Breskens, een levendig dorp met vele mogelijkheden Open Oosterschelde De natuur bedreigd LEZERS SCHRIJVEN 4 VRAGEN ROND INDUSTRIE Vind maar eens een systeem camera met lichtmeting door de lens (over het volle beeldvlak) voor zo'n aantrekkelijke prijs! f595,- RESTAURATIEPERIKELEN IN GORTSTRAAT TE MIDDELBURG PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT MAANDAG 8 JUNI 1R7Q BRESKENS Het is al eens eerder gezegd, Breskens is een zeer levendig dorp, dat bepaald niet op één ,kurk' drijft. Men bedrijft er sinds jaar en dag handel, landbouw en visserij. Al vele jaren fungeert het als doorgangshaven voor vracht-, goe deren- en personenvervoer, terwijl sinds een jaar of tien Bres kens ook een bekende en zelfs goede naam heeft verworven onder de toeristen. Als men goed kijkt zijn al deze zaken eigen lijk terug te vinden op bijgaande foto die op een heldere voor jaarsdag vanuit de lucht is gemaakt Helemaal onderaan de oostelijke dam van de Breskense haven in het rrtdden waarvan begin Januari de aangespoelde potvis werd .gesloopt'. Daarboven de tijdelijke jachthaven. Voor een goed begrip, de foto werd in het vroege voorjaar genomen toen de meeste jachten zich nog in dc winterberging bevonden. De open plaatsen zijn nu al lang bezet door boord aan boord liggende schepen, terwijl er nog zo bijzonder graag wat meer naar Breskens zouden gaan als er maar meer ligplaats en andere accommodatie was. Links van de dam het zwembad van Breskens dat ook al heel lang neet meer aan de tegenwoordige eisen voldoet. Breskens hoopt nog steeds en al heel lang op een nieuw bad (nabij Zee bad?). De Bressiaanders zijn het ook waard want al jaren speelt de jeugd van dit dorp een heel voor aam staande rol dn de Zeeuwse zwemwe- reld. Het hele stuk havengebied jachthaven en zwembad) zijn eigenlijk al lang voorbestemd tot .Derde Haven' maar daar as al zoveel over ge sproken en geschreven dat vrijwel niemand er nog in gelooft. Midden links de vissershaven, een gebied dat ook al jaren een ruime bijdrage levert aan de economie vau Breskens. Helaas is het daar de laatste ja ren wat stiller geworden door het wegblijven van de haringvloot, die in het begin van de zestiger jaren met vele .spannen' binnenvielen om in deze haven het zeebanket te veilen. De eigen vissers zorgen hoofdzake lijk voor aanvoer van garnalen, afgewisseld met wat tong, schar en wat er nog meer in de netten wil zwemmen. Aan het eind van de smalle steiger do reddingsboot van kapitein Willem van de Bixtecke en zijn equipage, dag en nacht bereid om mensen in nood de helpende hand te bieden. Daar boven de Middenhavenaaim met op de punt de scheepswerf en ma chinefabriek van de fa gebr. v. d. San de. Links daarvan de markante silo van de Coöp. Aankoopvereniging Landbouw Belang voor West-Zeeuwsch- Vlaanderen. Verder bevinden zich op die havendam magazijnen, kan toren en werkplaatsen van onder meer Vroon, Schoenmakers, Maas, De Rooy etc. Nog meer naar boven de Handelshaven die bij laag water nog gedeeltelijk droog loopt waarbij de schepen droog op zaten blijven zitten. Op het bovenste gedeeóte van de foto de Haven Westzijde, een deel van de bebouwde kom van Breskens met verf nieuwbouw, de Promenade over het kunstmatig duin. de veerhaven met baggermolen en helemaal boven aan is nog een gedeelte te zien van het Halve Maantje', van Zeebad en van het bungalowpark in aanbouw. (Luchtfoto Wim Riemensi. Nu de KRO-radlo volgens uw ver slag de .Studiegroep Oosterschelde' de gelegenheid heeft gegeven als te genstanders van de afsluiting van de Oosterschelde him bezwaren via de radio te laten horen zonder de voor standers van afsluiting tegelijkertijd de gelegenheid te geven e«n andere mening te doen horen, meen ik als voorstander van afsluiting een an dere zienswijze naar voren te moeten brengen. Ik vertrouw, dat meerdere voorstanders