DE FLAT: IS EEN
TOCHTGAT
beplanting kan als windscherm voortreffelijk
dienst doen
WÊÊKtMMÊÊmmnxarm
ii uA
^DAG 13 JUU 1970 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT |5
ft] het kader van bet natuurbe
schermingsjaar N 70 hebben wy ir
j. w. G. van Nonen, hoofd-inge-
nieur bü het Nationaal Lucht- en
Ruimtevaartlaboratorium te Am
sterdam bereid gevonden in te
gaan op de windhinder, die op
treedt by moderne hoogbouw.
Z(jn conclusie is simpel:
In ons vlakke land en speciaal in de kuststreken zijn wij
er door de eeuwen heen aan gewend geraakt met de
ld te leven. Sommigen van ons leven zelfs van de
idWeinig bekend is echter, dat zelfs in ons kleine
land duidelijk waarneembare verschillen in wind bestaan
tussen de kuststreek en het binnenland: volgens de sta
tistieken van het KNMI te De Bilt immers neemt het aan
tal dagen per jaar, dat de windsnelheid een sterkte be
reikt van meer dan windkracht 7, landinwaartssterk
al (fig. I). Dit komt omdat boven land de onderste
luchtlagen sterk worden afgeremd door bebouwing en
bebossing en dit zijn nu juist de gedeelten van de atmos
feer, waar ons dagelijks leven zich veelal pleegt af te
spelen. Door dit afremmen neemt ook de windsnelheid
nabij het aardoppervlak sterk toe met de hoogte.
De dikte van de zgn. grenslaag waarin deze
toename van de snelheid met de hoogte zich
afspeelt, hangt uiteraard af van de obstakels
op het aardoppervlak. Zoals in fig. 2 is ge
schetst is deze grenslaag boven een stad of
een bergterrein veel dikker dan boven vlak
land met dorpjes en boven zee.
Hoewel Nederlanders op het punt van de
wind wel tegen een stootje kunnen, komen er
uit de meeste nieuwbouwbuurten met hoge
flats in toenemende mate klachten over wind
hinder. Zelfs als De Bilt weinig wind ver
wacht, heerst er rond dergelijke hoge flats en
op de bijbehorende galerijen veelal een onaan
genaam klimaat, met steeds wisselende sterk
te en richting van de wind. Bovendien is de
hinder vrijwel nooit beperkt tot de directe
omgeving van zo'n flat, maar wordt de in
vloed over grotere afstand ervaren. Soortge
lijke effecten werden ook vroeger reeds on
derkend rondom kerken met hoge torens.
Vrijwel iedereen zal er mee vertrouwd zijn,
dat men bij het verlaten van de kerk zijn
hoofddeksel vast moet houden.
OE OORZAKEN
be nart ervaringen tn hoogbouwwijken hebben aan-
lelding gegeven tot onderzoek naar de oorzaak van
deze vorm van windhinder. Het blijkt, dat de grens
laag hierbij een belangrijke rol speelt. Immers hier.
door is er in de buurt van een stad een groot ver
schil in windsnelheid nabij de grond en die op wat
grotere hoogte: bijvoorbeeld ais de snelheid op 10
nietei hoogte 10 m per seconde Is, dan is deze op
50 m hoogte al ongeveer het dubbele. Dit wil zeggen,
dat de dakrand van een hoog flatgebouw met veeJ
nogere windsnelheid wordt aangestroomd dan de la
ge verdiepingen.
Wat heeft dit nu voor invloed op de luchtstromin
gen om zo'n gebouw? Bij het aanstromen van een
object als een flatgebouw komt aam de windzijde de
stroming vrijwel tot rust, waardoor de oorspronke
lijk ln de stroming aanwezige snelheid omgezet wordt
in druk Deze druk neemt sterk toe met hogere snel
heid omgezet in een hogere druk, Dit leidt ertoe, dat
amen Door de aanwezigheid van de grenslaag met
zijn sterk verlopende snelheid zijn de op het gebouw
ontstane drukken hoger naarmate het beschouwde
punt op een hoger gelegen verdieping ligt.
