DE VERGETEN DODEN'
JAPPEN MARTELDEN
NEDERLANDSE VROUWEN
EN KINDEREN
NA OORLOG
BLEEK:
VOEDSEL LAG
ZO
VOOR HET
GRIJPEN
zeeuwse
courant
Mmammmamm
provincial»
15
27 JUNI 1970
De extra luister, waarmee de bevrijding dit jaar werd herdacht,
heeft een half miljoen Nederlanders, die de oorlog.in Azië on
der de Japanse bezetting doorbrachten, bitter gestemd. In de
officiële herdenkingstoespraken werd met geen woord gerept
van de 29.000 doden, die in het voormalige Nederlands-Indië
en in de dwangarbeiderskampen in Birma, China en Japan hel
leven lieten. Velen werden bovendien diep geschokt door de be
zoeken, die prinses Beatrix en haar echtgenoot, en Prins Bern
hard aan de Japanse keizer Hirohito brachten. Aan dezelfde
keizer moesten de uitgemergelde gevangenen in de brandende
zon urenlang buigend eerbewijzen brengen, totdat zij er totaal
uitgeput bij neervielen.
Men hoopt, dat de regering het gebrek aan belangstelling
goed wil maken door de 15de augustus (de dag waarop het
Japanse leger capituleerde) tot een soort nationale feestdag
uit te roepen. Afgezien daarvan is men van plan de slachtoffers
van de Japanse bezetting in eigen kring te herdenken.
Het comité 15 augustus 1970 wil zoveel mogelijk Nederlanders
vragen om ter gelegenheid van een nationale dodenherdenking
de vlag op 14 augustus halfstok te hangen. Voor zaterdag 15
augustus staat èen massale herdenkingsbijeenkomst in het Ne
derlands Congresgebouw in Den Haag op het programma. Er
worden ongeveer 10.000 reünisten verwacht. Tegelijkertijd zal
er een grote pasar baroe in de omliggende straten worden ge
houden. Een Indische markt, die een weeklang geopend zal zijn.
Ter herinnering aan de vele vrouwen en kinderen die in de
Japanse kampen het leven lieten, zal in Den Haag een sober
monument herrijzen. Voorts zal er een herinneringsboek ver
schijnen.
De Japanners beschouwden zich als de bevrijders van Neder
lands-Indië, daarom werden alleen de blanken geïnterneerd. Men
hield er geen rekening mee, dat duizenden Indiërs daardoor
hun werkkring verloren, waardoor er ook buiten de kampen
onbeschrijflijk veel armoede werd geleden.
Door de film ,The bridge on the river Kwai' en de boeken van
C. van Heekeren is al vrij veel over de interneringskampen voor
mannen bekend. Om een indruk te geven hoe de situatie in de
Japanse wouwen kampen was had onze verslaggeefster Jos Ha-
gers destijds het jongste kampkind van Brastagi en Aik
Pamienke m een gesprek met Rita Wijmans-Feltzer, één
van de weinige overlevenden van de beruchte Javaanse kampen
Tjihapit, Muntilan en Ambawara, en met Ria Eikens, nu me
vrouw Raphael-Vervloet, die als kamphoofd van Brastagi en
Aik Pamienke III bekend werd als de moedigste vrouw van Su
matra.
■Illliainillllllll!* 1
lllllllllllllllllllllllllllllllllllMMIIIII
a—it—i
DEN HAAG (GPD) ,Wat ik' zo erg vind is dat wij worden dood
gezwegen. dat niemand zich ooit heeft geïnteresseerd voor wat er
met ons is gebeurd. Op 5 mei wordt er nooit over ons gesproken,
maar wij zijn evengoed in de hel geweest.
Vijf en twintig jaar na een bevrij
ding, die eigenlijk geen bevrijding
was, kost het Rita Wijmans-Feltzer
(no. 3649 van de dodenkampen Tji
hapit, Muntilan en Ambawara) veel
moeite om haar emoties de baas te
blijven. Zij was een van de Neder
landse vrouwen, die in het voorjaar
van 1942 door de Japanners werden
geïnterneerd. Eén van de vrouwen,
die met hun kinderen door de rege
ring in Londen tot de hel werden ver
oordeeld, omdat men hun verbood tij
dig naar Australië te evacueren. Na
dat gouverneurgeneraal jhr mr A.