achter mijn mening zul len staan en zonodig tonen, dat zij achter de regering staan bij de uit voering van de Deltalwerken. In uw verslag staat vermeld, dat in de uitzending behalve de heren Loeff en Boelmans ook een aantal deskundigen, die zich achter de in houd van het actiestuk hebben ge schaard, het woord hebben gevoerd. Wanneer dit deskundigen zijn, dan toch zeker niet op waterbouwkundig gebied, daar zij dan konden weten, dat na de afsluiting bij Willemstad de stroomversnelling veel groter is geworden en bovendien de vloedhoog te verhoogd is, zodat het gevaar van uitschuring van de dijken niet denk beeldig is met kars op dijkvnllen. Rijkswaterstaat heeft alt ook voor zien en het is niet voor niets, dat zij de vooroevers der dijken van Noord-Beveland en langs het Zljpe met grind, steen en slakken heeft bestort om dit uitschuren tegen te gaan. Er is dan ook geen terugkeer mogelijk en hoe sneller dc Ooster schelde wordt afgesloten hoe beter. Dat de Oosterscheldedam ter lengte van plus minus S km meer zou kos ten dan het op Deltahoogte brengen van plus 200 km bestaande zeedijk moet ik betwijfelen. Daarbij kom' dan nog, dat de jaarlijkse onderhouds kosten van 200 km zeedijk. Verder denk ik dan nog. dat dan een einde zal zijn gekomen aan de oever en dljkvallen, die slechts in het Delta gebied voorkomen en waardoor in de loop der tijden gehele landstreken in Zeeland verloren zijn gegaan en die men later slechts ten koste van miljoenen verslindende zinkwerken met steenbestorting kon beteugelen. Deze oevervallen, waardoor soms miljoenen kubieke meter zand van de vooroever door het onsamenhan gende fyne zand als het ware weg vloeit naar de diepere vaargeul en zich soms ook tot onder de dijk kun nen voortzetten, waardoor dijkbreuk kan ontstaan, zullen na de afsluiting niet meer .voorkomen, daar deze al tijd na hoge vloeden, waarop lage ebstanden volgen, door het verbre ken van het evenwicht in de zand- massa (door water verzadigd), ont staan. Wanneer de afsluiting tot stand ls gekomen en een constante water hoogte in stand wordt gehouden is het gevaar voor vallen, die altijd de vorm van een jacobsschelp aan nemen, niet meer aanwezig en zui len de dure zinkwerken niet meer nodig zijn, temeer daar dan ook de stroom de uitholling van do oevers niet meer kan veroorzaken. Natuurlijk komen bij een groot alge meen belang andere belangen, zoals de mossel- en oestercultuur m het gedrang, maar de beveiliging van een kwart miljoen bewoners moet nu eenmaal zwaarder wegen dan de be langen van de visserij, waarin slechts enkele honderden hun brood verdie nen. Ik herinner mij nog, toen besloten was tot afsluiting en inpoldering van een deel der Zuiderzee ach en wee door de vissers rondom de Zuider zee werd geroepen en wanneer men nu eens een kijkje In Urk neemt en de vissers thuis zijn. ziet men een vloot van machtige schenen, waarmee nu de Urker3 hun bedrijf verlegd hebben naar de Noordzee en een welstand genieten, waarvan zij vroeger niet hebben durven dromen. Ook zij die nu de palingvisserij be oefenen op het resterende deel van de Zuiderzee hebben naar ik meen niet te klagen. Yerseke Zo zal ook voor de vissers, die hun bedrijf op de Oosterschelde en Gre- velingen uitoefenen wel door omscha keling, hetzij op NoordzeevlsserlJ. hetzij op recreatiegebied weer wel een boterham te verdienen zijn. Toen voor enige jaren door naar ik meen strenge winter op Yerseke's banken de oesters waren doodgevroren, heb ben, mede met het oog óp de naderen de afsluiting van de Oosterschelde, enige oesterhandelaren hun beroep niet meer voortgezet, maar zJch toe gelegd op de championkwekerlj en men heeft later kunnen lezen, dat zij niet gaarne meer naar hun oude beroep zouden terug willen. Wanneer de heren Loeff, Boelmans en anderen naaste familieleden bij de ramp verloren hadden, zoals bijna alle