stefan mrozewski GEDICHTEN, OUDE EN NIEUWE reeuwse SCHOTSE HUIZEN, VEERE EEN GRAFISCH TOPPUNT L E R O I A MASQUE D'OR U VI provincial® courant lllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllll■■lil 18 ill miiH.nnmi 6 JUNI 1970 De Schotse Huizen te Veere exposeren tot nog niet bepaalde datum een uitgelezen collectie gra fiek van de Poolse kunstenaar Stefan Mrozewski. Mrozewski is, hoewel hij hier menigmaal heeft ver toefd en enkele bepaald Hollandse' series heeft gemaakt, in Nederland en ook ver daarbuiten een nagenoeg onbekend en voor zover al bekend een in breder kring haast vergeten kunstenaar. De reden daarvan ligt niet in de eerste plaats in het werk van Mrozewski; het is zo groot en over stelpend letterlijk dat de man die het sig neerde maar moeilijk zonder meer vergeten zou kunnen worden. De reden is veeleer in de persoon Mrozewski te zoeken, een man die een dicht waas van geheimzinnigheid om zich verspreid heeft sinds zijn wat plotselinge verdwijning in 1959. Mrozewski werd in 1894 in Polen geboren en verbleef tussen de jaren 1929 en 1951 meermalen voor langere perioden in West- Europa. Zo was hij onder meer werkzaam in Parijs, Amsterdam, Londen en Rome, steden waar hij zich veel vrienden maakte en die hem in staat stelden zijn ook toen al zeer hoog gewaardeerd werk te exposeren. Mrozewski hield het echter nooit lang uit. Op elke westwaartse reis volgde al spoedig een terugkeer naar Polen. In 1959, de belangstelling was toen reeds tanende en de kunstenaar kwam al niet veel verder meer dan pure gelegenheidsgrafiek, keerde hij Polen en heel Europa plotseling de rug toe en vertrok met rijn familie naar California. Sinds zijn dag van vertrek is niets duidelijks meer van Stefan Mrozewski vernomen. De ve le vrienden die hem schreven kre- tigeopend U zijn verleden ge broken. Het verhaal dat hij in Ame rika behanger is geworden om in zijn levensonderhoud te kunnen voor zien. blijft hardnekkig. PASSIE We hebben dit verhaal uitvoerig op gedist omdat het ons inziens nogal veel zegt over de man die zich ln een aanzienlijk oeuvre, dat nu voor het grootste gedeelte m Nederlands bezit is. niet minder dan een fenomeen onder de houtgraveurs toont. Mrozewski is een gepassioneerd ar tiest: de verliezende beschouwmg ligt hem niet zo en zijn groot tech nisch vermogen dat op punten aan het ongelooflijke grenst, stelt hem in staat met die psasie het houtblok het stuk sprankeling in te geven dat stil maakt. Niettemin slaagt Mrozewski er te vens in een treffend stuk beschou wmg in met name zijn grote illu stratiewerk te leggen. De grote ver halen. .klassieken uit de wereldlite ratuur" heten ze, krijgen in Mro- zewski's beelding een zo volkomen eigen accent dat de illustratie niet een simpelweg .herlezen" wordt maar het beleven ran een sterke eigen vi sie, uitmondend in een nieuw ver haal. Van Mrozewski's levenswerk is slechts een fractie uitgegeven. Zijn vrije grafiek kwam bij verzamelaars terecht, zijn grote suites boekillu straties in de originelen gin gen dezelfde weg op. Bekend zijn de series voor ,Le roi au masque d'or' van Marcel Schwob (1928), ,Le testament de Francois Villon' (1929), .Don Qiuchote' van Cervantes (1930), .Parsifal* van Chrétien de Troyes (1934), .The le gends of Warsaw' van Ewa Szelburg Zarembina (1938), de .Divina Come- dia' van Dante AJleghieri en .La belle et la Béte' van Madame