DE BOM VIEL 25 JAAR GELEDEN .discrimineren j van de jappen hield ons overeind' OOGGETUIGE VAN NAGASAKI HENK ENGEL: provinciale zeeuwse courant llill I 31 j.i.iiüiililLu lllllfiKflIIRIIIIf"!! illliiiülllllilllllilliillllllillli 13 11 JULI 1970 ZATERDAGKRANT Majoor E. Ardaseer. ,Blrma-man' Henk Engel uit Zaandam (Door Ewout Jansse) DEN HAAG (GPD) Eerst hoorde je het ronken van een optrekkend vliegtuig. Zien kon ik het niet, het was bewolkt boven Nagasaki. Ik keek in de richting van het geluid. Het moet een kwestie van een paar seconden ge weest zijn. Toen kwam de flits en die verblinding, gevolgd door een enorme dreun, en door een 'lang gerommel als van de donder. Onmiddellijk voelde je de geweldige Jiitte en een hevige luchtdruk. Ik ben onder een karretje weg gedoken. nou ja, ik weet niet of er onder gekropen ben of de luchtdruk me er onder gesmeten heeft. Dat her inner je je later werkelijk niet. Alles werd volkomen duister, dat dacht je tenminste. Maar later hoorde je pas dat het de verblinding is geweest die j'e het gezicht benamToen ik weer' kon zien was de munitiefabriek weg, alles plat, hier en daar verbogen stalen geraamten. En wij eerst maar denken dat het luchtmijnen waren Verhaal van de atoombom op Nagasaki. Ochtend van dc 9e augustus 1945, kwart teavr geleden. In het geheugen gebeiteld van Wlm E. Ardaseer (49), majoor bij de Infanterie, toen krijgsgevangen KNIL.mili tiesoldaat Verhaal, eindeloos herbeleefd, vele malen naverteld. Nu, na 25 jaar in lakelijke, bijna onbewogen termen, als was door de herhaling het drama allengp tot een buitenpersoonlijk feit afgesleten. Majoor Ardaseer behoort tot de enkele honderden Nederlands-Indische krijgsge vangenen. in een wapenfabriek te werk gesteld, die de tweede atoombomaanval in de geschiedenis met eigen ogen hebben ge- e.sn. En hebben overleefd, doordat zij zich op relatief veilige afstand (1850) van het epicentrum bevonden, buiten de stralings. zone. Niet alle krijgsgevangenen hadden zoveel geluk: van de groep van 200 zijn er acht op die augustus-dag of spoedig daarna aan hun kwetsuren, vooral brand wonden, bezweken. Toen de bom van 20 kiloion door die een. zame B-29 boven de Japanse havenstad werd losgelaten en aan een parachute neer. daalde tot ca. 600 m boven de grond, sloe gen de krijsgevangenen dat tafereel arge loos gade. Weliswaar had drie dagen tevo ren de eerste atoombom Hiroshima wegge vaagd, maar die ramp was door de Ja panners zeer zorgvuldig geheim gehouden. KRANTJE Majoor Addaseer: ,Ik zweer u, dat van ons niemand tiet wist. Van zo'n bom hadden we nog nooit gehoord. Het enige nieuws kregen wij af en toe door een Japans krantje te stelen van een bewaker. Daar in stonden kaartjes met de oorlogshande lingen. Dait was alles'. Gevoèl van acuut gevaar ontbrak. Op 1 augustus had Nagasaki al een conventio neel bombardement beleefd, de ene golf vliegende forten na de andere wat had dan die ene B-29 te betekenen? Luchtver- kenning of zo, andera niet ,Er was wel luchtalarm gegeven, vroeg in de ochtend. Maar voor één toestel werd liet werk echt niet stil gelegd, zo waren die Japanners niet. Ik zat in de fabriek, reed net een karretje met lege zuurst of cy linders naar buiten, toen ik dat toestel hoorde optrekken. Hoe laat? Ach, je kijkt niet op je horlogePas later, toen hel centrum van Nagasaki