bewoners van Ouwerkerk, Nieu- werker, Oosterland, Stavenisse, Oude Tonge en nog andere gemeenten, zou den zij wellicht andera over de af sluiting denken. Zelf hebben wij familieleden, die toen de muren van hun woningen gingen scheuren lil uiterste nood op het dak kllommen, om tenslotte bij net ineen storten van het huis met het dak in de golven plonsden, niet anders den kende dat hun laatste uur geslagen was. Na de pannen eraf geworpen te hebben kwam het dak weer wat hoger te liggen, waarna zij tot op het middel in het ijskoude water zittende na uren drijven tenslotte het geluk hadden tegen een dijk aan te drijven en tot de weinigen behoorden, die er op deze wijze het leven af brachten. Vinden de heren het dan zo ver wonderlijk, dat bij de najaarsstor men deze mensen van angst nog steeds niet in slaap kunnen komen en pas gerust zullen zijn. wanneer zij zullen vernemen ,de Oosterschelde- dam is dicht'. Pas dan zullen zij Juichen en de %-iag uitsteken. Misselijk deed het mij aan dat zelfs een kamerlid durfde te beweren ,<lr ramp van 1953 doet mij niets'. C. van de Klinpe, Paul Krugerstraat 224 Vlissingen. Naar aanleiding van het interview inct mr J. v. Aartsen, door Kees van der Maas, vermeld In de PZC van 30 mei 1970 (en waar ik aan de uitspraken van mr J. van Aartsen niet twijfel) wil ik gaarne via de PZC de volgende vragen stellen. Is het beeld van Noord-Beveland van thans niet te verkiezen boven het beeld, dat Nleuwdorp en omliggende dorpen, betreffende de komende In dustrieën, gaat kriigen? Worden zij straks door de Industrieën niet meer menselijk bewoonbaar; en is de bevolking tot uitsterven ge doemd Waarom vestigen de heren directeu ren en hun staf zich niet in één van die mooie dorpen, inplaats van op veilige afstand onze ondergang gade te slaan Waarom is het zo opvallend dat wij Zuid-Beveland zo mooi vinden, om dat de heren directeuren zo bang zijn er straks te wonen Waarom mogen wij niet opvallend trots zijn op onze omgeving, nu wij weten wat er stralcs boven ons hoofd hangt Zal de bevolking van Nleuwdorp en omgeving niet teruglopen, terwijl wij kort bij de industrieën komen te zitten, en de industrieën de toon van onbewoonbaarheid zelf aangeven, door op veilige afstand hun woon plaatsen te kiezen? wat voor nut heeft het effect van de industrie voor de bouwnijverheid, dienstensector en de middenstand van de omliggende don>en? Komen wij als dorpsbewoners niet ln ernstige moeilijkheden in de socia le en culturele sector? De _grote voordelen van de Indus trieën zijn volgens de gegevens zeer duidelijk gesteld, doch de kleine nadelen voor de dorpsbewoner* wor den niet openbaar gemaakt en ver zwegen Wat wordt er gedaan door het pro vinciaal bestuur om de onbewoon baarheid van de bedreigde dorpen op te heffen, en de ontvolking tegen te gaan? Moeten wij op eerlijke wijze verdwij nen. of moeten wij als primitieve bevolking ten ondergaan, ten koste van de komende wei vaart? Mogen wij geen deelname hebben aan de zo belangrijke toekomst van ons fehele volk? ijn dit de principes van een hoog staand principieel landsbestuur, om geen oog te hebben voor dc kleine nadelen, die de Industrie ln de weg kunnen staan Graag wou ik deze vragen via dc PZC openhartig stellen om het gehele gebeuren in onze omgeving on der ogen te zien, en elke paniek op te heffen, en achter de eerlijke fei ten zien te komen. Hopende dat niemand zich gekwetst zal voelen door de door mij gestelde vragen en opmerkingen, besluit ik dit gedaan te hebben voor alle ln angst; levende bewoners van de na bijkomende industrieën. A. Blankenburgh, Lewedijk 11, Nleuwdorp (Z). HULPACTIE ROEMENIË De plaatselijke federatie vrouwelijke vrijwillige hulpverlening, doet hier bij een beroep op de Ingezetenen van Zeeland, kleding af te staan Roemenië. Wij. in Zeeland, die weten wat watersnood is, zullen