Leprince de Beaumont (1947). Al leen ,Le roi au masque d'or' en .The legends of Warsaw' werden in zeer beperkte oplage uitgegeven, als een J voor bibliofielen. In Nederland maakten de wereld bibliotheek en ,De Roos' voor enkele kleinere uitgaven gebruik van de gra vures van Mrozewski. PRONKSTUK De (onbekende maar beslist wel be minde) verzamelaar die, tegen zijn gewoonte ln, deze kostbare collectie aan de Schotse Huizen ter expositie heeft willen afstaan, heeft samen met de directrice-conservatrice me vrouw Van den Berg een zeer fraai overzicht uit het werk van de Poolse kunstenaar samengesteld. Zo zijn er de ,Don Quichote" en .La Belle et la Béte' series volledig te zien. Er is een enkele Villon-blad, een verwijzing naar ,The Legends of Warsaw', de gehele romantische .Par sifal', vrije en- gelegenheids grafiek en als pronkstuk de uitgave van ,Le roi au masque d'or.' We noemden deze uitgave een pronk stuk omdat ze behalve een prachtig stuk drukkerswerk en een gedegen stuk meestertypografie ook veel laat zien van de eigen prent-drukkunst van Mrozewski: hij heeft zijn pren ten blad voor blad zelf in de spiegel gebracht. ,Le roi au masque d'or' verscheen im 1929 in een goede honderd exempla ren, losbladig, bij Apollo te Parijs, de uitgeverij van Colette Weil (ze heeft meer kunststukken op haar ge weten). Het werd gedrukt op de handpersen van Léon Pichon op Ja pans wit supernacré in een letter die men tegenwoordig met giaag demodé zal noemen, maar die het in feite wel is. De bladen, hier ,ille over twee vitrinetafels verdeeld, werden dan ter afronding in een roodleren casebte gevat waarmee ook naar de buiten kant werd getoond dat het hier om iets bijzonders ging. Dat dit al. wat ve simpel samenvattend maar .papier- behandelsng' zullen noemen, ook met recht op aie kwalificatie aanspraak kan maken moge de expositie in Veere nog eens bevestigen. Over «1e rest van de tentoonstelling kunnen we zeer uitvoerig zijn. Mro zewski vraagt echter niet om een pa pieren graf, en daarom kort vieze expositie zeer hoog. Ze kan een ontmoetings punt zijn met een bijzonder begaafd fraficus door wiens werk zoveel ver- ijning en zo weinig extra-accent soins stuift) dat we niet van .schnitt' maar van .touché' moeten spreken. ANDRé OOSTHOEK Op twintig mei jongstleden was het vijfenzes tig jaar geleden dat Gerrit Achterberg geboren werd. (Hij stierf 17 januari 1962). Als herden kingsuitgave verscheen bij Querido, Amster dam, in samenwerking met Bert Bakker, Den Haag, een facsimile-uitgave van zijn bundel .Radar" (uit 1946) waarvan het zorgvuldig geschreven en bewaarde manuscript buitenge woon voor zo'n reproduktie geschikt is. Vijfhonderd genummerde exemplaren werden in de handel gebracht, gedrukt op geschept Hahnemühle. Ongetwijfeld zal deze bijzondere, bi bliofiele uitgave (prijs ƒ27,50), die een zeer mooi beeld geeft van Achterbergs handschrift en werkwijze, door velen hoog worden gewaarde erd. Er verscheen tegelijkertijd een goedkopere uitgave van Achterbergs .Verzamelde Gedichten' als paperback. Deze editie kost namelijk 22,50 en is dus vijftien gulden goedkoper dan de gewone gebonden editie. (Eveneens bij Que rido) Van J. W. F. Werumeus Buning (1891-1958) ver scheen een ruim 400 pagina's tellende bundel .Ver zamelde Gedichten', waarin ook zijn vertalingen zijn opgenomen. Het is prettig, het complete oeuvre van deze dichter ni éénband