kapot was, zag ik dat de klok om vier voor elf was blijven stilstaan'. De verblindende flits. De windzuiging als van ontelbare orkanen. Het oorverdovende gedonder in dat uur van verschrikking. Én die ene reactie: .Wegduiken... dadelijk., we hadden echt wel geleerd om vlug te re ageren. Een tijd heb met anderen in een van de riolen gezeten, die uitkwamen in de rivier, vlak naast de fabriek. Om af te wachten of er nog mser vliegtuigen zouden komen....' Het bleef bij die ene helse klap en sol daat Ardaseer ging terug naar het kamp. .Totaal vernield' we konden niets meer vinden. We hebben de gewonden opgehaald. Kampcommandant Aalders lag zwaar ge. wond onder het puin en had een shock. Kort daarna is hij overleden. Een andere jongen, bekneld onder een hijskraan, leef de ook nog, maar we konden hem met geen mensenmogelijkheid los krijgen, we hebben hem achter moeten laten. Hij is om gekomen, want door de warmtestraling na het bombardement en een serie kortslui tingen begon de fabriek, die grotendeels van hout was, af te branden PRACHT GEZICHT Zij haalden een Rode.Kruisbergplaats leeg ,we vonden Amerikaanse schoenen, voor ons bestemd, maar die de Japanners nooit hadden gegeven') en gingen met de ge. wonden en een kar naar d° overkant van de rivier. .Iedereen had het gevoel, we moe- tem naar boven. Vanaf die berg hebben we Nagasaki zien branden, het was een prachtzinht, dat moet ik eerlijk zeggen. Je zag ook geen soldaat en geen bewaker meer, iedereen zocht zijn eigen heil. Eeri nacht hebben we buiten in de kou gelegen- Die volgende dag kwamen er nieuwe Ja panse troepen, die riepen ons bij elkaar en we kwamen. Want waar moest je heen Bovendien hadden we medicijnen nodig. We werden overgebracht naar een ander kamp, vlak bij liet deel van Nagasaki dat niet vernietigd was. Dat kon, omdat de etad als een halve maan aan het water ligt en gedeeltelijk door heuvels werd be schermd'. Het nieuwe kamp lag vlak bij een scheeps werf (van het Mitsui Bishi Kaïsha-con- cern), waar de krijgsgevangenen vroeger al eens hadden gewerkt. ,Die werf was niet beschadigd... (veelbetekenend gebaar) ....Na de oorlog kon die meteen voor de herstelbetalingen aam de gang. Wij wer. den te werk gasteld om lijken te ruimen in het centrum. De Japanners losten dat heel zakelijk op, alle doden op bramdsta- peels om besmettelijke ziekten te voorko men. We hebben veel doden gezien. Je wordt op het laatst keihard. Wat wil je? Ik herinner me dat we op diezelfde vuren ons rantsoen zoete aardappelen hebben ge roosterd VREDESVOORSTELLEN De majoor, niet omziende in wrok, stelt koeltjes vast dat Japan dit leed over zich zelf he.eft uitgeroepen. Eind-juli waren Amerikaanse vredesvoorstellen verworpen. Pas daarna zijn die bommen gevallen, an ders zou dat niet gebeurd zijn. Dan wa ren er nog meer krijgsgevangenen gestor ven aan dysenterie, door slecht voed sel en slechte verzorging en aan longont. steking, door de schaarse kleding één werkpak, ,één stel ondergoed, dekens van geperst papier, 's winters gingen er drie of vier man per dagVoor de krijgsge vangenen was die bom een verlossing: wij waren wel degelijk blij dat het afgelopen Terugblikkend op die meest bewogen epi sode van zijn militaire loopbaan, die later weer naar Indonesië, naar Nieuw.Guinea en een VN-waarnemerschap in Israël en Syrië