W. L. Tjarda van Starkenbordh Sta-
chouwer in december 1941 de oorlog
aan Japan had verklaard, was daar
bijna vier maanden de tjjd voor, maar
de regering in Londen wilde de vrou
wen en kinderen niet laten gaan,
omdat men de Japanners de indruk
wilde geven dat Nederlands-Indië een
onneembare vesbing was. Dat laatste
probeerde iedereen dan ook maar te
geloven. Vandaar dat nieuwjaarsdag
in de Archipel nooit zo uitbundig
werd gevierd als op de 1ste januari
van 1942. In Bandoeng vluchtten de
gasten tijdens een enorm feest bij
ieder luchtalarm in avondkledij de
schuilkelder in, waar het orkest on
verstoorbaar door bleef spelen en men
verder danste alsof er niets aan de
hand was. Het was een macaber
voorspel van de dood, want de mees
te genodigden overleefden de bezet
ting niet. Rlta Wijmans, klein, ten
ger en nerveus als zij in haar Rijs-
Wijkse flatje over de oorlog spreekt:
Je zag het gëvaar langzaam op je
afkomen, maar wat kon je do iu On
ze mannen zaten in het leger, jc
wist soms niet eens waar. Toen de
capitulatie werd getekend trokken de
Koreaanse stoottroepen met vlaggen
en vaandels de postweg over. Ik
woonde toen op Java even buiten
Bandoeng. De eerste Japanse soldaat
die op ons erf kwam, belde aan om
water te vragen, mijn woedende kok
kl joeg hem met een bezem de straa:
op. Een week later kregen alle Ne
derlandse vrouwoc een oproep. Je
moest je met niet meer dan twee
koffers binnen '21 uur bij de afge
schermde woonwijk Tjihapl: melden.
Met ongeveer 14.000 vrouwen en kin
deren werden wij in een paar huizen
ondergebracht. He: was verschrikke
lijk, wij zaten boven op elkaar. Eerst
kon je nog wel eens naar de markt
om voedsel te kopen maar al spoe
dig ging het kamp hermetisch dicht.
Wij konden alleen nog dooi de rio
lering Kruipen, wanneer Je van bui
ten voedsel of medicijnen nodig had,
maar het was levensgevaarlijk. Als
de Jap je betrapte werd ie half dood
geslagen. Ons rantsoen wil net ge
noeg om niet dood te gaan
OVERPLAATSING
In het regenseizoen kregen wij plot
seling een strafovarplaatsing. Onze
schamele bagage moesten wij een dag
van tevoren buiten zetten, zodat die
kletsnat werd en onder de kakkerlak,
«en kwam te zitten. Wdj werden, met
onze kinderen, met zwepen de vracht
wagens en even later een geblin
deerde trein ingeranseld. Je zat met
kinderen, zieken en bejaarden boven
op elkaar. Vier dagen en nachten
kwamen wij er niet m<i*r uit. De
kakkerlakken liepen bij r.mjoenen
over ons heen ea wij hadden bijna
niets te eten. Er was geen toilet, dus
je liet al'és maar gaan. Door de
stank was het bijna niet uit te hou
den. Er werden vrouwen krankzin
nig. Een jongetje van zes, dat naast
mij stond, kreeg plotseling een hart
aanval. Op een station, waar wij
uren stil stonden, smokkelden Indo
nesische vrouwen een paar thermos
flessen met thee naar binnen. Wij
kwamen tenslotte ln het St.-Car.l
jiusklooster in Muntilan aan. waar
wij met 5000 vrouwen en kinderen
in een aantal gebouwen onderge
bracht werden. Er was hooguit plaats
voor 250 personen. Iedereen kreeg
niet meer ruimte dan een matras.
lengte en 45 cm breedce. De voed
selsituatie was hopeloos. Het beste
eten dat binnenkwam moesten wij
onder het toeziend oog van de Jappen
opvoeren aan hun varkens. Wij wer
den systematisch uitgehongerd. Wij
kregen absoluut geen zout meer, maar
wel heel veel peper, waardoor ieder
een in een ommezien van tijd ernstige
bloedarmoede had. Daarna kregen
wij maispap te eten. De onverteer
bare korrels scheurden je ingewanden
open en maakte je weerloos voor
dysenterie. Door de slechte hygiëni
sche toestanden stierven veel babies
en kleuters aan nekkramp, cholera
en gele koorts. Als je bij het appèl
niet diep genoeg uit eerbied voor de
keizer boog werd je voor een be
handeling mee naar de kerk 'geno
men. Als je er goed af kwam moest
je de hele dag met je knokige knieën
roerloos op de marmeren vloer knie
len. Maar meestal sloegen ze meteen
met elektriciteitsdraad op je ogen,
drukten hun sigaretten on Je borate c
uit en folterden je met elektrische
apparaten. Je had nogal wat Jappen,
die je uit puur sadisme martelden.