Immers, op grotere hoogte wordt een grotere snel.
heid omgezet in een hogere druk dit Leidt ertoe, da
lucht van grotere hoogte naar lagere hoogte word
getransporteerd, omdat lucht steeds stroomt vam ge
bieden met hogere luchtdruk naar gebieden met la
gere luchtdruk. Het aldus ontstane stromingspa/troon
om een flatgebouw wordt schematisch aangegeven in
figuur 3
Het transport van luent (door wind) van hoger naar
lager gelegen niveaus heeft tot gevolg dat op lagere
hoogren aan de windzijde van het gebouw hogere
windsnelheden kunnen ontstaan dan "olgens de nor
male grenslaag op dat niveau zouden heersen. Dit
verklaart dus wel de hogere windsnelheid op de
gronn rond dergelijke hoge flatgebouwen, maar nog
niet dat hinderlijke wisseleD van sterkte en rich
ting. Dit laatste treedt vooral op, omdat de lucht
geen kans ziet zo'n hoekig gevormd flatgebouw op
een nette marnier te omstromen zoals wel bij een
vliegtuig-vleugel gebeurt. Op de hoekpunten van het
gebouw laat de stroming meestal los, waardoor aan
de Lijzijde een groot gebied met sterke luchtwerve
lingen ontstaat. Dat wi) zeggen dat de erin optre.
dendt wind zeer onregelmatig van sterkte eD rich
ting is. Bovendien kunnen in dit turbulente gebied
ook windsnelheden voorkomen, welke aanzienlijk uit
gaan boven de te venvachten snelheden omdat door
de heftige wervelingen ook aan de lijzijde lucht van
grotere hoogten naar lagere niveaus wordt getran
sporteerd. Daar er ee<n wisselwerking bestaat tussen
de stroming aan de voor. en achterzijde blijft de in
vloed van deze wervelende of turbulente stroming
echter niet beperkt tot het gebied aan de lijzijde van
het flatgebouw, maar wordt de aanwezigheid merk
baar rond het gehele bouwsel.
Tot nu toe is steeds gesproken over één hoogbouw-
flat en daarbij is min of meer stilzwijgend aangeno
men, dat deze eenzaam en alleen in het open veld
staat
Meestal echter staan deze bouwwerken niet alleen,
maar zijn zij, met een aantal soortgenoten, opgeno
men in een groter plan, Het bij elkaar zetten van
een aantal van dergelijke obstakels roept echter nieu
we problemen op, omdat de luchtstroming om het
ene gebouw beïnvloed wordt door de aanwezigheid
van het andere. Het zal duidelijk zijn dat deze be
ïnvloeding sterk afhankelijk Is van de onderlinge
ligging van de bouwwerken, van hun vorm en van
hun afmetingen. Tot welke moeilijkheden dit aanlei
ding kan geven willen we hier met een aantal voor.
neeldon belichten.
ters merkbaar doen zijn, zodat het verkeer er laat
van kan hebben, terwijl men de gebouwen slechts op
afstand ziet. Men is dan niet meer zo erg gespitst
op d't soort effecten, waardoor de gevolgen alleen
maar funester kunnen zijn.
Hebben we te maken met meer hoge gebouwen dan
kunnen we bovendien de onderlinge plaatsing zo
gunstig mogelijk doen zijn. Het zal duidelijk zijn
dat dit verplaatsen van flatgebouwen bij een model
eenvoudiger Is dan ln werkelijkheid.
VOORKOMEN
WINDTUNNELS
TOCHTGATEN
Tegenwoordig ziet men nog wen eens flatgebouwen,
die één of twee maal geknikt zijn.
Dit mag woontechndsch misschien een goede oplos
sing zijn, het windklimaat om een dergelijk ge
bouw wordt er echter niet beter op. Aan de buiten,
zijde van de knikpunten zullen bij wind in langs-
richting van het gebouw vrij grote snelheden kunnen
ontsraan, welke enkel en alleen veroorzaakt worden
door de vorm van het obstakel
Ook kunnen door een minder gelukkige onderlinge
plaatsing van diverse hoogbouwflats tochtgaten ge
creëerd worden. Is dit op zich al niet aan te bevelen,
erger wordt hot natuurlijk nog indien dergelijke
tochtgaten nu ook nog ongunstig liggen ten opzich
te van de meest voorkomende windrichtingen. Dan
is men gedurende het grootste gedeelte van het jaar
verzekerd van een hinderlijk windklimaat.