zou voeren, zegt Ardaseer: ,Nu, na al die jaren, spreekt men vooral over de verschrikkelijke gevolgen, of het werpen van die bom wel gerechtvaardigd was. Maar op dat ogenblik hebben we de atoombom aanvaard. En iik geloof nog al tijd terecht. Herinnert u zich eems hoeveel Amerikanen bij de strijd ta de Pacific, jjS op Guam, Tarawa, noem maar op, omge- komen zijn. De Japanners vochten steeds lot de laatste man. Hoeveel mensen zou den zijn gesneuveld als de Amerikanen zelf Japan hadden moeten veroveren?' DOELMATIG Toen vooi zijr naakte voortbestaan recht streeks op de gebeurtenissen betrokken ziet deze officier, die het overleefde, ook nu nog geen aanleiding zijn visie van doelma tigheid prijs te geven. De bom versnelde het einde van de oorlog, spaarde levens, dat was en is werkelijk het enige wat ter zake deed. ,En als na Hiroshima de Japanners da delijk hadden toegegeven waren de 50 60.000 gedode burgers in Nagasaki ook niet gevallen' Zelfs de op zichzelf juiste gedachtengang dat vooral onschuldige bur gers vielen, kon toen nauwelijks tot de verbeelding spreken van een jonge mili tair. Had hij niet gezien hoe juist de te genstander i<n dit opzicht elke bepaling van het oorlogsrecht met voeten had ge treden Er was alleen maar vreugde toen op 19 augustus, tien dagen na de bom. de Japan se kampcommandant de bijeengeorpen ge vangenen zei: .Wij hebben zeer verheugend nieuws voor u. Over de hele wereld is het nu vrede'. De rook boven Nagasaki was °P 9 augustus 1945 ontplofte een atoombom 600 meter boven de Japanse stad Nagasaki toen nog niet opgetrokken. (Door Pieter de Vink) ZAANDAM (GPD) Of ik Japan zou willen bezoeken? Ik weet het eigen lijk niet. Misschien uit nieuwsgierigheid. Ik bewonder de economische presta ties van de Japanners. Dat welAan het woord: Henk Engel (60), een ,Birma-ganger'. .Ik moet je een verhaal vertellen. In het kamp discrimineerden we. Dat hielp ons overeind te blijven. De Jappen, dat waren voor ons apen. .These bloody monkïes', zei den de Engelsen en Australiërs. We plaat sten ze beneden ons". ,In 1963 was ik in Ohio voor een management-cursus. Er was een groep Japanners. Mijn eerste reactie was: ,Ik praat niet met die apen. Ik was ineens weer terug in het kamp. Monkles...' ,'s Avonds op mijn kamer ging ik erover nadenken. Ik werd me bewust van het foute in mijn denken. Ik was aan het dis crimineren. Ik besefte dat dat niet meer Icon. Toen heb ik mezelf vermand. Op een receptie heb ik een Japanse vrouw aange sproken. Ze v/as in nationaal kostuum. Ik vertelde haar dat ik bewondering had voor de Japanse vrouw. Ze keek me verbaasd aan. Ik vertelde haar dat ik een half jaar als corveeër in een Japans bordeel had gc. werkt. We trokken met de troepen mee. Die meisjes zijn erg lief voor me geweest. Ze gaven met stiekem eten. Ze begrepen gewoon dat we rot werden behandeld. Ik Ben ze daar nog steecte dankbaar voor. Die vrouw in Ohio raakte ontroerd door mijn verhaal. Dat kon ik duidelijk zien'. .Ik zag op een gegeven moment dat ze werd aangesproken door een paar jonge Jappanners. zag ze vragen... wat moest die Hollander van je? Hij sprak Japans hé? Ze vertelde mijn verhaal. Die jongens keken zo nu en dan schichtig in mijn rich ting. Ze waren er duidelijk verlegen mee. Nee, ik heb geen contact met ze gehad. Ook niet met de oudere Japanners. Er