begrijpen, dat alles wat ln goede staat ver keert, gebruikt kan worden en wel kom is. De heer A. Mosselman, Sta- üonweg 12. Kruinningen is zo vrien delijk de verdere verzending te ver zorgen. Als opvangcentrum ls in Middelburg: Het Dienstencentrum, Schutterhof- straat, beschikbaar gesteld. Het Dienstencentrum ls geopend van maandag tot en met vrijdag 9 uur s morgens tot 12 uur, en 'a middags 2 uur tot 5 uur. Verdere contactpunten zijn: me vrouw H. van Kruiningen, Keurhove 76. trf. 2318; mevrouw J. Gillissen- Polderman, Nassaulaan 95, tel. 2542; mevrouw M. Davidse-Meyers. Rijks weg 26 Nieuw- en St-Jöosland, tel. 01182-214: mevrouw M. Bommeljé- Wisse, Noordv.eg 208, St-Laurens, tel. 5182: mevrouw A. Vriesman-Ger- de, Kastanjelaan 13a, tel. 2131. W. Schoolmeester-Hoencamp, Secretaresse PI. V. V. H. Middelburg. (ADVERTENTIE) Praktka super TL Metaus Jeoa T 2,8/30 mm Vraaz uw f^tohamkkar Vele mensen zullen bij het le«cn van de®e titel zeggen: Ach, het loopt zo'n vaart niet', of erger: Het, ril mijn tijd nog wel duren', wat hele maal een egoïstisch standpunt ia. Maar als wij over 30 jaar nog leven de wilde dieren willen zien, dan ie het nu hoog tijd, dat daarvoor iets wordt gedaatn. Men heeft altijd een goed argument klaar, om het syste matisch uitroeien van een diersoort te vergoedlijken. In het ene geval is het dier schadelijk voor de landbouw (vogels met name), of voor de vee teelt (zoals de kangoeroe in Austra lië. die moeten worden uitgegroeid omdat ze het gras van de schapen opeten), of voor de visserij (de aal scholver en reiger). Het ernste is wel het doden om het doden, wat werd gedaan met de bison, of het ge nadeloos uitmoorden van een dier soort uit winstbejag, bijvoorbeeld de zadelrob en ijsbeer. Maar laten we het nu eens niet over de uitsterven de bonte katachtigen, mensapen of ijsberen hebben. Nee, we blijven in Nederland en wat zien w« dan? Een even grote nood. Van onze zoogdie ren worden met uitsterven bedreigd: de das, visotter, zeehond, vos en boommarter. Maar ook de vogels komen er niet zo beet af en de Ne derlandse vogelstand moet. door be. strijdingsmiddel en etc. menige veer laten. In dit schrijven wil ik het hebben over de verarming van de natuur onder invloed van de jacht. Wat zegt moet afgeschoten, met klemmen ge vangen, of vergiftigd worden. U vraagt wat schadelijk wild is? De jachtwet formuleert het als volgt: .Tot het schadelijk wild behoren en kel de dieren die door hun aantal en- of levenswijze erkend schadelijk zijn en het gehele jaar gedood mo gen worden'. Dit zijn: houtduiven, zwarte en bonte kraai, kauw, ekster, Vlaamse gaai. wild zwijn, konijn, voa, verwilderde kat, bunzing, hermflOijn, wezel en eekhoorn. Wat betreft de houtduif, kauw, konijn, wild zwijn en vooral verwilde kat, ben ik het eens met de jachtwet. Deze dieren kunnen door aantal en- of levenswij. ze schadelijk zijn. Maar wat betreft bijvoorbeeld de bonte kraai, vos en eekhoorn, deze dieren komen nog maar zo spaarzamelijk voor in Ne derland, dat men ze nauwelijks nog tot het schadelijk wild kan rekenen. Dit geldt met name in Zeeland ook voor de ekster. Daarover straks meer. Men kijkt dus blijkbaar niet verder dan de spreekwoordelijke neusleng te. Wat zijn vos, bunzing en her melijn tenslotte anders (fan bloed dorstige moordenaars? Ze mogen per ongeluk wel eens een rat vangen, maar verder zajn het .maar kippedie. ven'. Dat deze dieren een onmisba re schakel in het biologisch even wicht zijn en een natuurlijke «elec tie bewerkstelligen (zieke of ver wonde dieren vallen het eerst aan hen ten prooi) ontgaat veie jacht, houders, .want ze pakken ook wel eens een fazant'. Wat dat overschot aan ratten, mui zen en konijnen betreft, daarvoor heeft de mens wel een vergift of een klem (voor wat betreft de konijnen). Deze klemmen worden opgesteld op zogenaamde wissels van konijnen, die