bijeen te hebben. Waar is de tijd, dat .Maria Lecina' haast populair was, druk na druk beleefde, zoals wat later de even zoet gevooisde Aafjes met zijn .Voetreis naar Rome'? Een vreemd verschijnsel: als het Nederlandse publiek eens warm loopt voor poëzie is het vrijwel altijd voor dat vloeiende, melodieuze, lichte en vrijblij vende, we zouden haast zeggen .roomse' genre, of. wel voor het werk dat ergens flink wortelt in het calvinisme, zoals dat van Achterberg of Nijhoff. Hoewel we liever Buning's kookboeken lezen dan zijn poëzie, moet wel gezegd dat hij enkele fraaie verzen geschreven heeft, letterlijk .fraai' dan. als dit: Lees ik nog eens de verzen van 'l verleden Dan prijsI zijn pijn het eens gemarteld hart En zien de zinnen al wat zij beleden: De edele armen en hun okselholten En hunnen groei, den wilden die verwart ln zochten geur. En de zo zacht verholen Aanvang van toelven waar de wiste slag Van 't bloed in jaagt naar den gespannen groei Der borsten en hun starren tederen bloei En 't bekleen van den hals, de bleke kom Der schouderen en hun steun om te beginnen Den lieren, den bewogen hals, waarom liet wilde haar zwiert tot zo rijk beschermen; Maar meest van al in het doodsbleek gezicht De ogen, de gebannen vaste zwermen Van goud en bleek, van woest en teder licht. De diepe bron, eeuwig als water is, Eeuwig als licht, eeuwig als droefenis. Ook deze uitgave is van Querido, Amsterdam, en hij kost 19,90. /an Maria van der Steen herinneren we ons twee uitstekende romans, .Totale Uitverkoop' en ,Ba. lans waarin het harde leven van een jong meisje dat onder armoedige omstandigheden opgroeide m het Brabantse, in het begin van deze eeuw, mee dogenloos werd uitgebeeld. Het is jammer dat Maria van der Steen deze ontwikkelingsgang niet verder heeft vervolgd. In plaats daarvan is zij gedichten gaan schrijven, waarvan .Sintels Rapen' de eerste verzameling is in bundelvorm. (verschenen bij ,Op- wentehng", Eindhoven, prijs ƒ3,50). Haar tot nu ooe treffendste gedicht, ,Ik droomde eens', dat in Dichters-Ommibus Zesde bloemlezing stond. 1959, missen we hier. Het is te begrijpen: het zou in deze oundel niet zo goed passen, het is te romantisch van woordkeus en beeldspraak. Maria van der Steen (thans 64) spreekt in .Sintels Rapen' in een heel modern idioom, kort, brokkelig, onpersoonlijk. Het komt ons voor, dat zij zich forceert en haar krach ten versplintert op terreinen die haar minder liggen. Haar kracht ligt kennelijk op het gebied van de sobere, min of meer autobiografische vertelling, dan a zij helemaal zichzelf, en dus .uniek', onverwis selbaar. .Totale Uitverkoop', en Balans' waren boe ken die men niet vergeet, authentieke getuigenissen van een mensenleven. .Sintels Rapen' zou door n' im port e qui geschreven kunnen zijn. er komt geen absoluut herkenbare persoonlijkheid uit over op de lezer. Het beste herkennen we haar nog in: met dromen zei miin moeder zul jij niet verder komen dan vim hier tot Jansen Jansen was de buurman maar dat doet er nu niet toe jouw dromen zullen jou niet dóór maar om het leven brengen dat zet se ook ze keek mij droevig aan je droom zal in vuur verzengen je vuur zal in droom vergaan van wie h&d zij die profetie? Hans Vlek, die tot nu toe een drietal bundels op zijn naam heeft staan, .Anatomie voor moorde. naars', ,Iets eetbaars' en ,Een warm hemd voor de winter', gaf deze, tezamen