wa ren er drie van een leeftijd dat ze be wust de oorlog moeten hebben meegemaakt. Ze draaiden de hele cursus om me heen als een kat om de hete brij'. .Misschien wil ik toch nog wel eens naar Japan. Uit nieuwsgierigheid. Ik zal dat volk natuurlijk noo:t in mjn hart kunnen sluiten. Be denk dat het me veel zou doen.... maar ik moet voorzichtig zijn. Aan het kampleven heb ik een maagkwaal overge houden. Een paar maal ben ik geopereerd. Ik leef op dieet. Ik heb nog maar een heel klein maagie'. Henk Engel is zestig. Een geboren Zaan- kaïnter, een man met de dikbetaalde baan van onderdirecteur bij Albert Heijn. Hij ziet er bijzonder goed uit voor zijn leef. tijd, keurig in het modieuze uak. Een vlot te prater. Kortom een maatschappelijk ge slaagd mens. Een interview met hem over zijn beleven» sen als gevangene van de Japanners, inge zet aan de berucht geworden Birma-spoor- lijn, heeft iets van een luchthartige bab bel. Geen merkbare complexen, op hei oog geen niet-verwerkte herinneringen. Al direct bij het begin van het gesprek zegt hij niet te veel over zijn kamptjd te willen praten. Motivering: wat heeft het voor zin een verhaal te vertellen, als een opsomming van feitelijkheden, die lang ge leden plaatsvonden, zander dat ze in relatie worden gebracht met de tegenwoordige tijd. Om zo snel mogelijk tot het .zinvolle' gedeelte van het gesprek te konven, wil hij de voorgeschiedenis in een paar minu ten kwijt: ORANJE INDIE Na gymnasium in dienst, bracht hij het tot reserve-officier. In 1929 voor de keuze: wel of niet studeren. Besloot tot het laat ste. Solliciteerde bij de HVA e>n werd aan genomen als planter. In januari 1930 naar Sumatra, met zijn vrouw. ,In Sumatra kreeg ik een heerlijk leven. Een jeugd, waar toen iedere gezonde Hollandse jongeD van droomde. Je kon in Indië veel gemak kelijker carrière maken dan in het moe derland. Hier moest je eerst jaren met ouderen meelopen voordat je enige verant woordelijkheid kreeg te dragen. In Indië werd ik meteen manager van een plantage. Ik begon in de vezel, maar al gauw kon ik over naar de thee. Van de crisistijd melkte je niet veel. In 1933 werden wel alle buitenlanders en vrijgezellen ontslagen Als getrouwd man bleef ik buiten schot'. In 1941 wordt de reserve-officier Engel on der de wapenen geroepen- ,Een paar maan den knokken tegen de Jappen. Toen was het afgelopen. We werden in Atjeh krijgs gevangen gemaakt. Dat was in april 1942 Vrouw en kinderen zaten natuurlijk knijp op Sumatra. Een maand later op transport naar Birma. Werken aan de spoorlijn. Au gustus 1945 viel de bom. We moesten toch nog tot januari 1946 wachten voor we weg konden Via Singapore kwam ik in Medan. waar ik mijn gezin gelukkig compleet terugvond'. In april 1946 repatrieert hel gezin Engel. Ik wilde terug naar de Zaanstreek Ik kon b.j Albert Heijn komen, als personeels, chef. Wat wist ik van dat vak af? Ze hebben waarschijnlijk sceda cat: manager, die kan met mensen omgaan Nou. dat klopt wel, geloof ik'. En met de ze in telegramstijl gegeven informatie is wat Henk Engel betreft zijn situatie tij dens de oorlog voldoende ter sprake ge weest. Het kampleven zelf, de ontberin gen, de stervende vrienden, de zeiktes en mishandelingen... Engel vindt het zinloos om daar nu nog over te praten. ,Ik kan je natuurlijk wel verhalen vertellen