Daarom vand ik het zo lachwekkend
als er over de Japanse cultuur wordt
gepraat. Want 25 jaar geleden hin
gen zij je nog het liefst aan je haren
op. 's Morgens om half acht appel.
daarna moesten wij dwangarbeid
verridhten, zoals een enorme vijver
leegscheppen met lekke emmers,
eeuwenoude bomen omzagen met bot
gereedschap en met loodzware hou
welen de lavakorst van het land af
hakken. Als je even wilde uitrusten
werd je met de zweep weer opge
jaagd. De kinderen deden ook allerlei
corveewerk. Wij probeerden met een
cabaret het moreel een beetje hoog
te houden en voor de rest waren
kaartleggerij en para-psychologie de
bronnen van nieuws, waardoor wij
bleven hopen op vrede.
bevrijding hoorde ik, dat de Japanse
farmaceutische Industrie met ons
wilde experimenteren. De bom op Hi
roshima was onze redding. Maar
erg veel van de naderende bevrij
ding merkten wij niet, want de man
nen in een nabijgelegen gevangenis
werden zo afgrijselijk gemarteld dat
wij een kussen op onze oren drukten
om hun gekrsjs niet te horen. De
Jappen pompten ze eerst helemaal
met water op en begonnen dan op
hun sterk gezwollen buiken te dan-
Op 29 augustus kwam een van de
zusters ons zaaltje binnen. Ze zei, Ri
ta, het is vrede, kan Ik iets voor je
doen. Ik vroeg of ze mijn haar kon
wassen want dat was bijna een jaar
niet gebeurd. Een paar weken
na de bevrijding werd ik met een
rode kruistrein naar het ziekenhuis
van Magalan gebracht. Ze verdeelden
ons in twee groepen. Ik ging mee
met de eerste trein, de tweede M-am
nooit aan, want alle zieken werden
door de extremisten vermoord.
OVERVALLEN
ZIEKENBOEG
Ik kreeg een zenuwveriaim.»—g en
kwam in de ziekenboeg terecht. Het
had weinig zin want er waren bij
na geen medicijnen. Er vielen steeds
meer doden, sommigon berustend, an.
deren vloekend en Lierend. De doods
kisten raakten op. Toen ik hoorde
dat je alleen nog maar met een
schep zand in je gezicht kon worden
begraven wilde ik iineens niet meer
dood.
Toen wei-den alle zieken naar Am
bawara getransporteerd. In de bran
dende zon werden wij op brandcards
heen en weer gezeuld. Pas na de
m
Uiteindelijk werd het ook in het zie
kenhuis te gevaarlijk, de Ghurka's
konden ons niet voldoende bescher
men en dus werden wij weer op
transport gesteld. Onderweg werden
wij door Indonesische extremisten
overvallen. Met een spervuur maai
den zij tientallen vrouwen neer of
hakten zij ze met hun lange messen
in vieren. Krijsende kleuters gooiden
zij de lucht in en vingen zij met
hun bajonetten op. Het was een af
grijselijk bloedbad. Ik kreeg een klap
en een paar dagen later kwam ik
bij op een brandcard op het sta
tion van Seonarang. Be was de enige
overlevende, maar hoe het kwam
weet ik nu nog niet. 11c kwam op
nieuw in een ziekenhuis terecht, maar
het lukte mij om eir na een paar
weken weer uit te komen. In Dja
karta vond ik anijn man terug, en met
de eerste de beste boot gingen wij
naar Holland. Toen wij in Amster
dam aankwamen zei een havenarbei
der tegen mij: ,Hé, vuile koeliedrij-
had ik wel helemaal terug willen
Ingang vrouwenkamp kort voor definitieve shirting.