er dan met een gebroken poot in blijven zitten, en er een paar uur dood gemarteld worden. Om op het gif terug te komen, de jachthouder vergeet blijkbaar dat dat in het veld langs slootkanten gebruikt wordt, waar ook wel eens een fazant loopt, zodat de kerstbout van deze jacht houder ook wel vergiftigd kan we zen. ,Moge het u wel bekomen'. Wat de scliriver dezes ook niet be grijpt, te hoe men nog houtduiven aura, te schieten voor de consumptie. Weet de jager, de poelier en de con sument dan niet dat vele boer juist gif verspreiden tegen de duiven? Hoeveel duiven gaan er niet dood aan het gif, doch wel aan een schot ha. gel Dit even terzijde. Maar wist u, dat men zelfs zo ver gaat gif te gebruiken in recreatie- armex natuurgebieden als het wa terwingebied te Oranjezon, waaruit wij ons drinkwater betrekken PROOST! Hier worden eieren uitgelegd, welke, zijn ingespoten met een zwaar ver gif. volgens insiders strychnine, ter bestrijding van de eksters, bonte kraaien, zwarte kraaien en kauwen. U vraagt waarom? Wel het ia ten slotte .schadelijk wild' en als zodanig .vogelvrij". (En laten we er nu maar niet aan denken wat er zou kunnen gebeuren als een kind zo'n gif ei vindt en er mee gaat spelen). Helaas weten de Vlaamse gaaien, zilvermeeuwen en egels niet aat de ze .hartige hapjes' met voor hun zijn neergelegd, deze dieren lusten name. lijk ook eieren. Wat de schadelijk heid van eksters, bonte kraai en zwarte kraaien betreft, dit wordt zeer sterk overdreven. De ekster is in Zeeland altijd een betrekkelijk zeldzame vogel geweest en het aan tal bonte en zwarte kraaien ia hier de laatste 4 jaar zo sterk terugge lopen, dat de door hun aangerichte schade nihil te noemen ls. Des on danks werden op 2 mei jl 7 eksters vergiftigd gevonden ln het water wingebied. Als u dan weet dat de ekster populatie van het waterwin gebied plus minus 14 stuks was en er altijd een bepaald percentage van de vergiftigde vogels over hot hoofd wordt gezien, betekent dat, dat dc ekster populaitie nu kan variëren Lussen 7 en 0 exemplaren. Hierbij komt nog het gevaar, dat de dode dieren door buizerd, kraai em roek gegeten worden, die op hun beurt sterven. Dus zouden er, na die winter van 1968-1969, ln Zeeland nog burizerden over zijn, dan wordt hier mee zeker gemaakt dat ze de klap van 1968-1969 niet te boven komen. Als we nu eens de Jachtwet nader gaan beschouwen zien we nog veel meer fraais, op de pagina's gewijd aan het jachtwild. Men rekent daar toe namelijk naast de beleende jacht vogels als fazant, patrijs en svilde eend ook: korhoenders, sneeuwgan- zen, roodhalsgams, krakeend, witkop, eend, manderijneend, poelsnip en box je. Hoeveel van deze soorten zijn qua aantal even algemeen als de wilde eens of fazant, dat ze zomaar geschoten mogen worden? Niet één! Ook. de weidelijkiheid van geweer- bezitters zou ik op de korrel willen nemen. Men spreekt in Nederland schande over ae methoden van de Belgen en Italianan, t.o.v. de zang vogelvangst en consumptie. Men kan dit echter mijns inziens niet represen- tieif achten voor de Belgen en Italia nen, want in dat geval moet men ook hier in Nederland maar eens goal rondkijken. Enige maanden ge leden kocht ik van een wildhande. laar 2 reëenkoppen voor mijn sche delcollectie. Bij het schoonmaken van de koppen vond ik in de hindekop 8 en in de kop van de bok 36 hagel korrels. Volgens de jachtwet mogen reëen alleen geschoten worden met eon kogelgeweer, mits daarvan de trefenergie ten minste 100 kgrn op 100 meter afstand van de loopmond bedraagd. Tijdens een stookolie telling voor het rijks instituut voor natuurbeheer vond ik een blauwe reiger, en toen ik de schedel voor mijn collectie schoonmaakte trof ik daarin 2 ha gelkorrels aan. Een kauw, met een gebroken vleugel bij mij gebracht, strief na een week aan loodvergif- ^'frUjorert.23* 660 4-5 mm