over de ellende, die ik heb meegemaakt. Dat doet me niets. Ik kan er nu, na zoveel jaren, zelfs wel om lachen. Maar wat heb je aan die verhalen. Ze zijn al honderden keren verteld. Ik kan me niet voorstellen dat we daar de lezers een dienst mee be wijzen'. Engel wil abstraheren. Hij wil zijn in- dische verleden toetsen aan de realiteit van nu. Een interview met een boodschap dus. .Waarom ik naar Indië ben gegaan? Die vraag is eenvoudig te beantwoorden. Ik wilde geld verdienen, gewoon om de poen. Ik begrijp best, dat we volgens de normen die thans gelden voor uitbuiters worden uitgemaakt Maar ik vind dat je begrip moet hebben voor de tijdgeest van waaruit wij handelden. Je ging erheen met een oud-koloniale instelling. Een Europe, aan begon in Indië met driehonderd gul den Sn de maand, een heel bedrag :n die dagen. Ben koelie kreeg twaalf gulden. Dat was heel normaal. Je gedroeg 3e als patriarch, niemand die je dat kwalijk nam'. Hij wil dit Interview om de Jeugd te zeg gen, dat hij zich ronduit schuldig acht aan een kolonialisme, dat al spoedig het karakter van een roofzuchtige exploitatie van vreemde grond en vreemde volkeren aannam. Hij wil van de jeugd begrip voor het denken van zijn generatie. Op zijn ma nier zoekt hij de dialoog met jonge men sen. Hij zegt groeiende twijfels te heb ben over de zegeningen van onze consump tiemaatschappij. Aanvankelijk dacht hij dat de mentaliteit, die gemakshalve door de grote massa wordt vastgepind aan het beeld van de langharige ongewassen dam- slaper. een gril was. Tijdens een lezing over de gang van zaken bij Albert Heijn voor een gehoor van keurig geklede Leid- se studeten ontdekte hij dal de damsla- pers slechts het spectaculaire topje van de ijsberg v A-POLITIEK Aldus de oud-planter Henk Engel, die in zijn (Zaanse!) jeugd de beginselen van het liberale middenstandsmilieu, waaruit hij voortkomt, uitdroeg door oranje op de jon- gensborst te spelden op momenten dat de socialisten met rode vlaggen door de stra ten liepen. Deze confrontatie met het toen nog van jeugdig temperament trillende Ne. derlandse socialisme had geen ingrijpende gevolgen voor hem. .Politiek liet mij koud. Wij planters lachten ee.n beetje om Bata via.... de regering vonden we een groep halfzachte ethici. Nu krijg ik het verwijt van de jongere generaties dat ik blind ben geweest voor wait er precies gebeurde. Het zat er gewoon met voor mij in. Ik had een bord voor mijn kop, dat wil ik best er kennen. Maar ik wil dan ook stellen dat de kritische houding van de jeugd van nu in mijn tijd volmaakt ondenkbaar was. Het e e rt-u w-vader-en .mv-moederwas ook regel In het onkerkelijke, liberale mi lieu waar Ik in ben groot geworden. Je dacht aan j eigen carriöre, niet aan de maatschappij. Ik wil best schuld bekennen, Ik stond achter de politionele akties. ik waa zelfs voor de Nieuw-Guinea politiek van Luns. Achteraf bezien volkomen knots, natuurlijk. Als de jeugd zegt, dat mijn generatie schuldig .s aan uitbuiting, dan geef ik dat toe. Er zijn ontzettende fou ten gemaakt, maar toch ga ik er niet onder gebukt Be ben zelfs een beetje trots op het verleden en ik wil dat de jonge ren mij begrijpen. Je ideaal was planter worden. Ik wilde ontginnen Toen ik 27 was, kneeg ik mijn kans. Midden ra de rimboe, met de dichtstbijzijnde Europeaan op veertig