DEN HAAG (GPD) Als ze terugkijkt op de
oorlog zegt Ria Eikens, door haar tweede hu
welijk mevrouw Raphael-Vervloet. ,Het is eigen
lijk wonderlijk gegaan. Ik was net dertig en
moeder van drie kinderen toen wij op 16 april
1942 met 939 mannen, vrouwen en kinderen
in een school in het bergdorp Brastagi, niet ver
van de Sumatraanse hoofdstad Medan, werden
geïnterneerd.'
,De mannen moesten na een week al weg. Toen kwamen
wij helemaal op ons zelf te staan. Wij werden door de
Jappen bewaakt en aan het werk gezet, maar de interne
gang van zaken moesten wij zelf regelen. Ik vond het
belangrijk, dat dat goed zou gebeuren. Kort daarop
Kozen de vrouwen mij als kamphoofd. Het eerste jaar
gaven de Jappen geen cent aan ons uit. Wij moesten
om aan voedsel te komen kostgeld betalen. Gelukkig
.vis de onderlinge teamgeest geweldig groot. Brastagi
was in zekere zin een uniek voorbeeld van het ideale
communisme Geld, medicijnen en al het voedsel dat wij
persoonlijk bezaten ging in één grote pot. zodat de
armen en rijken evenveel overlevingskansen kregen. Zo
iets kwam bijna nergens voor.'
,Op 24 november 1944 kwam de commandant ons een
lijst brengen met de namen van 29 mannen, die in een
ander kamp waren overleden. Misschien was het de
druppel, die de emmer deed overlopen, want de volgende
dag braken 350 vrouwen uit. Het kon omdat de bewa
king na ,de viering van een Japanse feestdag rronken of
afwezig was. Toen ik ze bij drommen het kamp zag
uitlopen om voedsel te zoeken was het al te laat. De
MP kwam er aan te pas om onze uitgemergelde mensen
met zwepen het kamp in te slaan.'
MARTELEN
.Mijn assistente Noor Prins en ik werden verantwoor
delijk gesteld. De MP nam ons mee naar hun hoofd
kwartier, waar ze met alle geweld de namen van de
aanstichters wilden weten. Wij zeiden dat zij zelf voor
een betere bewaking hadden moeten zorgen en weiger
den verder om ook maar iets te zeggen. Toen namen ze
ons mee naar hun martelkamer, een vrij groot vertrek
waar een Chinese beul oop ons wachtte.'
,Wïj werden aan onze haren aan een katrol opgetrok
ken. hij draaide ons de duimschroeven aan, bond ons
vast aan een ronddraaiend rad eoi pompte ons helemaal
op met water. Je begrijpt nu eigenlijk nog niet dat je
net hebt overleefd, maar de beul had geen succes en
toen werden wij alsnog ter dood veroordeeld. Ik maakte
mij zorgen over mijn drie kinderen, want ik wist dat
mijn man ook al was overleden, maar een MP'er gaf
mij een knipoog. Wij werden een overvalwagen inge
trapt, die ons naar de executieplaats zou brengen, maar
inplaats daarvan reden zij ons terug naar het kamp
en werden wij weer vrijgelaten."
.De voedselvoorziening werd hoe langer hoe slechter.
Op 16 juL 1945 moesten wij naar he: vernietigings
kamp Aek Pamienke verhuizen. Vrouwen en kinderen
sleepten als slaven de bagage heen en weer. terwijl
de bewakers er met zwepen op los sloegen. De primi
tieve houten loodsen waarin wij met 1500 vrouwen en
kinderen werden ondergebracht zaten onder de kakker
lakken en de luizen en weldra werden wij door legioenen
i atten bestormd.'
.Wij kregen bijna niets meer te eten, maar ook het
drinkwater werd gerantsoeneerd. Wij kregen per per
soon per dag maar één conservenblik water om te was
sen, te drinken en te baden. Er vielen steeds meer
doden, maar wij kregen niet eens een schop om ze te
begraven, zodat wij met onze handen een kuil moesten
graven
Toen kwam godzijdank de vrede, anders hadden we het
geen van allen overleefd. Op nog geen vijf minuten
lopen van het kamp ontdekten wij een rivier. De schu
ren. die wij vanuit het kamp konden zien. zaten vol
Rode Kruis pakketten met medicijnen. De Jappen die
als een blad aan een boom omdraaiden en ons nog een
tijd tegen de extremisten beschermden werkten toen
opeens tct diep in de nacht om massa's voedsel aan te
voeren. Het was er allemaal dus wel..