vergiftigd. Alexander, een oud man. overleeft het niet meer. Cesare, ook oersterk, krabbelt nog overeind, maar zijn macht was na de val van zijn vader toch ook gebroken, en hij eindiet wild en chaotisch. Lucrezia. die ais hertogin van Ferrara eindelijk een vrij mooi leven had gevonden, vernam haar broeders dood toen ze net in het kraambed lag. Ze overleefde de slag niet. En zo doofde dit ge slacht uit, dat toch nog later via een zijtak een heilige op zal leveren: Juan Borgia, in 1565 gene raal van de Jezuïeten geworden. Het was een Bor gia die ook geen bijster heilige indruk maakt In een epiloog Iaat Klabund hem dolen tussen hemel en hel. zonder wijkplaats. Het Js een fantastisch boek, en ook een goed boek. Klabund' Borgia, het gedoemde geslacht Meulenhoff pocket* 196

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1970 | | pagina 13