ko£eltie Een grauwe mantelmeeuw, in Vrou wenpolder dood gevonden, had «a gescheurde lever, geperforeerde in- gewanden en een gaatje in zijn borst, hij bleek met hagel geschoten u zijn. Een in Overzande doodgevonden to. renvalk, had een gebroken vleugel en een gat in de borst, gevolgen van een 4,5 mm bukskogeltje. Tot slot wat betreft de jagers en schieters het volgende: mijn vriend en ik von den e«ns bij de roestplaats van een groep ransuilen, 2 dode exemplaren. Nader onderzoek wees uit aat de dieren waren geschoten, waarschijn lijk met een flobert-geweer of een 5,5 mm luchtbuks. De schedels wa ren volkomen versplinterd. Had de dader ze geschoten om te laten pre pareren, doch ze met een kopschot onbruikbaar gemaakt? Het zou mij niet verwonderen, wamt zo'n opgezet te uil staat immers zo mooi op de schoorsteen en de buren hebben er ook een. U begint, naar ik van har te hoop, in te zien, dat het er in de Nederlandse natuur helemaal niet zo rooskleurig uit ziet als u aanvan kelijk wel dacht. Ik hoop dat het u hiermede duidelijk is geworden, dat er iets dient te gebeuren. Wat er dient te gebeuren om de natuur te redden? 1. De jachtwet en de schadelijke die ren lijst op de helling. 2. Het vergiftigen van vogels (scha delijk of niet) te verbieden. (Voor werkelijk schadelijke dieren, aan daartoe terzake kundigen, afschot- vergunning verlenen). Di*. zijn mijn ideeën hierover en ik sluit dit schrijven met het uit spreken van de hoop. hiermede u als lezer attent gemaakt te heb- ben op de noodzaak van instandhou. ding van de Nederlandse dierenwe reld. W. J. Phaff, Middelburg. De Inspanningen, die het gemeente bestuur van Middelburg zich ge troost, om historische bouwwerken zo lang mogelijk voor het nageslacht te behouden, mogen op zich erf lof waardig zijn, het neemt niet weg, dat door de algemene ijver, de za ken eens lekker stevig aan te pak ken, enkele kleinigheden over het hoofd worden gezien, die do geres taureerde gebouwen binnen enke le decennia wederom tot het droef geestige stadium van eerbiedwaardi ge puinhoop zullen degraderen. Wanneer de argeloze stadgenoot eens de moeite zou willen nemen, tussen 7 uur 's morgens en 12 uur 's nachts zo'n stukje gouden-eeuwse architec tuur (waarmee bijvoorbeeld de Gort- straat uitbundig staat te pronken) te betreden, dan staat hem. althans in deze straat, tenminste 200 keer per dag de sensatie van een uitheems aandoende aardbeving te wachten. Tevens zal hij kunnen constateren, hoe de gastvrije bewoner van het pand met een gewoontegebaar zijn dagelijkse emmertje neergekomen kalk en ander gesteente van de zol der opveegt, zulks mogelijk gemaakt door de welwillende medewerking van ontelbare zwaargewichtvervoer middelen, met het Streekvervoer Walcheren als de grote kampioen. Indien de liefhebbers van het Mid delburgse stedenschoon de mening zijn toegedaan, dat anno 1970 de be strating van deze verkeersader (en deze met alleen), bestaande uit op heuvels en dalen aangebracht, recht hoekige kasseien, het enige plavei- Sel is dat zich volledig aanpast aan .rustieke 17e eeuwse sfeer', dan dient men ook consequent te zijn en alle moderne vervoermiddelen toe gang te weigeren, met uitzondering van de boerensjees, de sleperskar en de paardetram Verkeer Het van twee kanten toestromende verkeer noopt de sukkel, die het nog steeds waagt zich als voetganger voort te bewegen, zich hoestend en proestend een weg te banen over romantische scheefgezakte- en de meest grillige hoogteverschillen to nende middeleeuwse stoepen en stoepjes, voorzien van de nodige toe ristische attracties, zoals doorgeroes te kelderluiken. putdeksels met hangsloten, hoogoprijzende hekken en afgebrokkelde en loszittende te gels. Bij dit laatste dient te wor den opgemerkt, dat tijdens de natte moesson het zich daaronder verza melde regenwater, althans bij hen die nog met