Nog een punt is de hinder, die het verkeer van der
gelijke hoogbouw kan ondervinden, ledereen, die
wel eens heeft gemerkt dat hij bij het passeren van
een huis, dat naast de weg stond, plotselinge rukken
aan zijn stuur kreeg. In het wervelgebied achter het
huis is namelijk de wind geheel anders en deze plot
selinge verandering bij het passeren bemerkt men
maar al te goed bij de meeste auto's. Een groep van
flatgebouwen veroorzaakt uiteraard dezelfde effec
ten, maar door de grotere afmetingen is het beïn-
vloedlngsgebied veel groter dan bij laagbouw-huizen.
Zij kunner, hun aanwezigheid tot op honderden me.
Aangezien de mens nog niet in staat is het weer te
beheensen kunnen we helaas wind nog niet voorko
men Daarom zullen we moeten proberen door ge
schikte maatregelen de narigheden tot een minimum
terug te brengen. Overeenkomstig het spreekwoord:
.voorkomen is beter dan genezen' zouden we reeds
bij de opzet van een nieuw bouwplan willen weten
of de windhinder acceptabel is of niet- Dit lijkt
moeilijke: dan het is. We kunnen namelijk door heft
plaatsen van een schaalmodel in
de werkelijke situatie goed nabootsen. I
ten van de windsnelheden en de
plaatsen bij diverse aanstroom riet
we de gewenste gegevens. Zonodig 1
van rook de stroming aan zo'n mod'
gemaakt worden. Op deze wijze is het mogelijk om
zelfs hele uitbreidingsplannen in het ontwerpsta
dium te onderzoeken.
Hoe kunnen we nu eventueel te hoge snelheden voor
komen?
Een belangrijk middel is de oplossing, die we ook
op hei strand toepassen: het plaatsen van wind.
schennen.
Uit onderzoekingen is gebleken d
ook b'j hoogbouwproblemen tot
kan leiden. Dergelijke schermen mc
heel dichl zijn zoals bij een normaal
het geval is, maar zij moeten onge\
half dicht zijn om vooral aan de lij:
te krijgen. De werking blijkt dan 1
zich over een grotere diepte uit te s
door volstaan kan worden met een
schermen. Deze schermen behoeven niet uit steen of
een ander bouwmateriaal opgetrokken te worden,
maar kunnen ook gevormd worden door struiken en
laag opgaand groen. In het laatste gevaJ kunnen
dan bovendien twee vliegen in één klap geslagen
worden: de beplanting fungeert als windafscherming
en gelijktijdig wordt de veelal saaie beton massa
opgefleurd Om een alleenstaand flatgebouw zouden
dergelijke schermen geplaatst kunnen worden als in
figuur 4 is aangegeven. De schermen dienen daarbij
haaks om het gebouw te worden aangebracht, aan
gezien zij op deze manier het meest effectief werk
zaam zijn
Het Nationaal Lucht- en Ruimtevai
(NLR) te Amsterdam bezit vele
vooral voor de vliegtuigontwikkeling j
deen Maar reeds vele jaren worden in
windtunnels ook problemen van windhinder ede
derzocht, waarbij vaak met succes get
kan worden van kennis en ervaring, opged
Gelukkig weten in
uit de bouwwe
vinden om via een m
oek meer te weten te komen over het
tbijb
/orden, dat d
t windklimaat u
li worden. I
i zal het i
maatregelen zijn het aanbrengen van wind-
Jiet zo goed mogelijk plaatsen van ver.
/an ingangen van gebou-
ilke kunnen ontstaan, ln.
windhinder rond hoge ge-
rdt gehouden, is het van
bij het ontwerpen van
problemen aandacht wordt
tl met de moeilijkheden
een kostbare zaak wor
den. terwijl een vroegtijdig onderkennen van de pro-
blemen wellicht^ tot kleine wijzigingen
wordt
Zonder al te veel overdrijving kan tenslotte wel ge
steld worden dat met het oplossen van dit soort pro
blemen een nationaal belang gediend kan zijn. De
wijken, die door ons gebouwd worden, zullen immers
ook doot de generaties na ons nog bewoond moeten
worden en indien al die tjid onnodig ernstige wind
hinder wordt ondervonden, mag dat toch wel een
trieste zaak genoemd worden.
veracht
tlotoii.
istoorde toma bij verschillende situaties aan liet aardoppervlak.
Mogelijke oplossing voor windhinder rond een Lat gebouw a
wen. welke haaks op het gebouw zijn geplaatst foto
hei aanbrengen van schar-
craSrstt!:
tafi