kilometer afstand, moest ik een lap grond ontginnen van duizend hectare. Ik had tweeduizend inheemsen onder mij. Het is me gelukt, daar ben ik trots op'. Henk Engel, 27 jaar, baas over tweedui zend mensen, midden in de rimboe... ver schilt hij veel van de Henk Engel van 60, die baas is over nog veel meer mensen m een ander 6oort jungle dan de Suma- 'raanse? Maar politieke snteresee heeft Henk Engel nog steeds niet. Ea als hem de vraag wordt gesteld welke houding hij zou aannemen als de fabrieken van mjn broodheer zou den worden bezet door die radicale jeugd van nu, waarvoor hij zegt zoveel begrip "te tonen, dan blijkt uit zijn antwoord niet dat zijn visie op de samenleving zo bij zonder ingrijpend is veranderd sinds de ge beurtenissen bij Albert Heijn in 1951. Engel: ,de arbeiders wilden tien procent loonsverhoging, de regering wou niet ver der gaan dan vijf procent. Er kwam een staking, de levensmiddelenindustrie moest plat. Bij Albert Heijn en Verkade werd niet meer gewerkt. Bt heb toen 240 man nen en vrouwen moeten ontslaan. Later heb ik die mensen weer aan andere baan. tjes geholpen'. ,Ik weet dat iets derge lijks weer kan gebeuren. Als Albert Heijn zou worden bezet?... Ik weet het niet. Ik denk toch dat ik dan weer de belang- gen van mijn werkgever za! verdedigen. Bt zie niet zoveel verschil tussen de be langen van de werkgever en de werkne mer. Beiden hebben een en dezelfde taak: een dienst bewijzen aan de gemeenschap. Wij van Albert Heijn willen behoorlijke spullen brengen voor een zo laag moge lijke prijs. Als d jeugd gaat roepen dat wc onze grondstoffen op een smerige ma nier van de ontwikkelingslanden betrekken dan weet ik het ook niet meer Dan ga je het hele internationale systeem aan tasten en waar blijf je dan?' en dan la chend: .Dwalen we nu niet wat erg ver af'. Het gesprek eindigt met Birma. In 1967 viert Albert Heijn zijn tachtigjarige be staan. Onder het motto: ,Wie jarig is moe*, trakteren' organiseert Henk Engel ln het weekeinde van 27-28 mei op kosten van zijn jarige werkgever een .Birma-Reunie' in het Scheveningse Ktnfsaus. ,Wat voor stemming daar heerste? Een zeer emotionele, dat wel, maar geen sen timentele. We praatten niet over de uit putting, de honger en de afranselingen. We haalden herinneringen op aan de ma nier waarop we er voortdurend in slaag den de Jappen te belazeren. We hebben gestolen van ze als raven. De maandag na het reünie-weekeinde kom ik op de zaak. Een paar mensen vragen me hoe het was gegaan. Toen ben ik ineens een potje gaan grienen'. En in mei van dit jaar kwam voor Henk Engel het weerzien met Sumatra op een .sentimental journey van 65 Birma-reünis- ten naar Thailand ën Indonesië. Henk Engel: ,Ik heb m'n eigen plantage teruggevonden. Hij lag er prachtig bij. Ik ben ontroerd geraakt door de groot moedigheid van de Indonesiërs, Die mensen spralken me met Toean Besar' (grote heer) aan. Ik schrok ervan, ik zei: dat is nou niet meer nodig. We zijn nu ge lijken Ze wilden er niet aan. Ik bleef een toean besar voor die mensen Ze spraken mij in het Hoog-Javaans aan, ik moest ze antwoorden in het laag-Javaans. Daar stonden ze op. Ik had zo'n houding niet verwacht'. a mm&mm De brug bij Tamarkan (de Kwal Bridge) kort na een RAF-bombardement

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1970 | | pagina 13