de ferme tred van een jonge haan door het leven kuieren, voor een plotselinge, weldadige af koeling tot onder de oksels kan zorg. dragen. Het verdient dan ook aanbeveling, zich als voetganger de atletische ga ven van een hordenloper eigen te maken en ln het donker over katte- ogen te beschikken, om zonder ge vaar voor een .buiklanding' de Gort straat langs het .trottoir' van vo ren naar achter door te komen. On danks nauwgezette training blijkt deze kaart voor 65-plussers niet haal baar. Zij en met hen vele anderen spoeden zich derhalve over de rij weg c.q. door de goot voort. Wan neer twee motorische giganten elk aar brullend tegemoetsnellen, dan ziet genoemde voetganger zich ech ter genoodzaakt, een nog Intensiever gebruik van beide benen te maken en via de daarin tot op hoge leef tijd verrassend verborgen gebleven springkracht, op meer of minder (pot).sierlijke wijze op de zo- juist nog smadelijk afgewezen stoep te belanden. De beschermengelen van deze moedige passanten hebben zich tot nu toe zeer tolerant betoond. Jonge moeders met kinderwagen» vormen een doorgaans vredig straat beeld, dat tijdens de spitsuren in de Gortstraat helaas sporadisch wordt aangetroffen. In het belang van haar voortbestaan wordt de overmoedige enkelinge of de tot tranens toe door dit schrijven ontroerde Dolle Mina, die plannen mocht koesteren hierin verandering te brengen, dringend aangeraden een andere route te kie zen. Fanatieke doordouwsters, die persé om deze tijd toch ergens met net jonggeboren kroost in de Gort- straat wensen te vertoeven, dienen verplicht te worden hun kinderwa gens in de omgeving te stallen, de inhoud ervan, ondanks luidkeels ge uite protesten, in een jute zak over dc schouder te slingeren, om op de ze wijze te trachten, dicht langs de gevels voortschuifelend, tot het ge stelde doel te geraken. Wanneer men, jja kennismaking van dit sombere verhaal, ziet hoé een handvol werkers rond Serooskerke ln no-time enorme stukken provinciale weg van een keurige asfaltlaag voor ziet, dan verdient het toch wel aan beveling, deze knapen eens ten stad- huize op de koffie te nodigen en ze als ouwe jongens onder mekaar langs de neus weg te vragen, of ze die paar honderd meter Middelburgse keien niet ,effe tussedoor mee wille pakkc. As de baas effe niet kijkt.' Voor het goeie doel en de schuddende ge veltjes. En of ze dan tevens zo vrien delijk zouden willen zijn, een bulldo zer in de stoet mee te voeren. Dan zouden ze de afgebrokkelde stukken .granitaal kunstgenot', in Middel burg aangeduid met de naam trot toir, voor het stadhuis op diverse hopen kunnen schuiven. Niet bedoeld als bijpassende decoratie, doch uit sluitend ten behoeve van de trim- actie voor burger en toerist. Want jongens en meiden, het blijft oefenen! Voor de Hoogstraat: voor de Molstraat enfin noem ze maar op P. D. de Heus, Middelburg. Lasexamens bij technische school Van de lascursus aan de gemeentelijke avondschool voor nijverheidsonderwijs te Vlissingen slaagden voor het getuig schrift vlambooglassen beginners, J. A. Bakker. C. van Bel zen; O. P. L. Kint, T. P. Sluljter; D. J. Verburg; T. Weening; J. J. de Wit; J. Bal; J, Voet; J. BuIJs; J. A. Janssen; H. J. M. Jimenez; P. A. Mlnderhoud; A. C. van Rijswijk; E. Slnay; W. M. Verstraate; E. A. P. J. Wijne; A. L. J. ln den Bosch. Afgewezen: geen. Vlambooglassen gevorderden: A. J. Bal; I. M. BartelsonJ. A. Corré; A C. van Hoorn; M. J Kal jouw; W. F. Kramer; E. A. Luteljn; J. Melse; A, de Meul- meester. Afgewezen: 2 kandidaten. Autogeen lassen beginners: M. R. van Caaand; L. Cortvriendt; R. H. Elders; O. R. Erentreich; H. G. Erentreich; H- van Olnkel; O. M. Grootjaps; D. J. SchuUwerve. Afgewezen: geen Autogeen lassen gevorderden: C. M. Boucherie; T. M. Th,. Meesters. Afgewe- geen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1970 | | pagina 4