met verspreide en deels ongepubliceerde verzen uit in .Zwart op Wit', to taal een 160 bladzijden poëzie van een van de jongste dichters die naam maakten, en dat niet alleen we gens naakt optreden, toen. Want men hore: Gedicht met drie vraagtekens. Heeft het wel zin voor zo iets futiels als poëzie te vechten, te verroesten onder een lekkend dak waarboven de hemel mooi weer speelt, mensen en hun slachtoffers toedekkend onder een waan van religie 7 Nee, zin heeft liet nauwelijks maar wat. doe je er aan als de zon de bladnerf van ie vmgerplant weer zichtbaar maakt of een weduwe uitglijdt op de beijzelde stoep voor je deurt Je neem: notie van de natuur en helpt het oudje op de been (mensen onder elkaar, nietwaar 7) maar dan ren je weer naar boven om dit gedicht te schrijven en vist in 't voorbijgaan de krant uit de bus. (Querido, 13,90) In .Gedichten 69', een uitgave van het Davldsfonds te Leuven, vindt men eem heel interessante bloem lezing die Jos de Haes en Hubert van Herreweghen maakten uit de Nederlandse en Vlaamse tijdschrif ten ln het jaar 1969. Vrij uitvoerige bio- en biblio grafische notetles over alle vertegenwoordigde dich. lers en dichteressen vindt men aan het eind. Het is te hopen dat er voldoende belangstelling voor deze bundel zal blijven bestaan, zodat hij tot een geregelde jaarlijkse poëziepublicatie kan uitgroeien. zoals we die ook verschillende in ons land kennen. Honderd jaar na de geboorte van Henriëtte van der Schalk (in 1869) verscheen in een zeer mooie uit. voering bij Meulenhoff Amsterdam, haar .Jeugdwerk 1884-189?', ingeleid door Garmt Stuiveling (ƒ7,90). Werk dus van vóór haar .Sonnetten en Verzen in Terzinen geschreven', wat haar officiële debuut was. Wil men deze verzen nog kunnen lezen, dan dient men wel een litcrair-historische bril op te zetten, en vaak te denken aan de latere Henriëtte Roland HolsLvan dor Schalk, want wat hier bijeengebracht werd is goeddeels sentimenteel en hoogdravend ge rijmel. Wel is het frappant dat deze dichteres op jeugdige leeftijd het Duits en het Frans goed be heerste haar remproeven in die talen zijn zeer ver dienstelijk. Uit 1892 dateert dit: Nu vrees niet. Nu vrees niet dat het als verdriet leit In mijn gemoed. Dit weten ,Of ge, er zijt of niet zijt, Heel vieinig doet'. En denk niet dat ik deze dingen zeg Met bitterheid, Wunt bitterheid is int mijn harte weg- Genomen voor altijd. En 't har;dat lang gezocht heeft en gegist, Vond rust bij 't weten ,Wij ioorden allen weinig maar gemist En ras.... vergeten.' En of u/er zijn of niet zijn Heel weinig doet. Laat dit U geen verdriet zijn Want zoo is 't goed. Gerrit Achterberg: Rodar, Verzamelde Gedichten' J. W, f. Werumous Buning: Verzamelde Gedichten; Hon» Vlok: Zwart op Wit, alles: Querido, Amsterdam. Henriëlle Roland Holst- von der Schalk: Jeugdwerk 1884-1892, Meulonholt. Amster dam; Maria van der Sleen: Sinlels Ropon, Opwenteling, Eind hoven; Gedichten 69: Davidsfonds, Leuven (België). E rot masque e er sc dressa du trone noir «u l! ctoit assis deptris desheures. ct dettunda U cause du imuuUc. Caries gardes des portes avaknt crossc ieurs piques ct on cnlendiit soutier ïc ier. Autour du braser dt fcrenre s'claient dresses •iussj !cv cinquante prétres a droiie et les cinquamc kttSk'us a gaüche. ei ks temmes en dcuii-cerck devant

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1970 | | pagina 18